Peugeot 206 CC 2003 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2003, Model line: 206 CC, Model: Peugeot 206 CC 2003Pages: 130, PDF Size: 1.96 MB
Page 51 of 130

30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL
51
Een dienst kiezen Het laatst ingevoerde adres wordt weergegeven. Er zijn 3 mogelijkheden om de plaats voor een bepaalde dienst in te voeren:
- het laatste adres opnieuw gebruiken door de functie"Bevestigen" te kiezen.
- invoeren van een nieuwe plaats en dan de straat (of de functie "Stadscentrum" ) met de functie "Wijzigen".
- automatische invoer van de naam van de plaats waar u zich bevindt met de functie "Huidige lokatie".
Het adres van de gewenste dienst wordt weergegeven. Aan de rechterzijde van het scherm verschijnt een indi- catie (1/50) als er binnen een straal van ongeveer 50 kmmeerdere gelegenheden (maximaal 50) zijn die dezelfdedienst aanbieden. Ga met de functies "Volgende"en "Vorige" door de lijst.
Als het bedrijf van uw keuze is geselecteerd, kies dan de functie "Bevestigen" en druk op de toets "VAL". Kies
een navigatiecriterium. Het navigeren begint, volg de aanwijzingen.
Kies na het bevestigen van het adres met de pijltjestoet- sen een dienst uit de lijst en bevestig uw keuze met detoets "VAL" .
Een cursor aan de linkerzijde van het scherm geeft aanwaar u zich in de lijst bevindt.
Page 52 of 130

30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL
52
Een adres opslaan Bij het invoeren van een nieuw adres kunt u dit opslaan met behulp van de functie "Opslaan".
Voer de omschrijving van het adres in. Als de omschrijvingal bestaat voor een ander adres, dan kunt u het oudeadres overschrijven. Kies het privŽ- of zakelijke geheugen en druk op de toets
"VAL" . Het adres is nu opgeslagen in het door u gekozen
geheugen. (Er kunnen maximaal 100 adressen wordenopgeslagen.)Een opgeslagen bestemming kiezen Kies het geheugen waarin het adres is opgeslagen met behulp van de pijltjestoetsen en druk op de toets "VAL".
De opgeslagen adressen worden weergegeven. Een cursor aan de linkerzijde van het scherm geeft aan waar u zich in de lijst bevindt. Kies met behulp van de pijltjestoet-sen een omschrijving uit de lijst en druk op de toets "VAL".
Het volledige adres wordt weergegeven. Kies de functie"Bevestigen" en druk op de toets "VAL". Kies een naviga-
tiecriterium. Het navigeren begint, volg de aanwijzingen.
Page 53 of 130

30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL
53
Instellingen display
Vanuit het hoofdmenu kan het menu "Beeldschermcon-
figuratie" worden gekozen met de volgende instellingen:
- regelen van de lichtsterkte van de tekst en de achter- grond op het scherm.
- instellen van de datum en de tijd.
- keuze van de taal voor de weergave op het display en de gesproken informatie (Duits, Spaans, Frans, Engels, Italiaans, Nederlands).
- instellen van formaten en eenheden. Er kan gekozen worden tussen de weergave in km/h of mph en in gra-den Celsius of Fahrenheit en tussen 12- of 24-uursweergave van de tijd.Opties
Vanuit het menu navigatie/begeleiding kan het menu "Navigatie-opties" worden gekozen dat de volgende
mogelijkheden biedt:
- beheer van de geheugens. Met deze functie kan de omschrijving van een opgeslagen adres gewijzigd wor- den en kan een adres gewist worden. Kies daarvoor het
geheugen en dan de omschrijving van het desbetreffen-de adres.
- het regelen van de geluidssterkte van de gesproken berichten.
- het wissen van alle gegevens in beide geheugens.
- het stopzetten of het hervatten van de navigatie. Afhan- kelijk van de uitgangssituatie verschijnt de melding "Navigatie hervatten" of "Navigatie stopzetten" .
Page 54 of 130

30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL
54
Navigatiehulp Druk tijdens het navigeren op de toets "VAL"om in het
menu "Navigatiehulp" te komen.
Dit menu biedt de volgende mogelijkheden:
- criterium van huidige navigatie-opdracht wijzigen.
- weergave of wijzigen van een opgegeven bestemming.
- regelen van de geluidssterkte van de gesproken berich- ten.
- huidige navigatie-opdracht stoppen.
Page 55 of 130

30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL
56
Page 56 of 130

30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL57
VENTILATIE 1 . Uitstroomopeningen voorruitontwaseming.
2 . Uitstroomopeningen zijruitontwaseming.
3 . Zijventilatieroosters.
4 . Middelste ventilatieroosters.
5 . Uitstroomopening voor beenruimte voor.
6 . Uitstroomopening voor beenruimte achter.
Gebruiksadviezen
- Zet de luchttoevoer ver genoeg open voor een optimale verversing van de lucht in het interieur. In de stand "OFF"komt er geen buitenlucht meer in het interieur.
Opmerking: gebruik de stand "OFF"alleen indien nodig (kans op beslaan van de ruiten).
- Stel de luchtverdeling naar wens en afhankelijk van de weersomstandigheden in.
- Wijzig de temperatuurinstelling geleidelijk om het gewenste comfort te bereiken.
- Schuif de knop van de luchttoevoerregeling naar links in de stand "Toevoer van buitenlucht".
- Let er voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur op dat het luchtinlaatrooster in de motorkap, de uit- stroomopeningen in de auto en de luchtkanalen onder de voorstoelen vrij blijven. Zorg ervoor dat het interieurfilter in een goede staat verkeert.
Page 57 of 130

30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL
58
VERWARMING/VENTILATIE
2. Regeling luchtverdelingLuchtstroom naar voorruit en zijruiten (ontwasemen-ont-dooien).
Ga voor het snel ontwasemen vande voorruit en de zijruiten als volgt tewerk: - Zet de knop regeling luchttoevoer
naar links in de stand toevoer bui-tenlucht.
- Stel de temperatuur en de lucht- opbrengst in op maximaal.
- Sluit de middelste ventilatieroos- ters.
1. Temperatuurregeling Naar behoefte in te stellen: van blauw (temperatuur buitenlucht) totrood (warm).
Page 58 of 130

30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL59
Luchtstroom naar de voor- ruit, de zijruiten en de been-ruimte van de inzittenden.
Luchtstroom naar de been-ruimte van de inzittenden.
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen koud klimaat. Luchtstroom naar de mid-delste en de linker en rech-ter ventilatieroosters.
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen warm klimaat.
3. Luchtopbrengstregeling
Draai de knop van stand 1
naar 4 om de gewenste
luchtopbrengst te bereiken. 4. Regeling luchttoevoer
Toevoer van buitenlucht.
Dit is de normale stand.
Recirculatie van de lucht in
het interieur.
Deze stand dient om de toevoer vanbuitenlucht bij stank en stofoverlastaf te sluiten en om het verwarmenvan het interieur te versnellen.
Zet de knop, zodra de omstandig-heden dit toelaten, weer in destand toevoer buitenlucht om hetbeslaan van de ruiten te voorko-men.
5. Achterruitverwarming en verwarming buitenspiegels
Het indrukken van de scha- kelaar als de motor draaitzorgt voor het inschakelenvan de achterruitverwar-ming en de verwarming van
de buitenspiegels. Deze gaat na ongeveer 12 minuten automatisch uit. Druk nogmaals op de schakelaar om de achterruitverwarming opnieuwgedurende 12 minuten in te schake-len. Druk de toets nogmaals in om de achterruitverwarming eerder uit teschakelen. Opmerking: Deze functie werkt niet
wanneer het dak in de bagageruim- te is opgeborgen.
Page 59 of 130

30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL
60
AIRCONDITIONING
1. Bediening airconditioning De airconditioning kan tijdens alle seizoenen gebruikt worden. Het sys-teem stelt u in staat de temperatuurin het interieur 's zomers te verlagenen zorgt in de winter bij temperatu-ren boven 0 ¡C voor een snelle ont-waseming van beslagen ruiten. Druk de schakelaar in omde airconditioning in teschakelen. Het verklikker-lampje gaat branden. De airconditioning werkt niet alsde knop voor de regeling van deluchtopbrengst op "OFF" staat. Opmerking Condensvorming in de airconditio- ning kan ertoe leiden dat er zich eenklein plasje water onder de autovormt, dit is een normaal verschijn-sel.
2. Temperatuurregeling Naar behoefte in te stellen: van blauw (koud als de airco is inge-schakeld) tot rood (warm).
Page 60 of 130

30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL61
Belangrijke voorzorgsmaatrege- len Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan omhet systeem in perfecte staat te hou-den. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem
in dat geval door uw PEUGEOT-ser-vicepunt controleren.
3. Regeling luchtverdeling Luchtstroom naar de voor- ruit en de zijruiten (ontwa-semen - ontdooien).
Ga voor het snel ontwasemen vande voorruit en de zijruiten als volgt tewerk:
- Stel de temperatuur en de lucht- opbrengst in op maximaal.
- Sluit de middelste ventilatieroos- ters.
- Zet de knop luchttoevoer naar links, in de stand toevoer van bui- tenlucht.
- Zet de airconditioning aan.
Luchtstroom naar de voor-ruit, zijruiten en de been-ruimte van de inzittenden. Luchtstroom naar de been- ruimte van de inzittenden.
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen koud klimaat. Luchtstroom naar de mid-delste en de linker en rech-ter ventilatieroosters.
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen warm klimaat. 5. Regeling luchttoevoer
Toevoer van buitenlucht.
Dit is de normale stand.
Luchtrecirculatie.
Deze stand dient om de toevoer vanbuitenlucht bij stank en stofoverlastaf te sluiten.
Als deze stand gebruikt wordt terwijl deairco is ingeschakeld, wordt de capaci-teit van de airco en de verwarming ver-groot.
Als deze stand wordt gebruikt zon-der de airconditioning, bestaat hetrisico dat de ruiten beslaan. Zet de knop, zodra de omstandighe- den dit toelaten, weer in de standtoevoer buitenlucht. 6. Achterruitverwarming en
verwarming buitenspiegels
Druk de schakelaar bij draai-ende motor in om de achter-ruitverwarming en de ver-warming van de buiten-spiegels in te schakelen.
Deze gaat na ongeveer 12 minutenautomatisch uit.Druk nogmaals op de schakelaar omde achterruitverwarming opnieuwgedurende 12 minuten in te schake-len. Druk de toets nogmaals in om de ach- terruitverwarming eerder uit te schake-len. Opmerking: Deze functie werkt niet
wanneer het dak in de bagageruim- te is opgeborgen.
4. Luchtopbrengstregeling
Draai de knop in 1van de 4
standen om de gewensteluchtopbrengst te bereiken.