Lancia Phedra 2010 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2010, Model line: Phedra, Model: Lancia Phedra 2010Pages: 246, PDF Size: 3.96 MB
Page 141 of 246

140
RIJDEN IN HET DONKER
De belangrijkste aanwijzingen die
moeten worden opgevolgd, zijn:
– rijd bijzonder voorzichtig: in het
donker rijden, vraagt veel van de con-
centratie;
– verlaag de snelheid, vooral op we-
gen zonder verlichting;
– stop bij de eerste tekenen van sla-
perigheid: voorkom risico’s voor u en
anderen. Ga pas weer rijden als u vol-
doende bent uitgerust;– houd een veilige afstand aan ten
opzichte van voorliggers; deze is gro-
ter dan overdag: het is moeilijk om de
snelheid van andere auto’s te schatten
als alleen de verlichting zichtbaar is;
– zorg ervoor dat de koplampen juist
zijn afgesteld: als ze te laag staan, is
het zicht minder en worden de ogen
sneller moe. Als ze te hoog staan, kun-
nen de bestuurders van andere auto’s
worden verblind;
– gebruikt het grootlicht alleen bui-
ten de stad en als het zeker is dat an-
dere bestuurders niet kunnen worden
verblind;
– schakel het grootlicht uit als u een
tegenligger ziet en passeer de tegen-
ligger met dimlicht;
– houd alle verlichtingsunits schoon;
– let buiten de stad op overstekende
dieren. Rijd niet met voorwerpen
op de vloer voor de be-
stuurdersstoel: tijdens het
remmen kunnen deze onder de pe-
dalen komen, waardoor het gas- of
rempedaal mogelijk niet kan wor-
den gebruikt.
Let op de dikte van even-
tuele matten: ook een
kleine storing van het
remsysteem kan er voor zorgen dat
de slag van het pedaal veel groter
wordt, dan de normale slag.Draag altijd de veilig-
heidsgordels, zowel voor
als achter en maak altijd
gebruik van eventuele zitjes voor
kinderen. Rijden zonder veilig-
heidsgordels vergroot het risico op
ernstig letsel of dodelijke afloop
bij een ongeval.
135-151 Phedra LUM NL 13-11-2009 18:19 Pagina 140
Page 142 of 246

141
RIJDEN MET REGEN
Regen en natte wegen zijn gevaarlijk.
Op een nat wegdek zijn alle ma-
noeuvres moeilijker uit te voeren, om-
dat de wrijving tussen de banden en
het wegdek aanzienlijk lager is.
Daarom is de remweg aanzienlijk lan-
ger en de grip op het wegdek lager.
De belangrijkste aanwijzingen die
moeten worden opgevolgd, zijn:
– verlaag de snelheid en houd een
grotere veilige afstand ten opzichte
van voorliggers aan;
– als het hard regent, wordt ook het
zicht minder. Schakel in dat geval,
ook overdag, het dimlicht in, zodat
u beter zichtbaar bent voor anderen;
– rijd niet met hoge snelheid door
plassen houd het stuur goed vast: als
hard door een plas wordt gereden,
kan de controle over het voertuig wor-
den verloren omdat de grip lager
wordt („aquaplaning”);– plaats de bedieningsorganen van de
klimaatregeling zo dat wordt ontwas-
emd en goed zicht wordt gehouden;
– controleer regelmatig de conditie
van de ruitenwisserrubbers voor en
achter.
RIJDEN IN DE MIST
Probeer te voorkomen dat gereden
moet worden in dichte mist.
Neem de volgende raadgevingen in
acht als gereden moet worden bij ne-
vel, mist of kans op mistbanken:
– houd een matige snelheid aan;
– schakel, ook overdag, de dimlich-
ten in en, zo nodig, de mistlampen
voor en het mistachterlicht. Schakel
het grootlicht niet in.BELANGRIJKSchakel bij goed
zicht het mistachterlicht uit; de lich-
tintensiteit van deze verlichting kan
hinderlijk zijn voor weggebruikers
achter de auto.
Door mist wordt het wegdek ook
vochtig, waardoor alle manoeuvres
moeilijker zijn uit te voeren en de
remweg groter wordt.
– houd een ruime veilige afstand aan
ten opzichte van de auto voor u;
– voorkom zo veel mogelijk plotse-
linge snelheidswijzigingen;
– voorkom zo mogelijk dat andere
auto’s moeten worden ingehaald;
– als krachtig geremd moet worden
(door een defect of omdat het bv. on-
mogelijk is verder te rijden door het
slechte zicht), probeer dan buiten de
rijweg te stoppen. Schakel vervolgens
de waarschuwingsknipperlichten in
en, indien mogelijk, het dimlicht;
– druk herhaaldelijk op de claxon als
u een andere auto denkt waar te ne-
men.
135-151 Phedra LUM NL 13-11-2009 18:19 Pagina 141
Page 143 of 246

142
RIJDEN IN DE BERGEN
De belangrijkste aanwijzingen die
moeten worden opgevolgd, zijn:
– gebruik bij een helling naar bene-
den de remwerking van de motor,
schakel een lage versnelling in, zodat
de remmen niet oververhit raken;
– rijd beslist niet van een helling met
een uitgeschakelde motor of in vrij
en zeker niet met een uitgenomen
contactsleutel;
– rijd met matige snelheid en voor-
kom dat bochten moeten worden „af-
gesneden”;
– inhalen op een helling omhoog,
duurt veel langer en vereist een zeer
lange lege weg. Als u wordt ingehaald
op een helling omhoog, maak het dan
voor de inhalende auto zo makkelijk
mogelijk.RIJDEN OP SNEEUW EN IJS
De belangrijkste aanwijzingen die
moeten worden opgevolgd, zijn:
– houd een matige snelheid aan;
– houd een ruime veilige afstand aan
ten opzichte van de auto voor u;
– monteer op een besneeuwde weg
sneeuwkettingen; zie hiervoor de pa-
ragraaf „Sneeuwkettingen” in dit
hoofdstuk;
– blijf niet lang met draaiende mo-
tor stilstaan in diepe sneeuw: door de
sneeuw kan het uitlaatgas in het inte-
rieur komen;
– gebruik bij voorkeur de remwer-
king van de motor en voorkom dat
krachtig moet worden geremd;
– voorkom plotseling versnellen en
dat plotseling van richting moet wor-
den veranderd;– in de winter kunnen, ook op een
droge weg, ijssporen aanwezig zijn;
wees voorzichtig op delen van het
wegdek die weinig zonlicht krijgen
door de aanwezigheid van bomen en
rotsen; op deze delen van het wegdek
kunnen ijssporen aanwezig zijn.
RIJDEN MET ABS
Het ABS-systeem is een onderdeel
van het remsysteem dat voornamelijk
2 voordelen heeft:
1) het voorkomt het blokkeren en
vervolgens slippen van de wielen tij-
dens een noodstop, vooral onder om-
standigheden met weinig grip;
2) het maakt het mogelijk dat tege-
lijkertijd geremd en gestuurd kan
worden, zodat onverwachte obstakels
kunnen worden vermeden of de auto
tijdens het remmen in de gewenste
richting kan worden gestuurd; deze
functie wordt uiteraard beperkt door
de griplimieten van de band.
135-151 Phedra LUM NL 13-11-2009 18:19 Pagina 142
Page 144 of 246

143
De belangrijkste aanwijzingen die
moeten worden opgevolgd, zijn:
– tijdens een noodstop of bij weinig
grip kan een trillend rempedaal wor-
den waargenomen; dit is een teken
dat het ABS-systeem werkt; laat het
pedaal niet los, maar houdt het inge-
trapt om de remwerking niet te laten
stoppen;
– het ABS-systeem voorkomt het
blokkeren van de wielen, maar ver-
hoogt de grip tussen de band en het
wegdek niet; daarom moet, ook bij
auto’s met ABS altijd een veilige af-
stand tot de voor u rijdende auto wor-
den aangehouden en moet de snelheid
in een bocht worden beperkt.
Het ABS-systeem dient om de be-
stuurbaarheid van de auto te verbete-
ren en niet om harder te kunnen rijden.
KOSTENBESPARING EN
MILIEUBESCHERMING
Banden
Controleer regelmatig, ten minste
een keer per maand, de spanning van
de banden: als de spanning te laag is,
wordt de weerstand groter en neemt
het verbruik toe. Bovendien slijten de
banden sneller, wordt het weggedrag
negatief beïnvloed en wordt daardoor
de veiligheid in gevaar gebracht.
Overbodige bagage
Rijd nooit met te veel bagage in de
bagageruimte. Het gewicht van de
auto (vooral in stadsverkeer) en de
wieluitlijning hebben grote invloed op
het brandstofverbruik en de stabiliteit. Hieronder worden enige nuttige tips
gegeven om kosten te besparen en het
milieu te sparen.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Onderhoud van de auto
De conditie van de auto is zeer be-
langrijk bij het beperken van het
brandstofverbruik, het comfort tijdens
de rit en de levensduur van de auto.
Daarom moet het onderhoud volgens
het Geprogrammeerd Onderhouds-
schema worden uitgevoerd (zie de on-
derdelen … luchtfilter enz.) in het
hoofdstuk „Onderhoud van de auto”.
135-151 Phedra LUM NL 13-11-2009 18:19 Pagina 143
Page 145 of 246

144
Imperiaal/skidrager
Verwijder de imperiaal of de skidra-
ger als deze niet wordt gebruikt. Deze
accessoires verminderen de aerodyna-
mica van de auto, waardoor het brand-
stofverbruik toeneemt. Gebruik voor
het vervoer van volumineuze voorwer-
pen bij voorkeur een aanhanger.
Stroomverbruikers
Gebruik elektrische accessoires uit-
sluitend als u ze nodig hebt. De ach-
terruitverwarming, de extra verlichting,
de ruitenwissers, de klimaatregeling ge-
bruiken veel energie en verhogen daar-
mee het brandstofverbruik (tot +25%
in het stadsverkeer).
Airconditioning
De airconditioning gebruikt zeer veel
energie, waardoor de motor zwaar
wordt belast en het brandstofverbruik
sterk toeneemt (met gemiddeld
+20%). Gebruik wanneer de buiten-
temperatuur het toelaat, bij voorkeur
de functies van het ventilatiesysteem.
Aerodynamische accessoires
Het gebruik van niet goedgekeurde
aerodynamische accessoires kan de
aerodynamica negatief beïnvloeden,
waardoor het brandstofverbruik zal
toenemen.RIJSTIJL
Starten
Laat de motor niet warmdraaien met
stationair toerental en ook niet met
een hoog toerental als de auto stilstaat:
onder deze omstandigheden warmt de
motor veel langzamer op, terwijl het
verbruik en de schadelijke uitlaatgas-
emissie toenemen. Het is beter om
rustig weg te rijden en geen hoge toe-
rentallen te gebruiken. Op deze ma-
nier warmt de motor sneller op.
Overbodige handelingen
Trap het gaspedaal niet in als u stil-
staat voor een stoplicht of voordat u
de motor afzet. Gas geven voordat de
motor wordt afgezet of het zoge-
naamde „tussengas” als wordt over-
geschakeld, zijn bij moderne auto’s
geheel overbodig. Het kost brandstof
en verhoogt de uitstoot van schade-
lijke uitlaatgassen.
135-151 Phedra LUM NL 13-11-2009 18:19 Pagina 144
Page 146 of 246

145
Keuze van de versnellingen
Gebruik als het verkeer en de weg
het toelaten de hoogste versnelling.
Het inschakelen van een lage versnel-
ling voor een snelle acceleratie ver-
hoogt het brandstofverbruik.
Als een onjuiste versnelling is inge-
schakeld, nemen ook het brandstof-
verbruik, de uitstoot van schadelijke
stoffen en de slijtage van de motor toe.
Maximumsnelheid
Het brandstofverbruik neemt aan-
zienlijk toe bij een hogere snelheid: als
de snelheid wordt verhoogd van 90
naar 120 km/h, neemt het brandstof-
verbruik met ongeveer 30% toe. Rijd
daarom zoveel mogelijk met een ge-
lijkmatige snelheid, vermijd overbo-
dig remmen en optrekken. Dit kost
brandstof en verhoogt de uitstoot van
schadelijke uitlaatgassen. Wij raden u
daarom aan om rustig te rijden en een
veilige afstand te bewaren van de au-
to’s die voor u rijden, waardoor u tij-
dig kunt reageren op gevaarlijke situ-
aties (bv. kettingbotsingen).Acceleratie
Als krachtig wordt geaccelereerd,
bereikt de motor een hoog toerental,
waardoor het brandstofverbruik en de
uitstoot van schadelijke stoffen toene-
men; trek daarom geleidelijk op.
GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN
Koude start
Bij korte ritten en regelmatig koud
starten bereikt de motor niet de opti-
male bedrijfstemperatuur. Hierdoor
neemt niet alleen het brandstofver-
bruik toe (van 15 tot aan 30% in
stadsverkeer) maar ook de uitstoot
van schadelijke uitlaatgassen.Verkeerssituatie en conditie
van het wegdek
Op een drukke weg bijvoorbeeld bij
filerijden, waarbij overwegend lage
versnellingen worden gebruikt, of in
de stad waar zich veel verkeerslichten
bevinden, zal het brandstofverbruik
aanzienlijk hoger zijn. Bochtige tra-
jecten, bergwegen en een slecht weg-
dek dragen eveneens bij aan een ho-
ger brandstofverbruik.
Stilstaan in het verkeer
Als u langere tijd stilstaat (bv. spoor-
wegovergangen), is het raadzaam de
motor uit te zetten.
135-151 Phedra LUM NL 13-11-2009 18:19 Pagina 145
Page 147 of 246

146
ECONOMISCH EN MILIEUBEWUST RIJDEN
ONDERHOUD VAN DE
EMISSIEREDUCTIESYSTEMEN
Als de emissiereductiesystemen cor-
rect werken, wordt niet alleen milieu-
vriendelijk gereden, maar wordt ook
het rendement van de auto beïnvloed.
Het in goede conditie houden van
deze systemen is de belangrijkste
voorwaarde voor milieubewust en
economisch rijden.
De eerste voorzorgsmaatregel is het
zorgvuldig opvolgen van het Gepro-
grammeerd Onderhoud.
Gebruik uitsluitend diesel voor mo-
torvoertuigen (specificatie EN590). Het milieu is een van de uitgangs-
punten geweest bij de ontwikkeling
van de auto. Het is niet voor niets dat
resultaten van zijn emissiereductie-
systemen boven de geldende normen
liggen.
Het milieu heeft recht op maximale
aandacht van iedereen.
De automobilist kan door enkele
simpele aanwijzingen op te volgen,
voorkomen dat hij/zij onnodig schade
aan het milieu toebrengt. Vaak wordt
door die aanwijzingen ook het brand-
stofverbruik beperkt.
Over dit onderwerp vindt u hierna
diverse nuttige tips, die een geheel
vormen met de tips met het symbool
#die u in diverse hoofdstukken van
dit instructieboekjeboekje kunt vin-
den.
We vragen uw aandacht voor al deze
tips.Als de motor moeilijk aanslaat, voer
dan geen langdurige startpogingen
uit. Vermijd aanduwen, aanslepen of
rollend starten: al deze handelingen
kunnen de katalysator beschadigen.
Maak voor een noodstart uitsluitend
gebruik van een hulpaccu.
Als de motor tijdens de rit „slecht
draait”, rijd dan verder, waarbij zo
weinig mogelijk van de motor wordt
gevraagd; wend u zo snel mogelijk tot
deLancia-dealer.
Als het waarschuwingslampje van de
brandstofreserve brandt, tank dan zo
snel mogelijk. Een laag brandstofni-
veau kan een onregelmatige brand-
stoftoevoer veroorzaken waardoor de
temperatuur van de uitlaatgassen
stijgt; hierdoor kan de katalysator
ernstig beschadigen.
135-151 Phedra LUM NL 13-11-2009 18:19 Pagina 146
Page 148 of 246

147
Laat de motor voordat u wegrijdt
niet warmdraaien met stationair toe-
rental, behalve als de buitentempera-
tuur zeer laag is; ook in dat geval mag
de motor niet langer dan 30 seconden
warmdraaien.Monteer geen andere hitteschilden
en verwijder de bestaande hitteschil-
den op de katalysator en de uitlaat
niet.TREKKEN VAN
AANHANGERS
BELANGRIJKE TIPS
Voor het trekken van aanhangwa-
gens of caravans moet de auto uitge-
rust zijn met een trekhaak van een
goedgekeurd type en een adequate
elektrische installatie.
Om schade aan het elektrische sys-
teem van de auto te voorkomen, moet
een speciale regeleenheid voor de aan-
hanger worden geïnstalleerd.
De montage van de trekhaak moet
door gespecialiseerd personeel worden
uitgevoerd. Ook moet documentatie
worden overhandigd m.b.t. het rijden
met een aanhanger.
Monteer zo nodig speciale en/of ex-
tra achteruitkijkspiegels, waarmee
u voldoet aan de geldende verkeers-
wetgeving.
Let er op dat het maximale klimver-
mogen van de auto door het gewicht
van een aanhanger wordt beperkt.
Bovendien wordt de remweg langer en
is meer tijd nodig om in te halen. Onder normale bedrijfs-
omstandigheden bereikt
de katalysator hoge tempe-
raturen. Parkeer daarom niet bo-
ven brandbare materialen (gras,
droge bladeren, dennennaalden
enz.): brandgevaar.
Spuit niets op de kataly-
sator, de lambdasonde en
de uitlaat.
Als deze normen niet in
acht worden genomen,
neemt het risico op brand
toe.
135-151 Phedra LUM NL 13-11-2009 18:19 Pagina 147
Page 149 of 246

148
Schakel een lage versnelling in tij-
dens het afdalen om te voorkomen dat
u constant moet remmen.
Het gewicht van de aanhanger dat
op de trekhaak rust, moet worden af-
getrokken van het laadvermogen van
de auto.
Om er zeker van te zijn dat u het
maximaal toelaatbaar aanhangerge-
wicht niet overschrijdt (aangegeven
op de typegoedkeuring), moet u er re-
kening mee houden dat het maximum
betrekking heeft op het totale gewicht
van de aanhangwagen of caravan, in-
clusief accessoires en bagage.
Houd u aan de snelheidsbeperkin-
gen die voor auto’s met aanhanger
gelden. U mag in geen geval harder
rijden dan 100 km/h.Het ABS-systeem regelt
niet het remsysteem van de
aanhanger. Wees daarom
extra voorzichtig op gladde wegen.Wijzig beslist op geen en-
kele wijze het remsysteem
van de auto. Het remsy-
steem van de aanhanger moet ge-
heel onafhankelijk van het hy-
draulische remsysteem van de auto
werken.
135-151 Phedra LUM NL 13-11-2009 18:19 Pagina 148
Page 150 of 246

149
De prestaties van de winterbanden
nemen aanzienlijk af als de profiel-
diepte minder is dan 4 mm. In dat ge-
val is het veiliger ze te vervangen.
Door de specifieke eigenschappen
van winterbanden zijn de prestaties
onder niet-winterse omstandigheden
of wanneer er lange afstanden op de
snelweg worden gereden, minder dan
die van de standaard gemonteerde
banden.
Beperk het gebruik van winterban-
den tot die omstandigheden waarvoor
ze zijn goedgekeurd.
BELANGRIJKAls winterbanden
worden gebruikt met een maximum-
snelheidsindex lager dan de snelheid
die de auto kan bereiken (vermeer-
derd met 5%), breng dan goed zicht-
baar voor de bestuurder in het interi-
eur een waarschuwing aan, waarop de
toegestane maximumsnelheid van de
winterbanden is aangegeven (in over-
eenstemming met de EG-richtlijn).WINTERBANDEN
Dit zijn speciaal ontwikkelde banden
voor het rijden op sneeuw en ijs, die
in plaats van de standaard banden
worden gemonteerd.
Gebruik winterbanden die dezelfde
maat hebben als de standaard gele-
verde banden.
DeLancia-dealerkan u informe-
ren over de meest geschikte band
voor het doel waarvoor u de band wilt
gebruiken.Monteer op alle vier de wielen de-
zelfde banden (zelfde merk en profiel)
voor een grotere veiligheid tijdens de
rit en als wordt geremd en voor en
goede bestuurbaarheid.
Keer de draairichting van de banden
niet om.
De maximumsnelheid van
winterbanden met de indi-
catie „Q” is 160 km/h: met
de indicatie „T” is 190 km/h, met
indicatie „H” is 120 km/h; houd
u altijd aan de geldende verkeers-
wetgeving.
135-151 Phedra LUM NL 13-11-2009 18:19 Pagina 149