Lancia Thema 2011 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2011, Model line: Thema, Model: Lancia Thema 2011Pages: 324, PDF Size: 3.72 MB
Page 261 of 324

Als het voertuig moet worden geduwd
of gesleept in gevallen waarbij de
transmissie niet uit PARK kan worden
geschakeld (bijvoorbeeld een lege
accu), kunt u de handmatige parkeer-
ontgrendeling gebruiken.
Volg deze stappen voor het gebruik
van de handmatige parkeerontgren-deling: OPMERKING:
Zorg ervoor dat het voertuig niet
per ongeluk weg kan rollen door
de parkeerrem stevig aan te trek-ken.
1. Verwijder de opbergbak in de con-
sole om toegang te krijgen tot hendel
van de handmatige parkeerontgren-deling.2. Gebruik een kleine schroeven-
draaier of een gelijkwaardig gereed-
schap en haal de verankeringsband
naar boven door de opening in de
bodem van de console.
3. Steek de schroevendraaier in de
sleuf in het midden van de hendel en
duw het grendellipje naar rechts.
4. Terwijl u het grendellipje vast-
houdt, trekt u aan de ankerband om
de hendel omhoog en naar achter te
bewegen totdat hij in verticale positie
op zijn plaats klikt. Het voertuig is nu
uit de parkeerstand gehaald en kan
worden gesleept. Ontgrendel de par-
keerrem pas nadat het voertuig veilig
is verbonden aan een sleepvoertuig.
Voor het terugstellen van de hand-
matige parkeerontgrendeling:
1. Duw de pal (onderaan de achter-
zijde van de hendel) naar achteren
(van de hendel af) om de hendel te
ontgrendelen.
2. Draai de hendel van de handma-
tige parkeerontgrendeling naar voren
en beneden naar zijn oorspronkelijke
positie, totdat het grendellipje op zijn
plaats springt waardoor de hendel
wordt vergrendeld.
3. Trek voorzichtig aan de anker-
band om te controleren of de hendel is
vergrendeld in de beginpositie.
4. Stop de ankerband terug op de
bodem van de console. Plaats de op-
bergbak terug in de console.
Opbergbak console
Borglip
Ankerband
255
Page 262 of 324

SLEPEN VAN EEN DEFECTE AUTO
Sleepmethode Wielen LOS van de grond ALLE MODELEN
Slepen met alle wielen op de grond Geen Als de transmissie werkt:
Transmissie in
NEUTRAL
max snelheid 48 km/u
max afstand 24 km (vijftraps transmissie)
max afstand 48 km (achttraps transmissie)
Wiellift
Voor
Achter OK
Autoambulance ALLE BESTE METHODE
Het juiste sleep- of takelgereedschap
is vereist om schade aan uw auto te
voorkomen. Gebruik uitsluitend
sleepstangen en andere apparaten
welke voor dit specifieke doel zijn ont-
wikkeld. Volg hierbij altijd nauwgezet
de instructies van de fabrikant. Het
gebruik van veiligheidskettingen is
verplicht. Bevestig sleepstangen of
andere sleepmiddelen altijd aan een
dragend deel van het voertuig, nooit
aan bumpers of hieraan bevestigde
beugels. De nationale en plaatselijke
wetten m.b.t. het slepen van voertui-
gen moeten worden opgevolgd.
Wanneer u tijdens het slepen accessoi-
res wenst te gebruiken (ruitenwissers,
ruitontdooier, enz.), dient de contact- schakelaar in stand ON/RUN te staan
en niet in stand ACC.
Wanneer de accu van het voertuig leeg
is, raadpleeg "Keuzehendel ontgren-
delen" in "Wat te doen in noodgeval-
len" voor instructies hoe de automati-
sche versnellingsbak uit de PARK-
stand te schakelen voor het afslepen.
LET OP!
Gebruik geen takelsysteem met
sleeplus om de auto te slepen. Dit
kan de bumper beschadigen.
(Vervolgd)
LET OP!(Vervolgd)
Bij het vastmaken van de auto op
een sleepwagen mogen de onder-
delen in de wielophanging vóór of
achter niet worden vastgemaakt.
Door een foutieve sleepwijze kan
uw auto worden beschadigd.
Duw of sleep deze auto niet met
een andere auto aangezien schade
aan de bumper en de versnelling
kan worden toegebracht.
Als het gesleepte voertuig be-
stuurd moet worden, moet het
contactslot in de stand ON/RUN
staan en niet in de stand LOCK ofACC.
256
Page 263 of 324

De fabrikantraadt afom deze auto
op een dolly te slepen. U kunt zo
schade toebrengen aan de auto.
De fabrikant raadt aan de auto op
bijvoorbeeld een autoambulance te
vervoeren (alle wielen VANde grond).
Als geen autoambulance beschikbaar
is en de transmissie werkt nog kan de
auto onder de volgende voorwaarden
horizontaal worden vervoerd (alle
wielen op de grond):
De versnellingspook moet in de stand NEUTRAL staan.
De af te leggen afstand mag niet groter zijn dan 24 km met een vijf-
traps transmissie of groter dan
48 km met een achttraps transmis-sie.
De sleepsnelheid mag niet meer dan 48 km/u bedragen. Als de transmissie niet kan worden
bediend, of als het voertuig sneller
moet worden gesleept dan 48 km/u of
verder dan 24 km met een vijftrap-
stransmissie of 48 km met een acht-
trapstransmissie, moet het voertuig
worden gesleept met de achterwielen
LOS van de grond (met een autoam-
bulance, of gebruik een wiellift voor
het optillen van de achterwielen en
schakel de transmissie in de standNEUTRAAL).
LET OP!
Als u deze sleepmethoden niet volgt,
kan dit ernstige schade aan de trans-
missie tot gevolg hebben. Dergelijke
schade wordt niet gedekt door de
beperkte garantie van een nieuwvoertuig.
Zonder contactsleutel
Er moeten speciale voorzorgsmaatre-
gelen worden genomen wanneer de
auto wordt gesleept met het contact in
de stand OFF. De enige goedgekeurde
methode voor slepen zonder contact-
sleutel is op een dieplader. Geschikte
sleepuitrusting is noodzakelijk om
schade aan de auto te voorkomen.
257
Page 264 of 324

258
Page 265 of 324

7
ONDERHOUD VAN UW AUTO
MOTORCOMPARTIMENT — 3,6 L . . . . . . . . . . . 262
MOTORCOMPARTIMENT — 3,0L DIESEL . . . . . 263
BOORDDIAGNOSESYSTEEM — OBD II . . . . . . . 264
VERVANGINGSONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . 264
ONDERHOUDSPROCEDURES . . . . . . . . . . . . . . 264 MOTOROLIE – BENZINEMOTOR . . . . . . . . . . 265
MOTOROLIE – DIESELMOTOR . . . . . . . . . . . 265
SYNTHETISCHE MOTOROLIE . . . . . . . . . . . 265
ADDITIEVEN VOOR MOTOROLIE . . . . . . . . . 266
AFVOEREN VAN AFGEWERKTEMOTOROLIE EN FILTERS . . . . . . . . . . . . . . . 266
Motoroliefilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 266
LUCHTREINIGINGSFILTER BENZINEMOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 266
ONDERHOUDSVRIJE ACCU . . . . . . . . . . . . . 266
ONDERHOUD VAN DE AIRCONDITIONING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 267
Aircoluchtfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 268
SMEREN VAN CARROSSERIEDELEN . . . . . . 269
WISSERBLADEN VOORRUITWISSERS . . . . . 269
RUITENSPROEIERVLOEISTOF BIJVULLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 270
259
Page 266 of 324

ACTIEVE REGENERATIESTRATEGIE – 3,0LDIESELMOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 270
UITLAATSYSTEEM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 270
KOELSYSTEEM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 272
REMSYSTEEM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 275
AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK . . . . . 277
ACHTERAS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 278
VERZORGING VAN DE AUTO EN BESCHERMING TEGEN ROEST . . . . . . . . . . 278
ZEKERINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 281 GEÏNTEGREERDE VOEDINGSMODULE . . . . 281
STROOMVERDEELKAST ACHTER . . . . . . . . 284
STALLEN VAN DE AUTO . . . . . . . . . . . . . . . . . . 287
VERVANGINGSLAMPEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . 287
GLOEILAMPEN VERVANGEN . . . . . . . . . . . . . . 288 DIMLICHT, GROOTLICHT,PARKEERLICHT/RICHTINGAANWIJZER,
PARKEERLICHT RECHTS,
PARKEERLICHT LINKS . . . . . . . . . . . . . . . . 288
RICHTINGAANWIJZERS VÓÓR . . . . . . . . . . . 288
RICHTINGAANWIJZER ACHTER EN ACHTERUITRIJLAMPEN . . . . . . . . . . . . . . . . 289
Kentekenverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 289
INHOUD VLOEISTOFFEN . . . . . . . . . . . . . . . . . 290
260
Page 267 of 324

VLOEISTOFFEN, SMEERMIDDELEN ENORIGINELE ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . 291
MOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291
CHASSIS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 292
261
Page 268 of 324

MOTORCOMPARTIMENT — 3,6 L1 — Geïntegreerde voedingsmodule (zekeringen) 5 — Luchtfilter
2 — Peilstok motorolie6 — Vulopening motorolie
3 — Deksel reservoir remvloeistof 7 — Aansluiting hulpstartkabel (pluspool)
4 — Reservoir koelvloeistof 8 — Reservoir ruitensproeiervloeistof
262
Page 269 of 324

MOTORCOMPARTIMENT — 3,0L DIESEL1 — Volledig geïntegreerde voedingsmodule (zekeringen) 5 — Luchtfilter motor
2 — Vulopening motorolie 6 — Peilstok motorolie
3 — Reservoir remvloeistof 7 — Reservoir ruitensproeiervloeistof
4 — Reservoir koelvloeistof263
Page 270 of 324

BOORDDIAGNOSESYSTEEM
— OBD IIUw auto is uitgerust met een geavan-
ceerd diagnosesysteem dat OBD II
heet (On-Board Diagnostic). Dit sys-
teem bewaakt de regelsystemen voor
uitlaatgasemissie, de motor en de au-
tomatische versnellingsbak. Als deze
systemen correct werken, zal uw auto
uitstekende prestaties leveren, brand-
stof besparen en lage emissiewaarden
hebben die aan de strengste eisen vol-doen.
Als een van deze systemen onderhoud
nodig heeft, zorgt het boorddiagnose-
systeem (OBD) ervoor dat het "sto-
ringslampje" (MIL) gaat branden.
Daarnaast slaat het systeem diagnos-
tische codes en andere gegevens op die
de onderhoudstechnicus kunnen hel-
pen bij het uitvoeren van reparaties.
Hoewel u gewoonlijk nog kunt rijden
en niet gesleept hoeft te worden, kunt
u toch best zo spoedig mogelijk uw
erkende dealer opzoeken voor repara-tie.
LET OP!
Als u lange tijd blijft rijden meteen brandend storingsindicatie-
lampje (MIL), kan het emissiere-
gelsysteem verder beschadigd ra-
ken. Bovendien zal de motor meer
verbruiken en niet optimaal
draaien. De auto moet naar de
garage om emissietests te kunnen
uitvoeren.
Als het storingslampje (MIL)
knippert terwijl de motor draait,
treden schade aan de katalysator
en vermogensverlies op. Raad-
pleeg onmiddellijk uw dealer.
VERVANGINGSONDER- DELEN
Het gebruik van originele onderdelen
voor normaal/periodiek onderhoud
en voor reparaties wordt ten zeerste
aanbevolen om zeker te zijn van de
gespecificeerde prestaties. Schade en
storingen die worden veroorzaakt
door het gebruik van andere dan ori-
ginele onderdelen voor onderhoud en
reparaties worden niet gedekt door de
garantie van de fabrikant. ONDERHOUDSPROCE- DURES
De volgende pagina's bevatten de vereiste
onderhoudswerkzaamheden
zoals vastgesteld door de fabrikant
van uw auto.
Naast de onderhoudsaspecten die ge-
noemd zijn in het onderhoudsschema
zijn er nog andere componenten die
op een later tijdstip onderhouden of
vervangen moeten worden.
LET OP!
Het niet goed onderhouden van uw voertuig of het achterwege la-
ten van benodigde beurten en re-
paraties kan leiden tot duurdere
reparaties, schade aan andere on-
derdelen of slechtere prestaties
van het voertuig. Laat mogelijke
storingen onmiddellijk onderzoe-
ken bij een erkende dealer of ga-ragebedrijf.
(Vervolgd)
264