JEEP GRAND CHEROKEE 2017 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2017, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2017Pages: 414, PDF Size: 6.11 MB
Page 31 of 414
OPMERKING:
De portieren worden alleen ontgrendeld als
een geldige sleutelhouder met Passive Entry
in het voertuig is gedetecteerd. De portieren
worden niet ontgrendeld onder de volgende
omstandigheden:
• De portieren zijn handmatig vergrendeld
met de portiervergrendelknoppen.
• U heeft drie keer geprobeerd de portieren
te vergrendelen met de schakelaar in het
bekledingspaneel en vervolgens de portie-
ren te sluiten.
• Er bevindt zich een geldige sleutelhouder
met Passive Entry buiten het voertuig en
binnen 1,5 m (5 ft) van een portiergreep
met Passive Entry.
Portieren en achterklep van de auto vergrende-
len
Houd een sleutelhouder met Passive Entry op
minder dan 1,5 m (5 ft.) van de handgreep
van het bestuurders- of passagiersportier en
druk op de vergrendeltoets met Passive Entry
om het voertuig te vergrendelen.OPMERKING:
Pak de portiergreep NIET vast wanneer u op
de vergrendelknop van de handgreep drukt.
Dit kan de portier(en) ontgrendelen.OPMERKING:
• Nadat u de portiergreepknop hebt inge-
drukt, dient u twee seconden te wachten
voordat u de portieren kunt vergrendelen
of ontgrendelen met een Passive Entry-
portiergreep. Op deze wijze kunt u door
aan de portiergreep te trekken controleren
of de auto is afgesloten, zonder dat de auto
reageert en de portieren ontgrendelt.
Druk op de knop op de portierkruk te
vergrendelenPak de portiergreep NIET vast tijdens het
vergrendelen
29
Page 32 of 414
• Als Passive Entry is uitgeschakeld via het
Uconnect systeem, blijft de toetsbeveili-
ging zoals beschreven in "Voorkomen dat
de sleutelhouder met Passive Entry per
ongeluk in de auto wordt ingesloten"
actief/functioneel.
• Het Passive Entry-systeem werkt niet als
de batterij van de sleutelhouder leeg is.
De portieren kunnen ook worden vergrendeld
met vergrendelknop aan de binnenzijde van
de portieren.
Achterklep ontgrendelen/openen
De ontgrendelfunctie voor de achterklep van
Passive Entry is ingebouwd in de elektroni-
sche ontgrendeling van de achterklep. Met
een geldige sleutelhouder met Passive Entry
binnen 1,5 m (5 ft) van de achterklep drukt u
op de elektronische ontgrendeling van de
achterklep om deze in één vloeiende bewe-
ging te openen.Achterklep vergrendelen
Met een geldige sleutelhouder met Passive
Entry binnen 1,5 m (5 ft) van de achterklep
drukt u op de vergrendeltoets met Passive
Entry die zich aan de buitenkant op de greep
van de achterklep bevindt.
OPMERKING:
Met de Passive Entry vergrendelknop van de
achterklep worden alle portieren en de ach-
terklep vergrendeld. De ontgrendelfunctie
voor de achterklep is ingebouwd in de elek-
tronische ontgrendeling van de achterklep.
De portieren vergrendelen met een of
meer portieren open
Als op de schakelaar van de centrale portier-
vergrendeling is gedrukt terwijl het contact in
ACC of ON/RUN staat en het bestuurderspor-
tier is open, worden de portieren niet vergren-
deld.
Elektronische ontgrendeling van
achterklep/locatie van Passive Entry voor
achterklep
1 - Elektronische ontgrendeling van de
achterklep
2 - Locatie van de vergrendelknop
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
30
Page 33 of 414
Automatisch opnieuw vergrendelen
De automatische portiervergrendeling is
standaard ingeschakeld. Wanneer deze is in-
geschakeld, worden de portieren automatisch
vergrendeld zodra de rijsnelheid hoger is dan
24 km/u (15 mph). De automatische portier-
vergrendeling kan door uw erkende dealer in
of buiten werking worden gesteld. De auto-
matische portiervergrendeling kan worden
ingeschakeld/uitgeschakeld in de Uconnect
instellingen.
Kinderslot — achterportieren
Voor de veiligheid van kleine kinderen die op
de achterste zitplaatsen meerijden, zijn de
achterportieren voorzien van een kinderslot.
Om het kinderslot in en uit te schakelen
opent u de achterportieren en draait u met
een platte schroevendraaier (of noodsleutel)
de draaiknop naar de stand lock of unlock(vergrendelen of ontgrendelen). Als het sys-
teem is ingeschakeld, kunnen de achterpor-
tieren alleen vanaf de buitenzijde worden
geopend met de handgreep, zelfs als de ver-
grendelknop aan de binnenkant van het por-
tier in de ontgrendelde stand staat.
STOELEN
Stoelen handmatig verstellen
Handmatig verstelbare voorstoelen naar
voren/achteren verstellen
Sommige modellen zijn mogelijk uitgerust
met een handmatige verstelling van de stoel
van de voorpassagier. De voorstoel kan naar
voren of naar achteren worden versteld met
de stang die bij de voorkant van de zitting is
geplaatst, vlakbij de vloer.
Functie van kinderslot
Hendel voor handmatig verstellen
31
Page 34 of 414
Trek, terwijl u op de stoel zit, de stang onder
de zitting omhoog en beweeg de stoel voor- of
achterwaarts. Laat de stang los zodra de
gewenste stand is bereikt. Beweeg vervolgens
met lichaamsdruk voorwaarts en achter-
waarts op de stoel om er zeker van te zijn dat
het stoelverstelmechanisme is vergrendeld.
WAARSCHUWING!
• Het verstellen van een stoel tijdens het
rijden kan gevaarlijk zijn. Het verstellen
van een stoel tijdens het rijden kan ertoe
leiden dat u de macht over het stuur
verliest en een aanrijding met ernstig of
zelfs dodelijk letsel veroorzaakt.
• Het verstellen van de stoelen moet
plaatsvinden voordat de veiligheidsgor-
dels zijn vastgegespt en terwijl de auto is
geparkeerd. Een slecht afgestelde veilig-
heidsgordel kan ernstig of dodelijk letsel
tot gevolg hebben.
Handmatig verstellen van rugleuning voor
Til voor het instellen van de rugleuning de
hendel aan de portierzijde van de stoel om-
hoog, leun naar achteren in de gewenste hoek
en laat de hendel los. Om de rugleuning naar
de normale stand terug te brengen, tilt u de
hendel omhoog, leunt u naar voren en laat u
de hendel los.WAARSCHUWING!
Rijd nooit met de rugleuning zo schuin
ingesteld dat de schoudergordel niet meer
tegen uw borstkas rust. Tijdens een bot-
sing bestaat het gevaar dat u onder de
veiligheidsgordel door schuift, waardoor
ernstig of zelfs dodelijk letsel kan ont-
staan.
Locatie van hendel voor rugleuning
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
32
Page 35 of 414
Elektrische stoelverstelling voor
Sommige modellen zijn mogelijk uitgerust
met elektrisch verstelbare stoelen met acht
standen voor de bestuurder en voorpassagier.
De schakelaars voor elektrische stoelverstel-
ling bevinden zich aan de portierzijde van de
stoel. Er zijn twee schakelaars die dienen
voor het regelen van de positie van de zitting
en de rugleuning.
Elektrisch verstelbare voorstoelen naar
voren/achteren verstellen
Hoogteverstelling:gebruik het voorste of ach-
terste deel van de schakelaar om de hoogte
en/of hoek van de zitting aan te passen.
Naar voren/achteren:duw de schakelaar naar
voren of naar achteren om de stoel in de
juiste richting te verstellen.
Elektrisch verstellen van rugleuning voor
Hoekverstelling:gebruik het bovenste deel
van de schakelaar om de hoek van de rugleu-
ning aan te passen.
Elektrische lendensteun — indien aanwezig
Auto's die zijn uitgerust met elektrisch ver-
stelbare bestuurders- en passagiersstoelen
zijn mogelijk tevens voorzien van een elektri-
sche lendensteun. De schakelaar voor de
elektrische lendensteun bevindt zich aan de
buitenzijde van de elektrisch verstelbare
stoel. Druk de schakelaar naar voren om meer
Schakelaars voor elektrisch
verstelbare stoel
1 — Schakelaar voor naar voren/
achteren verstellen
2 — Rugleuningsschakelaar
33
Page 36 of 414
lendensteun in te stellen. Druk de schakelaar
naar achteren om minder lendensteun in te
stellen. Druk de schakelaar omhoog of om-
laag om de positie van de lendensteun te
verhogen of te verlagen.Handmatige stoelverstelling achter
Handmatig verstelbare achterbank naar
voren/achteren verstellen
Beide zijden van de achterbank kunnen af-
zonderlijk worden neergeklapt om extra baga-
geruimte te bieden en toch nog zitruimte
achterin over te houden.
OPMERKING:
Verzeker u ervan dat de rugleuning van de
voorstoelen helemaal rechtop is gezet en dat
de stoelen naar voren zijn geplaatst. Zo kan
de rugleuning van de achterbank probleem-
loos worden neergeklapt.
1. Trek de ontgrendelingshendel omhoog om
de bank te ontgrendelen.OPMERKING:
• Klap de 60%-achterzitting niet neer
met de veiligheidsgordel aan de linker-
buitenzijde of in het midden vastge-
gespt.
• Klap de 40%-achterzitting niet neer
met de veiligheidsgordel aan de rechter-
buitenzijde vastgegespt.
2. Klap de achterbank helemaal naar voren.
Schakelaar voor de elektrische
lendensteun
Hendel voor ontgrendelen achterbank
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
34
Page 37 of 414
OPMERKING:
Als de achterbank langdurig opgeklapt blijft,
kan dit leiden tot vervorming van het zitkus-
sen door de gespen van de veiligheidsgordels.
Dit is normaal en wanneer de achterbank
weer recht is gezet, neemt het zitkussen na
verloop van tijd weer de normale vorm aan.
Hoogte handmatig verstelbare achterbank
Til de rugleuning van de achterbank op en zet
deze vast. Wanneer inferentie van de laad-
ruimte ervoor zorgt dat de rugleuning niet
volledig kan vergrendelen, zult u problemen
ondervinden om de stoel weer terug te zetten
in zijn normale stand.
WAARSCHUWING!
• Controleer of de rugleuning stevig is ver-
grendeld. Als de rugleuning niet goed is
vergrendeld, biedt de zitting onvol-
doende stabiliteit voor kinderzitjes en/of
passagiers. Een instabiele zitting kan
leiden tot ernstig letsel.
WAARSCHUWING!
• De laadruimte achter in de auto (al dan
niet met neergeklapte achterbank) mag
tijdens het rijden niet door kinderen wor-
den gebruikt als speelruimte. Bij een
ongeval zouden ze ernstig letsel kunnen
oplopen. Kinderen horen plaats te ne-
men in een geschikt kinderzitje.
Rugleuning handmatig verstelbare achter-
bank
Om de rugleuning te verstellen, tilt u de
hendel aan de portierzijde van de stoel om-
hoog, leunt u achterover in de gewenste stand
en laat u de hendel los. Om de rugleuning
naar de normale stand terug te brengen, tilt u
de hendel omhoog, leunt u naar voren en laat
u de hendel los.
WAARSCHUWING!
Rijd nooit met de rugleuning zo schuin
ingesteld dat de schoudergordel niet meer
tegen uw borstkas rust. Tijdens een bot-
sing bestaat het gevaar dat u onder de
veiligheidsgordel door schuift, waardoor
ernstig of zelfs dodelijk letsel kan ont-
staan.
Geheugenstoel
Met deze functie kunt u twee verschillende
geheugenprofielen opslaan, die met de geheu-
gentoets eenvoudig geselecteerd kunnen wor-
den. Elk geheugenprofiel bevat de gewenste
instellingen voor de stand van de bestuurders-
stoel, de buitenspiegels, de elektrisch verstel-
bare stuurkolom (indien aanwezig) en een
reeks gewenste radiovoorkeurzenders. U kunt
uw sleutelhouder met afstandsbediening ook
programmeren om terug te gaan naar de opge-
slagen geheugenposities wanneer de ontgren-
delknop wordt ingedrukt.
35
Page 38 of 414
OPMERKING:
Uw auto is uitgerust met twee sleutelhou-
ders, één sleutelhouder kan worden gekop-
peld aan de geheugenpositie 1 en de andere
sleutelhouder kan worden gekoppeld aan ge-
heugenpositie 2.
De geheugenstoelschakelaar bevindt zich op
het bekledingspaneel van het bestuur-
dersportier. De schakelaar bestaat uit drie
knoppen:• De instelknop (S), waarmee de stand in
het geheugen wordt opgeslagen.
• De knoppen (1) en (2) waarmee een van de
twee geprogrammeerde geheugenprofie-
len wordt opgevraagd.
Geheugenfunctie programmeren
OPMERKING:
Een nieuw geheugenprofiel maken:
1. Zet het contact van het voertuig in de
stand ON/RUN (start de motor niet).
2.
Pas alle profielinstellingen aan uw voorkeu-
ren aan (bijv. stoel, buitenspiegel, elek-
trisch verstelbare stuurkolom [indien aan-
wezig] en geprogrammeerde radiozenders).
3. Druk kort op de instelknop (S) op de
geheugenschakelaar.
4. Druk binnen vijf seconden kort op de
geheugenknop (1) of (2). Het display in de
instrumentengroep geeft aan welke ge-
heugenpositie wordt ingesteld.OPMERKING:
• De auto hoeft niet in de stand PARK te
staan voor het instellen van geheugenpo-
sities, maar dit is wel vereist als u een
geheugenpositie wilt oproepen.
• Raadpleeg voor het instellen van een ge-
heugenprofiel op uw sleutelhouder de pa-
ragraaf "Sleutelhouder met afstandsbedie-
ning aan geheugen koppelen en
ontkoppelen" in uw gebruikershandleiding
op www.mopar.eu/owner voor meer
informatie.
Verwarmde/geventileerde stoelen
Stoelverwarming vóór
De regeltoetsen voor de stoelverwarming vóór
bevinden zich in het scherm klimaatregeling
of bedieningselementen van het aanraak-
scherm.
U kunt kiezen uit de verwarmingsstanden HI
(hoog), LO (laag) en OFF (uit). De indicator-
pijlen in de schermtoetsen geven de gekozen
verwarmingsstand weer. Er gaan twee indica-
torpijlen branden voor de stand HI (hoog),
één voor LO (laag) en geen voor OFF (uit).
Knoppen voor stoelgeheugen
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
36
Page 39 of 414
• Druk eenmaal op de stoelverwarmings-
toets
om de instelling HI (hoge stand)
in te schakelen.
• Druk nogmaals op de stoelverwarmings-
toets
om de instelling LO (lage stand)
in te schakelen.
• Druk een derde maal op de stoelverwar-
mingstoets
om de verwarmingsele-
menten uit te schakelen.
Als de hoge stand (HI) is geselecteerd, scha-
kelt het systeem na ongeveer 60 minuten
continue werking automatisch naar de lage
stand (LO). Op dat moment verandert het
display van HI (hoge stand) in LO (lage
stand). De lage stand (LO) wordt na ongeveer
45 minuten automatisch uitgeschakeld
(OFF).
OPMERKING:
• Zodra u een stand hebt geselecteerd, voelt
u na twee tot vijf minuten dat de stoel
warm wordt.
• De stoelverwarming werkt uitsluitend wan-
neer de motor draait.Uitvoeringen met op afstand bediend startsys-
teem
Bij uitvoeringen met een op afstand bediend
startsysteem kunt u programmeren dat de
stoelventilatie wordt ingeschakeld tijdens het
starten op afstand.Deze functie kan worden geprogrammeerd via
het Uconnect systeem. Raadpleeg de gebrui-
kershandleiding op
www.mopar.eu/eigenaar
voor meer informatie.
WAARSCHUWING!
• Personen die geen pijn op de huid kun-
nen voelen als gevolg van ouderdom,
chronische ziekte, diabetes, rugletsel,
medicatie, alcoholgebruik, uitputting of
een andere lichamelijke conditie, moe-
ten voorzichtig zijn bij het gebruik van
de stoelverwarming. Deze kan zelfs bij
lage temperaturen brandwonden veroor-
zaken, met name als de verwarming
langdurig wordt gebruikt.
WAARSCHUWING!
• Plaats geen voorwerpen op de zitting of
de rugleuning die warmte-isolerend wer-
ken, zoals een deken of kussen. Hierdoor
kan de stoelverwarming oververhit ra-
ken. Een oververhitte stoel kan leiden tot
ernstige brandwonden als gevolg van de
verhoogde oppervlaktetemperatuur van
de zitting.
Stoelverwarming achterin
Bij sommige modellen zijn de twee buitenste
zitplaatsen uitgerust met verwarmde zittin-
gen. De stoelverwarmingsschakelaars van
deze stoelen bevinden zich aan de achter-
zijde van de middenconsole. Met de twee
schakelaars voor de stoelverwarming
kunnen de achterpassagiers de stoelen af-
zonderlijk bedienen.
U kunt kiezen uit de verwarmingsstanden HI
(hoog), LO (laag) en OFF (uit). De controle-
lampjes in beide schakelaars geven de geko-
zen verwarmingsstand weer. Er gaan twee
indicatielampjes branden voor de stand HI
(hoog), één voor LO (laag) en geen voor OFF
(uit).
37
Page 40 of 414
• Druk eenmaal op de stoelverwarmings-
toets
om de hoge verwarmingsstand
(HI) te kiezen.
• Druk een tweede keer op de stoelverwar-
mingstoets
om een lage verwarmings-
stand (LO) te kiezen.
• Druk een derde maal op de stoelverwar-
mingstoets
om de verwarmingsele-
menten uit te schakelen.
OPMERKING:
• Zodra u een stand hebt geselecteerd, voelt
u na twee tot vijf minuten dat de stoel
warm wordt.
• De stoelverwarming werkt uitsluitend wan-
neer de motor draait.
Als de hoge stand (HI) is geselecteerd, scha-
kelt het systeem na ongeveer 60 minuten con-
tinue werking automatisch naar de lage stand
(LO). Op dat moment gaat een van de twee
lampjes uit om de wijziging aan te geven. De
lage stand (LO) wordt na ongeveer 45 minuten
automatisch uitgeschakeld (OFF).
Geventileerde voorstoelen
Als uw voertuig is uitgerust met stoelventila-
tie, bevinden zich in de stoelzitting en de
rugleuning ventilatoren die lucht uit het pas-
sagierscompartiment door kleine perforaties
in de stoelbekleding blazen, ter verkoeling
van de bestuurder en voorpassagier bij hoge
omgevingstemperaturen. De ventilatoren
werken bij twee snelheden, HI (hoge snel-
heid) en LO (lage snelheid).
De schermtoetsen voor de stoelventilatie vóór
bevinden zich in het Uconnect systeem. U
vindt de bedieningstoetsen via het scherm
"Climate” (klimaat) of "Controls" (bedie-
ningselementen).
• Druk op de toets van de stoelventilatie
om HI (hoge stand) te kiezen.
• Druk een tweede keer op de toets van de
stoelventilatie
om LO (lage stand) te
kiezen.
• Druk een derde keer op de toets van de
stoelventilatie
om de stoelventilatie
uit te schakelen.OPMERKING:
De stoelventilatie werkt uitsluitend wanneer
de motor draait.
Uitvoeringen met op afstand bediend startsys-
teem
Bij uitvoeringen met een op afstand bediend
startsysteem kunt u programmeren dat de
stoelventilatie wordt ingeschakeld tijdens het
starten op afstand.
Deze functie kan worden geprogrammeerd via
het Uconnect systeem. Raadpleeg de gebrui-
kershandleiding op
www.mopar.eu/eigenaar
voor meer informatie.
HOOFDSTEUNEN
Hoofdsteunen zijn ontworpen om het risico
van letsel te verlagen door de bewegingsvrij-
heid van het hoofd te beperken tijdens aan-
rijdingen van achteren. De hoofdsteunen
moeten zodanig worden afgesteld, dat de
bovenkant van uw oor zich onder de boven-
kant van de hoofdsteun bevindt.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
38