JEEP GRAND CHEROKEE 2017 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2017, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2017Pages: 414, PDF Size: 6.11 MB
Page 21 of 414
De modus starten met afstandsbediening
afsluiten zonder met de auto te rijden
Druk één keer op de toets Remote Start
(starten op afstand) of laat de motor gedu-
rende de volledige 15 minuten draaien.
OPMERKING:
Om onbedoeld uitschakelen te voorkomen,
blokkeert het systeem het eenmaal indrukken
van de toets Remote Start (starten op af-
stand) gedurende twee seconden nadat een
geldig verzoek is ontvangen om te starten op
afstand.
De modus starten met afstandsbediening
afsluiten en met de auto gaan rijden
Voordat de cyclus van 15 minuten is verstre-
ken, drukt u kort op de ontgrendeltoets op de
sleutelhouder om de portieren te ontgrende-
len, of het voertuig te ontgrendelen met
Keyless Enter-N-Go — Passive Entry via de
portiergrepen, en het alarm uit te schakelen
(indien aanwezig). Druk vervolgens voordat
de cyclus van 15 minuten is verstreken op de
toets START/STOP en laat deze weer los.OPMERKING:
Op modellen die zijn uitgerust met Keyless
Enter-N-Go — Passive Entry verschijnt het
bericht "Remote start active — Push start
button" (Starten op afstand actief — Druk op
startknop) op het display in de instrumenten-
groep totdat u op de toets START drukt.
Comfort Systems (comfortsystemen) —
indien aanwezig
Wanneer starten met de afstandsbediening
wordt geactiveerd, werkt Auto-Comfort altijd
wanneer de temperatuur goed is. Wanneer de
functie is ingeschakeld, ongeacht of het star-
ten met de afstandsbediening of gewoon star-
ten zonder sleutel betreft, wordt de stoelver-
warming van de bestuurder automatisch
ingeschakeld bij koud weer. Bij warm weer
wordt het ventilatiesysteem in de bestuur-
dersstoel automatisch ingeschakeld wanneer
de auto met de afstandsbediening wordt ge-
start. Deze functies blijven ingeschakeld tij-
dens het starten op afstand of totdat het
contact in de stand ON/RUN wordt gezet.OPMERKING:
Het automatische comfortsysteem kan wor-
den in- en uitgeschakeld via het Uconnect
systeem. Raadpleeg de paragraaf "Instellin-
gen van Uconnect" in het hoofdstuk "Multi-
media" in uw gebruikershandleiding op
www.mopar.eu/owner voor meer informatie
over de werking van het comfortsysteem.
Algemene informatie
De volgende wettelijke verklaring geldt voor
alle radiofrequente (RF) apparaten in dit
voertuig:
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de
FCC-voorschriften en aan de RSS-norm(en)
van de Industry Canada-ontheffing. De appa-
ratuur moet voldoen aan de volgende twee
voorwaarden:
1. Deze apparatuur mag geen schadelijke
interferentie veroorzaken en
2. De apparatuur moet eventuele ontvangen
interferentie tolereren, ook interferentie
die mogelijk een ongewenste werking
veroorzaakt.
19
Page 22 of 414
OPMERKING:
Wijzigingen of aanpassingen die niet uitdruk-
kelijk zijn goedgekeurd door de voor confor-
miteit verantwoordelijke instantie kunnen
het gebruik van de apparatuur onrechtmatig
maken.
SENTRY KEY
De Sentry Key startonderbreker voorkomt on-
geoorloofd gebruik van de auto door derden
door de motor te blokkeren. U hoeft het
systeem niet te activeren of in te schakelen.
Dit systeem werkt automatisch, ongeacht of
de auto is afgesloten.
LET OP!
De Sentry Key startonderbreker is niet
compatibel met sommige afstandsstart-
systemen die als accessoire in de handel
verkrijgbaar zijn. Dergelijke systemen kun-
nen startproblemen veroorzaken en de
startblokkering van de auto belemmeren.
Alle sleutelhouders die met uw nieuwe auto
zijn meegeleverd zijn geprogrammeerd voor
de elektronica van uw auto.
Sleutels laten programmeren
Sleutelhouders kunnen worden geprogram-
meerd door een erkende dealer.
Vervangende sleutels
OPMERKING:
De auto kan alleen bediend en gestart worden
met sleutelhouders die specifiek zijn gepro-
grammeerd voor de elektronica van de auto.
Nadat een sleutelhouder voor een auto is
geprogrammeerd, kan deze niet voor een an-
dere auto worden geprogrammeerd.
LET OP!
• Verwijder altijd de sleutelhouders uit de
auto en vergrendel alle portieren wan-
neer u de auto zonder toezicht achter-
laat.
• Als uw auto is uitgerust met Keyless
Enter-N-Go contact, vergeet dan niet de
contactschakelaar in de stand OFF te
zetten.OPMERKING:
Duplicaten van sleutelhouders kunnen wor-
den geleverd door een erkende dealer. Deze
procedure bestaat uit het programmeren van
een 'blanco' sleutelhouder voor de elektro-
nica van het voertuig. Een blanco sleutelhou-
der is een exemplaar dat niet eerder is gepro-
grammeerd.
Als de Sentry Key startonderbreker moet wor-
den gerepareerd, dient u alle sleutels van de
auto naar de erkende dealer mee te brengen.
Ongeoorloofd gebruik
Het systeem maakt gebruik van een sleutel-
houder, een contactschakelaarmodule, een
Keyless Push Button Ignition (contact met
behulp van drukknop zonder sleutel) en
draadloze ontvanger om ongeoorloofd ge-
bruik van uw voertuig te voorkomen. De auto
kan daardoor alleen bediend en gestart wor-
den met sleutelhouders die specifiek voor de
desbetreffende auto zijn geprogrammeerd.
Het systeem verhindert aanslaan van de mo-
tor als een ongeldige sleutelhouder wordt
gebruikt om het voertuig te starten en te
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
20
Page 23 of 414
bedienen. Als een ongeldige sleutelhouder
wordt gebruikt om de motor te starten, scha-
kelt het systeem na twee seconden de motor
uit.
OPMERKING:
Een sleutelhouder die niet is geprogram-
meerd, wordt ook als ongeldige sleutel be-
schouwd.
Nadat het contact zonder sleutel in de stand
ON/RUN is gezet, zal tijdens normale werking
het controlelampje van het alarmsysteem ge-
durende drie seconden branden voor een
gloeilampcontrole. Als het lampje na deze
gloeilampcontrole blijft branden, is sprake
van een storing in de elektronica. Als het
lampje na de gloeilampcontrole gaat knippe-
ren, betekent dit dat iemand een valse sleu-
telhouder heeft gebruikt om de motor te star-
ten. In beide situaties wordt de motor na twee
seconden uitgeschakeld.
Als het controlelampje van het alarmsysteem
gaat branden tijdens normaal gebruik van de
auto (nadat deze langer dan 10 secondenheeft gereden), duidt dat op een storing in de
elektronica. Laat in dat geval de storing zo
snel mogelijk verhelpen door een erkende
dealer.
Algemene informatie
De volgende wettelijke verklaring geldt voor
alle radiofrequente (RF) apparaten in dit
voertuig:
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de
FCC-voorschriften en aan de RSS-norm(en)
van de Industry Canada-ontheffing. De appa-
ratuur moet voldoen aan de volgende twee
voorwaarden:
1. Deze apparatuur mag geen schadelijke
interferentie veroorzaken en
2. De apparatuur moet eventuele ontvangen
interferentie tolereren, ook interferentie
die mogelijk een ongewenste werking
veroorzaakt.OPMERKING:
Wijzigingen of aanpassingen die niet uitdruk-
kelijk zijn goedgekeurd door de voor confor-
miteit verantwoordelijke instantie kunnen het
gebruik van de apparatuur onrechtmatig ma-
ken.ALARMSYSTEEM — INDIEN
AANWEZIG
Het alarmsysteem bewaakt de portieren, mo-
torkap, achterklep en het Keyless Enter-N-Go
contact tegen bediening door onbevoegden.
Als het alarmsysteem is ingeschakeld, zijn de
schakelaars van de portiersloten en de ach-
terklep in het interieur uitgeschakeld. Als het
alarm afgaat, geeft het alarmsysteem de vol-
gende geluids- en lichtsignalen:
• De claxon klinkt
• De richtingaanwijzers knipperen
• Het controlelampje van het alarmsysteem
in de instrumentengroep knippert
21
Page 24 of 414
Alarmsysteem inschakelen
Volg deze stappen om het alarmsysteem in te
schakelen:
1. Zorg ervoor dat het contact van het voer-
tuig in de stand "OFF" staat.
2. Sluit de auto op een van de volgende
manieren af:
• Druk op de vergrendeltoets op de scha-
kelaar voor de centrale portiervergren-
deling in het interieur terwijl het
bestuurders- en/of passagiersportier is
geopend.
• Druk op de vergrendeltoets op de Pas-
sive Entry-handgreep aan de buiten-
zijde, terwijl een geldige sleutelhouder
zich ook aan de buitenzijde bevindt,
raadpleeg de paragraaf "Portieren" in
het hoofdstuk "Uw voertuig leren ken-
nen" in de gebruikershandleiding op
www.mopar.eu/owner voor meer infor-
matie.• Druk op de vergrendeltoets op de Pas-
sive Entry-handgreep aan de buiten-
zijde, terwijl een geldige sleutelhouder
zich ook aan de buitenzijde bevindt.
• Druk op de vergrendeltoets op de
sleutelhouder.
3. Sluit eventuele geopende portieren.
Alarmsysteem uitschakelen
Het alarmsysteem kan op de volgende manie-
ren worden uitgeschakeld:
• Druk op de ontgrendeltoets op de sleutel-
houder.
• Pak de Passive Entry-portiergreep om het
portier te ontgrendelen, raadpleeg de pa-
ragraaf "Portieren" in het hoofdstuk "Uw
voertuig leren kennen" in de gebruikers-
handleiding op www.mopar.eu/owner voor
meer informatie.
• Zet het contact uit de stand OFF om het
systeem te deactiveren.OPMERKING:
• Het alarmsysteem kan niet worden in- of
uitgeschakeld via de slotcilinder van het
bestuurdersportier of de achterklepknop
op de sleutelhouder.
• Het alarmsysteem blijft actief wanneer de
elektrisch bediende achterklep wordt ge-
opend. Als u op de achterklepknop drukt,
wordt het alarmsysteem niet uitgescha-
keld. Als iemand de auto binnendringt via
de achterklep en een portier opent, gaat
het alarm af.
• Als het alarmsysteem is geactiveerd, kunt
u de portieren niet ontgrendelen met de
schakelaars voor de centrale portierver-
grendeling in het interieur.
Het alarmsysteem is bedoeld om uw voertuig
te beveiligen. Er zijn echter omstandigheden
die een ongewenst alarm kunnen veroorza-
ken. Als een van de eerder beschreven proce-
dures voor het inschakelen van het alarm is
uitgevoerd, zal het alarmsysteem worden in-
geschakeld, ongeacht of u zich in de auto
bevindt. Wanneer u dan in de auto blijft
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
22
Page 25 of 414
zitten en vervolgens een portier opent, gaat
het alarm af. Als deze situatie zich voordoet,
schakel dan het alarmsysteem uit.
Wanneer het alarmsysteem is geactiveerd en
de accu wordt losgekoppeld, blijft het alarm-
systeem actief nadat de accu weer is aange-
sloten; de buitenlampen knipperen en de
claxon geeft een geluidssignaal. Als deze
situatie zich voordoet, schakel dan het alarm-
systeem uit.
PREMIUM ALARMSYSTEEM
— INDIEN AANWEZIG
Het premium alarmsysteem bewaakt de por-
tieren, de motorkapvergrendeling en de ach-
terklep tegen onbevoegde toegang en de con-
tactschakelaar op onbevoegde bediening.
Het systeem maakt tevens gebruik van een
inbraaksensor met dubbele functie en een
voertuigkantelsensor. De inbraaksensor be-
waakt tegen beweging in het interieur van de
auto. De voertuigkantelsensor bewaakt de
auto tegen kantelbewegingen (wegslepen,
wielen verwijderen, veerbootvervoer, enz.).Een sirene met noodstroomvoorziening, die
onderbrekingen van de voeding en communi-
catie detecteert, is tevens inbegrepen.
Als een perimeter wordt overschreden, wordt
het beveiligingssysteem geactiveerd, waarna
de sirene 29 seconden klinkt en de buiten-
verlichting gaat knipperen, gevolgd door vijf
seconden waarin er geen activiteit is. Indien
het alarm niet wordt uitgeschakeld, gaat dit
8 cycli zo door.
Alarm inschakelen
Volg deze stappen om het alarmsysteem in te
schakelen:
1. Verwijder de sleutel uit de contactschake-
laar, raadpleeg de paragraaf "Startproce-
dures" in het hoofdstuk "Starten en rijden"
in uw gebruikershandleiding op
www.mopar.eu/owner voor meer informa-
tie hierover.
• Als uw voertuig is uitgerust met
Keyless Enter-N-Go — Passive Entry,
controleer dan of de contactschakelaar
in de stand OFF staat.• Indien uw voertuig niet is uitgerust met
Keyless Enter-N-Go — Passive Entry,
controleer dan of de contactschakelaar
in de stand OFF staat en de sleutel is
verwijderd uit de contactschakelaar.
2. Sluit de auto op een van de volgende
manieren af:
• Druk op LOCK op de schakelaar voor de
centrale portiervergrendeling in het in-
terieur terwijl het bestuurders- en/of
passagiersportier is geopend.
•Druk op de vergrendeltoets op de Passive
Entry-handgreep aan de buitenzijde, ter-
wijl een sleutelhouder zich ook aan de
buitenzijde bevindt, raadpleeg de para-
graaf "Portieren" in het hoofdstuk "Uw
voertuig leren kennen" in uw gebruikers-
handleiding op
www.mopar.eu/ owner
voor meer informatie.
• Druk op de vergrendeltoets op de
sleutelhouder.
3. Sluit eventuele geopende portieren.
23
Page 26 of 414
OPMERKING:
•
Nadat het alarmsysteem is ingeschakeld,
blijft het ingeschakeld totdat u het uitscha-
kelt door een van de beschreven uitschakel-
methoden te volgen. Als de elektrische voe-
ding wegvalt nadat het alarmsysteem is
ingeschakeld, moet u het systeem uitscha-
kelen nadat de voeding is hersteld om te
voorkomen dat het alarm afgaat.
• De ultrasone inbraaksensor (bewegingsde-
tector) bewaakt uw auto actief elke keer
wanneer u het alarmsysteem inschakelt.
Als u dat wenst, kunt u de ultrasone in-
braaksensor uitschakelen wanneer het
alarmsysteem wordt ingeschakeld. Om dit
te doen, drukt u drie keer op de vergren-
deltoets van de sleutelhouder binnen
15 seconden nadat het systeem is inge-
schakeld (terwijl het controlelampje van
het alarmsysteem snel knippert).
Alarm uitschakelen
Het alarmsysteem kan op de volgende manie-
ren worden uitgeschakeld:
• Druk op de ontgrendeltoets op de sleutel-
houder.• Pak de Passive Entry-portiergreep om het
portier te ontgrendelen, raadpleeg de pa-
ragraaf "Portieren" in het hoofdstuk "Uw
voertuig leren kennen" in uw gebruikers-
handleiding op www.mopar.eu/owner voor
meer informatie.
• Draai de contactschakelaar uit de stand
OFF.
–
Als uw voertuig is uitgerust met Keyless
Enter-N-Go — Passive Entry, druk dan
op de Start/Stop-contactschakelaar
(hiertoe dient minimaal één geldige
sleutelhouder aanwezig te zijn in het
voertuig).
– Wanneer uw voertuig niet is uitgerust
met Keyless Enter-N-Go — Passive En-
try, steek dan een geldige sleutel in de
contactschakelaar en draai de sleutel
naar de stand ON.
OPMERKING:
• Het alarmsysteem kan niet worden in- of
uitgeschakeld via de slotcilinder van het
bestuurdersportier of de achterklepknop
op de sleutelhouder.• Het alarmsysteem blijft actief wanneer de
elektrisch bediende achterklep wordt ge-
opend. Als u op de achterklepknop drukt,
wordt het alarmsysteem niet uitgescha-
keld. Als iemand de auto binnendringt via
de achterklep en een portier opent, gaat
het alarm af.
• Als het alarmsysteem is geactiveerd, kunt
u de portieren niet ontgrendelen met de
schakelaars voor de centrale portierver-
grendeling in het interieur.
• De ultrasone inbraaksensor (bewegingsde-
tector) bewaakt uw auto actief elke keer
wanneer u het alarmsysteem inschakelt.
Als u dat wenst, kunt u de ultrasone in-
braaksensor uitschakelen wanneer het
alarmsysteem wordt ingeschakeld. Om dit
te doen, drukt u drie keer op de vergren-
deltoets van de sleutelhouder binnen
15 seconden nadat het systeem is inge-
schakeld (terwijl het controlelampje van
het alarmsysteem snel knippert).
Het alarmsysteem is bedoeld om uw voertuig
te beveiligen, maar er zijn omstandigheden
die een ongewenst alarm veroorzaken. Als
een van de eerder beschreven procedures
voor het inschakelen van het alarm is uitge-
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
24
Page 27 of 414
voerd, zal het alarmsysteem worden inge-
schakeld, ongeacht of u zich in de auto be-
vindt. Wanneer u dan in de auto blijft zitten
en vervolgens een portier opent, gaat het
alarm af. Als deze situatie zich voordoet,
schakel dan het alarmsysteem uit.
Wanneer het alarmsysteem is geactiveerd en
de accu wordt losgekoppeld, blijft het alarm-
systeem actief nadat de accu weer is aange-
sloten; de buitenlampen knipperen en de
claxon geeft een geluidssignaal. Als deze
situatie zich voordoet, schakel dan het alarm-
systeem uit.
Alarmsysteem handmatig omzeilen
Het systeem komt niet in waakfunctie als u
de portieren vergrendelt via de handbediende
vergrendelknop.
PORTIEREN
Handmatige portiervergrendeling
De centrale portiervergrendeling kan hand-
matig vanuit de auto worden bediend met de
portiervergrendelknoppen. Als u alle portie-
ren wilt vergrendelen, drukt u de portierver-
grendelknop op ieder bekledingspaneel om-
laag. Als u de voorportieren wilt
ontgrendelen, trekt u de binnenhandgreep in
de eerste klikstand. Als u de achterportieren
wilt ontgrendelen, trekt u de portiervergren-
delknop op het bekledingspaneel omhoog.
Wanneer de vergrendelknop is ingedrukt als
het portier gesloten is, wordt het portier ver-
grendeld. Controleer daarom, voordat u het
portier sluit, of de sleutelhouder zich niet in
de auto bevindt.
OPMERKING:
Door het voertuig handmatig te vergrendelen
wordt het alarmsysteem niet ingeschakeld.
WAARSCHUWING!
• Voor uw veiligheid bij een aanrijding
dient u de portieren te vergrendelen
voordat u gaat rijden en wanneer u de
auto parkeert en verlaat.
Handmatige portiervergrendelknop
25
Page 28 of 414
WAARSCHUWING!
• Wanneer u het voertuig verlaat, moet u
zich er altijd van verzekeren dat de
Keyless Ignition Node in de stand OFF
staat. Verwijder daarna de sleutelhouder
uit het voertuig en vergrendel het voer-
tuig.
• Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die
niet is afgesloten. Het achterlaten van
kinderen zonder toezicht in een auto is
om verschillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden lopen dan het risico
op ernstig of zelfs dodelijk letsel. Waar-
schuw kinderen dat ze niet aan de hand-
rem, het rempedaal of de schakelhendel
mogen komen.
•
Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van de auto (of op een voor
kinderen bereikbare plaats) en laat het
contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go niet in de stand ACC of ON/
RUN staan. Een kind zou de knoppen van
de elektrische raambediening of andere
schakelaars kunnen bedienen of de auto
in beweging kunnen zetten.
Centrale portiervergrendeling
Op het paneel van beide voorportieren bevin-
den zich de schakelaars voor de centrale
portiervergrendeling. Druk op de schakelaar
om de portieren te vergrendelen of te ont-
grendelen.
OPMERKING:
De sleutelhouder kan mogelijk niet worden
gevonden door het Keyless Go-systeem wan-
neer deze zich naast een mobiele telefoon,
laptop of andere elektronische apparaten be-
vindt. Deze apparaten kunnen het draadloze
signaal van de sleutelhouder blokkeren,
waardoor het Keyless-Go-systeem het voer-
tuig niet kan starten.
Het bestuurdersportier wordt automatisch
ontgrendeld als de sleutels in het voertuig
zijn wanneer de portiervergrendelingstoets
op het bekledingspaneel wordt gebruikt om
Schakelaars centrale
portiervergrendeling
1 — Schakelaar centrale portieront-
grendeling
2 — Schakelaar centrale portierver-
grendelingUW VOERTUIG LEREN KENNEN
26
Page 29 of 414
het portier te vergrendelen. Bij de derde po-
ging vergrendelen de portieren, zelfs als de
sleutel zich in het voertuig bevindt.
Als op de schakelaar van de centrale portier-
vergrendeling is gedrukt terwijl het contact in
ACC of ON/RUN staat en het bestuurderspor-
tier is open, worden de portieren niet vergren-
deld.
Als het achterportier is vergrendeld, kan het
niet van binnenuit worden geopend zonder
eerst het portier te ontgrendelen. Het portier
kan handmatig worden ontgrendeld door de
portiervergrendelknop omhoog te trekken.
Keyless Enter-N-Go — Passive Entry
Het Passive Entry systeem is een uitbreiding
van de sleutelhouder van het voertuig en is
een functie van Keyless Enter-N-Go — Pas-
sive Entry. Met deze functie kunt u de portie-
ren en de brandstofvulklep van het voertuig
vergrendelen en ontgrendelen zonder dat u
op de vergrendel- en ontgrendelknoppen van
de sleutelhouder hoeft te drukken.OPMERKING:
•
Passive Entry kan geprogrammeerd worden
in de standen ON/OFF (aan/uit). Raadpleeg
de paragraaf "Instellingen van Uconnect" in
het hoofdstuk "Multimedia" in uw gebrui-
kershandleiding op
www.mopar.eu/owner
voor meer informatie.
De sleutelhouder kan mogelijk niet worden
gevonden door het Keyless Go-systeem wan-
neer deze zich naast een mobiele telefoon,
laptop of andere elektronische apparaten be-
vindt. Deze apparaten kunnen het draadloze
signaal van de sleutelhouder blokkeren, waar-
door het Keyless-Go-systeem het voertuig
niet kan starten.
• Als u handschoenen draagt of als de por-
tiergreep met Passive Entry is natgeregend
of -gesneeuwd, is het mogelijk dat de
vergrendeling minder gevoelig wordt en
daardoor langzamer reageert.
• Als de auto wordt ontgrendeld met Passive
Entry en er binnen 60 seconden geen
portier wordt geopend, worden de portie-
ren weer vergrendeld en het alarmsys-
teem, indien aanwezig, ingeschakeld.Ontgrendelen vanaf de bestuurderszijde
Houd een geldige sleutelhouder met Passive
Entry binnen 1,5 m (5 ft) van de handgreep
van het bestuurdersportier en pak deze hand-
greep vast om het bestuurdersportier auto-
matisch te ontgrendelen.
Pak de portiergreep vast om te
ontgrendelen
27
Page 30 of 414
OPMERKING:
Als "alle portieren ontgrendelen met eerste
druk op de ontgrendelknop" is geprogram-
meerd, worden alle portieren ontgrendeld
wanneer u de handgreep van het bestuur-
dersportier vastpakt. Raadpleeg de paragraaf
"Uconnect instellingen" in het hoofdstuk
"Multimedia" in uw gebruikershandleiding op
www.mopar.eu/owner voor meer informatie
over de keuze tussen "bestuurdersportier ont-
grendelen met eerste druk op de ontgrendel-
knop" en "alle portieren ontgrendelen met
eerste druk op de ontgrendelknop".
Ontgrendelen vanaf de passagierszijde
Houd een bijbehorende sleutelhouder met
Passive Entry op minder dan 1,5 m (5 ft) van
de handgreep van het voorste passagierspor-
tier en pak deze handgreep vast om alle vier
de portieren en de achterklep automatisch te
ontgrendelen.OPMERKING:
Alle portieren worden ontgrendeld wanneer de
handgreep van het voorste passagiersportier
wordt vastgepakt, ongeacht de voorkeursinstel-
ling van de portierontgrendeling ("Unlock Dri-
ver Door 1st press" (bestuurdersportier ont-
grendelen met één druk op de ontgrendelknop)
of "Unlock All Doors On 1st Press" (alle portie-
ren ontgrendelen met één druk op de ontgren-
delknop)).
Voorkomen dat de sleutelhouder met Passive
Entry per ongeluk in het voertuig wordt ingeslo-
ten (FOBIK-Safe)
Om te voorkomen dat een sleutelhouder met
Passive Entry per ongeluk wordt ingesloten in
het voertuig, is het Passive Entry-systeem
uitgerust met een automatische portieront-
grendelingsfunctie, die in werking treedt
wanneer de contactschakelaar in de stand
OFF staat.
FOBIK-Safe wordt alleen uitgevoerd in voer-
tuigen met Passive Entry. Er zijn vijf situaties
waarin FOBIK-Safe wordt uitgevoerd in een
voertuig met Passive Entry:• Als een portier niet geheel is gesloten,
wordt een vergrendelverzoek gedaan door
een geldige sleutelhouder met Passive En-
try.
• Als een portier niet geheel is gesloten,
wordt een vergrendelverzoek gedaan door
de portiergreep met Passive Entry.
• Als het portier niet geheel is gesloten,
wordt een vergrendelverzoek gedaan door
de schakelaar in het portierpaneel.
• Wanneer het alarmsysteem is in de status
vooralarm of ingeschakeld is en de achter-
klep overgaat van geopend naar gesloten.
• Wanneer de achterklep overgaat van ge-
opend naar gesloten en starten op afstand
actief is.
Als een van deze situaties zich voordoet,
nadat alle geopende portieren zijn gesloten,
wordt FOBIK-Safe uitgevoerd. Als het een
sleutelhouder met Passive Entry in het voer-
tuig detecteert, wordt het voertuig ontgren-
deld en de bestuurder gewaarschuwd.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
28