14-04-2003
Bijzonderheden lichtmetalen velgen SierdoppenDe wielbouten van de lichtmetalen velgen zijn voorzien van chromensierdoppen.
Voordat de wielbouten worden los- gedraaid dienen de sierdoppen metbehulp van het gereedschap 6te
worden verwijderd. Monteren van het reservewiel Indien uw auto is voorzien van een reservewiel met stalen velg, is hetnormaal
dat bij het monteren de rin-
gen van de bouten de velg niet
raken. Als de bouten volledig zijnaangedraaid zorgt het conischedraagvlak van de bouten voor debevestiging van het reservewiel. Monteren van winterbanden Als u op uw auto winterbanden met stalen velgen wilt monteren, dient u
speciale bouten te gebruiken, die
verkrijgbaar zijn bij uw PEUGEOT-
dealer. Anti-diefstalbouten* Als de velgen zijn voorzien van anti- diefstalbouten (ŽŽn per wiel), dient ueerst met behulp van het gereed-schap
6de chromen dop en vervol-
gens de plastic huls te verwijderenalvorens de bout los te draaien metbehulp van een van de dopsleutels(die u bij aflevering van uw autoheeft gekregen, gelijktijdig met dereservesleutel en de codekaart) ende wielsleutel 1.
Opmerking: noteer de op de dop-
sleutel gegraveerde code nauwkeu-rig. Met deze code kunt u bij uw
PEUGEOT-dealer een nieuwe dop-sleutel verkrijgen.
* Volgens uitvoering en land van bestemming.
PRAKTISCHE INFORMATIE
144
14-04-2003
LAMPEN VERVANGEN Koplampen Opmerking: Verwijder om bij de lampen te komen aan de
rechterzijde de sierkap die is bevestigd met twee plastic pluggen. Raak de lampen uitsluitend met een droge doekaan.
1 - Dimlicht (H7-55 W),
2 - Grootlicht (H1-55 W),
3 - Mistlampen v——r (H1-55 W). Draai de beschermkap van de defecte lamp een kwart
omwenteling naar links en verwijder deze.
Neem de stekker los.
Druk op het uiteinde van de borglip om deze los te
maken. Vervang de lamp.
Let bij het monteren op de goede stand van de nokjes en controleer of de borglip goed vast zit.
Sluit de stekker weer aan.
Monteer de beschermkap met de pijl naar boven en
draai deze vervolgens een kwart omwenteling naar rechts. De koplampen zijn uitgerust met glazen van polycarbo-naat voorzien van een beschermlaag.
Gebruik voor het
schoonmaken van de koplampen nooit een drogedoek of een schuur-, schoonmaak- of oplosmiddel.
Gebruik een spons en zeepwater.
4 - Parkeerlicht (W 5 W) Trek de fitting naar achteren, verwijder de lamp en
vervang deze.
5 - Richtingaanwijzers (PY 21 W amberkleurig) Draai de lamphouder een kwart omwenteling en ver-
wijder deze.
Vervang de lamp.
Opmerking: Bij bepaalde weersomstandigheden (lage
temperatuur, vochtig weer), kan aan de binnenzijde van
de koplampen enige condensvorming ontstaan . Deze
verdwijnt zodra de lampen enige tijd branden.
PRAKTISCHE INFORMATIE 145