Peugeot 208 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: 208, Model: Peugeot 208 2017Pages: 304, PDF Size: 11.54 MB
Page 21 of 304

19
Waarschuwings- resp. indicatielampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
+
+
Emissieregelsysteem
SCR
(BlueHDi-dieselmotor)Permanent zodra het
contact is aangezet,
in combinatie met
het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding.Er is een storing in het SCR-
emissieregelsysteem. Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot van
uitlaatgassen weer aan de normen voldoet.
Knippert zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding met betrekking tot
de actieradius.Na bevestiging van de storing in
het emissieregelsysteem kunt
u maximaal 1.100
km afleggen
voordat het systeem het starten
van de motor blokkeert. Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om te voorkomen
dat de motor niet meer gestar t kan worden
.
Knippert zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding.U hebt de actieradius
overschreden die is toegestaan
na de bevestiging van de storing
in het emissieregelsysteem:
het starten van de motor
wordt geblokkeerd door het
startblokkeringssysteem.Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk
dat u contact opneemt met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor het bijvullen of voor meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-motoren) .
1
Instrumentenpaneel
Page 22 of 304

20
Waarschuwings- resp. indicatielampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Service Brandt tijdelijk in
combinatie met de
weergave van een
melding. Er zijn één of meer kleine
storingen gedetecteerd waarbij
geen specifiek verklikkerlampje
gaat branden. Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van
de melding op het instrumentenpaneel.
In sommige gevallen kunt u het probleem zelf op te
lossen door bijvoorbeeld een nog geopend portier te
sluiten of het roetfilter te regenereren als dit ver vuild
begint te raken (ga om het roetfilter te regenereren,
zodra de omstandigheden het toelaten, met een
snelheid van minimaal 60
km/h rijden tot het lampje
doof t).
Raadpleeg in andere gevallen, zoals een storing in het
bandenspanningscontrolesysteem, het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Permanent, in
combinatie met de
weergave van een
melding. Er zijn één of meer ernstige
storingen gedetecteerd waarbij
geen specifiek verklikkerlampje
gaat branden. Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van
de melding op het instrumentenpaneel en raadpleeg
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
+ Permanent, in
combinatie met
het knipperen en
vervolgens blijven
branden van de
onderhoudssleutel.Het inter val voor de
onderhoudsbeurt is
overschreden.
Alleen bij uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor.
Laat de onderhoudsbeurt van uw auto zo snel mogelijk
uitvoeren.
Instrumentenpaneel
Page 23 of 304

21
Waarschuwings- resp. indicatielampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Voorgloeien
dieselmotor Permanent.
De sleutel staat in de tweede
stand (contact) van het
contactslot. Wacht met starten tot het verklikkerlampje uitgaat.
De wachttijd is afhankelijk van de
weersomstandigheden (in extreme gevallen
30
seconden).
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact
af. Zet het contact ver volgens weer aan en wacht
opnieuw tot het lampje uitgaat voordat u de motor
start.
StuurbekrachtigingPermanent. Er is een storing met betrekking
tot de stuurbekrachtiging. Rijd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat uw auto controleren door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Mistachterlicht Permanent. Het mistachterlicht is
ingeschakeld met de ring van de
lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar naar achteren om
het mistachterlicht uit te schakelen.
Stop & Star t Permanent. Het Stop & Start-systeem heeft
de motor in de STOP-stand
gezet (verkeerslicht, stopbord,
opstopping enz.). Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart (START-stand) als u wilt wegrijden.
Knippert enkele
seconden en gaat
vervolgens uit. De STOP-stand is tijdelijk niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
START-stand gezet. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Stop & Start-systeem.
1
Instrumentenpaneel
Page 24 of 304

22
Waarschuwings- resp. indicatielampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Automatische
ruitenwissers Permanent.
De ruitenwisserschakelaar is
naar beneden bewogen. De automatische stand van de ruitenwissers vóór is
geactiveerd.
Beweeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet
de hendel in een andere stand.
Richtingaanwijzer
linksKnippert, met
geluidssignaal.Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.
Richtingaanwijzer
rechtsKnippert, met
geluidssignaal.Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
Parkeerlichten Permanent. De lichtschakelaar staat in de
stand 'Parkeerlichten'.
Mistlampen vóór Permanent. De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld met de ring van de
lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar één stand naar
achteren om de mistverlichting uit te schakelen.
Dimlicht Permanent. De lichtschakelaar staat in de
stand "Dimlicht".
Grootlicht Permanent. U hebt de lichtschakelaar naar u
toe getrokken. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.
Instrumentenpaneel
Page 25 of 304

23
Meters
Koelvloeistoftemperatuur
Als bij draaiende motor de wijzer zich bevindt
in:
- zone A, is de koelvloeistoftemperatuur in
orde,
-
zone B, is de koelvloeistoftemperatuur
te hoog. Het waarschuwingslampje
maximumtemperatuur en het
waarschuwingslampje STOP
gaan branden, in combinatie
met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding op het scherm.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de motor
afzet.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
Page 26 of 304

24
Onderhoudsindicator
Waarschuwingslampje en controlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
OnderhoudssleutelBrandt tijdelijk, bij het
aanzetten van het
contact.De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt is 1.000 tot
3.000
km.De onderhoudsinformatie wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk
van de uitvoering:
-
d
e kilometerteller geeft de resterende kilometers
(in kilometers of mijlen) tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
-
e
en waarschuwingsmelding geeft de resterende
kilometers (in kilometers of mijlen) en de tijd tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt aan.
De onderhoudssleutel gaat na een paar seconden uit.
De waarschuwing wordt weergegeven als het einde
van het onderhoudsinterval nadert.
Permanent, bij het
aanzetten van het
contact. De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt is korter dan
1.000
km.De onderhoudsinformatie wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk
van de uitvoering:
-
d
e kilometerteller geeft de resterende kilometers
tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt aan.
-
e
en waarschuwingsmelding geeft de resterende
kilometers en de tijd tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
De onderhoudssleutel blijft branden om aan te geven
dat uw auto zeer binnenkort aan een onderhoudsbeurt
toe is.
De waarschuwing wordt weergegeven als het einde
van het onderhoudsinterval nadert.
Instrumentenpaneel
Page 27 of 304

25
Waarschuwingslampje en controlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
OnderhoudssleutelKnippert en brandt
vervolgens permanent,
bij het aanzetten van
het contact.Het inter val voor de
onderhoudsbeurt is
overschreden.
De onderhoudsinformatie wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk
van de uitvoering:
-
d
e kilometerteller geeft het aantal afgelegde
kilometers aan sinds het inter val voor de
onderhoudsbeurt is overschreden. Waarde
voorafgegaan door het teken "-".
-
e
en waarschuwingsmelding geeft aan dat het
interval voor de onderhoudsbeurt is overschreden.
De onderhoudssleutel blijft branden zolang de
onderhoudsbeurt niet is uitgevoerd.
De waarschuwing wordt gegeven wanneer het inter val
voor de onderhoudsbeurt is overschreden.
+ Knippert en brandt
vervolgens permanent,
bij het aanzetten
van het contact, in
combinatie met het
verklikkerlampje
SERVICE.Het onderhoudsinterval voor de
uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor is overschreden.
De onderhoudsinformatie wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk
van de uitvoering:
-
d
e kilometerteller geeft het aantal afgelegde
kilometers aan sinds het inter val voor de
onderhoudsbeurt is overschreden. Waarde
voorafgegaan door het teken "-".
-
e
en waarschuwingsmelding geeft aan dat het
interval voor de onderhoudsbeurt is overschreden.
De onderhoudssleutel blijft branden zolang de
onderhoudsbeurt niet is uitgevoerd.
De waarschuwing wordt gegeven wanneer het inter val
voor de onderhoudsbeurt is overschreden.
De weergegeven afstand (in kilometers of mijlen) wordt berekend op basis van het aantal afgelegde kilometers en de verstreken tijd sinds de
laatste onderhoudsbeurt.
1
Instrumentenpaneel
Page 28 of 304

26
Op 0 zetten van de
onderhoudsindicatorOpnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
Na elke onderhoudsbeurt moet de
onderhoudsindicator weer op nul gezet worden.
Als u de onderhoudsbeurt van uw auto zelf
hebt uitgevoerd:
F
zet
het contact af,
Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto en
wacht minimaal 5
minuten. Het op 0 zetten
van de onderhoudsindicator zal anders
niet worden opgeslagen.
F
d
ruk op de resetknop van de dagteller en
houd deze ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
F
l
aat de knop los als het display =0
aangeeft; de sleutel verdwijnt. U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
F
D
ruk op de knop voor nulstelling van de
dagteller.
De onderhoudsinformatie wordt enkele
seconden weergegeven en verdwijnt
vervolgens weer.
Motorolieniveaumeter
(volgens uitvoering)
Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter
wordt bij het aanzetten van het contact eerst
de onderhoudsindicator weergegeven en
vervolgens gedurende enkele seconden het
motorolieniveau. Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30
minuten niet heeft gedraaid.
Te laag olieniveau
Als het motorolieniveau te laag is, verschijnt
de melding "Te laag olieniveau" op het
instrumentenpaneel, gaat het verklikkerlampje
Ser vice branden en klinkt een geluidssignaal.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus
.
Storing in motorolieniveaumeter
Als de melding "Ongeldige meting olieniveau"
wordt weergegeven, duidt dit op een storing in
de motorolieniveaumeter.
Raadpleeg een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Instrumentenpaneel
Page 29 of 304

27
AdBlue®-
actieradiusindicatoren
Deze actieradiusindicatoren zijn uitsluitend
aanwezig bij auto's met een BlueHDi-
dieselmotor.
Zodra de reser vevoorraad van het AdBlue
®-
reser voir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gesignaleerd, verschijnt bij
het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer
kunt rijden voordat het opnieuw starten van de
motor automatisch wordt geblokkeerd.
Niet starten van de motor bij een
te laag AdBlue®-niveau
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is.
Als de motorolieniveaumeter niet
werkt, wordt het motoroliepeil niet meer
gecontroleerd.
Zolang het systeem niet werkt, moet u het
motoroliepeil controleren met de peilstok
in de motorruimte.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus
.
Bereik van de 1,6 BlueHDi motor
( E u r o 6 .1)
Actieradius groter dan 2.400 km
A ls het contact wordt aangezet, wordt er geen
informatie over de actieradius weergegeven op
het instrumentenpaneel.
Als u op deze knop drukt,
wordt de actieradius tijdelijk
weergegeven in combinatie
met de melding "AdBlue:
actieradius groter dan
2.400
km". Afhankelijk van
de hoeveelheid AdBlue in het
reservoir wordt vervolgens
een melding weergegeven
waarin staat aangegeven dat
u de vloeistof kunt bijvullen. Actieradius tussen 2.400 en 600
km
(1,6 BlueHDi Euro 6.1)
Zodra het contact wordt aangezet, gaat
het verklikkerlampje branden in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld " Vul AdBlue bij: starten niet
mogelijk over x kilometers") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid additief.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
300 km weergegeven zolang er geen vloeistof
is bijgevuld.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel
mogelijk vloeistof bij.
1
Instrumentenpaneel
Page 30 of 304

28
Actieradius kleiner dan 600 km
( 1,6 BlueHDi Euro 6.1)
Zodra het contact wordt aangezet, gaat dit
verklikkerlampje knipperen in combinatie met
het continu branden van het ser vicelampje, een
geluidssignaal en een melding (bijvoorbeeld
" Vul AdBlue bij". starten niet mogelijk over x
kilometers") die aangeeft hoeveel kilometer
of mijl u nog kunt rijden met de resterende
hoeveelheid additief.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden herhaald zolang er geen AdBlue
is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan
worden.
Storing in verband met een te laag AdBlue
®-
niveau
Het AdBlue
®-reser voir is leeg: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem. Als het contact wordt aangezet, gaat dit
waarschuwingslampje knipperen, in combinatie
met een geluidssignaal en de melding " Vul bij
AdBlue: starten onmogelijk". Om de motor weer te kunnen starten moet
het reser voir met minimaal 4 liter AdBlue
®
worden gevuld.
Bereik van de 1,5 BlueHDi
motor (Euro 6.2)
Actieradius groter dan 2.400 km
A ls het contact wordt aangezet, wordt er geen
informatie over de actieradius weergegeven op
het instrumentenpaneel.
Als u op deze knop drukt,
wordt de actieradius tijdelijk
weergegeven in combinatie
met de melding "AdBlue:
actieradius groter dan
2.400
km". Afhankelijk van
de hoeveelheid AdBlue in het
reservoir wordt vervolgens
een melding weergegeven
waarin staat aangegeven dat
u de vloeistof kunt bijvullen. Actieradius tussen 2.400 en 800
km
(1,5 BlueHDi Euro 6.2)
Zodra het contact wordt aangezet, gaat dit
verklikkerlampje ongeveer 30 branden in
combinatie met een geluidssignaal en een
melding (bijvoorbeeld " Vul AdBlue bij: starten
niet mogelijk over x kilometers") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid additief.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel
mogelijk vloeistof bij.
Deze meldingen worden vergezeld van het
advies om niet meer dan 10
liter AdBlue bij te
vullen.
Actieradius tussen 800 en 100
km
(1,5 BlueHDi Euro 6.2)
Zodra het contact wordt aangezet, gaat
het verklikkerlampje branden in combinatie
met een geluidssignaal (1 pieptoon) en een
melding (bijvoorbeeld " Vul AdBlue bij: starten
niet mogelijk over x kilometers") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid additief.
Instrumentenpaneel