OPEL AMPERA 2014 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014, Model line: AMPERA, Model: OPEL AMPERA 2014Pages: 211, PDF Size: 5.16 MB
Page 41 of 211
Stoelen, veiligheidssystemen39
■ Met schouders zo ver mogelijk te‐gen de rugleuning zitten. Stel de
hoek van de rugleuning zo in dat u
het stuurwiel gemakkelijk met licht
gebogen armen kunt vastpakken.
Bij het verdraaien van het stuurwiel, contact blijven houden tussen
schouders en rugleuning. De rug‐
leuning mag niet te ver achterover‐
hellen. De aanbevolen hellings‐
hoek bedraagt maximaal ca. 25°.
■ Stuurwiel instellen 3 65.
■ Zithoogte zo instellen, dat u rondom een goed zicht hebt en alle
instrumenten goed kunt aflezen. Tussen hoofd en dakframe moet
minstens een handbreed tussen‐
ruimte zitten. Uw dijen dienen licht
op de zitting rusten, zonder druk uit
te oefenen.
■ Hoofdsteun instellen 3 37.Stoelverstelling9 Gevaar
Altijd op minstens 25 cm afstand
van het stuurwiel zitten zodat de
airbag veilig in werking kan treden.
9 Waarschuwing
Stoelen nooit tijdens het rijden ver‐
stellen, omdat ze ongecontroleerd kunnen bewegen.
Zitpositie
Aan handgreep trekken, stoel ver‐
schuiven, handgreep loslaten.
Rugleuning voorstoelen
Aan hendel trekken, hellingshoek in‐
stellen en hendel loslaten. Laat de
rugleuning hoorbaar vastklikken.
Zet de rugleuning weer rechtop door
zonder druk op de rugleuning aan de
hendel te trekken en deze los te laten.
Page 42 of 211
40Stoelen, veiligheidssystemen
Zithoogte
Pompbeweging van de hendel:
omhoog=stoel omhoogomlaag=stoel omlaagVerwarming
Handmatig verwarmde stoelen
Stel de verwarming af in de gewenste stand door toets ß van de desbetref‐
fende stoel een of meerdere malen in te drukken. De lampjes naast het ver‐
warmingssymbool geven de stand
aan.
Langdurig gebruik van de hoogste in‐ stelling wordt afgeraden voor perso‐nen met een gevoelige huid.
Automatisch verwarmde
stoelen
Inschakelen
Automatisch verwarmde stoelen acti‐ veren:
1. Druk op de toets Climate op het
instrumentenbord.
Page 43 of 211
Stoelen, veiligheidssystemen41
2.Druk op ß AUTO op het aanraak‐
scherm van het Colour-Info-Dis‐
play.
De toets ß AUTO wordt groen ter
bevestiging van de instelling.
Na het inschakelen van de auto acti‐
veert deze functie automatisch de
stoelverwarming op het niveau op ba‐ sis van de interieurtemperatuur.
De lampjes naast het stoelverwar‐
mingssymbool op het instrumenten‐
bord geven de verwarmingsstand
aan.
Schakel automatisch verwarmde
stoelen uit met de knop op het aan‐
raakscherm of de knoppen voor de
handmatige stoelverwarming op het
instrumentenbord.
De functie automatisch verwarmde stoelen kan zodanig worden gepro‐
grammeerd dat deze bij het inscha‐
kelen van het contact altijd wordt in‐
geschakeld.
Persoonlijke instellingen 3 85.
Uitschakelen
Automatisch verwarmde stoel deacti‐
veren:
■ Druk op ß AUTO op het aanraak‐
scherm van het Colour-Info-Dis‐ play, of.
■ Druk op ß voor de betreffende
stoel op het instrumentenbord.
Verwarmde stoelen tijdens
Motoronderst. verwarming
aangesl.
Bij lage buitentemperaturen kunnen de verwarmde stoelen zodanig wor‐
den geprogrammeerd dat deze tij‐
dens de Motoronderst. verwarmingaangesl. automatisch worden inge‐
schakeld. Tenzij de functie Automa‐
tisch verwarmde stoelen beschikbaar
en ingeschakeld is, worden de ver‐
warmde stoelen bij het inschakelen
van het contact gedeactiveerd. Na
het inschakelen van de functie Auto‐
matisch verwarmde stoelen wordt de
stoelverwarmingsstand bij het in‐
schakelen van het contact automa‐
tisch aangepast aan de temperatuur
van het interieur van de auto.
Tijdens de Motoronderst. verwarming
aangesl. gaan de lampjes naast het
stoelverwarmingssymbool niet bran‐
den.
De temperatuurregeling van een lege stoel werkt wellicht minder goed. Dit
is normaal.
Tenzij de functie Automatisch ver‐
warmde stoelen in het menu Per‐
soonlijke instellingen ingeschakeld is,
worden de verwarmde stoelen tijdens de Motoronderst. verwarming
aangesl. niet ingeschakeld.
Persoonlijke instellingen 3 85.
Motoronderst. verwarming aangesl.
3 20.
Page 44 of 211
42Stoelen, veiligheidssystemenVeiligheidsgordels
De veiligheidsgordels worden bij sneloptrekken of hard remmen geblok‐
keerd om de inzittenden op hun stoel te houden. Hierdoor neemt het ge‐
vaar voor letsel aanzienlijk af.
9 Waarschuwing
Veiligheidsgordel vóór elke rit om‐
doen.
Inzittenden die geen gebruik ma‐
ken van de veiligheidsgordel bren‐ gen bij eventuele aanrijdingen me‐
depassagiers en zichzelf in ge‐
vaar.
Veiligheidsgordels zijn bedoeld voor
gebruik door slechts één persoon te‐ gelijk. Kinderveiligheidssysteem
3 51.
Alle onderdelen van het gordelsys‐
teem regelmatig op schade en juiste
werking controleren.
Beschadigde onderdelen laten ver‐
vangen. Na een aanrijding de veilig‐
heidsgordels en de gordelspanners
door een werkplaats laten vervangen.
Let op
Zorg dat de veiligheidsgordels niet
door schoenen of voorwerpen met
scherpe randen beschadigd raken
klem komen te zitten. Oprolautoma‐
ten vrijhouden van vuil.
Gordelverklikker X 3 74.
Gordelkrachtbegrenzers De gordelkrachtbegrenzers van de
voorstoelen beperken de krachten die
inwerken op de inzittenden, doordat
de gordels tijdens een botsing gelei‐
delijk worden ontspannen.
Gordelspanners
De gordelsloten van de voorstoelen
worden bij een voldoende zware fron‐ tale botsing of bij een aanrijding van
achteren strakgetrokken.9 Waarschuwing
Onjuist handelen (bijv. het verwij‐
deren of aanbrengen van gordels) kan de gordelspanners in werking
stellen.
Geactiveerde gordelspanners zijn te
herkennen aan de voortdurend bran‐
dende controlelamp v 3 74.
Geactiveerde gordelspanners door een werkplaats laten vervangen. Gor‐ delspanners worden slechts eenmaal geactiveerd.
Page 45 of 211
Stoelen, veiligheidssystemen43
Let op
Bevestig of monteer geen accessoi‐ res of andere voorwerpen die de
werking van de gordelspanners kun‐
nen verstoren. Geen aanpassingen
aan onderdelen van de gordelspan‐
ners aanbrengen, anders vervalt de
typegoedkeuring van de auto.
Driepuntsgordel
Bevestiging
Gordel uit de oprolautomaat trekken,
zonder te verdraaien voor u langs ha‐
len en de gesp in het slot steken.
Heupgordel tijdens het rijden van tijd
tot tijd strak trekken door aan de
schoudergordel te trekken. Gordel‐
verklikker 3 74.
Loszittende kleding belemmert het
strak trekken van de gordel. Geen
voorwerpen zoals handtassen of mo‐
biele telefoons tussen de gordel en
uw lichaam leggen.
9 Waarschuwing
De gordel niet over harde of breek‐
bare voorwerpen in de zakken van
uw kleding laten lopen.
Demonteren
Om de gordel los te maken, de rode
knop van het gordelslot indrukken.
Comfortgeleiders voor
veiligheidsgordels op de
zitplaatsen achter
De geleiders komen voor oudere kin‐ deren die te groot voor zittingverho‐
gers zijn en voor sommige volwasse‐
nen soms goed van pas. Na het in‐ bouwen en goed afstellen houdt de
comfortgeleider de veiligheidsgordel
weg van de nek en het hoofd.
Page 46 of 211
44Stoelen, veiligheidssystemen
Er is één geleider voor elke zitpositie
achter. Haal vóór gebruik van een
comfortgeleider de veiligheidsgordel
van de geleider op de zitting.
Monteren:
1. Haal de geleider van de opberg‐ clip op de carrosseriebekleding
binnen naast de achterbank.
2. Leg de geleider op de gordel en steek de twee randen van de vei‐ligheidsgordel in de sleuven vande geleider.
3. De veiligheidsgordel mag niet ge‐
draaid zijn en moet vlak liggen. De
elastische draad moet onder de
veiligheidsgordel liggen en de ge‐ leider erboven.
9 Waarschuwing
Bij het niet goed omdoen van de
veiligheidsgordel beschermt deze
bij een botsing wellicht minder
goed. De betreffende persoon kan
ernstig letsel oplopen. Laat de
schoudergordel vanaf de schou‐ der schuin over de borst lopen.
Deze lichaamsdelen weerstaan
de tegenhoudkrachten van de gor‐
del het best.
4. Maak de veiligheidsgordel vast en
plaats deze zoals bovenstaand in
deze paragraaf beschreven. Zorg
ervoor dat de schoudergordel de
schouder kruist.
Knijp de randen van de veiligheids‐
gordel bij elkaar om de veiligheids‐ gordel uit de geleider te halen en de
Page 47 of 211
Stoelen, veiligheidssystemen45
comfortgeleider weg te nemen en op
te bergen. Schuif de geleider weer in zijn opbergclip.
Gebruik van de
veiligheidsgordel tijdens de
zwangerschap9 Waarschuwing
De heupgordel moet zo laag mo‐
gelijk over het bekken lopen om
druk op de buik te voorkomen.
Airbagsysteem
Het airbagsysteem bestaat uit meer‐
dere afzonderlijke systemen afhanke‐ lijk van de omvang van de uitrusting.
Bij het afgaan worden de airbags bin‐
nen enkele milliseconden gevuld.
Ook het leeglopen van de airbags
verloopt zo snel, dat dit tijdens een
aanrijding vaak niet eens wordt opge‐ merkt.9 Waarschuwing
Bij onoordeelkundige behandeling
kunnen de airbagsystemen op ex‐plosieve wijze in werking treden.
Let op
Ter hoogte van de middenconsole
bevindt zich de regelelektronica van
het airbagsysteem en de gordel‐
spanners. In dit gebied geen mag‐
netische voorwerpen plaatsen.
Afdekkingen van airbags niet be‐
plakken of met andere materialen
bedekken.
Elke airbag treedt slechts eenmaal
in werking. Geactiveerde airbags
onmiddellijk laten vervangen door
een werkplaats. Ook moeten even‐ tueel het stuurwiel, het instrumen‐
tenbord, plaatwerk, de portierafdich‐ tingen, handgrepen en de stoelen
worden vervangen.
Geen aanpassingen in het airbag‐
systeem aanbrengen, anders ver‐
valt de typegoedkeuring van de
auto.
Bij het ontplooien van de airbags kun‐ nen de vrijkomende hete gassen
brandwonden veroorzaken.
Controlelamp v voor airbagsystemen
3 74.
Kinderveiligheidssystemen op
de passagiersstoel met
airbagsystemen
Waarschuwing conform ECE R94.02 :
Page 48 of 211
46Stoelen, veiligheidssystemen
EN: NEVER use a rearward facing
child restraint on a seat protected by
an ACTIVE AIRBAG in front of it,
DEATH or SERIOUS INJURY to the
CHILD can occur.
DE: Nach hinten gerichtete Kinder‐
sitze NIEMALS auf einem Sitz ver‐ wenden, der durch einen davor be‐
findlichen AKTIVEN AIRBAG ge‐
schützt ist, da dies den TOD oder
SCHWERE VERLETZUNGEN DES
KINDES zur Folge haben kann.
FR: NE JAMAIS utiliser un siège d'en‐
fant orienté vers l'arrière sur un siège
protégé par un COUSSIN GONFLA‐
BLE ACTIF placé devant lui, sous
peine d'infliger des BLESSURES
GRAVES, voire MORTELLES à l'EN‐ FANT.
ES: NUNCA utilice un sistema de re‐
tención infantil orientado hacia atrás
en un asiento protegido por un AIR‐
BAG FRONTAL ACTIVO. Peligro de
MUERTE o LESIONES GRAVES
para el NIÑO.
RU: ЗАПРЕЩАЕТСЯ
устанавливать детское
удерживающее устройство лицом
назад на сиденье автомобиля,
оборудованном фронтальной
подушкой безопасности, если
ПОДУШКА НЕ ОТКЛЮЧЕНА! Это
может привести к СМЕРТИ или
СЕРЬЕЗНЫМ ТРАВМАМ
РЕБЕНКА.
NL: Gebruik NOOIT een achterwaarts
gericht kinderzitje op een stoel met een ACTIEVE AIRBAG ervoor, om
DODELIJK of ERNSTIG LETSEL van het KIND te voorkomen.DA: Brug ALDRIG en bagudvendt au‐
tostol på et forsæde med AKTIV AIR‐ BAG, BARNET kan komme i LIVS‐
FARE eller komme ALVORLIGT TIL
SKADE.
SV: Använd ALDRIG en bakåtvänd
barnstol på ett säte som skyddas med en framförvarande AKTIV AIRBAG.
DÖDSFALL eller ALLVARLIGA SKA‐ DOR kan drabba BARNET.
FI: ÄLÄ KOSKAAN sijoita taaksepäin
suunnattua lasten turvaistuinta istui‐
melle, jonka edessä on AKTIIVINEN
TURVATYYNY, LAPSI VOI KUOLLA
tai VAMMAUTUA VAKAVASTI.
NO: Bakovervendt barnesikringsut‐
styr må ALDRI brukes på et sete med
AKTIV KOLLISJONSPUTE foran, da
det kan føre til at BARNET utsettes for
LIVSFARE og fare for ALVORLIGE
SKADER.
PT: NUNCA use um sistema de re‐
tenção para crianças voltado para
trás num banco protegido com um
AIRBAG ACTIVO na frente do
mesmo, poderá ocorrer a PERDA DE VIDA ou FERIMENTOS GRAVES na
CRIANÇA.
Page 49 of 211
Stoelen, veiligheidssystemen47
IT: Non usare mai un sistema di sicu‐
rezza per bambini rivolto all'indietro
su un sedile protetto da AIRBAG AT‐
TIVO di fronte ad esso: pericolo di
MORTE o LESIONI GRAVI per il
BAMBINO!
EL: ΠΟΤΕ μη χρησιμοποιείτε παιδικό
κάθισμα ασφαλείας με φορά προς τα πίσω σε κάθισμα που προστατεύεται
από μετωπικό ΕΝΕΡΓΟ ΑΕΡΟΣΑΚΟ,
διότι το παιδί μπορεί να υποστεί
ΘΑΝΑΣΙΜΟ ή ΣΟΒΑΡΟ
ΤΡΑΥΜΑΤΙΣΜΟ.
PL: NIE WOLNO montować fotelika
dziecięcego zwróconego tyłem do
kierunku jazdy na fotelu, przed któ‐
rym znajduje się WŁĄCZONA PO‐
DUSZKA POWIETRZNA. Niezasto‐ sowanie się do tego zalecenia może
być przyczyną ŚMIERCI lub POWAŻ‐
NYCH OBRAŻEŃ u DZIECKA.
TR: Arkaya bakan bir çocuk emniyet
sistemini KESİNLİKLE önünde bir
AKTİF HAVA YASTIĞI ile korun‐
makta olan bir koltukta kullanmayınız. ÇOCUK ÖLEBİLİR veya AĞIR ŞE‐
KİLDE YARALANABİLİR.UK: НІКОЛИ не використовуйте
систему безпеки для дітей, що
встановлюється обличчям назад,
на сидінні з УВІМКНЕНОЮ
ПОДУШКОЮ БЕЗПЕКИ, інакше це
може призвести до СМЕРТІ чи
СЕРЙОЗНОГО ТРАВМУВАННЯ
ДИТИНИ.
HU: SOHA ne használjon hátrafelé
néző biztonsági gyerekülést előlről
AKTÍV LÉGZSÁKKAL védett ülésen,
mert a GYERMEK HALÁLÁT vagy
KOMOLY SÉRÜLÉSÉT okozhatja.
HR: NIKADA nemojte koristiti sustav
zadržavanja za djecu okrenut prema
natrag na sjedalu s AKTIVNIM ZRAČ‐
NIM JASTUKOM ispred njega, to bi
moglo dovesti do SMRTI ili OZBILJN‐ JIH OZLJEDA za DIJETE.
SL: NIKOLI ne nameščajte otroškega
varnostnega sedeža, obrnjenega v
nasprotni smeri vožnje, na sedež z
AKTIVNO ČELNO ZRAČNO BLA‐
ZINO, saj pri tem obstaja nevarnost
RESNIH ali SMRTNIH POŠKODB za
OTROKA.SR: NIKADA ne koristiti bezbednosni
sistem za decu u kome su deca okre‐
nuta unazad na sedištu sa AKTIVNIM VAZDUŠNIM JASTUKOM ispred se‐
dišta zato što DETE može da NA‐
STRADA ili da se TEŠKO POVREDI.
MK: НИКОГАШ не користете детско
седиште свртено наназад на
седиште заштитено со АКТИВНО ВОЗДУШНО ПЕРНИЧЕ пред него,
затоа што детето може ДА ЗАГИНЕ
или да биде ТЕШКО ПОВРЕДЕНО.
BG: НИКОГА не използвайте
детска седалка, гледаща назад,
върху седалка, която е защитена
чрез АКТИВНА ВЪЗДУШНА
ВЪЗГЛАВНИЦА пред нея - може да се стигне до СМЪРТ или
СЕРИОЗНО НАРАНЯВАНЕ на
ДЕТЕТО.
RO: Nu utilizaţi NICIODATĂ un scaun
pentru copil îndreptat spre partea din
spate a maşinii pe un scaun protejat
de un AIRBAG ACTIV în faţa sa;
acest lucru poate duce la DECESUL
sau VĂTĂMAREA GRAVĂ a COPI‐
LULUI.
Page 50 of 211
48Stoelen, veiligheidssystemen
CS: NIKDY nepoužívejte dětský
zádržný systém instalovaný proti
směru jízdy na sedadle, které je chrá‐
něno před sedadlem AKTIVNÍM AIR‐
BAGEM. Mohlo by dojít k VÁŽNÉMU PORANĚNÍ nebo ÚMRTÍ DÍTĚTE.
SK: NIKDY nepoužívajte detskú se‐
dačku otočenú vzad na sedadle chrá‐
nenom AKTÍVNYM AIRBAGOM, pre‐ tože môže dôjsť k SMRTI alebo VÁŽ‐
NYM ZRANENIAM DIEŤAŤA.
LT: JOKIU BŪDU nemontuokite atgal
atgręžtos vaiko tvirtinimo sistemos
sėdynėje, prieš kurią įrengta AKTYVI
ORO PAGALVĖ, nes VAIKAS GALI
ŽŪTI arba RIMTAI SUSIŽALOTI.
LV: NEKĀDĀ GADĪJUMĀ neizmanto‐
jiet uz aizmuguri vērstu bērnu sēde‐
klīti sēdvietā, kas tiek aizsargāta ar
tās priekšā uzstādītu AKTĪVU DRO‐
ŠĪBAS SPILVENU, jo pretējā gadī‐
jumā BĒRNS var gūt SMAGAS
TRAUMAS vai IET BOJĀ.
ET: ÄRGE kasutage tahapoole suu‐
natud lapseturvaistet istmel, mille ees on AKTIIVSE TURVAPADJAGA kait‐stud iste, sest see võib põhjustadaLAPSE SURMA või TÕSISE VIGAS‐
TUSE.
Gebruik afgezien van de waarschu‐
wing conform ECE R94.02 omwille
van de veiligheid nooit een kindervei‐
ligheidssysteem op de passagiers‐
stoel met actieve frontairbag.
Frontaal airbagsysteemHet frontale airbagsysteem bestaat
uit een airbag in het stuurwiel en een
airbag in het instrumentenpaneel aan de passagierszijde. Deze zijn te her‐
kennen aan het opschrift AIRBAG.Ook is er een waarschuwingsetiket
aan de zijkant van het instrumenten‐
bord, dat bij een geopend voorste
passagiersportier zichtbaar is, of op
de zonneklep van de passagier.
Het frontairbagsysteem treedt in wer‐
king bij een voldoende krachtige aan‐ rijding aan de voorzijde. Het contact
moet ingeschakeld zijn.
De opgeblazen airbags vangen de
schok op waardoor het gevaar voor
letsel aan het bovenlichaam en hoofd van de inzittenden voorin de auto
aanzienlijk afneemt.9 Waarschuwing
Alleen bij een correcte zitpositie is
optimale bescherming mogelijk.
Stoelpositie 3 38.
Lichaamsdelen of voorwerpen uit het werkingsgebied van de airbag
houden.
Veiligheidsgordel correct omleg‐
gen en goed vastzetten. Alleen dan kan de airbag bescherming
bieden.