Peugeot 206 SW 2003 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2003, Model line: 206 SW, Model: Peugeot 206 SW 2003Pages: 168, PDF Size: 2.12 MB
Page 1 of 168

UW 206 IN EEN OOGOPSLAG1
In dit boekje worden alle mogelijke uitrustingen beschreven. Afhankelijk van de uitvoering en van de specifieke uitrustingen per
land waarvoor de auto bestemd is, kan voor iedere geleverde auto slechts een gedeelte van alle uitrustingen van toepassing zijn .
206 SW: leverbaar volgens land van bestemming.Blz.
Stoelen 74 - 85
Cockpit 29 - 31
Dashboard 37 - 73, 97 - 98
Spiegels 100
Blz.
Controles 117 - 125
Toegang tot de auto 87 - 92
Wiel verwisselen 126 - 130
Lampen vervangen 131 - 135
26-05-2003
Page 2 of 168

2UW 206 IN EEN OOGOPSLAG
26-05-2003
Page 3 of 168

26-05-2003
3UW 206 IN EEN OOGOPSLAG
1Stuurwiel met airbag en claxon
2 Schakelaar verlichting enrichtingaanwijzers
3 Uitschakelen airbag aanpassagierszijde*
4 Blokkeerschakelaarelektrisch bedienderuiten achter
5 Schakelaar elektronischstabiliteitsprogramma(ESP/ASR)
6 Dimmer dashboardverlichting
7 Schakelaar ruitenwissers/-sproeiers/boordcomputer
8 Radiobediening op het stuurwiel
9
Schakelaar alarmknipperlichten
10 Multifunctioneel display 11
Voorruitontwaseming
12 Zijruitontwaseming
13 Verstelbaar zijventilatierooster
14 Airbag aan passagierszijde
15 Middelste verstelbare ventilatieroosters
16 Dashboardkastje
17 Autoradio
18 Schakelaars en bedienings-organen verwarming,ventilatie, airconditioning,achterruitverwarming enverwarming buitenspiegels
19 Asbak v——r
20 Versnellingshendel
21 Aansteker 22
Schakelaar elektrisch bedienbare spiegels
23 Bediening stoelverwarming
24 Schakelaars elektrischbedienbare ruiten v——r
25 Handrem
26 Motorkapontgrendeling
27 Stuur-/contactslot
28 Zekeringenkast
29 Opbergvak
30 Stuurwielverstelling
31 Koplampverstelling
* Volgens land van bestemming.
Page 4 of 168

87
4UW 206 IN EEN OOGOPSLAG
26-05-2003
SLEUTELS Met behulp van de sleutels kunnen de voorportieren, de achterklep(3-/5-deurs) en de tankdop ver-grendeld of ontgrendeld worden,kan de airbag aan passagierszijdeworden uitgeschakeld en wordt hetcontactslot bediend. Centrale vergrendeling
Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier kunnende portieren en de achterklep gelijk-tijdig vergrendeld of ontgrendeld
worden. Als een van de portieren, deachterklep (206 SW) of de achterruit(206 SW) is geopend, werkt de cen-trale vergrendeling niet.
Afstandsbediening Druk op de knop Aom de auto
op afstand te vergrendelen. Dit wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden branden van de rich-tingaanwijzers. Druk op de knop Bom de auto
op afstand te ontgrendelen.Dit wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden snel knipperen van derichtingaanwijzers.
206 SW: Druk lang op de knop B
om de auto te ontgrendelen en de achterruit te openen.
Waarschuwingssignaal sleutel in contact Als het contact is afgezet klinkt er een geluidssignaal als hetbestuurdersportier wordt geo-pend terwijl de sleutel nog in hetcontact steekt. Lokaliseren van de auto Als de auto is vergrendeld kan de auto op een parkeerplaatsworden gelokaliseerd: Druk op de knop A, de plafon-
niers en de richtingaanwijzers gaan gedurende enkeleseconden branden. STARTEN De vier standen van de sleutel in het contact-/stuurslot zijn:
STOP: Het contact is afgezet.1
e
stand, accessoires:
Het contact is afgezet, maar deaccessoires kunnen welfunctioneren.
2e
stand, contact aan:
Het contact staat aan. Starten: De startmotor wordt in werkinggezet. Stuurslot Ontgrendel indien nodig het stuurslot alvorens te starten doorhet stuur tegelijkertijd met desleutel enigszins te verdraaien.
Trap bij het starten het koppe- lingspedaal in om het aanslaante vergemakkelijken.
Page 5 of 168

87
4UW 206 IN EEN OOGOPSLAG
26-05-2003
SLEUTELS Met behulp van de sleutels kunnen de voorportieren, de achterklep(3-/5-deurs) en de tankdop ver-grendeld of ontgrendeld worden,kan de airbag aan passagierszijdeworden uitgeschakeld en wordt hetcontactslot bediend. Centrale vergrendeling
Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier kunnende portieren en de achterklep gelijk-tijdig vergrendeld of ontgrendeld
worden. Als een van de portieren, deachterklep (206 SW) of de achterruit(206 SW) is geopend, werkt de cen-trale vergrendeling niet.
Afstandsbediening Druk op de knop Aom de auto
op afstand te vergrendelen. Dit wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden branden van de rich-tingaanwijzers. Druk op de knop Bom de auto
op afstand te ontgrendelen.Dit wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden snel knipperen van derichtingaanwijzers.
206 SW: Druk lang op de knop B
om de auto te ontgrendelen en de achterruit te openen.
Waarschuwingssignaal sleutel in contact Als het contact is afgezet klinkt er een geluidssignaal als hetbestuurdersportier wordt geo-pend terwijl de sleutel nog in hetcontact steekt. Lokaliseren van de auto Als de auto is vergrendeld kan de auto op een parkeerplaatsworden gelokaliseerd: Druk op de knop A, de plafon-
niers en de richtingaanwijzers gaan gedurende enkeleseconden branden. STARTEN De vier standen van de sleutel in het contact-/stuurslot zijn:
STOP: Het contact is afgezet.1
e
stand, accessoires:
Het contact is afgezet, maar deaccessoires kunnen welfunctioneren.
2e
stand, contact aan:
Het contact staat aan. Starten: De startmotor wordt in werkinggezet. Stuurslot Ontgrendel indien nodig het stuurslot alvorens te starten doorhet stuur tegelijkertijd met desleutel enigszins te verdraaien.
Trap bij het starten het koppe- lingspedaal in om het aanslaante vergemakkelijken.
Page 6 of 168

Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot een airbag aanpassagierszijde Auto's met een airbagschakelaar:Ð
Schakel de airbag aan passagierszijdeuit als u een kinder-zitje met de rug inde rijrichting op devoorstoel plaatst.
ÐSchakel de air-bag in als er eenpassagier op devoorstoel zit.
Auto's zonder een airbagscha-kelaar:
Ð
Plaats geenkinderzitje metde rug in derijrichting op devoorstoel.
Leg in elk geval nooit uw voeten,noch enig voorwerp op het dash-board.
11 4
5UW 206 IN EEN OOGOPSLAG
26-05-2003
Belast nooit een motor die koud is. Laat de motor nooit in een afgesloten ruimte draaien.
Breng nooit wijzigingen aan hetstuurslot aan.
Starten van een benzinemotor
Trap het gaspedaal niet in.Stel de startmotor in werking en laat de sleutel los zodra de motoraanslaat.
Starten van eendieselmotor
Trap het gaspedaal nietin.
Draai de sleutel in de stand"Contact aan" .
Als de temperatuur al hooggenoeg is, gaat het lampje nietbranden en kunt u de motordirect starten. Als het lampje brandt, wacht dan met het starten van de motor tothet lampje uit gaat. Als de motor is afgeslagen, moet de sleutel eerst weer in stand
"STOP" gezet worden, voordat
opnieuw gestart kan worden. AIRBAGS VîîR
Controle werking
* Volgens land van bestemming.
Uitschakelen airbag aanpassagierszijde* Steek de contactsleutel in de schakelaar 1en draai deze:
Ð op "ON":airbag aan passa-
gierszijde geactiveerd.
Ð op "OFF" : airbag aan passagiers-
zijde uitgeschakeld.
Als bij aangezet contact (2estand) dit
verklikkerlampje op het instrumenten-paneel gaat branden in combinatie meteen geluidssignaal en de melding"Airbag passagier uitgeschakeld"
op het multifunctionele display, bete-kent dit dat de airbag aan passagiers-zijde is uitgeschakeld (stand "OFF"
van de schakelaar).
Als de airbag aan passagierszijde is uitge-schakeld, blijft het verklikkerlampje branden.