Lancia Voyager 2012 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2012, Model line: Voyager, Model: Lancia Voyager 2012Pages: 376, PDF Size: 4.31 MB
Page 291 of 376

Met bevestigingspunt
1. Bij een afneembare trekhaak moet
de kabel door het bevestigingspunt
worden geleid en aan zichzelf met een
klem worden vastgezet.
2. Bij een vaste trekhaak met kogel
moet de klem rechtstreeks op het
daarvoor bestemde punt worden be-
vestigd. Deze alternatieve oplossing
moet specifiek zijn toegelaten door de
fabrikant van de aanhanger, omdat de
klem wellicht niet sterk genoeg is voor
gebruik op deze manier.Zonder bevestigingspunten
1. Bij een trekhaak met afneembare
kogel dient u zich te houden aan de
door de fabrikant of leverancier aan-
bevolen werkwijze.
2. Bij de sleepbalk met vaste kogel
moet de kabel in een lus rond de hals
van de sleepkogel worden gelegd. Als
u de kabel op deze manier bevestigt,
slechts één lus leggen.Trekgewichten (maximaleaanhangergewichten)
In de onderstaande tabel worden de
maximale aanhangergewichten voor
uw type aandrijflijn weergegeven.
Motor/
Trans- missie Max. GTW
(max. toe- laatbaar
aanhanger- gewicht) Disselge-
wicht van de aan-
hanger
(zie op-
merking)
Alle 1.600 kg 65 kg
De maximale rijsnelheid met
aanhanger bedraagt 100 km/u,
maar soms is in lokale wetgeving
een lagere rijsnelheid voorge- schreven.
OPMERKING:
Het disselgewicht van de aanhan-
ger moet worden opgeteld bij het
Klem/lus-methode afneembare kogel
Klem/lus-methode vaste kogel
Hals/lus-methode afneembare kogel
Hals/lus-methode vaste kogel
285
Page 292 of 376

gewicht van inzittenden en lading
en mag nooit hoger zijn dan de
waarde die is aangegeven op het
banden- en beladingsplaatje. Het
banden- en beladingsplaatje be-
vindt zich op de stijl van het be-
stuurdersportier.
Aanhanger- en disselgewicht
Lading die schommelt boven de wie-
len of aan de achterzijde zwaarder is
dan aan de voorzijde, kan leiden toternstigzijwaarts slingeren, waardoor
de bestuurder de controle over de auto
en aanhanger kan verliezen. Het on-
voldoende voorin plaatsen van vracht
vormt een belangrijke oorzaak van
ongevallen met aanhangers.
Overschrijd nooit het maximum dis-
selgewicht van de aanhanger dat op
uw trekhaak is gestempeld.
Houd rekening met het volgende bij
het berekenen van het gewicht op de
achteras van de auto:
Het door de aanhanger uitgeoe-
fende verticale gewicht op de trek- haak. Het gewicht van alle lading en uit-
rusting die in of aan de auto isaangebracht.
Het gewicht van de bestuurder en alle passagiers.
OPMERKING:
Denk eraan dat alle gewicht dat u
in of op de aanhanger plaatst, bij-
draagt aan de belasting van de
auto. Extra in de fabriek of door de
dealer geplaatste accessoires moe-
ten ook worden meegenomen bij
de berekening van de totale bela-
ding van uw auto. Raadpleeg het
banden- en beladingsplaatje op de
stijl van het bestuurdersportier
voor het maximum gecombineerde
gewicht van passagiers en lading
voor uw auto.
Vereisten voor het trekken van de aanhanger
Voor een juiste inrijperiode van de
aandrijflijn van uw nieuwe auto
wordt aanbevolen de onderstaande
richtlijnen te volgen:
LET OP!
Tijdens de eerste 805 km die met uw nieuwe voertuig worden gere-
den, mag geen aanhangwagen
worden aangekoppeld. Hierdoor
kunnen de motor, de as of andere
onderdelen beschadigd raken.
Daarna mag tijdens de eerste
805 km die met een aanhangwa-
gen worden gereden niet harder
dan 80 km/u worden gereden en
niet vol gas uit stilstand worden
weggereden. Op deze manier kun-
nen de motor en overige onderde-
len van het voertuig op juiste wijze
worden ingereden onder zwaar-
dere belasting.WAARSCHUWING!
Onjuist trekken van een aanhanger
kan leiden tot ongevallen en letsel.
Volg de onderstaande richtlijnen om
uw aanhanger zo veilig mogelijk te
trekken:
(Vervolgd)
286
Page 293 of 376

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Zorg dat de lading stevig is vast-
gezet en tijdens het rijden niet kan
schuiven. Als u de vracht niet
goed vastzet, kunnen tijdens het
rijden veranderingen in de ge-
wichtsverdeling optreden die u als
bestuurder niet kunt controleren.
U kunt de controle over het stuur
verliezen en een ongeval veroorza-ken.
Trekhaken mogen uitsluitend
door bevoegde vakmensen wor-
den gemonteerd.
Als u vracht vervoert of een aan-
hanger trekt, belaad de auto of de
aanhanger dan nooit te zwaar.
Overbelading kan ertoe leiden dat
u de macht over het stuur verliest,
tot slechte prestaties of beschadi-
ging van remmen, as, motor,
transmissie, stuurinrichting, op-
hanging, chassis of banden.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Breng altijd veiligheidskettingen
aan tussen uw auto en uw aan-
hanger. Maak de kettingen altijd
vast aan het frame of de daarvoor
bestemde haken aan de trekhaak.
Voer de kettingen kruiselings on-
der de dissel door en zorg dat deze
voldoende lang zijn om bochten te
kunnen nemen.
Parkeer een auto met aanhanger
nooit op een helling. Als u een
auto met aanhanger parkeert, be-
krachtig dan altijd de handrem
van de auto. Zet de automatische
versnellingsbak van de sleepauto
in PARK. Plaats altijd blokken
voor de wielen van de aanhanger.
Overschrijd nooit het GCWR. Het totale gewicht moet worden
verdeeld tussen de auto en de
aanhanger, zodat de volgende
vier waarden niet worden over-schreden:
1. Maximaal toelaatbaar totaalge-wicht
2. GTW
3. GAWR
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
4. Disselgewichtwaarde van de aan-
hanger voor de gebruikte trekhaak.
Vereisten voor het trekken van
een aanhanger – Banden
Probeer de aanhanger niet te trek- ken wanneer een noodreservewiel is
gemonteerd.
Voor een comfortabel en veilig ge- bruik van uw auto is een juiste ban-
denspanning absoluut noodzake-
lijk. Zie "Banden – algemene
Informatie" in "Starten en rijden"
voor de juiste procedures voor het
op spanning brengen van de ban-den.
Controleer de bandenspanning van de aanhanger alvorens deze te ge-bruiken.
Controleer de banden op slijtage of zichtbare beschadigingen alvorens
de aanhanger te gebruiken. Zie
"Banden – Algemene Informatie"
onder "Starten en rijden" voor de
juiste controleprocedure.
Zie voor het verwisselen van ban- den het gedeelte "Banden – alge-
287
Page 294 of 376

mene informatie" in "Starten en
bedienen" voor de juiste procedures
bij het verwisselen van banden. Het
vervangen van banden door exem-
plaren met een hogere belastingsca-
paciteit leidt niet tot verhoging van
de GVWR- en GAWR-limieten van
de auto.
Vereisten voor het trekken van
een aanhanger –Aanhangerremmen
Sluit het hydraulische remsysteem of vacuümsysteem van uw auto niet aan op dat van de aanhanger.
Dit kan leiden tot onjuist remge-
drag en lichamelijk letsel.
Bij het trekken van een aanhanger met hydraulisch geregelde remmen
is geen elektronische remregelmo-
dule voor de aanhanger vereist.
Aanhangwagenremmen worden aanbevolen voor aanhangwagens
van meer dan 450 kg en zijn ver-
plicht op aanhangwagens van meer
dan 750 kg.
LET OP!
Als de aanhanger geladen meer
weegt dan 450 kg, moet deze zijn
voorzien van eigen remmen met vol-
doende remvermogen. Wanneer dit
niet het geval is, slijten de remvoe-
ringen sneller, is meer pedaalkracht
vereist en wordt de remweg langer.WAARSCHUWING!
Sluit de remmen van de aanhan-ger niet aan op de hydraulische
remleidingen van uw auto. Dit
kan leiden tot overbelasting en
uitval van het remsysteem. Dan
kan het voorkomen dat u niet
kunt remmen wanneer dit nodig is
en zo een ongeval veroorzaakt.
Bij het trekken van een aanhanger
moet u rekening houden met een
langere remweg. Bij het trekken
van een aanhanger dient u extra
afstand te bewaren tot het voorlig-
gende voertuig. Een te kleine af-
stand tot uw voorganger kan lei-
den tot een ongeval. Vereisten voor het trekken van
een aanhangwagen — verlichting
en bedrading
Ongeacht het formaat van de aanhan-
ger moet deze voor de rijveiligheid
zijn voorzien van remlichten, rich-
tingaanwijzers en een mistachterlicht.
De trekhaakset kan een bedradings-
bundel met zeven of dertien pennen
bevatten. Gebruik een door de fabriek
goedgekeurde bedradingsbundel en
stekker. OPMERKING:
Probeer niet om de bedrading van
de auto door splitsing te verbinden
met die van de aanhanger.
De elektrische aansluitingen zijn com-
pleet, u hoeft alleen de bedradings-
bundel aan te sluiten op de stekker
van de aanhanger.
288
Page 295 of 376

Bijzonderheden zevenpens-connector
Pen Functie Kleur
draad
1 Linkerrich-
tingaanwijzer Geel
2 Mistachter- lichten Blauw
3 Aarde/ gemeenschap-
pelijke retour-lijn Wit
4 Rechterrich- tingaanwijzer Groen
Bijzonderheden zevenpens-
connector
Pen Functie Kleur
draad
5 Positieverlich-
ting rechts-
achter,zijmarkerings-
verlichting enverlichtingkentekenplaat
achter.
1
Bruin
6 Remlichten Rood
7 Zij-kenlichten rechtsachter
en verlichtingkentekenplaat
achter.
1
Zwart
b De verlichting van de kenteken-
plaat achter wordt zo aangesloten
dat geen enkel lampje een gemeen-
schappelijke verbinding heeft met
zowel pen 5 als 7.
Bijzonderheden dertienpens- connector
Pen Functie Kleur draad
1 Linkerrich- tingaanwijzer Geel
2 Mistachter- lichten Blauw
3 Massa/ gemeenschap-
pelijke retour
voor contacten
(pennen) 1 en
2 en 4 t/m 8
2
Wit
4 Rechterrich- tingaanwijzer Groen
Zevenpens-connector
Dertienpens-connector
289
Page 296 of 376

Bijzonderheden dertienpens-connector
Pen Functie Kleur draad
5 Positieverlich- ting rechts-
achter,zijmarkerings-
verlichting enverlichtingkentekenplaat
achter.
b
Bruin
6 Remlichten Rood
7 Zij-kenlichten rechtsachter
en verlichtingkentekenplaat
achter.
1
Zwart
8 Achteruitrij- lampen Rood/zwart
9 Vaste voe- dingsbron(+12V) Bruin/wit
10 Door contact- schakelaar
bediende voe-
dingsbron(+12V) Rood
11
a
Retour voor
contact (pen)10
2
Wit
Bijzonderheden dertienpens- connector
Pen Functie Kleur draad
12 Reserve voor latere toewij- zing
3
Rood/blauw
13 Retour voor contact (pen)9
2
Wit
b De verlichting van de kenteken-
plaat achter wordt zo aangesloten
dat geen enkel lampje een gemeen-
schappelijke verbinding heeft met
zowel pen 5 als 7.
2De drie retourcircuits mogen niet
elektrisch in de aanhanger wordenaangesloten.3De toewijzing van pen 12 is ver-
anderd van "Code voor gekoppelde
aanhanger" in "Reserve voor lateretoewijzing".
WENKEN VOOR HET
TREKKEN VAN EENAANHANGER
Oefen, voordat u met de aanhanger de
weg op gaat, het nemen van bochten,
remmen en achteruitrijden met de
aanhanger in een gebied zonder druk
verkeer. Automatische versnellingsbak
Gebruik de stand DRIVE bij het rij-
den met een aanhanger. Als in de
stand DRIVE echter veelvuldig wordt
geschakeld, kiest u een lagere versnel-
ling met behulp van Electronic Range
Select (ERS) (elektronisch schake-len). OPMERKING:
Het kiezen van een lagere over-
brenging bij gebruik van de auto
onder zware rijomstandigheden
zal de prestaties verbeteren en de
levensduur van de transmissie ver-
lengen, doordat overmatig schake-
len en het opbouwen van hitte wor-
den beperkt. Hierdoor zal ook de
motorremwerking worden verbe-terd.
Ververs de automatische transmissie-
vloeistof en vervang het filter wanneer
u REGELMATIG langer dan 45 mi-
nuten een aanhanger trekt. Raadpleeg
"Onderhoudsschema" voor de juisteonderhoudsintervallen.
290
Page 297 of 376

Elektronische snelheidsregeling
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Niet te gebruiken in heuvelachtigeomgevingen of met zware belading.
Als de rijsnelheid bij gebruik van de snelheidsregeling afneemt met
meer dan 16 km/u, schakel het sys-
teem dan uit totdat u weer de kruis-
snelheid kunt aanhouden.
Gebruik de snelheidsregeling in vlak terrein en bij lichte belading
om de brandstofzuinigheid te ver-
beteren. Koelsysteem
Doe het volgende om het risico op
oververhitting van de motor of de ver-
snellingsbak te beperken:
Rijden in stadsverkeer
Als u kort moet stilstaan, zet dan de
keuzehendel in NEUTRAL, maar ver-
hoog het stationair toerental niet.
Rijden op de snelweg
Minder snelheid.
Airco
Schakel de airconditioning tijdelijkuit.
Bevestigingspunten trekhaak
Uw auto heeft extra apparatuur nodig
om veilig en efficiënt een aanhanger te
kunnen trekken. De trekhaak moet
aan uw auto zijn bevestigd met be-
hulp van de speciale bevestigingspun-
ten aan het autochassis. In de vol-
gende afbeelding ziet u de correcte
bevestigingspunten. Andere appara-
tuur, zoals stabilisatoren, hulprem-
men en extra brede spiegels, zijn
eveneens verplicht, of worden in ieder
geval ten zeerste aanbevolen.
Bevestigingspunten trekhaak en
overhanglengteGrand Voyager
A N.v.t.
B 441,72 mm
C 568,61 mm
D 763,62 mm
E (max. over- hanglengte) 1185,40 mm
F 670,20 mm
291
Page 298 of 376

SLEPEN ACHTER EEN CAMPER
Slepen van deze auto achter
een andere auto
Slepen achter een camper is ver- boden.LET OP!
Deze auto NIET slepen met alle vier
de wielen op de grond. Dit zal be-
schadiging van de aandrijflijn ver-oorzaken.OPMERKING:
Deze auto kan op een dieplader of
een autotrailer getrokken worden
mits alle vier wielen VAN de grondzijn.
LET OP!
Wanneer dit voertuig in strijd met de
bovenvermelde voorschriften wordt
getrokken, kan er ernstige beschadi-
ging van de versnellingsbak optre-
den. Beschadigingen, veroorzaakt
door onjuist slepen, vallen niet on-
der de garantie van de auto.
292
Page 299 of 376

6
WAT U KUNT DOEN IN NOODGEVALLEN
ALARMKNIPPERLICHTEN . . . . . . . . . . . . . . . . 295
WANNEER DE MOTOR OVERVERHIT RAAKT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 295
WIEL VERWISSELEN BIJ EEN LEKKE BAND . . 296 BERGPLAATS KRIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 296
RESERVEWIEL VERWIJDEREN . . . . . . . . . . 296
TOEGANG TOT DE MOER VOOR HETRESERVEWIEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297
GEREEDSCHAP VOOR RESERVEWIEL . . . . 298
AANWIJZINGEN VOOR VERWIJDEREN VAN RESERVEWIEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 298
VOORBEREIDINGEN VOOR OPKRIKKEN . . . 299
INSTRUCTIES BIJ OPKRIKKEN . . . . . . . . . . 300
RESERVEBAND VASTZETTEN . . . . . . . . . . . 302
WIEL MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 303
STARTEN MET STARTKABELS . . . . . . . . . . . . . 305 VOORBEREIDING VOOR HET STARTENMET STARTKABELS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 305
STARTEN MET STARTKABELS . . . . . . . . . . . 306
EEN VASTZITTENDE AUTO WEER VRIJKRIJGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 307
293
Page 300 of 376

KEUZEHENDEL ONTGRENDELEN . . . . . . . . . . 308
SLEPEN VAN EEN DEFECTE AUTO . . . . . . . . . 309 ZONDER CONTACTSLEUTEL . . . . . . . . . . . . 310
294