JEEP GRAND CHEROKEE 2017 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2017, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2017Pages: 414, PDF Size: 6.11 MB
Page 61 of 414

Pictogram Omschrijving
Toets front
Schermtoetsen
Aanjagerschakelaar
De aanjagerschakelaar wordt gebruikt om de hoeveelheid lucht te regelen, die door het klimaatsysteem stroomt. Er zijn
zeven aanjagerstanden. De toerentallen kunnen worden geselecteerd met behulp van de aanjagerknop op het front of
met de schermtoetsen.
•Front:Het aanjagertoerental neemt toe wanneer u de aanjagerknop vanuit de laagste stand rechtsom draait. Het
aanjagertoerental neemt af wanneer u de aanjagerknop linksom draait.
•Aanraakscherm:Gebruik het kleine aanjagerpictogram om het aanjagertoerental te verlagen en het grote pictogram om
dit toerental te verhogen. De aanjager kan ook worden geselecteerd door op de aanjagerbalk tussen de pictogrammen te
drukken.
Ventilatie
instrumentenpaneel
Ventilatie instrumentenpaneel
Er komt lucht naar binnen via de roosters in het instrumentenpaneel. U kunt deze roosters afzonderlijk verstellen om zo
de luchtstroming te regelen. De lamellen van de uitblaasopeningen in het midden en in de zijpanelen kunnen omhoog
en omlaag en naar links en naar rechts worden bewogen om zo de richting van de luchtstroom te regelen. Onder de la-
mellen bevindt zich een stelwiel waarmee de uitblaasopening kan worden afgesloten of aangepast om zo de uitstro-
mende hoeveelheid lucht te regelen.
Stand Twee niveaus
Stand Twee niveaus
Lucht stroomt uit de luchtroosters in het instrumentenpaneel en de roosters in de vloer. Een geringe hoeveelheid lucht
stroomt via de openingen voor voorruitontdooiing en zijraamontwaseming.
OPMERKING:
De stand Twee niveaus is bedoeld om comfort te bieden door koele lucht uit de luchtroosters in het instrumentenpaneel
en warme lucht uit de vloerroosters te laten stromen.
59
Page 62 of 414

Pictogram Omschrijving
Vloerstand
Vloerstand
Lucht stroomt uit de luchtroosters in de vloer. Een geringe hoeveelheid lucht stroomt via de openingen voor voorruitont-
dooiing en zijraamontwaseming.
Gemengde stand
Gemengde stand
De lucht stroomt via de vloeropeningen, ontdooiroosters en de roosters voor de voorruit- en zijruitontwaseming. Deze
instelling is ideaal voor koud weer en sneeuw, wanneer de voorruit extra verwarming nodig heeft. Deze instelling is goed
voor extra comfort en om condensvorming op de voorruit te verminderen.
Toets klimaatregeling aan/uit
Met deze toets wordt de klimaatregeling uitgeschakeld.
LET OP!
Het negeren van de volgende waarschu-
wingen kan leiden tot schade aan de ver-
warmingselementen:
• Wees voorzichtig bij het wassen van de
binnenkant van de achterruit. Gebruik
geen schurende schoonmaakmiddelen
om de binnenzijde van de ruit te reini-
gen. Gebruik een zachte doek en een
LET OP!
mild schoonmaakmiddel en wrijf even-
wijdig aan de verwarmingselementen.
U kunt stickers verwijderen met warm
water.
• Gebruik geen schrapers, scherpe voor-
werpen of schurende schoonmaakmid-
delen om de binnenzijde van de ruit te
reinigen.
LET OP!
• Zorg ervoor dat alle voorwerpen zich op
veilige afstand van de ruit bevinden.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
60
Page 63 of 414

Functies van de klimaatregeling
A/C (airconditioning)
Met de knop voor de A/C (airconditioning) kan
de gebruiker het aircosysteem handmatig in-
of uitschakelen. Als het aircosysteem is inge-
schakeld, stroomt via de luchtroosters koele,
droge lucht in het interieur. Druk voor een
lager brandstofverbruik op knop A/C om de
airconditioning uit te schakelen en stel met
de hand de aanjager en luchtverdeling in.
Zorg ook dat u alleen de stand Instrumenten-
paneel, Ventilatie op twee niveaus of Vloer
kiest.
OPMERKING:
• Wanneer zich wasem of condens vormt op
de voorruit of zijramen, kiest u de ontdooi-
stand en verhoogt u indien nodig het aan-
jagertoerental.
• Als het lijkt of de airconditioning minder
goed werkt dan verwacht, controleer dan
of de voorzijde van de airco-condensor
(vóór in de radiateur) is verstopt door vuil
of insecten. Maak schoon door voorzichtig
water te spuiten vanaf de achterzijde van
de radiateur en door de condensor heen.MAX A/C
Met MAX A/C wordt maximaal gekoeld.
Druk kort op de knop om te schakelen tussen
MAX A/C en de voorgaande instellingen. De
toets gaat branden wanneer MAX A/C is inge-
schakeld.
De gebruiker kan in de modus MAX A/C het
gewenste aanjagertoerental en de gewenste
stand kiezen. Door op andere instellingen te
drukken, schakelt de MAX A/C-werking over
naar de geselecteerde instelling en wordt
MAX A/C verlaten.
Recirculatie
Wanneer de buitenlucht rook, onprettige
luchtjes of veel vocht bevat, of wanneer een
snelle koeling gewenst is, kunt u de binnen-
lucht laten circuleren door op de recircula-
tieknop te drukken. Wanneer deze knop is
ingedrukt, brandt de het indicatielampje voor
recirculatie. Druk nogmaals op de knop om
de recirculatiestand uit te schakelen en bui-
tenlucht in het interieur te laten stromen.OPMERKING:
Bij koud weer kunnen de ruiten, bij gebruik
van de recirculatiestand, sneller beslaan. De
recirculatiefunctie is mogelijk niet beschik-
baar (schermtoets grijs weergegeven) bij om-
standigheden waarin de voorruit aan de bin-
nenkant kan beslaan. Bij systemen met
handmatige klimaatregeling kan de
recirculatiestand niet worden gebruikt in
combinatie met de ontdooistand. Hierdoor
verloopt het ontdooiproces sneller. De recir-
culatie wordt automatische uitgeschakeld als
deze stand wordt gekozen. Als u de recircu-
latie probeert in te schakelen terwijl deze
stand actief is, gaat het lampje in de bedie-
ningsknop knipperen en vervolgens uit.
Automatische temperatuurregeling (ATC)
— Indien aanwezig
Automatische werking
1. Druk op de toets AUTO op het front of kies
de schermtoets AUTO in het bedienings-
paneel van de automatische temperatuur-
regeling (ATC).
61
Page 64 of 414

2. Vervolgens stelt u de gewenste tempera-
tuur in met behulp van de toetsen voor het
regelen van de temperatuur aan de be-
stuurderszijde en de passagierszijde. Zo-
dra de gewenste temperatuur wordt weer-
gegeven, zorgt het systeem dat deze
temperatuur wordt bereikt en automa-
tisch wordt gehandhaafd.
3. Nadat de gewenste temperatuur is inge-
steld, hoeft u de instellingen niet meer te
wijzigen. U ervaart het meeste gebruiks-
gemak wanneer u het systeem automa-
tisch laat werken.
OPMERKING:
• U hoeft de temperatuurinstelling niet te
wijzigen wanneer de auto warm of koud is.
Het systeem past automatisch de tempe-
ratuur, de luchtverdeling en het aanjager-
toerental aan om zo snel mogelijk de door
u gewenste instelling te bereiken.
• De temperatuur kan worden weergegeven
in Amerikaanse of metrische maateenhe-
den, door de programmeerbare optie US of
Metric (metrisch) te kiezen. Raadpleeg de
paragraaf "Instellingen van Uconnect" inhet hoofdstuk "Multimedia" in de gebrui-
kershandleiding op www.mopar.eu/owner
voor meer informatie.
Om u te voorzien van maximaal comfort in de
automatische modus tijdens een koude start,
blijft de aanjager op een lage stand draaien
totdat de motor is opgewarmd. De aanjager
gaat steeds sneller draaier en gaat over naar
de automatische modus.
Handmatige bediening opheffen
Het systeem is uitgerust met een hele reeks
functies die handmatig instellen mogelijk
maken. Het symbool AUTO op het ATC-
scherm voorin gaat uit als u het systeem
handmatig bedient.
OPMERKING:
Het systeem detecteert niet automatisch de
aanwezigheid van mist, nevel of ijs op de
voorruit. De stand Ontdooien/ontwasemen
moet handmatig worden geselecteerd om de
voorruit en zijramen te ontdooien.
Aanwijzingen voor de bediening
OPMERKING:
Zie de tabel aan het eind van dit hoofdstuk
voor de juiste instellingen voor de verschil-
lende weersomstandigheden.
Rijden in de zomer
Het motorkoelsysteem moet worden be-
schermd met een koelvloeistof met antivries
van uitstekende kwaliteit om een goede be-
scherming te bieden tegen roestvorming en
oververhitting van de motor. OAT-
koelvloeistof (conform MS.90032) wordt
aanbevolen.
Rijden in de winter
Voor de best mogelijke verwarming en ontwa-
seming moet u zorgen dat het koelsysteem
van de motor naar behoren werkt en de juiste
hoeveelheid, soort en concentratie koelvloei-
stof wordt gebruikt. Het gebruik van de
recirculatiestand in de wintermaanden wordt
afgeraden, omdat daardoor de ruiten kunnen
beslaan.UW VOERTUIG LEREN KENNEN
62
Page 65 of 414

Stalling
Voordat u de auto stalt, of minstens twee
weken lang niet gebruikt (bijv. bij vakantie),
laat u het aircosysteem bij stationair toeren-
tal ca. vijf minuten lang draaien in de buiten-
lucht bij een hoge aanjagersnelheid. Zo wordt
het systeem voldoende gesmeerd en wordt de
kans op schade aan de aircocompressor tot
een minimum beperkt wanneer u het systeem
weer start.
Ontwasemen
Bij zacht maar regenachtig of vochtig weer
kunnen de autoruiten aan de binnenzijde
gemakkelijk beslaan. Om de autoruiten
schoon te maken, kiest u de stand Ontwase-
ming of Gemengd en verhoogt de snelheid
van de aanjager voorin. Gebruik de
recirculatiestand niet langdurig zonder inge-
schakelde airconditioning, omdat dan de rui-
ten kunnen beslaan.
Luchtinlaat aan buitenzijde
Zorg dat de luchtinlaat, direct vóór de voor-
ruit, niet wordt verstopt door achtergebleven
bladeren e.d. Wanneer bladeren achterblij-
ven in de luchtinlaat wordt de luchtstroming
belemmerd en als ze in de luchtkamer te-
rechtkomen kunnen de waterafvoeren ver-
stopt raken. Zorg in de wintermaanden dat de
luchtinlaat niet wordt afgedekt door ijs of
sneeuw.
Interieurluchtfilter
Het klimaatregelsysteem filtert het stof en
pollen uit de lucht. Neem contact op met uw
erkende dealer voor het onderhoud van het
interieurluchtfilter en laat deze vervangen
wanneer nodig.
63
Page 66 of 414

Tabel aanwijzingen voor bediening
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
64
Page 67 of 414

RAMEN
Bedieningselementen voor de elektrische
raambediening
Met de raambedieningselementen op de be-
stuurdersportier kunt u de ramen van alle
portieren bedienen.Op het bekledingspaneel van elk van de pas-
sagiersportieren bevindt zich één raambedie-
ningschakelaar waarmee het raam van de
desbetreffende portier kan worden geopend
en gesloten. De raambediening werkt alleen
als de contactschakelaar in de stand ACC of
ON/RUN staat.
WAARSCHUWING!
Laat kinderen nooit zonder toezicht in een
auto achter en zorg dat kinderen niet met
de elektrisch bedienbare ramen spelen.
Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van de auto (of op een voor
kinderen bereikbare plaats) en laat het
contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go niet in de stand ACC of ON/
RUN staan. Inzittenden, en vooral kinde-
ren zonder toezicht, kunnen bekneld raken
in de raamopeningen wanneer ze de scha-
kelaars voor elektrische raambediening
bedienen. Een dergelijke beknelling kan
ernstig of zelfs dodelijk letsel tot gevolg
hebben.
Schakelaars voor elektrische
raambediening
1 - schakelaars voor elektrische raam-
bediening voor
2 - schakelaars voor elektrische raam-
bediening achter
65
Page 68 of 414

Ramen automatisch volledig openen
De schakelaar voor de elektrische raambedie-
ning op het bestuurdersportier en op de pas-
sagiersportieren zijn uitgerust met een func-
tie voor het automatisch volledig openen van
de ramen. Druk de raamschakelaar een klein
poosje omlaag en laat de schakelaar los. Het
raam wordt dan automatisch volledig ge-
opend.
Om het raam gedeeltelijk te openen, drukt u
de raamschakelaar kort in en laat u de scha-
kelaar los wanneer u het raam wilt laten
stoppen.
Wanneer u het raam tijdens het openen wilt
laten stoppen voordat het volledig is ge-
opend, trekt u de schakelaar kort omhoog.
Automatische sluitfunctie met klembevei-
liging
OPMERKING:
• Als het raam tijdens het automatisch slui-
ten op een obstakel stuit, wordt de bewe-
gingsrichting omgekeerd en wordt het
raam weer volledig geopend. Verwijder in
dat geval het obstakel en trek nogmaals
aan de schakelaar om het raam te sluiten.
• Tijdens het automatisch sluiten kunnen
schokken vanwege een slecht wegdek de
automatische omkeringsfunctie tijdens
het sluiten onverwachts activeren. Als dat
gebeurt, trekt u de schakelaar iets omhoog
en houdt u de schakelaar vast om het raam
handmatig te sluiten.
WAARSCHUWING!
De obstakeldetectie wordt uitgeschakeld
wanneer het raam bijna gesloten is. Om
persoonlijk letsel te voorkomen, moet u
zorgen dat er geen armen, handen, vingers
en voorwerpen zich in het pad van het naar
boven bewegende raam bevinden voordat
het gesloten wordt.
Automatische sluitfunctie resetten
Als de automatische sluitfunctie niet meer
werkt, moet de functie mogelijk worden gere-
set. De automatische sluitfunctie resetten:
1. Trek de raambedieningschakelaar om-
hoog tot het raam volledig gesloten is en
houd de schakelaar vervolgens nog twee
seconden langer vast.
2. Druk de raambedieningsschakelaar goed
in om het raam helemaal te openen en
houd de schakelaar nog twee seconden
langer ingedrukt als het raam helemaal
open is.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
66
Page 69 of 414

Raamblokkeerschakelaar
Met de raamblokkeerschakelaar in het
bekledingspaneel van de bestuurdersportier
kunt u de raambediening van de achterpor-
tieren blokkeren. Om de bediening van de
ramen te blokkeren, drukt u kort op de raam-
blokkeertoets (het controlelampje op de toets
gaat branden). Om de raambediening te ac-
tiveren, drukt u nogmaals kort op de raam-
blokkeertoets (het controlelampje op de toets
gaat weer uit).
Windgeruis
Windgeruis kan worden beschreven als het
gevoel van druk op de oren, vergelijkbaar met
het geluid van een helikopter. U ervaart dit
windgeruis mogelijk wanneer de ramen zijn
geopend of wanneer het zonnedak (indien
aanwezig) geheel of gedeeltelijk is geopend.
Dit is een normaal verschijnsel, dat tot een
minimum kan worden beperkt. Als u last
heeft van windgeruis bij geopende achterra-
men, open dan ook de voorramen om het
effect te verminderen. Wanneer sprake is van
windgeruis bij geopend zonnedak, verstel dan
de zonnedakopening of open een raam om
het effect tot een minimum te beperken.
ELEKTRISCH ZONNEDAK
De schakelaar voor het elektrisch bedienbare
zonnedak bevindt zich in de dakconsole.
Raamblokkeertoets
Schakelaar van elektrisch bedienbaar
zonnedak
1 — Zonnedak openen
2 — Zonnedak ventilatiestand
3 — Zonnedak sluiten
67
Page 70 of 414

Openen
Snel openen
Druk de schakelaar naar achteren en laat
hem binnen een halve seconde los. Het zon-
nedak wordt volledig geopend en stopt auto-
matisch.
Handmatig openen
Druk de schakelaar naar achteren en houd de
schakelaar in deze stand om het zonnedak te
openen. Als u de schakelaar loslaat, stopt de
beweging en blijft het zonnedak gedeeltelijk
geopend totdat de schakelaar opnieuw wordt
ingedrukt.
Ventilatiestand zonnedak
Als u kort op de knop drukt, wordt het zonne-
dak geopend tot aan de ventilatiestand.
Dit is de functie "Snel naar ventilatiestand",
die werkt vanuit elke stand van het zonnedak.
De functie Snel naar ventilatiestand zorgt dat
bij iedere beweging van de schakelaar het
zonnedak stopt.
Sluiten
Snel sluiten
Druk de schakelaar naar voren en laat hem
binnen een halve seconde los. Het schuifdak
wordt automatisch volledig gesloten vanuit
elke stand.
Handmatig afsluiten
Druk de schakelaar naar voren en houd de
schakelaar in deze stand om het zonnedak te
openen. Als u de schakelaar loslaat, stopt de
beweging en blijft het zonnedak gedeeltelijk
gesloten totdat de schakelaar opnieuw wordt
ingedrukt.
Windgeruis
Windgeruis kan worden omschreven als het
geluid van draaiende wieken van een helikop-
ter. Als windgeruis optreedt bij geopende
ramen van de achterportieren, wijzig dan de
raamopeningen voor en achter tezamen.
Als windgeruis optreedt bij een geopend zon-
nedak, wijzig dan de zonnedakopening of een
raamopening. Hierdoor wordt het windgeruis
geminimaliseerd.
Klembeveiliging
Deze functie zorgt ervoor dat obstakels in de
opening van het zonnedak worden gedetec-
teerd bij gebruik van de functie Snel sluiten.
Als een obstakel in de baan van het zonnedak
wordt gedetecteerd, trekt het zonnedak zich
automatisch terug. Verwijder het obstakel als
dit gebeurt. Druk vervolgens de schakelaar
kort naar voren om het zonnedak snel te
sluiten.
OPMERKING:
Wanneer drie opeenvolgende pogingen om
het zonnedak te sluiten zijn onderbroken
door de obstakeldetectie, wordt de vierde
poging uitgevoerd als een handmatige slui-
ting met uitgeschakelde klembeveiliging.
WAARSCHUWING!
• Laat kinderen niet spelen met het zon-
nedak. Laat nooit kinderen zonder toe-
zicht in een auto achter of in de buurt
van een auto die niet is afgesloten. Laat
de sleutelhouder niet achter in of in de
buurt van het voertuig en laat het con-
tact van voertuigen met Keyless Enter-
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
68