Lancia Delta 2009 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2009, Model line: Delta, Model: Lancia Delta 2009Pages: 254, PDF Size: 4.58 MB
Page 131 of 254

130VEILIGHEID
GROEP 2
Kinderen met een gewicht tussen 15 en 25 kg kunnen di-
rect door de veiligheidsgordels van de auto worden be-
schermd fig. 4.
Kinderen moeten zo in de kinderzitjes worden geplaatst,
dat het diagonale gordelgedeelte schuin over de borst en
niet langs de nek ligt. Het horizontale gordelgedeelte moet
over het bekken en niet over de buik van het kind liggen.
GROEP 3
Kinderen met een gewicht tussen 22 en 36 kg hebben een
borstomvang die groot genoeg is om gewoon tegen de rug-
leuning te kunnen steunen zonder hulp van een kinder-
zitje.In fig. 4 wordt een voorbeeld gegeven van de juiste posi-
tie van het kind op de achterbank. Kinderen die langer
zijn dan 1,50 m kunnen de gordels, net als volwassenen
omleggen. Hieronder zijn de richtlijnen voor een veilig ver-
voer van kinderen aangegeven:
1) Monteer kinderzitjes altijd op de zitplaatsen achterin,
omdat die plaatsen bij een ongeval de meeste be-
scherming bieden;
2) Als de frontairbag aan passagierszijde buiten werking
wordt gesteld, moet altijd gecontroleerd worden of de
airbag daadwerkelijk is uitgeschakeld: het betreffen-
de lampje “op het instrumentenpaneel moet conti-
nu branden;
3) Houdt u bij de montage van het kinderzitje strikt aan
de instructies. De fabrikant is verplicht deze instruc-
ties bij te leveren. Bewaar deze instructies samen met
de documenten en dit instructieboekje in de auto. Mon-
teer geen gebruikte kinderzitjes waarvan de gebruiks-
aanwijzingen niet meer aanwezig zijn.
4) Controleer of de gordels goed zijn vastgemaakt door
aan de gordelband te trekken;
5) Ieder veiligheidssysteem is bedoeld voor maximaal één
kind: gebruik een systeem nooit voor meer dan één kind.
6) Controleer altijd of de gordel niet langs de nek van het
kind loopt.
7) Zorg er tijdens de rit voor dat het kind geen afwijkende
houding aanneemt of de gordels losmaakt.
8) Vervoer kinderen nooit in uw armen, ook geen pasge-
boren kinderen. Niemand is sterk genoeg om ze bij een
ongeval vast te kunnen houden.
9) Na een ongeval moet het zitje door een nieuw exem-
plaar worden vervangen.
De afbeeldingen dienen alleen ter illustratie
van de bevestiging. Volg voor de montage van
het kinderzitje de verplicht bijgeleverde in-
structies op. Er bestaan kinderzitjes die geschikt
zijn voor de gewichtsgroepen 0 en 1 die uitgerust
zijn met een bevestigingspunt achter. Door het ge-
wicht kan het gevaarlijk zijn als de zitjes verkeerd
worden gemonteerd (bijvoorbeeld als de gordel
wordt omgelegd met een kussen tussen de gordel).
Houdt u voor de montage strikt aan de bijgelever-
de instructies.
121-141 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:21 Pagina 130
Page 132 of 254

VEILIGHEID131
2
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE KINDERZITJES
De auto voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EU-richtlijnen voor de montage van kinderzitjes op de verschillende
plaatsen het voertuig. Zie de volgende tabel:
Legenda:
U = geschikt voor “Universele” kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE/R44- voorschriften voor de aangegeven
“groepen”.
X = op de middelste zitplaats achter kan geen enkel type kinderzitje worden gemonteerd.
(*) De rugleuning van de achterbank moet volledig rechtop staan.
Passagier Passagier achterin Passagier achterin
Groep Gewichtsklasse voorin aan de zijkant in het midden
Groep 0, 0+ tot 13 kg U U (*) X
Groep 1 9-18 kg U U (*) X
Groep 2 15-25 kg U U (*) X
Groep 3 22-36 kg U U (*) X
121-141 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:21 Pagina 131
Page 133 of 254

132VEILIGHEID
INBOUWVOORBEREIDING VOOR
“ISOFIX”- KINDERZITJES
De auto is voorbereid op de montage van “Isofix Univer-
seel”-kinderzitjes; een nieuw gestandaardiseerd Europees
systeem voor het vervoeren van kinderen.
Er kan ook een mengvorm worden gekozen, een tradi-
tioneel kinderzitje en een Isofix-kinderzitje. In fig. 5 is een
voorbeeld gegeven van het kinderzitje. Het Isofix Univer-
seel-kinderzitje is er voor drie gewichtsgroepen: 1. Voor
de andere groepen is er een specifiek Isofix-kinderzitje dat
alleen kan worden gebruikt als het speciaal voor deze au-
to is ontworpen, getest en goedgekeurd (zie de lijst met
auto’s die bij het kinderzitje geleverd wordt).
Vanwege het afwijkende bevestigingssysteem, moet het
kinderzitje aan de daarvoor bestemde onderste metalen
beugels A-fig. 6 worden bevestigd. Deze bevinden zich tus-
sen de rugleuning en zitting van de achterbank. Verwij-
der daarna de hoedenplank en bevestig de bovenste riem
(bij het kinderzitje geleverd) aan de beugel B-fig. 6 aan
de achterkant van de rugleuning ter hoogte van het zitje. Bedenk dat bij Isofix Universeel-kinderzitjes, alle zitjes ge-
bruikt kunnen worden die goedgekeurd zijn volgens de
ECE R44/03-richtlijn “Isofix Universeel”.
In het Lancia Lineaccessori-programma is een “Isofix Uni-
verseel” “Duo Plus”-kinderzitje beschikbaar.
Zie voor meer informatie over de montage en/of het ge-
bruik van het kinderzitje, het instructieboekje dat bij het
kinderzitje wordt geleverd.
121-141 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:21 Pagina 132
Page 134 of 254

VEILIGHEID133
2
fig. 5L0E0065m
Monteer het kinderzitje alleen als de auto stilstaat. Het kinderzitje is op de juiste wijze aan de beugels
bevestigd als u het hoort vergrendelen. Houdt u in ieder geval aan de instructies voor de montage, de
demontage en de plaatsing. De fabrikant van het kinderzitje is verplicht deze instructies bij te leveren.
fig. 6L0E0066m
121-141 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:21 Pagina 133
Page 135 of 254

134VEILIGHEID
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN ISOFIX UNIVERSEEL
KINDERZITJES
In de volgende tabel worden, conform de Europese wetgeving ECE 16, de mogelijkheden weergegeven van de monta-
ge van Isofix Universeel kinderzitjes op de stoelen die zijn uitgerust met Isofix-beugels.
IUF: geschikt voor Isofix-kinderzitjes uit de universele klasse (met een derde bevestigingspunt boven) die in de rijrichting beves-
tigd moeten worden en goedgekeurd zijn voor het gebruik door die gewichtsgroep.
IL: geschikt voor Isofix-kinderzitjes, die speciaal ontworpen en goedgekeurd zijn voor dit type auto
X: plaats Isofix niet geschikt voor Isofix-kinderzitjes in deze gewichtsgroep en/of maatklasse.
Groep Richting Klasse Positie Isofix
zitje Isofix bevestiging zijkant achter
Draagbaar wiegje Zijkant F-G IL
Groep 0 tot 10 kg Tegen de rijrichting in E IL
Tegen rijrichting E IL
Groep 0+ tot 13 kg Tegen de rijrichting in D IL
Tegen de rijrichting in C IL
Tegen rijrichting D IL
Tegen de rijrichting in C IL
Groep I tot 9 tot 18 kg In de rijrichting B IUF
In de rijrichting B1 IUF
In de rijrichting A IUF
121-141 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:21 Pagina 134
Page 136 of 254

VEILIGHEID135
2
FRONTAIRBAGS
De auto is uitgerust met frontairbags, aan bestuurders-
zijde en passagierszijde, en een knie-airbag aan bestuur-
derszijde (waar voorzien) en zij-airbags (side bag - win-
dow bag).
De frontairbags (bestuurder, passagier en de knie-airbag
aan bestuurderszijde) beschermen de inzittenden voorin
bij een middelzware frontale botsing door het opblazen
van een luchtkussen tussen de inzittende en het stuur-
wiel of het dashboard.
Als de airbags niet worden geactiveerd bij andere soor-
ten botsingen (zijdelings, van achter, over de kop slaan
enz), betekent dit niet dat het systeem niet goed functio-
neert.
Bij een frontale botsing zorgt een regeleenheid ervoor, in-
dien nodig, dat het kussen wordt opgeblazen.
Het kussen blaast onmiddellijk op, waardoor het lichaam
van de inzittenden voorin wordt opgevangen en de kans
op letsel beperkt wordt. Direct daarna loopt het kussen
weer leeg.
De frontairbags (bestuurder en passagier) en de knie-air-
bag aan bestuurderszijde (indien aanwezig) zijn geen ver-
vanging voor de veiligheidsgordels, maar een aanvulling.
Draag dus altijd veiligheidsgordels. Bovendien is het dra-
gen van veiligheidsgordels wettelijk verplicht in Europa
en in de meeste landen daarbuiten.
Bij een ongeval kan een inzittende die de veiligheidsgor-
del niet heeft omgelegd in contact komen met de nog niet
volledig opgeblazen airbag. Hierdoor wordt de inzitten-
de minder door de airbag beschermd.De frontairbags kunnen in de volgende gevallen niet worden
geactiveerd:
❍bij frontale botsingen met een ander deel van de auto
dan het front tegen makkelijk vervormbare objecten
(bijv. als het voorspatbord tegen de vangrail komt);
❍als de auto onder andere auto’s of veiligheidsvoorzie-
ningen schuift (bijvoorbeeld onder vrachtwagens of de
vangrail);
omdat geen enkele aanvullende bescherming wordt ge-
boden op de veiligheidsgordels. De activering van de fron-
tairbags zou nutteloos zijn. Als de airbags in deze geval-
len niet geactiveerd worden, betekent dit niet dat het sys-
teem niet goed functioneert.
Plaats geen stickers of andere objecten op het
stuurwiel, op het dashboard ter hoogte van de
airbag aan passagierszijde of op de stoelen.
Plaats geen voorwerpen op het dashboard aan de
passagierszijde (bijv. een mobiele telefoon), omdat
deze het correct openen van de airbag aan passa-
gierszijde kunnen hinderen en de inzittenden ern-
stig kunnen verwonden.
121-141 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:21 Pagina 135
Page 137 of 254

136VEILIGHEID
De frontairbags aan bestuurders- en passagierszijde zijn
ontworpen voor een optimale bescherming van de inzit-
tenden voor met omgelegde veiligheidsgordels.
Als de airbags volledig opgeblazen zijn, vullen zij het groot-
ste deel van de ruimte tussen het stuurwiel en de be-
stuurder en het dashboard en de voorpassagier.
Bij lichte frontale aanrijdingen (waarbij de werking van
de veiligheidsgordel voldoende is) worden de airbags niet
geactiveerd. Daarom moeten de veiligheidsgordels altijd
worden gedragen; ook omdat ze bij frontale aanrijdingen
er altijd voor zorgen dat de inzittende in de juiste stand
wordt gehouden. FRONTAIRBAG AAN BESTUURDERSZIJDE fig. 7
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen dat in een daar-
voor bestemde ruimte in het midden van het stuurwiel is
geplaatst.
FRONTAIRBAG AAN PASSAGIERSZIJDE fig. 8
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen met een groter
volume dan dat aan bestuurderszijde. Het kussen is in een
daarvoor bestemde ruimte in het dashboard geplaatst.
fig. 7L0E0067mfig. 8L0E0068m
121-141 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:21 Pagina 136
Page 138 of 254

VEILIGHEID137
2
KNIE-AIRBAG AAN BESTUURDERSZIJDE
(waar voorzien) fig, 9
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen dat in een daar-
voor bestemde ruimte onder het stuurwiel is geplaatst, ter
hoogte van de knieën van de bestuurder, voor extra be-
veiliging van de bestuurder bij een frontale aanrijding.FRONTAIRBAG EN ZIJ-AIRBAG (sidebag)
AAN PASSAGIERSZIJDE HANDMATIG
UITSCHAKELEN fig. 17
Als het absoluut noodzakelijk is een kind op de passa-
giersstoel voor te vervoeren, moeten de frontairbag en de
zij-airbag (sidebag) aan passagierszijde worden uitge-
schakeld.
Het waarschuwingslampje
“op het dashboard blijft con-
tinu branden totdat de frontairbag en de zij-airbag (side-
bag) aan passagierszijde opnieuw worden ingeschakeld.
WAARSCHUWING Raadpleeg voor het handmatig uit-
schakelen van de frontairbag en zij-airbag (sidebag) (waar
voorzien) aan passagierszijde, de paragrafen “Instelbaar
multifunctioneel display” en “Multifunctioneel display”
in het hoofdstuk “Dashboard en bediening”.
ZEER GEVAARLIJK: Monteer absoluut geen
kinderzitje achterstevoren op de passagiers-
stoel voorin als de frontairbag aan passa-
gierszijde is ingeschakeld. Als bij een onge-
val de airbag wordt geactiveerd, kan het kind
hierdoor dodelijke verwondingen oplopen. Als er
geen andere mogelijkheid is, moet altijd de airbag
aan passagierszijde worden uitgeschakeld als het
kinderzitje op de passagiersstoel voorin wordt ge-
plaatst. Bovendien moet de passagiersstoel zo ver
mogelijk naar achteren zijn geplaatst; hierdoor
wordt voorkomen dat het kinderzitje het dashboard
raakt. Ook als het niet wettelijk verplicht is, raden
wij u aan, voor een optimale bescherming van de
volwassenen, de airbag onmiddellijk weer in te
schakelen zodra er geen kinderen meer vervoerd
worden.
fig. 9L0E0069m
121-141 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:21 Pagina 137
Page 139 of 254

138VEILIGHEID
ZIJ-AIRBAGS
(Side bag - Window bag)
SIDEBAGS fig. 10
De sidebag is een kussen dat zich snel opblaast en bevindt
zich in de rugleuning van de voorstoel. De sidebag heeft
tot doel het bovenlichaam en het bekken van de inzitten-
den te beschermen bij middelzware en zware zijdelingse
aanrijdingen.WINDOW BAGS fig. 11
De windowbag is een “gordijn”-systeem met twee kussens
dat zich aan de zijkant in de hemelbekleding bevindt en
dat is afgedekt met een afwerklijst. De windowbags bie-
den bescherming aan het hoofd van de inzittenden voor-
en achterin tijdens een zijdelingse botsing, dankzij het gro-
te effectieve oppervlak van de kussens.
WAARSCHUWING De inzittende wordt bij een zijdeling-
se botsing optimaal door het systeem beschermd als hij/zij
in de juiste positie in de stoel zit. Hierdoor kan de win-
dowbag op de juiste wijze worden opgeblazen.
fig. 10L0E0070mfig. 11L0E0071m
121-141 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:21 Pagina 138
Page 140 of 254

VEILIGHEID139
2
WAARSCHUWING De frontairbags en/of zij-airbags
(waar voorzien) kunnen ook worden geactiveerd bij krach-
tige stoten aan de onderzijde van de carrosserie, bijvoor-
beeld bij zware botsingen tegen drempels of stoepranden
of obstakels op het wegdek of als de auto terecht komt in
grote gaten of verzakkingen in het wegdek.
WAARSCHUWING Als de airbag in werking treedt, ont-
snapt een beetje rook. Deze rook is niet giftig en geeft niet
aan dat er brand is; bovendien kan het oppervlak van het
opgeblazen kussen en het interieur van de auto bedekt zijn
met een poeder: dit poeder kan de huid en de ogen irrite-
ren. Als u hieraan bent blootgesteld, moet u zich met neu-
trale zeep en water wassen. De geldigheidsduur van de py-
rotechnische lading en die van het spiraalmechanisme zijn
vermeld op het betreffende plaatje in het dashboardkast-
je. Laat ze voor het verstrijken van deze termijn door het
Lancia Servicenetwerk vervangen.
WAARSCHUWING Het in werking treden van de gordel-
spanners, de frontairbags en de zij-airbags voor wordt door
de elektronische regeleenheid bepaald, afhankelijk van het
type ongeval. Als een van deze onderdelen niet in werking
treedt, dan duidt dat niet op een storing in het systeem.WAARSCHUWING Na een ongeval waarbij een of meer-
dere veiligheidssystemen zijn geactiveerd, dient u con-
tact op te nemen met het Lancia Servicenetwerk om de
geactiveerde systemen te laten vervangen en de werking
van het systeem te laten controleren.
Alle controlewerkzaamheden, reparaties en de vervanging
van de airbag moeten door het Lancia Servicenetwerk
worden uitgevoerd. Aan het einde van de lange levensduur
van uw auto, moet u contact opnemen met het Lancia Ser-
vicenetwerk om het systeem buiten werking te laten stel-
len. Bovendien moet bij verkoop van de auto de nieuwe
eigenaar op de hoogte gesteld worden van het gebruik en
de instructies, en moet hij het instructieboekje ontvangen.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Steun niet met het hoofd, de armen of de el-
lebogen tegen het portier, de ruiten of in het
gebied van de windowbag om verwondingen
tijdens het opblazen te voorkomen. Steek nooit het
hoofd, de armen of de ellebogen uit het raam.
Als u de contactsleutel in stand MAR draait
en het lampje ¬gaat niet branden of blijft
branden tijdens het rijden, dan is er mogelijk
een storing in de veiligheidssystemen; in dat geval
kunnen de airbags of gordelspanners niet geacti-
veerd worden bij een ongeval of, in een zeer beperkt
aantal gevallen, niet op de juiste wijze geactiveerd
worden. Voordat u verder rijdt, moet contact wor-
den opgenomen met het Lancia Servicenetwerk om
het systeem te laten controleren.
121-141 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:21 Pagina 139