Peugeot 508 RXH 2016 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2016, Model line: 508 RXH, Model: Peugeot 508 RXH 2016Pages: 364, PDF Size: 10.31 MB
Page 11 of 364
9
508_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Schakelaars*
Cockpit (vervolg)
Openen van het kofferdeksel/de
achterklep.
Openen van de brandstofvulklep.
Massagefunctie.
Inbraakalarm.
Verklikkerlampje programmeerbare verwarming.Elektrische parkeerrem.
Motor starten/afzetten met de
elektronische sleutel.
Uitschakelen van het Stop & Start-
systeem.
Head-up display
(aan/uit, instellingen). Uitschakelen parkeerhulp.
Dodehoekbewaking. Elektrische kinderbeveiliging. Uitschakelen van het ASR-systeem.
Grootlichtassistent.
Het branden van een verklikkerlampje geeft aan
of de bijbehorende functie is in- of uitgeschakeld.
* Volgens uitvoering.
70
79
12 2
19 6 200168
165
50, 57, 65, 68
18 497
193 182 13 5
15 8
.
Overzicht
Page 12 of 364
10
508_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Onderhoud - Gegevens
Identificatie 273
Afmetingen 271-272
Brandstoftank leeg (diesel)
2
28
Niveaus controleren
2
18-220
-
olie
-
remvloeistof
-
stuurbekrachtigingsvloeistof
-
koelvloeistof
-
ruitensproeier-/koplampsproeiervloeistof- brandstofadditief (diesel)
Additief AdBlue® 35-38, 223-226
Controle van onderdelen 2 21-222
-
12V- ac c u
-
luchtfilter
-
interieurfilter
-
oliefilter
-
r
oetfilter (diesel)
-
versnellingsbak
-
remblokken/-schijven
-
parkeerrem
-
e
lektrische parkeerrem
Lampen vervangen
2
42-248
-
voor
-
achter 12V-accu
253-256
12V-accu verwijderen/
plaatsen
257-260
Spaar fase accu, eco-mode
2
61
Zekeringen motorruimte
2
49, 252
Motorkapontgrendeling
214
Onder de motorkap (benzine)
2
15
Onder de motorkap (diesel)
2
16 -217
Benzinemotoren
264
Dieselmotoren
26
6-267Gewichten (benzine)
2
65
Gewichten (diesel)
26
8-269
Overzicht
Page 13 of 364
11
508_nl_Chap00c_eco-conduite_ed01-2016
Maak optimaal gebruik van de
versnellingsbak
Als uw auto is voorzien van een handgeschakelde versnellingsbak, rijd dan
rustig weg, schakel zo snel mogelijk de tweede versnelling in en schakel bij
het accelereren bij voorkeur relatief snel over naar een hogere versnelling.
Als uw auto is voorzien van een automatische transmissie of een
elektronisch gestuurde versnellingsbak, gebruik dan bij voorkeur de
automatische stand en trap het gaspedaal niet bruusk of diep in.
Gebruik op slimme wijze de elektrische
voorzieningen
Als bij het instappen blijkt dat de temperatuur in de auto hoog is opgelopen, open
dan alle ruiten en de ventilatieroosters alvorens de airconditioning in te schakelen.
Sluit vanaf een snelheid van 50 km/h de ruiten, maar laat de ventilatieroosters
geopend.
Gebruik de voorzieningen in het interieur die de temperatuurstijging kunnen
beperken (blinderingspaneel van het panoramadak, zonneschermen, enz.).
Schakel de airconditioning uit zodra de gewenste temperatuur is bereikt (behalve
bij auto's met een automatische airconditioning).
Schakel de achterruitver warming en de ontwaseming uit zodra deze niet meer
nodig zijn als deze niet automatisch worden aangestuurd.
Schakel de stoelver warming zo snel mogelijk uit.
Schakel de verlichting en de mistlampen uit als het zicht voldoende is.
Laat de motor vooral 's winters na het starten niet stationair
warmdraaien, maar rijd zo snel mogelijk weg: uw auto warmt sneller op
als u rijdt.
Sluit als passagier zo min mogelijk multimedia-apparatuur (DVD-
speler, MP3 -speler, spelcomputer, enz.) op de auto aan om het
elektriciteitsverbruik, en dus het brandstofverbruik, te beperken.
Koppel externe apparatuur los als u de auto verlaat.
Eco-rijden
Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt u het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot van uw auto verminderen.
Kies voor een soepele rijstijl
Houd afstand van de auto's voor u, rem bij voorkeur af op de motor in
plaats van het rempedaal te gebruiken en trap het gaspedaal geleidelijk
in. Als u deze aanwijzingen naleeft, neemt het brandstofverbruik en
de CO
2-uitstoot af en wordt de geluidsoverlast door het verkeer beperkt.
Als het verkeer goed doorstroomt, gebruik dan vanaf een snelheid van
ongeveer 40 km/h de snelheidsregelaar (indien aanwezig).
De schakelindicator adviseert u de versnelling in te schakelen die het best geschikt
is voor de rijomstandigheden: volg het op het instrumentenpaneel weergegeven
schakeladvies zo snel mogelijk op.
Bij auto's met een elektronisch gestuurde versnellingsbak of een automatische
transmissie wordt de schakelindicator uitsluitend in de handmatige stand weergegeven.
.
Eco-rijden
Page 14 of 364
12
508_nl_Chap00c_eco-conduite_ed01-2016
Beperk de oorzaken van een hoger
brandstofverbruik
Verdeel het gewicht evenwichtig over de auto: plaats de zwaarste
voor werpen in de bagageruimte, zo dicht mogelijk bij de achterbank.
Beperk de belading en de luchtweerstand (dakdragers, imperiaal,
fietsendrager, aanhanger, enz.) van uw auto. Gebruik liever een
dakkoffer.
Ver wijder na gebruik de dakdragers en het imperiaal.
Vervang na de winter zo snel mogelijk de winterbanden door
zomerbanden.
Houd u aan de onderhoudsvoorschriften
Controleer regelmatig de bandenspanning (bij koude banden), houd u
daarbij aan de bandenspanning die staat vermeld op de sticker op de
portiersponning aan bestuurderszijde.
Controleer de bandenspanning met name:
-
v
oor een lange rit,
-
b
ij de wisseling van de seizoenen,
-
a
ls de auto gedurende langere tijd niet is gebruikt.
Vergeet niet de bandenspanning van het reservewiel en van de wielen
van de aanhanger of de caravan te controleren.
Laat uw auto regelmatig onderhouden (olie verversen, oliefilter,
luchtfilter en interieurfilter vervangen, enz.) en houd u daarbij aan het
aan uw situatie aangepaste onderhoudsschema van de fabrikant.
Uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor: bij een storing in het SCR-
systeem stoot de auto schadelijke stoffen uit. Ga zo spoedig mogelijk naar
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de uitstoot
van stikstofoxiden terug te brengen tot onder de wettelijke normen.
Laat bij het tanken het vulpistool niet meer dan drie keer afslaan; zo
voorkomt u dat brandstof uit de tank stroomt.
U zult bij een nieuwe auto merken dat pas na 3000 km het gemiddelde
brandstofverbruik zich stabiliseert.
Eco-rijden
Page 15 of 364
13
508_nl_Chap01_instrument-bord_ed01-2016
Instrumentenpaneel
1. Toerenteller (x 1000 t /min of rpm), schaalverdeling afhankelijk van de
motoruitvoering (benzine of diesel).
2.
M
otorolietemperatuurmeter.
3.
Brandstofniveaumeter.
4.
K
oelvloeistoftemperatuurmeter.
5.
S
nelheidsmeter (km/h of mph).
6.
A
anwijzingen van de snelheidsregelaar of
de snelheidsbegrenzer.
7.
S
chakelindicator (handgeschakelde
versnellingsbak) of weergave positie
selectiehendel (automatische transmissie). A. D
immer verlichting.
B. W eergave logboek
waarschuwingsmeldingen.
I
nformatie over:
● het
o
nderhoud,
● de
actieradius van het additief AdBlue
®.
C. R
esetten van de dagteller.
8.
D
isplay: waarschuwingsmeldingen,
meldingen over de status van functies,
boordcomputer.
9.
D
agteller (km of miles).
10.
A
utomatische ruitenwissers
Onderhoudsindicator (
km of miles) vervolgens,
kilometerteller.
B
eide functies worden achtereenvolgend
weergegeven na het aanzetten van het
contact.
Meters en displays Bedieningstoetsen
1
Instrumentenpaneel
Page 16 of 364
14
508_nl_Chap01_instrument-bord_ed01-2016
Verklikkerlampjes
De verklikkerlampjes geven de bestuurder informatie over de werking van een systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of waarschuwen de bestuurder
in het geval van een storing (waarschuwingslampje).
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan
bepaalde waarschuwingslampjes op het
instrumentenpaneel en/of op het display van
het instrumentenpaneel enkele seconden
branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze
lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer dan
voordat u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige verklikkerlampjes kunnen gaan
branden in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display van het
instrumentenpaneel.
Verklikkerlampjes kunnen permanent branden
of knipperen.Een aantal verklikkerlampjes heeft
beide mogelijkheden: permanent
branden of knipperen.
Of het permanent branden of knipperen
van een verklikkerlampje duidt op
een storing, is afhankelijk van de
werkingsfase van de auto. Bij een
storing kan het branden van een
verklikkerlampje worden gecombineerd
met de weergave van een melding.
Raadpleeg de volgende tabellen voor
meer informatie.
Instrumentenpaneel
Page 17 of 364
15
508_nl_Chap01_instrument-bord_ed01-2016
Verklikkerlampjes ingeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes op het instrumentenpaneel en/of op het display van het instrumentenpaneel geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Richtingaanwijzer
links knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.
Richtingaanwijzer
rechts knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
Parkeerlichten permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
"Parkeerlichten".
Dimlicht permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
" D imlic ht ".
Grootlicht permanent. Als u de lichtschakelaar naar u toe
trekt. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.
Mistlampen vóór permanent. De mistlampen vóór zijn ingeschakeld
met de ring van de lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar twee standen
naar achteren om de mistlampen vóór uit te
schakelen.
Mistachterlichten permanent. De mistachterlichten zijn
ingeschakeld. Draai de ring naar achteren om de mistachterlichten
uit te schakelen.
Raadpleeg voor meer informatie over de lichtschakelaar de desbetreffende rubriek.
1
Instrumentenpaneel
Page 18 of 364
16
508_nl_Chap01_instrument-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Voorgloeien
dieselmotor permanent.
Het contact staat in de 2e stand
(contact) of de knop "START/STOP"
is ingedrukt. Wacht met starten tot het controlelampje uitgaat.
Wanneer het lampje uitgaat, wordt de motor
onmiddellijk gestart, op voor waarde dat:
-
h
et koppelingspedaal is ingetrapt bij een auto met
een handgeschakelde versnellingsbak,
-
h
et rempedaal ingetrapt wordt gehouden bij auto's
met een automatische transmissie.
De wachttijd is afhankelijk van de
weersomstandigheden (in extreme gevallen
30
seconden).
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af.
Zet het contact vervolgens weer aan en wacht opnieuw
tot het lampje uitgaat voordat u de motor start.
Handrem permanent. De handrem is aangetrokken of niet
goed vrijgezet. Zet de handrem vrij zodat het verklikkerlampje uitgaat;
trap het rempedaal in.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de handrem.
Uitschakeling
van de
automatische
werking van
de elektrische
parkeerrem permanent.
De functies "automatisch aantrekken"
(bij het afzetten van de motor)
en "automatisch vrijzetten" zijn
uitgeschakeld of werken niet. Activeer de functie (volgens land van bestemming)
via het configuratiemenu van de auto of raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
als de parkeerrem niet meer automatisch wordt
aangetrokken of vrijgezet.
Raadpleeg voor meer informatie over de elektrische
parkeerrem de desbetreffende rubriek.
Instrumentenpaneel
Page 19 of 364
17
508_nl_Chap01_instrument-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Automatische
ruitenwissers permanent.
De ruitenwisserschakelaar is naar
beneden bewogen. De automatische stand van de ruitenwissers vóór is
geactiveerd.
Beweeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet
de hendel in een andere stand.
Airbag aan
passagierszijde permanent op het
display van de
verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "
ON".
De passagiersairbag vóór is
geactiveerd.
Plaats in dit geval geen kinderzitje met
de rug in de rijrichting op deze zitplaats. Zet de schakelaar in de stand "OFF"
om de
passagiersairbag vóór uit te schakelen.
U kunt een kinderzitje met de "rug in de rijrichting"
plaatsen, behalve in het geval van een storing in het
airbagsysteem (brandend waarschuwingslampje
Airbags).
Stop & Star t permanent.
Het Stop & Start-systeem heeft de motor
in de STOP-stand gezet (verkeerslicht,
stopbord, opstopping, enz.).Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart (START-stand) als u wilt wegrijden.
knippert enkele
seconden en gaat
dan uit. De STOP-stand is nu niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
START-stand gezet. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Stop & Start-systeem.
1
Instrumentenpaneel
Page 20 of 364
18
508_nl_Chap01_instrument-bord_ed01-2016
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een melding op het display van het instrumentenpaneel.Controlelampje StatusOorzaak Acties
/ Opmerkingen
Passagiersairbag permanent, op
het display van de
verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "
OFF".
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
U kunt een kinderzitje met de "rug
in de rijrichting" plaatsen, behalve
in het geval van een storing in
het airbagsysteem (brandend
verklikkerlampje Airbags). Zet de schakelaar in de stand "
ON" om de airbag vóór
aan passagierszijde in te schakelen.
Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitje
met de "rug in de rijrichting".
Elektronisch
stabiliteitsprogramma
(ESP
/ASR)permanent. De toets is ingedrukt en het
verklikkerlampje brandt.
De functie ESP/ASR is uitgeschakeld.
ESP: dynamische stabiliteitscontrole.
ASR: antislipregeling.Druk op de toets om de functie ESP/ASR in te schakelen. Het
verklikkerlampje dooft.
De functie ESP/ASR wordt automatisch ingeschakeld als de
motor wordt gestart.
Na uitschakelen van het systeem wordt het automatisch opnieuw
ingeschakeld bij snelheden hoger dan ongeveer 50 km/h.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over
het ESP-systeem (ESP/ASR).
Instrumentenpaneel