Hyundai Santa Fe 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2017, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2017Pages: 735, PDF Size: 15.3 MB
Page 641 of 735

711
Onderhoud
UITLEG BIJ ONDERHOUDSSCHEMA
Motorolie en oliefilter
De motorolie moet worden ververst en
het filter moet worden vervangen volgens
de intervallen van het
onderhoudsschema. Als er onderongunstige omstandigheden gereden
wordt, moet de olie vaker ververst en het
filter vaker vervangen worden. Aandrijfriemen
Controleer alle aandrijfriemen op
tekenen van sneetjes, scheurtjes,
overmatige slijtage of verzadiging met
olie en vervang indien nodig. De
spanning van de aandrijfriemen moet
periodiek worden gecontroleerd en
indien nodig worden afgesteld. Brandstoffilter(element)
Door een verstopt filter kan de snelheid
waarmee gereden kan worden,afnemen, het emissiesysteem
beschadigd raken of slecht aanslaan
veroorzaakt worden. Als zich in de
brandstoftank te veel vuil ophoopt, dient
het filter mogelijk vaker vervangen te
worden.
We adviseren u het brandstoffilter te
laten vervangen door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Brandstofleidingen, -slangen en
aansluitingen
Controleer de brandstofleidingen, - slangen en aansluitingen op lekkage en
beschadigingen. We adviseren u de
brandstofleidingen, brandstofslangen en
aansluitingen te laten vervangen door
een officiële HYUNDAI-dealer.
WAARSCHUWING
- Alleen dieselmotor
Werk nooit aan het inspuitsysteem bij draaiende motor of binnen 30
seconden na het afzetten van de
motor. De hogedrukpomp, de
common rail, de verstuivers en de
hogedrukleidingen staan onder
hoge druk, ook als de motor uit is
gezet. De brandstofstraal die kan
ontsnappen, kan ernstig letsel
veroorzaken. Mensen die een
pacemaker dragen, mogen niet
dichter dan 30 cm bij demotormodule of de bedrading in de
motorruimte komen als de motor
draait, omdat de hoge
stroomsterktes in het common rail-
systeem aanzienlijke magnetische
velden produceren.
OPMERKING
Wanneer u de riem controleert, zet dan het contact in stand LOCK/OFFof ACC.
Page 642 of 735

Onderhoud
12
7
Ontluchtingsslang en tankdop De ontluchtingsslang en de tankdop
moeten worden gecontroleerd volgens
de intervallen van het
onderhoudsschema. Zorg ervoor dat deontluchtingsslang of tankdop op de juiste
manier vervangen wordt. Vacu
Page 643 of 735

713
Onderhoud
Koelsysteem
Controleer de onderdelen van het
koelsysteem, zoals radiateur,
koelvloeistofreservoir, slangen enaansluitingen op lekkage en
beschadigingen. Vervang beschadigdeonderdelen.
Koelvloeistof
De koelvloeistof moet worden ververst
volgens de intervallen van hetonderhoudsschema.
Versnellingsbakolie
(indien van toepassing)
Controleer de versnellingsbakolie
volgens het onderhoudsschema.Automatische-
transmissievloeistof
(indien van toepassing)
Onder normale
gebruiksomstandigheden hoeft de
automatische-transmissievloeistof niet
gecontroleerd te worden.
We raden u aan de automatische-
transmissievloeistof te laten verversen
door een officiële HYUNDAI-dealer
overeenkomstig het onderhoudsschema.
✽AANWIJZING
Automatische-transmissievloeistof is in
eerste instantie rood van kleur.
Door het rijden wordt de automatische-
transmissievloeistof donkerder.
Dit is normaal en de verkleuring is geen
reden om de vloeistof te vervangen.
Remleidingen en -slangen
Controleer visueel op juiste bevestiging,
schaafplekken, scheurtjes, veroudering
en lekkage. Vervang verouderde ofbeschadigde onderdelen direct. Remvloeistof
Controleer het vloeistofniveau in het
remvloeistofreservoir. Het
vloeistofniveau dient zich tussen de
merktekens MIN en MAX aan de zijkant
van het reservoir te bevinden. Gebruik
uitsluitend de voorgeschreven
hydraulische remvloeistof (DOT3 of
DOT4).
Parkeerrem
Controleer het parkeerremsysteem
inclusief het parkeerrempedaal (of
parkeerremhendel) en de kabels.
OPMERKING
Het gebruik van andere dan de voorgeschreven vloeistof kan
storingen en defecten in detransmissie veroorzaken.
Gebruik alleen de voorgeschrevenautomatische-transmissievloeistof. (Zie "Aanbevolen smeermiddelen
en hoeveelheden" in hoofdstuk 8.)
Page 644 of 735

Onderhoud
14
7
Schijfremmen, remblokken,
remklauwen en remschijven
Controleer de remblokken op overmatige
slijtage, de schijfremmen op slingering
en slijtage en de remklauwen op
vloeistoflekkage.
Zie de website van HYUNDAI voor meer
informatie over het controleren van de
remblokken en remvoeringen. ( http://ser
vice.hyundai-motor.com)
Bevestigingsbouten wielophanging
Controleer of de bouten van de
wielophanging goed vastzitten en niet
beschadigd zijn. Draai ze met het
voorgeschreven aanhaalmoment vast. Stuurhuis, stuurstangen en
stofhoezen/onderste fuseekogel
Breng de auto tot stilstand, zet de motor
uit en controleer op overmatige speling inhet stuurwiel.
Controleer de stuurstangen op knikken of
beschadigingen. Controleer de
stofhoezen en fuseekogel op
veroudering, scheurtjes of
beschadigingen. Vervang beschadigdeonderdelen.
Stuurbekrachtigingspomp,
aandrijfriem en slangen
Controleer de stuurbekrachtigingspomp en slangen op lekkage en
beschadigingen. Vervang beschadigde of
lekkende onderdelen direct. Controleer
de aandrijfriem op sneetjes, scheurtjes,
overmatige slijtage en controleer of hij
goed geolied is en de spanning juist is.
Vervang of stel indien nodig af.Aandrijfassen en
aandrijfashoezen
Controleer de aandrijfassen, -hoezen en
klemmen op scheurtjes, veroudering of
beschadigingen. Vervang beschadigdeonderdelen en breng indien nodig nieuw
vet aan.
Koudemiddel airconditioning/
aircocompressor
(indien van toepassing) Controleer de leidingen en aansluitingen
van de airconditioning op lekkage enbeschadigingen.
Page 645 of 735

715
Onderhoud
MOTOROLIE
Controle van het motoroliepeil
1. Controleer of de auto horizontaal staat.
2. Start de motor en laat deze op de normale bedrijfstemperatuur komen.
3. Zet de motor uit en wacht ongeveer 5 minuten zodat de olie naar het carter
terug kan lopen. 4. Trek de peilstok uit de houder, veeg
hem schoon en steek hem weer
geheel in de houder. 5. Trek de peilstok opnieuw uit de houder
en controleer het peil. Het peil moet
zich ergens tussen F en L bevinden.
WAARSCHUWING
- Radiateurslang
Wees voorzichtig met de
radiateurslang tijdens het
controleren of bijvullen van de
motorolie. Deze kan namelijk nog
zo warm zijn, dat u zich eraan kuntbranden.
OPMERKING - Dieselmotor
Als te veel motorolie wordt bijgevuld, kan dit door de
klopverschijnselen leiden totnadieselen. Hierdoor kan
motorschade ontstaan, waarbijplotselinge verhogingen van het
motortoerental, motorlawaai enwitte rook waargenomen kunnen worden.
OPMERKING
• Vul niet te veel motorolie bij. Dit
kan schade aan de motorveroorzaken.
• Mors geen motorolie wanneer u olie bijvult of ververst. Als umotorolie morst in de
motorruimte, verwijder dit danonmiddellijk.
• Wanneer u de peilstok afveegt, doe dit dan met een schone doek.Wanneer er vuil in de olie
terechtkomt, kan motorschadeontstaan.
ODM076059L
OXM079004
■ Type A
■Type B
Page 646 of 735

Onderhoud
16
7
Als het peil zich bij of op de L bevindt,
moet u olie bijvullen tot de F. Vul niet te
veel olie bij.
Gebruik een trechter om morsen van
olie op motoronderdelen te
voorkomen.
Gebruik alleen de voorgeschreven
motorolie. (Zie "Aanbevolensmeermiddelen en hoeveelheden" in
hoofdstuk 8.)Motorolie verversen en filter
vervangen
We adviseren u de motorolie en het
oliefilter te laten vervangen door een
officiële HYUNDAI-dealer.
WAARSCHUWING
Gebruikte motorolie kan irritatie of
huidkanker veroorzaken indien de
huid langdurig in contact komt met
de olie. De stoffen die in gebruikte
motorolie aanwezig zijn, hebben bij
laboratoriumproeven geleid tot
kanker bij proefdieren. Was uw
handen zorgvuldig met zeep en
warm water als ze in contact zijn
geweest met gebruikte motorolie.
ODM076060L
OXM079005
■ Type A
■Type B
Page 647 of 735

717
Onderhoud
Het hogedruk-koelsysteem is voorzien
van een reservoir dat gevuld is met een
koelvloeistof die ook voldoende
bescherming biedt tegen bevriezing. Het
reservoir is in de fabriek gevuld.
Controleer de vorstbescherming en het
koelvloeistofpeil ten minste één keer per
jaar, aan het begin van het winterseizoen
en voordat u naar een kouder klimaatreist.Koelvloeistofpeil controleren
KOELVLOEISTOF
WAARSCHUWING
Losdraaien van de
radiateurdop
• Verwijder de radiateurdop nooit terwijl de motor draait of nog een
hoge temperatuur heeft.
Daardoor kan er schade aan het
koelsysteem en de motor
ontstaan; bovendien kunt u
ernstig letsel oplopen doordat er
hete koelvloeistof of stoomontsnapt.
(Vervolg)
(Vervolg)
• Zet de motor uit en wacht tot dezeis afgekoeld. Verwijder de
radiateurdop uiterst voorzichtig.
Wikkel een dikke doek rond de
dop en draai hem voorzichtig
linksom tot de eerste aanslag. Ga
een stukje achteruit wanneer de
druk van het koelsysteem af gaat.
Pas als u zeker weet dat er geen
overdruk meer is, drukt u de dopmet de doek in en draait u hem
verder linksom om hem teverwijderen.
• Verwijder de radiateurdop of de aftapplug niet als de motor en de
radiateur nog heet zijn, zelfs niet
als de motor niet loopt. Er kan
nog steeds hete koelvloeistof en
stoom ontsnappen, waardoor erernstig letsel kan ontstaan.
OPMERKING
• Rijd niet zonder koelvloeistof.
Anders kan de waterpomp
beschadigd raken, de motorvastlopen, enz.
• Wanneer de motor oververhit raakt door te weinig koelvloeistofkan het plotseling bijvullen van
koelvloeistof barsten in de motorveroorzaken. Vul koelvloeistof langzaam en in kleine
hoeveelheden bij om schade tevoorkomen.
Page 648 of 735

Onderhoud
18
7
Controleer de toestand en de
aansluitingen van alle slangen van het
koelsysteem en van de verwarming.
Vervang beschadigde en slechteslangen.
Het koelvloeistofpeil in het expansievat
dient tussen de merktekens F en L te
liggen als de motor koud is.
Vul als het peil laag is voldoende
gedestilleerd (gedemineraliseerd) waterbij.
Vul bij tot de F (MAX), maar vul niet te
veel bij.
Als veelvuldig bijvullen noodzakelijk is,
adviseren we u het systeem te laten
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer.
Aanbevolen koelvloeistof
• Vul het koelsysteem alleen bij met
gedestilleerd water en vul het
koelsysteem niet bij met gewoon
kraanwater. Een onjuist
koelvloeistofmengsel kan storingen en
schade aan de motor veroorzaken.
• De motor van uw auto heeft aluminium onderdelen. Gebruik daarom een
koelvloeistof op ethyleen-glycolbasis
ter voorkoming van corrosie en
bevriezing.
• Gebruik GEEN koelvloeistof op
ethanol- of methanol-basis; meng ook
geen ethanol- of methanol-antivries
met de voorgeschreven koelvloeistof.
• Gebruik geen mengsel met meer dan 60% of minder dan 35% antivries; in
dat geval is een optimale koelende
werking niet gewaarborgd.
ODM073006
WAARSCHUWING
De elektromotor
(koelventilator) wordt
aangestuurd op basis
van de
koelvloeistoftemperatuur, de
koudemiddeldruk en de rijsnelheid.De ventilator kan soms gaan
draaien ook al is de motor uit. Wees
extra voorzichtig bij
werkzaamheden in de buurt van de
koelventilator zodat u niet geraakt
wordt door de ronddraaiende
ventilatorbladen. Als de
koelvloeistoftemperatuur daalt,
wordt de elektromotor automatisch
uitgeschakeld. Dit is een normaal
verschijnsel.
Indien uw auto is uitgerust met GDI,
werkt de elektromotor (koel
-ventilator) mogelijk totdat u de minpool v an de accu losneemt.
Page 649 of 735

719
Onderhoud
Zie de volgende tabel voor de
mengverhouding.Koelvloeistof verversen
We adviseren u de koelvloeistof te laten
vervangen door een officiële HYUNDAI-
dealer.
OPMERKING
Leg een flinke doek rond de
vulopening om te voorkomen datals er gemorst wordt, koelvloeistofterechtkomt of de dynamo of
andere onderdelen van de motor.
WAARSCHUWING
- Koelvloeistof
• Gebruik geen koelvloeistof of antivries in het sproeierreservoir.
• Koelvloeistof kan het zicht ernstig belemmeren wanneer dit
op de voorruit terecht komt
waardoor u de macht over de
auto kunt verliezen. Bovendien
kan het de lak beschadigen.WAARSCHUWING
Radiateurdop
Verwijder bij een warme motor en
radiateur de radiateurdop niet. Erkan nog steeds gloeiend hete
koelvloeistof en stoom
ontsnappen, waardoor er ernstigletsel kan ontstaan.
ODM072007
-15°C (5°F) 35 65
-25°C (-13°F) 40 60
-35°C (-31°F) 50 50
-45°C (-49°F) 60 40
Buiten-
temperatuur Mengverhouding
(hoeveelheid))
Antivries Water
Page 650 of 735

Onderhoud
20
7
REM-/KOPPELINGSVLOEISTOF (INDIEN VAN TOEPASSING)
Controle van niveau
rem-/koppelingsvloeistof
Controleer regelmatig het niveau in het
reservoir. Het vloeistofniveau dient zich
tussen de merktekens MAX en MIN aan
de zijkant van het reservoir te bevinden.
Reinig het gebied rondom de dop van het
reservoir grondig alvorens de dop te
verwijderen en vloeistof bij te vullen, om te
voorkomen dat deze vervuild raakt.
Vul vloeistof bij tot aan het merkteken MAX
wanneer het niveau te laag is. Het niveau
van de remvloeistof zal na verloop van tijd
dalen. Dit is normaal en wordt veroorzaakt
door het slijten van de remblokken. Als het
rem-/koppelingsvloeistof extreem laag is,
adviseren we u het systeem te laten
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer.
Gebruik alleen de voorgeschreven remvloeistof. (Zie "Aanbevolensmeermiddelen en hoeveelheden" in
hoofdstuk 8.)
Meng nooit verschillende soortenvloeistof door elkaar.
✽AANWIJZING
Lees voor het verwijderen van de
vuldop van het rem-/
koppelingsvloeistofreservoir eerst de
waarschuwing op de dop.
ODM072009
WAARSCHUWING
- Rem-/koppelingsvloeistof
Wees voorzichtig bij het vervangen
of bijvullen van rem-
/koppelingsvloeistof. Zorg ervoor
dat de vloeistof niet in contact komt
met uw ogen. Spoel uw ogen direct
met een ruime hoeveelheidleidingwater wanneer u
remvloeistof in uw ogen krijgt. Laat
uw ogen zo snel mogelijk
onderzoeken door een dokter.
WAARSCHUWING - Lekkage van rem-
/koppelingsvloeistof
Als u het rem-
/koppelingsvloeistofreservoir
regelmatig moet bijvullen,
adviseren we u het systeem te laten
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
WAARSCHUWING
Reinig de vuldop alvorens hem te
verwijderen. Gebruik alleen DOT3
of DOT4 rem-/koppelingsvloeistof
uit een afgesloten verpakking.
OPMERKING
Zorg ervoor dat rem- /koppelingsvloeistof niet in contact
komt met het lakwerk van de auto.De lak kan hierdoor beschadigen.
De kwaliteit van remvloeistof diegedurende lange tijd blootgesteld
is aan de buitenlucht kan nietgegarandeerd worden. Vervang
deze. Gebruik het juiste type vloeistof. Slechts een paar druppels minerale olie, bijvoorbeeld
motorolie, in het remsysteem kunnen de onderdelen van het
systeem beschadigen.