stop start JEEP COMPASS 2020 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: COMPASS, Model: JEEP COMPASS 2020Pages: 370, PDF Size: 9.34 MB
Page 227 of 370

225
Een band repareren met de bandenservicekit
Wanneer u stopt om de bandenservicekit te
gebruiken:
1. Parkeer de auto op een veilige plaats enschakel de waarschuwingsknipperlichten
in.
2. Zorg dat het ventiel (op het wiel van de lekke band) zich vlakbij de grond
bevindt. In die stand reikt de slang van
de bandenservicekit tot het ventiel en
kan de bandenservicekit recht op de
grond staan. Hierdoor bevindt de set zich
in de beste positie voor het inspuiten van
het afdichtingsmiddel in de lekke band
en het bedienen van de luchtpomp.
Verplaats de auto zo nodig om het ventiel
in die positie te brengen voordat u
begint.
3. Zet de versnellingsbak in de stand PARK en zet het contact in de stand OFF.
4. Trek de handrem aan. Voorbereiding van het gebruik van bandser
-
vicekit:
1. Rol de afdichtingsslang uit en verwijder de dop van de fitting aan het uiteinde van
de slang.
2. Zet de bandservicekit recht op de grond, naast de lekke band.
3. Verwijder het dopje van het
ventiel en schroef de fitting aan het
uiteinde van de afdichtingsslang op
het ventiel.
4. Maak de stekker los en steek de
stekker in de 12 Volt-aansluiting
van het voertuig.
OPMERKING:
Verwijder geen voorwerpen (bijvoorbeeld
schroeven of spijkers) uit de band.
Afdichtingsmiddel uit de bandservicekit in
de lekke band spuiten: 1. Start altijd het voertuig voordat u
de bandservicekit inschakelt.
2. Controleer of de functieregel -
knop op de stand voor de afdich -
tingsfunctie staat.
Voorkom dat de bandenreparatieset in
contact komt met uw haar, ogen of
kleding. Het afdichtmiddel van de
bandenreparatieset is schadelijk bij
inademen, inslikken en huidcontact. Het
veroorzaakt irritatie van de huid, ogen en
luchtwegen. Spoel onmiddellijk met veel
water na eventuele aanraking met de
ogen of de huid. Trek zo snel mogelijk
andere kleding aan wanneer TIREFIT in
aanraking is gekomen met de kleding.
De afdichtingsoplossing van de banden -
reparatieset bevat latexrubber. Raad -
pleeg bij een allergische reactie of
huiduitslag onmiddellijk een arts. Houd
de bandenreparatieset buiten het bereik
van kinderen. Bij inslikken de mond met
veel water uitspoelen en veel water
drinken. Braken niet opwekken! Direct
een arts raadplegen.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 225
Page 263 of 370

261
(Vervolgd)
Oliepeil controleren
Om een optimale smering van de motor te
waarborgen, moet het juiste motoroliepeil
gehandhaafd blijven. Controleer het oliepeil
daarom regelmatig, bijvoorbeeld bij elke
tankstop. Het ideale tijdstip voor een
controle van het motoroliepeil is ongeveer
vijf minuten nadat een volledig opgewarmde
motor is uitgeschakeld.
Controleer het oliepeil als de auto op een
vlakke ondergrond staat. De meting is dan
nauwkeuriger.Er zijn vier mogelijke peilstoksoorten,
Gearceerde zone.
Gearceerde zone met markering SAFE.
Kruisarcering met woord MIN aan de
ondergrens en MAX aan de bovengrens.
Kruisarcering gemarkeerd met kuiltjes bij
de MIN- en MAX-uiteinden van het bereik.
OPMERKING:
Handhaaf het motoroliepeil altijd binnen de
kruisarcering op de peilstok.
Als het oliepeil tot het onderste deel van de
peilstok komt en u vult 1,0 liter (1 quart) olie
bij, neemt het oliepeil toe tot het bovenste
merkteken.
Vloeistof voor ruitenwisser bijvullen
Het vloeistofreservoir bevindt zich vóór in het
motorcompartiment. Controleer regelmatig
de inhoud van het reservoir. Vul het reservoir
met een ruitensproeieroplossing (geen radia -
teur-antivries) en laat het systeem enkele
seconden werken om de restvloeistof weg te
spoelen.
WAARSCHUWING!
Rook nooit tijdens werkzaamheden in de
motorruimte: deze kan gas en ontvlam -
bare dampen bevatten, met het risico
van brand.
Wees zeer voorzichtig bij werkzaam -
heden in de motorruimte wanneer de
motor heet is: u zou brandwonden
kunnen oplopen. Kom niet te dicht bij de
radiateurventilator: de elektrische venti -
lator kan starten; verwondingsgevaar.
Sjaals, stropdassen en andere losse
kledingstukken kunnen worden gegrepen
door bewegende onderdelen.
LET OP!
Zorg dat u de verschillende soorten vloei -
stoffen niet met elkaar verwisselt
wanneer u deze bijvult: ze zijn niet
onderling compatibel! Als u bijvult met
een ongeschikte vloeistof, kan uw auto
ernstig beschadigd raken.
Het oliepeil mag nooit de MAX-marke-
ring overschrijden.
Vul altijd motorolie bij met dezelfde
specificaties als de olie die al aanwezig
is in de motor.
Wacht bij het bijvullen van de motorolie
tot de motor is afgekoeld voordat u de
vuldop losmaakt, met name bij auto's
met een aluminium dop. WAARSCHU -
WING: verbrandingsgevaar!
Als het carter met te veel of te weinig
motorolie wordt gevuld, kan aëratie of
verlies van oliedruk optreden. Dit kan
leiden tot motorschade.
LET OP! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 261
Page 327 of 370

325
Een tussenstop invoegen
Om een tussenstop in te voegen, moet de
routenavigatie actief zijn.
Kies de schermtoets "Menu" om terug te
keren naar het navigatiehoofdmenu.
Kies de schermtoets "Where To?" (waar-
heen) en zoek naar de extra tussenstop.
Wanneer een andere locatie is geselec-
teerd, kunt u ervoor kiezen uw vorige route
te annuleren, de locatie toe te voegen als
eerste bestemming of de locatie toe te
voegen als laatste bestemming.
Druk op de gewenste keuze en kies de
schermtoets "GO!" (start).
Een omleiding volgen
Om een omleiding te volgen, moet u een
route navigeren.
Kies de schermtoets "Detour" (Omleiding).
OPMERKING:
Als de route die u nu volgt de enige redelijke
optie is, is het mogelijk dat het apparaat
geen omleiding berekent. Zie voor meer
informatie de aanvulling op het instructie -
boekje van Uconnect.
Kaartupdate
Ga naar www.maps.mopar.eu om uw kaart te
updaten of neem contact op met een
erkende dealer.
UCONNECT PHONE
Uconnect Phone (Handsfree bellen met
Bluetooth®)
Telefoonmenu Radio Uconnect 3 met 5-inch
display Telefoonmenu Radio Uconnect 4 met 7-inch
display
1 — Call (bellen) / Redial (opnieuw kiezen)
/ Hold (in wacht)
2 — Signaalsterkte mobiele telefoon
3 — Momenteel gekoppelde mobiele tele -
foon
4 — Batterijduur mobiele telefoon
5 — Microfoon uitschakelen
6 — Doorverbinden naar/van Uconnect sys -
teem
7 — Menu Settings (instellingen) van Ucon -
nect Phone
8 — SMS-berichten
9 — Pad voor direct kiezen
10 — Lijst van recente oproepen
11 — In telefoonboek bladeren
12 — Gesprek beëindigen
1 — Favoriete contactpersonen
2 — Batterijduur mobiele telefoon
3 — Momenteel gekoppelde mobiele telefoon
4 — Siri
5 — Microfoon uitschakelen
6 — Doorverbinden naar/van Uconnect sys -
teem
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 325