Lancia Phedra 2002 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2002, Model line: Phedra, Model: Lancia Phedra 2002Pages: 246, PDF Size: 4.26 MB
Page 161 of 246

157
11) Verwijder de geklemde naafdop
A(fig. 6) op de door de pijl aangege-
ven plaats met behulp van het bijge-
leverde gereedschap B, dat zich in de
houder van de krik bevindt.12) Draai de wielbouten van het te
verwisselen wiel ongeveer één slag los;
gebruik om de antidiefstalbout los te
maken de speciale, bijgeleverde adap-
ter A(fig. 7).
13) Draai de slinger van de krik zo
dat deze iets omhoog komt en plaats
de krik op de daarvoor bestemde
plaats dichtbij het te verwisselen wiel.
14) Controleer of de groefA(fig. 8)
van de krik goed om de rand Bvan de
chassisbalk valt.15)Waarschuw eventuele omstan-
ders dat de auto wordt opgekrikt; zorg
ervoor dat ze zich niet in de nabijheid
van de auto bevinden en de auto
vooral niet aanraken totdat de auto
weer geheel op grond staat.
16)Draai de slinger en krik de auto
op, totdat het wiel enkele centimeters
los van de grond is. Als u de slinger
van de krik draait, moet u zorgen
voor voldoende werkruimte, zodat u
geen schaafwonden aan u hand op-
loopt door contact met de grond.
fig. 7
L0B0122b
fig. 6
L0B0121b
fig. 8
L0B0123b
Page 162 of 246

17)Ook de bewegende delen van de
krik (schroefdraad en scharnieren)
kunnen letsel veroorzaken: vermijd
contact met deze onderdelen. Reinig
uw handen zorgvuldig als deze met
vet in contact zijn geweest.
18)Draai de vijf wielbouten hele-
maal los en trek het wiel los.
19)Zorg ervoor dat de boutgaten en
alle contactvlakken van het reserve-
wiel schoon zijn en geen onzuiverhe-
den bevatten, omdat hierdoor na ver-
loop van tijd de wielbouten kunnen
loslopen.20) Monteer het reservewiel, waar-
bij één van de gaten A(fig. 9) over de
pen Bmoet vallen en draai vervolgens
met de slinger de vijf wielbouten vast.
21)Draai de slinger van de krik zo-
dat de auto zakt.
22) Verwijder de krik en draai de
wielbouten kruiselings vast in de volg-
orde die is aangegeven in (fig. 10).Ter afsluiting:
– plaats het verwisselde wiel op de
daarvoor bestemde plek onder de
vloer en haak de houder vast.
– draai met de slinger de blokkeer-
schroef vast totdat de resevewielhou-
der goed vast zit en plaats vervolgens
de dop.
– sluit de achterklep.
– plaats de krik, het gereedschap
voor het verwijderen van de naafdop
en de slinger in de betreffende hou-
ders in de motorruimte.
– sluit de motorkap.
158
fig. 9
L0B0124b
fig. 10
L0B0125b
Page 163 of 246

159
EEN GLOEILAMP VERVANGENHalogeenlampen mag u
uitsluitend aanraken op
het metalen gedeelte. Als u
de bol met uw vingers aanraakt,
zal de lichtopbrengst van de lamp
teruglopen en kan ook de levens-
duur beperkt worden. Als u de bol
per ongeluk toch hebt aangeraakt,
moet u de bol schoonwrijven met
een doekje met alcohol en daarna
laten drogen. Modificaties of reparaties
aan de elektrische instal-
latie die niet correct wor-
den uitgevoerd en waarbij geen re-
kening wordt gehouden met de
technische specificaties van het
systeem, kunnen storingen in de
werking en zelfs brand veroorza-
ken.
Halogeenlampen bevat-
ten gas onder druk. Bij
breuk kunnen er glas-
splinters wegschieten.
Wij raden u aan defecte
gloeilampen, indien moge-
lijk, door de Lancia-dealer
te laten vervangen. De juiste wer-
king en afstelling van de buiten-
verlichting zijn van essentieel be-
lang voor de rijveiligheid en bo-
vendien wettelijk verplicht.
Page 164 of 246

ALGEMENE AANWIJZINGEN
– Als een lamp niet brandt, contro-
leer dan eerst of de zekering niet door-
gebrand is, voordat u de lamp ver-
vangt.
– Zie voor de plaats van de zekerin-
gen de paragraaf “Een doorgebrande
zekering” in dit hoofdstuk.
– Controleer voordat u een defecte
lamp vervangt of de contacten niet
zijn geoxideerd.
– Vervang een defecte lamp door een
exemplaar van hetzelfde type en ver-
mogen.
– Als u een gloeilamp in de koplamp
hebt vervangen, controleer dan om
veiligheidsredenen altijd of de afstel-
ling nog goed is.TYPEN GLOEILAMPEN (fig. 11)
Op de auto zijn verschillende typen
gloeilampen gemonteerd:
AGlasfittinglampen: deze zijn
voorzien van een klemfitting; verwij-
der de lamp door hem uit de houder
te trekken.
BGloeilampen met bajonetfitting:
verwijder de lamp uit de houder door
hem iets in te drukken en linksom te
draaien.
C - DHalogeenlampen: verwijder
de lamp door de borgveer los te haken
uit de zitting.
EGasontladingslampen (xenon-
lampen).
160
L0B0127b
fig. 11
Page 165 of 246

161
Gloeilamp
Parkeerlichten voor
Dimlichten:
– halogeenlamp
– gasontladingslamp
Grootlicht
Mistlampen voor
Richtingaanwijzers:
– voor
– op het voorspatbord
– achter
Remlichten en achterlichten
Derde remlicht
Achteruitrijlichten
Mistachterlichten
Kentekenplaatverlichting
Plafondverlichting interieur
Bagageruimteverlichting
Verlichting dashboardkastje
Spiegelverlichting zonneklep
Dorpelverlichting
Vermogen
5W
55W
35W
55W
55W
21W
5W
21W
21W/5W
5W
21W
21W
5W
5W
5W
5W
5W
5W
Type
W5W
H7
D15
H7
H3
PY21W
WY5W
PY21W
P21/5W
W5WF14
P21W
P21W
W5W
W5W
W5W
W5W
W5W
W5W
Figuur 11
A
C
E
C
D
B
A
B
B
A
B
B
A
A
A
A
A
A
Page 166 of 246

DEFECTE BUITENVERLICHTING
KOPLAMPUNITS
In de koplampunits zijn de gloei-
lampen voor de parkeerverlichting,
het grootlicht, het dimlicht, de rich-
tingaanwijzers en de mistlampen voor
opgenomen (fig. 12):
A- parkeerlicht;
B- grootlicht;
C- dimlicht;
D- richtingaanwijzers;
E- mistlampen voor.
BELANGRIJKZie voor het type
lamp en het bijbehorende vermogen
de paragraaf “Een gloeilamp vervan-
gen” in dit hoofdstuk.Modificaties of reparaties
aan de elektrische instal-
latie die niet correct wor-
den uitgevoerd en waarbij geen re-
kening wordt gehouden met de
technische specificaties van het
systeem, kunnen storingen in de
werking en zelfs brand veroorza-
ken.Gloeilamp voor het dimlicht vervan-
gen: verwijder de rubber dop 1(fig.
13) door hem linksom te draaien.
Gloeilamp voor het parkeerlicht,
grootlicht en richtingaanwijzers ver-
vangen: verwijder het deksel 2door
het linksom te draaien.
Gloeilampen voor de mistlampen
vervangen: verwijder het deksel 3
door het linksom te draaien.
162
fig. 12
L0B0130b
fig. 13
L0B0131b
Page 167 of 246

163
PARKEERLICHTEN VOOR (fig.
14)
Gloeilamp vervangen:
– Verwijder het deksel 2zoals hier-
voor is beschreven;
– Druk op lippen zoals wordt aan-
gegeven in de figuur en trek de lamp-
houder Auit;
– Verwijder de geklemde lamp Ben
vervang hem.
– Plaats de lamphouder terug in de
daarvoor bestemde zitting.GROOTLICHT (fig. 15)
Gloeilamp vervangen:
– Verwijder het deksel 2zoals hier-
voor is beschreven;
– Maak de stekker Alos.
– Haak de borgveer Blos.
– Verwijder de lamp Cen vervang
hem.
– Plaats de nieuwe lamp, waarbij de
lippen op het metalen deel in de uit-
sparingen van de koplamp moeten
vallen.
– Haak de borgveer Bweer vast.
– Maak de stekker Avast.DIMLICHT
Met halogeenlamp (fig. 16)
Gloeilamp vervangen:
– Verwijder de rubber dop 1 zoals
hiervoor is beschreven;
– Maak de stekker Alos.
– Haak de borgveer Blos.
– Verwijder de lamp Cen vervang
hem.
– Plaats de nieuwe lamp, waarbij de
lippen op het metalen deel in de uit-
sparingen van de koplamp moeten
vallen.
– Haak de borgveer Bweer vast.
– Maak de stekker Avast.
fig. 14
L0B0135b
fig. 15
L0B0134b
fig. 16
L0B0133b
Page 168 of 246

Met gasontladingslamp (fig. 17)
Wij raden u aan defecte
gasontladingslampen door
de Lancia-dealer te laten
vervangen.
BELANGRIJK De beschrijving van
de procedure voor het vervangen van
de lamp dient slechts ter informatie.
Gloeilamp vervangen:
– Verwijder de rubber dop 1 zoals
hiervoor is beschreven;
– Haak de borgveer Alos.
– Maak de stekker Blos.
– Verwijder de lamp Cen vervang
hem.
– Plaats de nieuwe lamp en maak de
stekker Bweer vast.
– Haak de borgveer Aweer vast.De gasontladingslampen
mag u uitsluitend aanra-
ken op het metalen ge-
deelte. Als u de bol met uw vingers
hebt aangeraakt, moet u de bol
schoonwrijven met een doekje met
alcohol en laten drogen. Monteer
vervolgens de lamp.
164
fig. 17
L0B0129b
RICHTINGAANWIJZERS VOOR
(fig. 18)
Gloeilamp vervangen:
– Verwijder het deksel 2zoals hier-
voor is beschreven.
– Draai de lamphouder Alinksom en
trek hem uit.
– Verwijder de lamp Bdoor hem iets
in te drukken en linksom te draaien
(“bajonetfitting”).
– Vervang het lampje.
– Monteer de lamphouder. Draai de
lamphouder rechtsom en controleer of
de houder goed vast zit.
fig. 18
L0B0136b
Page 169 of 246

165
MISTLAMPEN VOOR (fig. 19)
Gloeilamp vervangen:
– Verwijder het deksel 3zoals hier-
voor is beschreven.
– Maak de stekker Alos.
– Haak de borgveer Blos.
– Trek de lamp Cuit de houder en
vervang hem.
– Plaats de nieuwe lamp, waarbij de
lippen op het metalen deel in de uit-
sparingen van de koplamp moeten
vallen.
– Haak de borgveer Bweer vast.
– Maak de stekker Avast.RICHTINGAANWIJZERS OP
VOORSPATBORD (fig. 20 - 21)
Gloeilamp vervangen:
– Duw met de hand het lampenglas
Ain richting 1zodat de interne borg-
lip B wordt ingedrukt. Verwijder ver-
volgens de lampunit in richting 2.
– Draai de lamphouder Clinksom.
fig. 19
L0B0132b
fig. 20
L0B0128b
– Verwijder de geklemde lamp Den
vervang de lamp.
– Monteer de lamphouder Cen ver-
volgens de lampunit.
fig. 21
L0B0137b
Ga voorzichtig te werk bij
het verwijderen van de
richtingaanwijzerunit op
het voorspatbord zodat de carros-
serie en het lampenglas niet be-
schadigd worden.
Page 170 of 246

ACHTERLICHTUNITS
In de achterlichtunits zijn de gloei-
lampen voor de achterlichten/rem-
lichten, richtingaanwijzers, achteruit-
rijlichten en de mistachterlichten op-
genomen (fig. 22):A- richtingaanwijzer;
B- achterlichten/remlichten;
C- achteruitrijlicht;
D- mistachterlichten.
166
fig. 23
L0B0041b
fig. 22
L0B0115b
Gloeilamp vervangen
(fig. 23 - 24):
– Verwijder de afwerking Abij de
punten en in de richting die door de
pijlen worden aangegeven.
– Maak de stekker Blos en vervol-
gens de twee blokkeerschroeven C.
fig. 24
L0B0263b