bandenspanning MAZDA MODEL CX-5 2013 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2013, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2013Pages: 657, PDF Size: 5.51 MB
Page 8 of 657

Interieuruitrusting (Aanzicht A)
Portiervergrendelknop .................................................................................... pagina 3-20
TCS OFF schakelaar ..................................................................................... pagina 4-132
Instelschakelaar bandenspanningcontrolesysteem ........................................ pagina 4-144
i-stop OFF schakelaar ..................................................................................... pagina 4-20
Richtingaanwijzers en signaal voor rijbaanverandering ............................... pagina 4-107
Lichtschakelaar ............................................................................................... pagina 4-92
Instrumentengroep .......................................................................................... pagina 4-24
Instrumentenpaneelverlichtingknop ............................................................... pagina 4-28
Ruitenwisser en sproeierhendel .................................................................... pagina 4-109
Startdrukknop ................................................................................................... pagina 4-2
LDWS schakelaar ......................................................................................... pagina 4-157
AFS OFF schakelaar ....................................................................................... pagina 4-97
RVM schakelaar ............................................................................................ pagina 4-151
Buitenspiegelschakelaar .................................................................................. pagina 3-35
Vergrendelschakelaar van elektrische ruitbediening ....................................... pagina 3-44
Schakelaars van elektrische ruitbediening ...................................................... pagina 3-39
1-2
Afbeeldingenindex
De uitrusting en de montagepositie is al naargelang het model verschillend
Overzicht van het interieur (Model met links stuur)
Page 11 of 657

Interieuruitrusting (Aanzicht A)
Richtingaanwijzers en signaal voor rijbaanverandering ............................... pagina 4-107
Lichtschakelaar ............................................................................................... pagina 4-92
Instrumentengroep .......................................................................................... pagina 4-24
Instrumentenpaneelverlichtingknop ............................................................... pagina 4-28
Ruitenwisser en sproeierhendel .................................................................... pagina 4-109
TCS OFF schakelaar ..................................................................................... pagina 4-132
Instelschakelaar bandenspanningcontrolesysteem ........................................ pagina 4-144
i-stop OFF schakelaar ..................................................................................... pagina 4-20
Portiervergrendelknop .................................................................................... pagina 3-20
Schakelaars van elektrische ruitbediening ...................................................... pagina 3-39
Vergrendelschakelaar van elektrische ruitbediening ....................................... pagina 3-44
Buitenspiegelschakelaar .................................................................................. pagina 3-35
LDWS schakelaar ......................................................................................... pagina 4-157
AFS OFF schakelaar ....................................................................................... pagina 4-97
RVM schakelaar ............................................................................................ pagina 4-151
Startdrukknop ................................................................................................... pagina 4-2
Afbeeldingenindex
Overzicht van het interieur (Model met rechts stuur)
1-5De uitrusting en de montagepositie is al naargelang het model verschillend
Page 143 of 657

Gebruik sneeuwbanden op alle vier
wielen
De maximum toegestane snelheid voor
uw sneeuwbanden of de wettelijk
bepaalde snelheidsbeperkingen niet
overschrijden.
Europa
Kies wanneer u sneeuwbanden gaat
gebruiken de voorgeschreven maat en
bandenspanning (pagina 9-10).
qSneeuwkettingen
Informeer naar de plaatselijke bepalingen
alvorens sneeuwkettingen te gaan
gebruiken.
OPGELET
lHet gebruik van sneeuwkettingen
kan de bestuurbaarheid van de auto
nadelig beïnvloeden.
lRijd nooit sneller dan 50 km/h of de
door de kettingfabrikant aanbevolen
snelheid, naargelang welke snelheid
lager is.
lRijd voorzichtig en vermijd
oneffenheden en gaten in het wegdek
en het maken van scherpe bochten.
lVoorkom het blokkeren van de
wielen door te sterk afremmen.
lProbeer nooit een sneeuwketting aan
te brengen op het noodreservewiel,
aangezien dit beschadiging van de
auto en de band tot gevolg kan
hebben. Uw auto is niet uitgerust
met een van fabriekswege uitgerust
noodreservewiel.
OPGELET
lGebruik geen sneeuwkettingen op
wegen die vrij zijn van sneeuw of ijs.
Hierdoor kunnen de banden en de
sneeuwkettingen beschadigd
worden.
lAluminium velgen kunnen door het
gebruik van sneeuwkettingen bekrast
of anderszins beschadigd worden.
OPMERKING
Als uw auto uitgerust is met een
bandenspanningcontrolesysteem,
bestaat de kans dat bij het gebruik van
sneeuwkettingen het systeem niet
correct functioneert.
Installeer de sneeuwkettingen enkel op de
voorbanden.
Gebruik geen sneeuwkettingen op de
achterbanden.
Kiezen van de juiste sneeuwkettingen
(Europa)
Mazda geeft de voorkeur aan het gebruik
van kettingen met zeshoekige stalen
spanringen. Kies het juiste type
overeenkomstig uw bandenmaat.
Alvorens te gaan rijden
Rijtips
3-65
Page 153 of 657

qTrekhaak
Maak bij het trekken van een aanhanger gebruik van de juiste trekhaak. Het wordt
aanbevolen gebruik te maken van een originele Mazda trekhaak. Gebruik de originele
gaten die door de autofabrikant zijn geboord voor het bevestigen van de trekhaak. Neem
voor nadere informatie contact op met uw officiële Mazda dealer.
Montagepunten voor trekhaak
Eenheid: mm
Max. 88 kg
Aankoppelpunt van
trekhaak
A
BA: 350—420
B: 1001,5
C: 1046,9 C
C
qBanden
Zorg er voor bij het trekken van een aanhanger dat de bandenspanning van alle banden
overeenkomt met de voorgeschreven koude-bandenspanning, zoals aangegeven op de
bandenspanningstabel welke zich op het frame van het bestuurdersportier bevindt. De
bandenmaat van de aanhanger, het toegestane belastbare gewicht en de bandenspanning
dient overeen te komen met de specificaties van de fabrikant.
WAARSCHUWING
Gebruik nooit het noodreservewiel tijdens het trekken van een aanhanger:
Gebruik van het noodreservewiel op uw auto tijdens het trekken van een aanhanger is
gevaarlijk, aangezien dit kan leiden tot het defect raken van de band en verlies van de
macht over het stuur, waardoor de inzittenden van de auto letsel kunnen oplopen.
Alvorens te gaan rijden
Slepen
3-75
Page 157 of 657

4Tijdens het rijden
Informatie betreffende veilig rijden en stoppen
Motor start/stop ....................................... 4-2
Contactschakelaar ............................... 4-2
Starten van de motor ........................... 4-4
Stopzetten van de motor .................... 4-11
i-stop
í.............................................. 4-13
Instrumentengroep en display .............. 4-24
Meters en tellers ................................ 4-24
Waarschuwings/indikatielampjes ...... 4-41
Transmissie ............................................ 4-77
Bediening van de handgeschakelde
versnellingsbak ................................. 4-77
Bedieningsorganen van de automatische
transmissie ........................................ 4-80
Schakelaars en regelaars ....................... 4-92
Lichtschakelaar ................................. 4-92
Koplampregelsysteem (HBC)
í........ 4-99
Voormistlichtení............................ 4-104
Achtermistlichtí............................. 4-105
Richtingaanwijzers en signalen voor
rijbaanverandering .......................... 4-107
Voorruitenwissers en ruitensproeier .... 4-109
Achterruitenwisser en ruitensproeier .... 4-113
Koplampsproeierí.......................... 4-114
Achterruitverwarming ..................... 4-114
Claxon ............................................. 4-115
Waarschuwingsknipperlichten ........ 4-116
Remmen ................................................ 4-117
Remsysteem .................................... 4-117
Noodstopsignaalsysteem ................. 4-120
Hellingwegrijsysteem (HLA) .......... 4-121
Stadsverkeer-remassistent (SCBS)í.... 4-123
ABS/TCS/DSC ..................................... 4-130
Anti-blokkeer remsysteem (ABS) ... 4-130
Anti-wielspin regeling (TCS) .......... 4-131
Dynamische stabiliteitsregeling (DSC) ... 4-133
4WD ...................................................... 4-134
Gebruik van de 4-wielaandrijving
(4WD) ............................................. 4-134
Stuurbekrachtiging ............................. 4-136
Stuurbekrachtiging .......................... 4-136
Kruissnelheidsregelaar ........................ 4-137
Kruissnelheidsregelaar
í................. 4-137
Bandenspanningcontrolesysteem ....... 4-141
Bandenspanningcontrolesysteem .... 4-141
Rijbaanveranderingcontrolesysteem
(RVM) ................................................... 4-145
Rijbaanveranderingcontrolesysteem
(RVM)
í.......................................... 4-145
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) ................................................ 4-152
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)
í....................................... 4-152
Dieseldeeltjesfilter ................................ 4-162
Dieseldeeltjesfilter (SKYACTIV-D
2.2) .................................................. 4-162
Achteruitkijkmonitor .......................... 4-163
Achteruitkijkmonitor
í.................... 4-163
Parkeersensorsysteem ......................... 4-180
Parkeersensorsysteem
í.................. 4-180
4-1íBepaalde modellen.
Page 199 of 657

Oplossing: Raadpleeg een officiële Mazda reparateur om uw auto te laten inspecteren.
Kijk naar het symbool dat op het bovenste gedeelte van het scherm wordt aangegeven
en raadpleeg de“Lijst van indikaties en te nemen maatregelen”om het symbool op te
zoeken en te zien welke maatregel genomen moet worden.
Indikatie op display
Motorinspectie vereist:
Motor dient geïnspecteerd
te worden.Defect in automatische
transmissie:
Automatische transmissie
dient geïnspecteerd te
worden.Sleutelloos- systeem
inspectie vereist:
Systeem van
afstandbediende
portiervergrendeling dient
geïnspecteerd te worden.Inspectie van DPF vereist:
Dieseldeeltjesfilter dient
geïnspecteerd te worden.
Indikatie op display
Inspectie van HBC vereist:
Koplampregelsysteem
dient geïnspecteerd te
worden.Inspectie van LDWS
vereist:
Rijstrookafwijkingwaar-
schuwingssysteem dient
geïnspecteerd te worden.Inspectie van 4WD systeem
vereist:
Defect in het 4WD
systeem. 4WD systeem
dient geïnspecteerd te
worden.Inspectie van TPMS
vereist:
Bandenspanningcontrole-
systeem dient
geïnspecteerd te worden.
Oplossing: Raadpleeg een officiële Mazda reparateur om uw auto te laten inspecteren.
Indikatie op display
Inspectie van FSC vereist:
Vooruitrijcamera dient
geïnspecteerd te worden.Inspectie van SCBS vereist:
Stadsverkeer-remassistent
dient geïnspecteerd te
worden.Inspectie van
accubeheersysteem vereist:
Accubeheersysteem dient
geïnspecteerd te worden.Inspectie van
noodremsysteem vereist:
Noodremsysteem dient
geïnspecteerd te worden.
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-43
Page 201 of 657

Signaal Waarschuwings/indikatielampjes Pagina
Stuurbekrachtiging defect indikatie 4-60
Waarschuwingslampje voor systeem van airbag/voorspanners van voorste
veiligheidsgordels4-61
Waarschuwingslampje voor laag brandstofpeil 4-61
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje 4-61
Open-portier waarschuwingsindikatie 4-63
Open-achterklep waarschuwingsindikatie 4-64
Rijsnelheidwaarschuwingsindikatie 4-34
Waarschuwingsindikatie voor laag sproeiervloeistofniveau 4-64
Waarschuwingslampje van bandenspanningcontrolesysteem 4-64
KEY waarschuwingsindikatie 4-67
Koplampregelsysteem (HBC) waarschuwingslampje
(Oranje)/indikatielampje (Groen)4-69
Voorgloei-indikatielampje 4-70
Dieseldeeltjesfilterindikatie 4-70
Moersleutelindikatie 4-71
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-45
Page 204 of 657

Signaal Waarschuwings/indikatielampjes Pagina
Waarschuwingslampje voor automatische transmissie 4-59
Stuurbekrachtiging defect lampje 4-60
Waarschuwingslampje voor systeem van airbag/voorspanners van voorste
veiligheidsgordels4-61
Waarschuwingslampje voor laag brandstofpeil 4-61
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje 4-61
Open-portier waarschuwingslampje 4-63
120 km/h waarschuwingslampje 4-64
Rijsnelheidwaarschuwingsindikatie 4-34
Waarschuwingslampje voor laag sproeiervloeistofniveau 4-64
Waarschuwingslampje van bandenspanningcontrolesysteem 4-64
KEY waarschuwingslampje (Rood)/indikatielampje (Groen) 4-67
Koplampregelsysteem (HBC) waarschuwingslampje
(Oranje)/indikatielampje (Groen)4-69
Voorgloei-indikatielampje 4-70
Dieseldeeltjesfilter indikatielampje 4-70
Moersleutelindikatielampje 4-71
Waarschuwingsindikatie voor lage omgevingstemperatuur 4-72
4-48
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Page 220 of 657

Type A
Deze waarschuwingsindikatie gaat
branden, wanneer een van de portieren
niet goed gesloten is.
Alvorens te gaan rijden het portier goed
sluiten.
Type B
Dit waarschuwingslampje gaat branden,
wanneer een van de portieren of de
achterklep niet goed gesloten is.
Alvorens te gaan rijden het portier of de
achterklep goed sluiten.
qOpen-achterklep
waarschuwingsindikatie (Type A
instrumentengroep)
Deze waarschuwingsindikatie gaat
branden, wanneer de achterklep niet goed
gesloten is.
Alvorens te gaan rijden de achterklep
goed sluiten.
q120 km/h waarschuwingslampjeí
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
gaat het 120 km/h waarschuwingslampje
branden en vervolgens na enkele
seconden uit.
Het 120 km/h waarschuwingslampje gaat
branden wanneer de rijsnelheid hoger
wordt dan 120 km/h.
qWaarschuwingslampje voor laag
sproeiervloeistofniveauí
Dit waarschuwingslampje/
waarschuwingsindikatie geeft aan dat er
weinig sproeiervloeistof over is. Vul
vloeistof bij (pagina 6-32).
qWaarschuwingslampje van
bandenspanningcontrolesysteem
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
gaat dit waarschuwingslampje gedurende
enkele seconden branden.
4-64
Tijdens het rijden
íBepaalde modellen.
Instrumentengroep en display
Page 221 of 657

Het waarschuwingslampje gaat branden
en wordt er een pieptoon gegeven
wanneer de bandenspanning van één of
meerdere banden laag is en het gaat
knipperen wanneer er een storing is in het
systeem.
WAARSCHUWING
Als het waarschuwingslampje van het
bandenspanningcontrolesysteem gaat
branden of knipperen of als de
waarschuwingszoemtoon voor lage
bandenspanning wordt gegeven,
onmiddellijk de rijsnelheid
verminderen en plotseling
manoeuvreren en remmen vermijden:
Als het waarschuwingslampje van het
bandenspanningcontrolesysteem gaat
branden of knipperen of als de
waarschuwingszoemtoon voor lage
bandenspanning wordt gegeven, is het
gevaarlijk met hoge snelheden te
rijden of plotseling te manoeuvreren
of te remmen. De kans bestaat dat u de
macht over het stuur verliest en een
ongeluk veroorzaakt.
Om te bepalen of u een langzaam
leeglopende band of een lekke band
heeft, de auto op een veilige plaats
parkeren waar u visueel de toestand
van de band kunt controleren en
bepalen of de band voldoende lucht
heeft om verder te gaan naar een
plaats waar lucht bijgevuld kan
worden en het systeem opnieuw
gecontroleerd kan worden door een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur of een
bandenreparatiewerkplaats.
WAARSCHUWING
Het TPMS waarschuwingslampje mag
nooit genegeerd worden:
Negeren van het TPMS
waarschuwingslampje is gevaarlijk,
ook als u de reden weet waarom het
brandt. Laat het probleem zo spoedig
mogelijk verhelpen alvorens dit tot een
ernstigere situatie leidt, zoals het
plotseling lek raken van een band met
een gevaarlijk ongeluk als mogelijk
gevolg.
Waarschuwingslampje brandt/
waarschuwingszoemer klinkt
Wanneer het waarschuwingslampje brandt
en de waarschuwingszoemer klinkt
(ongeveer 3 seconden), is de
bandenspanning in één of meerdere van
de banden te laag.
Stel de bandenspanning af op de juiste
bandenspanning en initialiseer het
bandenspanningcontrolesysteem (TPMS).
Zie de bandenspanningstabel (pagina
9-10).
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-65