Lancia Phedra 2002 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2002, Model line: Phedra, Model: Lancia Phedra 2002Pages: 246, PDF Size: 4.26 MB
Page 201 of 246

197
BELANGRIJKDe remvloeistof is
hygroscopisch (trekt water aan).
Daarom verdient het aanbeveling,
als de auto overwegend wordt
gebruikt in gebieden met een hoge
luchtvochtigheid, de vloeistof vaker
te vervangen dan in het onderhouds-
schema staat aangegeven.LUCHTFILTER
Het luchtfilter is verbonden met de
systemen die de luchttemperatuur
en luchthoeveelheid meten. Deze
sturen elektrische signalen naar de
regeleenheid, die noodzakelijk zijn
voor een correct functioneren van
het inspuitings-/ontstekingssysteem.
Voor de juiste werking van de
motor, een laag verbruik en een lage
uitstoot van uitlaatgassen, is het
daarom noodzakelijk dat het lucht-
inlaatsysteem altijd in perfecte con-
ditie is. De remvloeistof is giftig
en corrosief. Onderdelen
die per ongeluk in contact
komen met de vloeistof moeten
direct worden schoongemaakt
met water en zeep en daarna goed
worden afgespoeld. Bij inslikken
dient onmiddellijk een arts te
worden geraadpleegd.
Het symbool
πop het
reservoir geeft aan dat
synthetische remvloeistof
en geen minerale vloeistof moet
worden gebruikt. Het gebruik van
vloeistoffen met andere specifica-
ties moet absoluut worden ver-
meden, omdat de rubbers in het
remsysteem door deze vloeistof-
fen kunnen worden beschadigd.
De beschrijving van de
procedure voor het ver-
vangen van het filter dient
slechts ter informatie. Wendt u
tot de Lancia-dealer om deze
werkzaamheden uit te laten voe-
ren.
Page 202 of 246

Als de auto overwegend
wordt gebruikt in stoffige
gebieden, is het raadzaam
het filter vaker te vervangen dan
in het onderhoudsschema staat
aangegeven.
Als het filter wordt
gereinigd, kan het
beschadigd worden,
waardoor ernstige schade aan de
motor kan ontstaan. VERVANGEN (fig. 12 - 13)
Ga als volgt te werk:
– verwijder de slinger van de krik;
– draai de bouten van het deksel
aan het luchtfilterhuis Alos en ver-
wijder het deksel B;
– neem het filterelement uit en ver-
vang het.POLLENFILTER
Het filter filtert de lucht mecha-
nisch en elektrostatisch als de ruiten
zijn gesloten.
Laat het filter ten minste één keer
per jaar controleren door de
Lancia-dealer, bij voorkeur aan
het begin van het zomerseizoen.
Het verdient aanbeveling, als de
auto overwegend wordt gebruikt in
stoffige gebieden, het filter vaker te
vervangen dan in het onderhouds-
schema staat aangegeven.
198
Als het filter niet op de
juiste wijze, zoals hierna
is beschreven, wordt ver-
vangen en als de voorzorgsmaat-
regelen niet in acht worden geno-
men, dan kan de veiligheid tij-
dens het rijden in gevaar komen.
fig. 12 - Benzine-uitvoering 2.0 16V en
2.0 16V met autom.versn.bak
L0B0168b
fig. 13 - JTD-uitvoeringen
L0B0170b
Page 203 of 246

199
BELANGRIJKAls het pollenfilter
niet wordt vervangen, dan wordt de
werking van de klimaatregeling
nadelig beïnvloed.DIESELFILTER
(JTD-uitvoeringen)
CONDENS AFTAPPEN (fig. 14)
Water in het brandstofsysteem kan
het inspuitsysteem ernstig beschadi-
gen en de motor onregelmatig doen
laten draaien; daarom is het iedere
5000 km noodzakelijk om het sys-
teem af te tappen.
Het verdient aanbeveling dit door
de Lancia-dealerte laten doen.
De beschrijving van de procedure
dient slechts ter informatie:
– draai de knop Aenige slagen los;
de knop bevindt zich aan de onder-
kant van het filter;
– draai de knop Aweer vast als er
uitsluitend brandstof zonder water
uitstroomt. Laat het pollenfilter ver-
vangen door de Lancia-
dealer.
Verontreinig het milieu
niet met water dat is ver-
mengd met dieselbrand-
stof. Wij raden u aan om de con-
dens te laten aftappen bij de
Lancia-dealer omdat deze
beschikt over de uitrusting voor
het op milieuvriendelijke wijze
en conform de wettelijke bepa-
lingen verwerken van milieuver-
ontreinigende producten.
fig. 14
L0B0172b
Page 204 of 246

ACCU
De accu van de Phedra is “onder-
houdsarm”: onder normale gebruiks-
omstandigheden is het niet nodig
gedestilleerd water bij te vullen. De
accu bevindt zich onder het luikje op
de vloer voor de passagiersstoel
voor.
ACCU VERVANGEN
Als de accu vervangen wordt, moet
een originele accu met dezelfde spe-
cificaties worden geïnstalleerd. Als
de accu vervangen wordt door een
accu met andere specificaties, ver-
vallen de onderhoudsintervallen die
in het onderhoudsschema in dit
hoofdstuk staan aangegeven; voor
het onderhoud van de nieuwe accu
dient u zich strikt te houden aan de
aanwijzingen van de fabrikant van
de accu.BELANGRIJKControleer bij de
montage van de accu of deze op de
juiste wijze is bevestigd.VLOEISTOFNIVEAU VAN DE
ACCU CONTROLEREN
(elektrolyt)
Het vloeistofniveau moet worden
gecontroleerd en eventueel bijge-
vuld, overeenkomstig de intervallen
die staan aangegeven in het onder-
houdsschema in dit hoofdstuk. Laat
deze handelingen door de Lancia-
dealeruitvoeren.
200
Accu’s bevatten zeer
schadelijke stoffen voor
het milieu. Het is raad-
zaam om de accu door de Lancia-
dealer te laten vervangen. De
dealer beschikt over de uitrusting
voor het op milieuvriendelijke
wijze en conform de wettelijke
bepalingen afvoeren van de accu.
De vloeistof in de accu is
giftig en corrosief. Ver-
mijd het contact met de
huid of de ogen. Houd open vuur
en vonkvormende apparaten ver-
wijderd van de accu: gevaar voor
brand en explosies.
Page 205 of 246

201
Probeer een bevroren
accu niet op te laden:
eerst moet de accu ont-
dooid worden, anders loopt u het
risico dat de accu ontploft. Als de
accu bevroren is geweest, moet
worden gecontroleerd of de cel-
len niet beschadigd zijn (risico op
kortsluiting) en of de bak geen
scheuren vertoont, waardoor de
giftige en corrosieve vloeistof kan
weglekken.PRAKTISCHE TIPS OM DE
LEVENSDUUR VAN DE ACCU
TE VERLENGEN
Houdt u, om snel ontladen van de
accu te voorkomen en de levensduur te
verlengen, zorgvuldig aan de volgende
aanbevelingen:
– wanneer u de auto parkeert, con-
troleer dan of de portieren, de motor-
kap en de achterklep goed gesloten
zijn; controleer bovendien of de interi-
eurverlichting gedoofd is;
– de klemmen moeten altijd goed zijn
bevestigd;
– voorkom zoveel mogelijk het
gebruik van stroomverbruikers als de
motor uit staat (autoradio, waarschu-
wingsknipperlichten, enz.);
– maak voordat werkzaamheden aan
de elektrische installatie van de auto
worden uitgevoerd eerst de minpool
van de accu los.
BELANGRIJKEen accu die gedu-
rende langere tijd minder dan 50%
geladen is, raakt door sulfatering
beschadigd. Hierdoor loopt de capaci-
teit en het startvermogen terug. Ook is
de accu dan gevoeliger voor bevriezing Bij werkzaamheden aan
de accu of in de buurt van
de accu, moet u uw ogen
altijd beschermen met een spe-
ciale bril.
Als de accu werkt met
een zeer laag vloeistofni-
veau, ontstaat onherstel-
bare schade aan de accu.
Bovendien kan explosiegevaar
optreden.
Als u de auto langere tijd
stalt in extreem koude
omstandigheden moet,
om bevriezing te voorkomen, de
accu worden verwijderd en op
een verwarmde plaats worden
bewaard.
Onoordeelkundige mon-
tage van elektrische
apparatuur kan ernstige
schade toebrengen aan de auto.
Als u na aanschaf van uw auto
accessoires wilt monteren, raden
wij u aan contact op te nemen
met de Lancia-dealer. Deze kan u
de meest geschikte installaties
aanraden en controleren of het
noodzakelijk is een accu met een
grotere capaciteit te monteren.
Page 206 of 246

(bij temperaturen onder -10°C). Als
u de auto langere tijd niet gebruikt,
zie dan “Auto langere tijd stallen” in
het hoofdstuk “Correct gebruik van
de auto”.
Als u na aanschaf van uw auto
accessoires wilt monteren die con-
stante voeding nodig hebben of veel
stroom vragen, dient u contact op te
nemen met de Lancia-dealer. Deze
kan u de meest geschikte installaties
uit het Lancia Lineaccessori-pro-
gramma aanraden en controleren of
de elektrische installatie van de auto
geschikt is voor het extra stroomver-
bruik of dat het noodzakelijk is een
accu met een grotere capaciteit te
monteren. Deze stroomverbruikers
blijven continu stroom verbruiken
ook bij een uitgenomen contactsleu-
tel (geparkeerde auto, motor uitge-
zet), waardoor de accu geleidelijk
kan ontladen.Het totale energieverbruik van
deze accessoires (standaard en ach-
teraf gemonteerde accessoires) moet
minder zijn dan 0,6 mA x Ah (van
de accu), zoals in de volgende tabel
staat vermeld:
Accu van:
50 Ah
60 Ah
70 AhMaximum stroom-
verbruik bij stil-
staande motor:
30 mA
36 mA
42 mA
Als grote stroomverbruikers, zoals
verwarming van het babyflesje, stof-
zuiger, mobiele telefoon, koelbox,
enz. bij uitgezette motor of als de
motor stationair draait van voe-
dingsspanning worden voorzien, dan
zal de accu sneller ontladen.
BELANGRIJK Als aan boord van
de auto extra systemen moeten wor-
den geïnstalleerd, moet goed op de
juiste aansluitingen worden gelet.
Niet correcte elektrische verbindin-
gen kunnen gevaarlijk zijn, vooral
voor de elektronische veiligheidssys-
temen.
202
Page 207 of 246

203
ELEKTRONISCHE
REGELEENHEDEN
Bij een normaal gebruik van de
auto zijn speciale voorzorgsmaatre-
gelen niet nodig.
Het is echter nodig de volgende
aanwijzingen nauwkeurig op te vol-
gen bij werkzaamheden aan de elek-
trische installatie of bij een nood-
start:
– Zet de motor altijd uit voordat u
de accu loskoppelt van de elektri-
sche installatie.
– Koppel de accuklemmen altijd los
als de accu moet worden opgeladen.
– Gebruik bij een noodstart altijd
een hulpaccu en geen acculader.
– Let op een goede aansluiting tus-
sen de accu en de elektrische instal-
latie, zowel wat betreft de juiste aan-
sluitwijze als de juiste verbinding
tussen de polen en de kabeluitein-
den.– Neem de stekkers van de rege-
leenheden nooit los en sluit ze nooit
aan als de contactsleutel in stand A
of Mstaat.
– Controleer de polariteit niet door
middel van vonken.
– Neem de stekkers van de regel-
eenheden los voor het uitvoeren van
laswerkzaamheden aan de carrosse-
rie. Verwijder de regeleenheden als
door de werkzaamheden de tempe-
ratuur te hoog wordt.
WIELEN EN BAN-
DEN
BANDENSPANNING
De spanning van de banden, inclu-
sief het reservewiel, moet regelma-
tig, om de twee weken en voor een
lange rit, worden gecontroleerd.
De bandenspanning moet bij koude
banden worden gecontroleerd.
Tijdens het rijden neemt de ban-
denspanning toe (een natuurlijk ver-
schijnsel). Houd er daarom rekening
mee, dat bij een controle of oppom-
pen van warme banden de spanning
0,3 bar hoger moet zijn dan de voor-
geschreven waarde.
Zie voor de juiste waarde van de
bandenspanning de paragraaf
“Wielen” in het hoofdstuk
“Technische gegevens”. Modificaties of repara-
ties aan de elektrische
installatie die niet correct
worden uitgevoerd en waarbij
geen rekening wordt gehouden
met de technische specificaties
van het systeem, kunnen storin-
gen in de werking en zelfs brand
veroorzaken.
Page 208 of 246

Bedenk dat ook de weg-
ligging afhankelijk is van
een juiste bandenspan-
ning.
Een onjuiste bandenspanning ver-
oorzaakt een onregelmatige slijtage
van de banden fig.15:
A- Juiste spanning: gelijkmatige
slijtage van het loopvlak.
B- Te lage spanning: te grote slij-
tage aan de zijkanten van het loop-
vlak.
C- Te hoge spanning: te grote slij-
tage in het midden van het loopvlak.Door een te lage ban-
denspanning wordt de
band te heet, waardoor er
onherstelbare inwendige schade
aan de band kan ontstaan.
Banden moeten worden vervangen
als de profieldiepte van het loopvlak
minder is dan 1,6 mm. Houdt u ech-
ter altijd aan de bepalingen van het
land waarin u rijdt.BELANGRIJKE TIPS
Voorkom bruusk remmen, met
spinnende wielen optrekken, enz.
Vermijd ook harde contacten tus-
sen banden en stoepranden, kuilen,
en andere obstakels. Het langdurig
rijden op een slecht wegdek kan de
banden beschadigen.
Controleer de banden regelmatig
op scheuren in de wangen en bulten
of slijtplekken op het loopvlak. Als
dit het geval is, wendt u dan tot de
Lancia-dealer.
Rijd nooit met een te zwaar bela-
den auto. Hierdoor kunnen de ban-
den en de velgen ernstig beschadigd
worden.
Stop zo snel mogelijk bij een lekke
band en verwissel het wiel om
beschadiging van de band, de velg,
de wielophanging en de stuurinrich-
ting te voorkomen.
204
fig. 15
L0B0178b
Page 209 of 246

205
Banden verouderen, ook als zij wei-
nig of nooit gebruikt zijn. Scheurtjes
in het loopvlak en op de wangen
geven aan dat de band verouderd is.
Banden die langer dan zes jaar onder
een auto gemonteerd zijn, moeten
dan ook door een specialist worden
gecontroleerd. Dit geldt in het bij-
zonder voor het reservewiel.
Monteer nooit gebruikte banden of
banden, waarvan de herkomst onbe-
kend is.
De Phedra is voorzien van tubeless
radiaalbanden zonder binnenband.
In dit type band mag nooit een bin-
nenband worden gemonteerd.
Bij de montage van een nieuwe
band moet ook het ventiel ver-
nieuwd worden.Om een gelijke slijtage van de ban-
den op de vooras en de achteras te
verkrijgen, is het raadzaam de ban-
den om de 10.000 ÷ 15.000 km van
as te verwisselen. Hierbij moeten de
banden aan dezelfde zijde van de
auto gemonteerd blijven, zodat een
omkering van de draairichting
wordt voorkomen.RUBBER SLANGEN
Houd voor de rubber slangen van
het rem- en brandstofsysteem zeer
nauwkeurig de voorschriften aan
van het onderhoudsschema in dit
hoofdstuk. Ozon, hoge temperaturen
en het gedurende langere tijd ont-
breken van vloeistof in een systeem
zorgen ervoor dat de slangen uit-
drogen en scheuren, waardoor het
betreffende systeem gaat lekken.
Daarom is zorgvuldige controle
noodzakelijk. Verwissel de banden
niet kruiselings, waarbij
de banden van de rech-
terzijde aan de linkerzijde en
omgekeerd worden gemonteerd.
Page 210 of 246

RUITENWISSERS - ACHTERRUITWISSER
Met enkele simpele voorzorgsmaat-
regelen is het mogelijk beschadigin-
gen van het rubber te voorkomen:
– Wanneer de temperatuur onder
0°C is gedaald, moet gecontroleerd
worden of er geen ijs tussen wisser-
blad en ruit zit: Maak de wissers
zonodig vrij met een anti-vriesmid-
del.
– Verwijder eventueel opgehoopte
sneeuw van de ruit om de wisserbla-
den te beschermen en oververhitting
van de ruitenwissermotor te voorko-
men.
– Schakel de ruitenwissers/achter-
ruitwisser niet op een droge ruit in. WISSERBLADEN
Maak de wisserbladen regelmatig
schoon met een schoonmaakmiddel;
wij raden TUTELA PROFESSION-
AL SC 35aan.
Vervang de wisserbladen als het
rubber vervormd of versleten is. Het
verdient aanbeveling ten minste een
maal per jaar de wisserbladen te ver-
vangen.Wisserbladen voor vervangen fig.
16 - 17
Ga voor het vervangen van de wis-
serbladen voor als volgt te werk:
– Plaats binnen 60 seconden, met
de contactsleutel in stand Sof uitge-
nomen, de rechter hendel naar bene-
den. De ruitenwissers Akomen in
verticale stand te staan en blijven in
die stand staan.
– Verwijder de geklemde ruiten-
sproeier Bvan het wisserblad.
– Trek de wisserarm Cvan de
voorruit en plaats het wisserblad
onder een hoek van 90° ten opzichte
van de arm.
– Druk op de lip Dvan de veerklem
in het wisserblad en druk het wisser-
blad naar beneden uit de arm C.
206
Rijden met versleten
ruitenwisserbladen is
gevaarlijk, omdat ze het
zicht onder extreme atmosferi-
sche omstandigheden aanzienlijk
beperken.