Peugeot 208 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: 208, Model: Peugeot 208 2017Pages: 304, PDF Size: 11.54 MB
Page 31 of 304

29
Actieradius kleiner dan 100 km
( 1,5 BlueHDi Euro 6.2)
Tijdens het rijden worden het geluidssignaal en
de melding elke 10
km weergegeven zolang er
geen AdBlue is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk additief bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan
worden. Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje knipperen in combinatie
met een geluidssignaal (1 pieptoon) en een
melding (bijvoorbeeld " Vul AdBlue bij: starten
onmogelijk over x km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog kunt rijden met de
resterende hoeveelheid vloeistof.
Storing in verband met een te laag AdBlue®-niveau
Het AdBlue®-reser voir is leeg: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem.
Om de motor weer te kunnen starten moet
het reser voir met minimaal 4
liter AdBlue
®
worden gevuld.
Als het contact wordt aangezet, gaat dit
waarschuwingslampje knipperen, in combinatie
met een geluidssignaal en de melding " Vul bij
AdBlue: starten onmogelijk".
Als een storing in het
emissieregelsysteem wordt
gedetecteerd SCR
Er wordt automatisch een
startblokkeringssysteem geactiveerd
als meer dan 1.100
km is gereden nadat
de storing in het SCR-regelsysteem is
bevestigd. Laat het systeem controleren
door een PEUGEOT-dealer of door een
gekwalificeerde werkplaats. Als een storing wordt gedetecteerd
In het geval van een tijdelijke
storing verdwijnt de waarschuwing
tijdens de volgende rit na controle
van de zelfdiagnose van het SCR-
emissieregelsysteem.
De verklikkerlampjes gaan branden in
combinatie met een geluidssignaal en de
melding "Storing emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven zodra de storing voor de eerste keer
wordt gedetecteerd en ver volgens steeds bij
het aanzetten van het contact zolang de storing
niet is verholpen.
Tijdens het rijden worden het geluidssignaal en
de melding elke 100
km weergegeven zolang
er geen vloeistof is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan
worden.
1
Instrumentenpaneel
Page 32 of 304

30
Noorden boven
Display instrumentenpaneel
F Druk herhaaldelijk op de toets op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar
om de verschillende gegevens weer te
geven.
-
W
eergave van Traject 1 :
•
de
gemiddelde snelheid,
•
he
t gemiddelde brandstofverbruik,
•
d
e afgelegde afstand,
voor het eerste traject.
Starten geblokkeerd
U hebt de limiet van de toegestane
rijfase overschreden: het
startblokkerringssysteem voorkomt dat de
motor opnieuw wordt gestart.
Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan
deze verklikkerlampjes branden en knippert
het verklikkerlampje AdBlue in combinatie met
een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling: starten verboden".
Tijdens de toegestane rijfase (tussen 1.100
en 0
km)
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden weergegeven zolang de storing in
de SCR-emissieregeling niet is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven
zodra het contact wordt aangezet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer
worden gestart. Als een storing in het SCR-systeem is
bevestigd (nadat 50
km is gereden ter wijl
de melding van de storing permanent wordt
weergegeven), gaan deze verklikkerlampjes
branden en knippert het verklikkerlampje
AdBlue in combinatie met een geluidssignaal
en de weergave van een melding (bijv. "Storing
emissieregeling: starten verboden binnen
300
km") die aangeeft hoeveel kilometer of mijl
u nog kunt rijden voordat het starten van de
motor wordt geblokkeerd.
Instrumentenpaneel
Page 33 of 304

31
- Weergave van Traject 2:
• de gemiddelde snelheid,
•
he
t gemiddelde brandstofverbruik,
•
d
e afgelegde afstand,
Voor het tweede traject.
-
W
eergave van actuele informatie:
•
d
e actieradius,
•
h
et actuele brandstofverbruik,
•
d
e Stop & Start-teller.
Touchscreen
De gegevens zijn toegankelijk via het
menu "Rijverlichting / Auto ".
Weergave van informatie op het touchscreen
Permanente weergave:
F
se lecteer het menu " Connect-App",
ver volgens de het tabblad " Voertuigapps"
en dan " Boordcomputer ". De informatie van de boordcomputer wordt
weergegeven op tabbladen.
F
D
ruk op een van de toetsen om het
gewenste tabblad te bekijken.
Tijdelijke weergave in een nieuw venster:
F
d
ruk op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar om de informatie
te bekijken en de verschillende tabbladen
weer te geven.
Traject op nul zetten
F Druk zodra het gewenste traject wordt aangegeven de toets op het uiteinde van
de ruitenwisserschakelaar langer dan
2
seconden in.
De trajecten 1 en 2 zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen. Traject 1 kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor
een dagelijks verbruik en traject 2 voor een
maandelijks verbruik.
Tabblad met actuele informatie:
-
d
e actieradius.
-
he
t actuele brandstofverbruik.
-
d
e tijdteller van het Stop & Start-systeem.
1
Instrumentenpaneel
Page 34 of 304

32
Het tabblad "Traject 1" met daarin:
- d e gemiddelde snelheid van het eerste
traject.
-
g
emiddeld brandstofverbruik
-
d
e afgelegde afstand.
Het tabblad "Traject 2 " met daarin:
-
d
e gemiddelde snelheid voor het tweede
traject.
-
g
emiddeld brandstofverbruik
-
d
e afgelegde afstand.
Traject resetten
F Druk, zodra het gewenste traject wordt weergegeven, op de toets voor
het resetten of op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar.
Rit 1 en 2 zijn onafhankelijk en worden identiek
gebruikt.
Via traject " 1" kunnen dagelijkse berekeningen
en via traject " 2" maandelijkse berekeningen
worden uitgevoerd.
Enkele definities
Actieradius
(km of mijl)
Aantal kilometers dat u nog met de
resterende hoeveelheid brandstof
kunt rijden (berekend op basis van
het gemiddelde verbruik over de
laatste afgelegde kilometers).
Deze waarde kan schommelen door
een gewijzigde rijstijl of het rijden op
een helling, waardoor het actuele
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30
km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display.
Na het tanken van minimaal 5
liter brandstof
wordt de actieradius opnieuw berekend en
weergegeven als deze meer dan 100
km
bedraagt.
Wanneer tijdens het rijden streepjes in
plaats van waarden worden weergegeven,
dient u contact met een PEUGEOT-dealer
of gekwalificeerde werkplaats op te
nemen.
Instrumentenpaneel
Page 35 of 304

33
Datum en tijd instellen
Instrumentenpaneel
F Druk deze toets herhaaldelijk in om de volgende parameters weer te geven:
-
uren,
-
minuten,
-
t
ijdsaanduiding in 12 of 24 uur.
Met PEUGEOT Connect
Radio
F Selecteer het menu " Instellingen".
F
Sel
ecteer "Datum en tijd ".
F
Sel
ecteer " Datum" of "Tijd".
F
K
ies het formaat van de weergave.
F
S
tel de datum en/of tijd in met behulp van
het numerieke toetsenbord.
F
Be
vestig met " OK".
Actueel brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
D eze functie wordt alleen weergegeven bij
snelheden vanaf 30
km/h.
Berekend over de laatste seconden.
Gemiddeld brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
B erekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of miles)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
(km/h of mph)
Totale tijd in de STOP-stand
(minuten/seconden of uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met het Stop & Start-
systeem, houdt een teller bij hoelang de STOP-
stand tijdens een rit is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact
aanzet weer op nul gezet.
1
Instrumentenpaneel
Page 36 of 304

34
Het systeem schakelt niet automatisch
over op zomertijd/wintertijd (volgens land
van bestemming).
Overschakelen naar zomer- of wintertijd is
mogelijk door de tijdzone te wijzigen.
Dimmer
dashboardverlichting
U kunt de lichtsterkte van de verlichting van
het dashboard en het touchscreen handmatig
aanpassen aan het licht van de omgeving.
Met twee knoppen
Verlichting ingeschakeld:F
D
ruk op deze knop om de
lichtsterkte te verhogen.
F
D
ruk op deze knop om deze te
verlagen.
Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte
is bereikt.
Extra instellingen
U kunt het volgende kiezen:
- h et weergaveformaat voor de datum en tijd
(12h/24h) in te stellen.
-
de
tijdzone wijzigen.
-
d
e synchronisatie met het GPS (UTC) in of
uit te schakelen.
Met PEUGEOT Connect Nav
Het instellen van de datum en tijd is alleen
mogelijk als de GPS-synchronisatie is
uitgeschakeld.
F
S
electeer het menu Instellingen .
F
D
ruk op de toets " OPTIES" om de tweede
pagina te openen.
F
Sel
ecteer "Instellen tijd-
datum ".
F
S
electeer het tabblad " Datum" of "Tijd".
F
W
ijzig de datum en/of de tijd met het
numerieke toetsenbord.
F
Be
vestig met " OK".
Het systeem schakelt niet automatisch
over op zomertijd/wintertijd (volgens land
van bestemming).
Instrumentenpaneel
Page 37 of 304

35
Met één knop
F Druk op deze knop om de lichtsterkte af te stellen.
F
L
aat de knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
De lichtsterkteregeling werkt niet als de
verlichting van de auto uitgeschakeld is
of in de dagstand staat (dagrijverlichting
ingeschakeld).
Met touchscreen
F Selecteer in het menu Instellingen de
optie " Lichtsterkte ".
F
S
tel de lichtsterkte af door op de pijlen te
drukken of de cursor te bewegen.
De helderheid kan verschillend worden
afgesteld voor de dag (lichtschakelaar in
de stand " 0") en nacht (lichtschakelaar in
iedere andere stand).
1
Instrumentenpaneel
Page 38 of 304

36
Afstandsbediening
A.Uitklappen/inklappen.
B. Ontgrendelen.
Alarm uitschakelen.
C. Vergrendelen.
Lokaliseren.
Alarm inschakelen.
Portieren
Alle portieren ontgrendelen
Met de sleutel
F Draai de sleutel in de richting van de
voorzijde van de auto.
Met de afstandsbediening
F Indrukken.
Selectief ontgrendelen
Standaard wordt de auto volledig ontgrendeld.
De selectieve ontgrendeling kan
ingeschakeld of uitgeschakeld
worden met behulp van het
touchscreen via het menu
Rijverlichting / Auto .
Met de afstandsbediening
F Alleen het bestuurdersportier
ontgrendelen: druk één keer op
deze knop.
F
D
e overige portieren en de
achterklep ontgrendelen: druk
twee keer kort op deze knop. Het ontgrendelen wordt bevestigd door
het gedurende ongeveer 2
seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering van de auto, de buitenspiegels
elektrisch ingeklapt.
Lokaliseren van de auto
F Bij het indrukken van deze toets gaan de plafonniers branden en
knipperen de richtingaanwijzers
gedurende enkele seconden,
zodat u uw geparkeerde auto
kunt terugvinden.
Follow me home-verlichting
Houd deze toets ingedrukt om
de follow me home-verlichting te
activeren (inschakelen van het
parkeerlicht, het dimlicht en de
kentekenplaatverlichting).
Door de toets een tweede keer in te drukken
ter wijl de verlichting nog brandt, wordt de follow
me home-verlichting weer uitgeschakeld.
Toegang tot de auto
Page 39 of 304

37
Sluiten – Sleutel
Vergrendelen
Met de sleutel
F Draai de sleutel in de richting van de achterzijde van de auto.
Met de afstandsbediening
F Indrukken.
W anneer u de sleutel in de
vergrendelstand gedraaid houdt of
de knop van de afstandsbediening
ingedrukt houdt, worden ook de
ruiten gesloten.
Het vergrendelen wordt bevestigd door het
gedurende ongeveer 2
seconden branden
van de richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering van de auto, de buitenspiegels
elektrisch ingeklapt.
Het automatisch in- en uitklappen van de
buitenspiegels kan worden uitgeschakeld
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats. Als een portier of de achterklep niet
goed is gesloten, werkt de centrale
vergrendeling niet.
Als de auto is vergrendeld en per ongeluk
wordt ontgrendeld zonder dat binnen
ongeveer 30
seconden een van de
portieren wordt geopend, wordt de auto
automatisch weer vergrendeld.
Verlaat om veiligheidsredenen (kinderen
in de auto) de auto nooit, zelfs niet voor
een korte tijd, zonder de sleutel mee te
nemen.
Inklappen van de sleutel
F Druk op deze knop om de sleutel in te klappen. Wanneer u deze knop niet indrukt, kan de
afstandsbediening beschadigd raken.
Noodbediening van de
portieren
Hiermee kunt u de portieren mechanisch
vergrendelen en ontgrendelen in het geval van
een storing in de centrale vergrendeling of van
de accu.
Bestuurdersstoel
Steek de geïntegreerde sleutel in het slot om
het portier te vergrendelen of ontgrendelen.
Passagierszijde
F Controleer of de kinderbeveiliging van de
achterportieren niet geactiveerd is.
2
Toegang tot de auto
Page 40 of 304

38
F Ver wijder met de sleutel het zwarte afdekkapje in de achterrand van het portier.
F
S
teek de sleutel voorzichtig in de opening
en duw de hendel zonder de sleutel te
verdraaien, naar de binnenzijde van het
portier.
F
V
er wijder de sleutel en plaats het kapje
terug.
Supervergrendeling
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
werken de binnen- en buitenportiergrepen
niet.
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
is ook de vergrendelingsschakelaar in het
interieur buiten werking.
Schakel daarom nooit de
supervergrendeling in als er zich iemand in
de auto bevindt.
Met de sleutel
F Draai de sleutel in het slot van het bestuurdersportier richting de achterzijde van
de auto.
F
D
raai binnen 5 seconden de sleutel nogmaals
richting de achterzijde van de auto om de
super vergrendeling van de auto in te schakelen.
Met de afstandsbediening
F Druk op de knop.
F
D
ruk binnen 5 seconden
nogmaals op deze knop om de
supervergrendeling van de auto
in te schakelen.
De supervergrendeling wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer 2
seconden
branden van de richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering van de auto, de buitenspiegels
elektrisch ingeklapt.
Probleem met de
afstandsbediening
Na het losnemen en weer aansluiten van de
accukabels, het ver vangen van de batterij
van de afstandsbediening of een storing in de
afstandsbediening kan de auto niet meer met
de afstandsbediening worden ontgrendeld,
vergrendeld en gelokaliseerd.
F
O
ntgrendel of vergrendel de auto eerst met
de sleutel in het slot.
F
S
ynchroniseer vervolgens de
afstandsbediening.
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-
netwerk als de storing niet is verholpen.
Reset
F Zet het contact uit.
F Z et de sleutel in de stand 2 (Contact) .
F
D
ruk direct gedurende enkele
seconden op het gesloten
hangslot.
F
Z
et het contact uit en ver wijder de sleutel
uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer volledig.
Toegang tot de auto