Peugeot 508 RXH 2016 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2016, Model line: 508 RXH, Model: Peugeot 508 RXH 2016Pages: 364, PDF Size: 10.31 MB
Page 241 of 364

239
508_nl_Chap08_en-cas-de-pannes_ed01-2016
F Krik de auto op tot er voldoende ruimte tussen het wiel en de grond is om het (niet
lekke) reservewiel te monteren.
F
V
er wijder de wielbouten en leg ze op een
schone plaats weg.
F
V
erwijder het wiel.
F
D
raai de krik 2 uit tot de kop van de krik
het steunpunt A of B raakt; het contactvlak
van het steunpunt A of B moet goed in
het middelste deel van de kop van de krik
steken. Zorg ervoor dat de krik stevig staat. Op
een gladde of zachte ondergrond kan
de krik wegschuiven of wegzakken -
Risico van letsel!
Plaats de krik uitsluitend onder de
steunpunten A of B van de auto en
controleer of het contactvlak van het
steunpunt goed in het middelste deel
van de kop van de krik steekt. Zo niet,
dan kan de auto beschadigd raken en/of
de krik wegzakken - Risico van letsel!
8
Storingen verhelpen
Page 242 of 364

240
508_nl_Chap08_en-cas-de-pannes_ed01-2016
Monteren van het wiel
Bevestiging van het
noodreservewiel
Indien uw auto is voorzien van
lichtmetalen velgen is het normaal
dat bij het monteren van het
noodreservewiel de ringen van de
bouten de velg niet raken. Als de
bouten volledig zijn aangedraaid,
zorgt het conische draagvlak van de
bouten voor de bevestiging van het
reservewiel.
Na het verwisselen van het wiel
Ver wijder de naafdop van het wiel om het
op de juiste manier in de bagageruimte op
te bergen.
Rijd met een noodreservewiel niet sneller
dan 80 km/h.
Laat zo snel mogelijk het aanhaalmoment
van de wielbouten en de bandenspanning
van het reservewiel controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Laat de lekke band zo spoedig mogelijk
repareren en verwissel hem met het
reservewiel.
F Plaats het wiel op de naaf.
F D raai de wielbouten met de hand vast.
F
D
raai de slotbout met de wielsleutel 1 en
de dop 4 enigszins vast.
F
D
raai de overige wielbouten enigszins vast
met alleen de wielsleutel 1 .
Storingen verhelpen
Page 243 of 364

241
508_nl_Chap08_en-cas-de-pannes_ed01-2016
F Laat de auto volledig zakken.
F V ouw de krik 2 op en verwijder hem. F
D raai de slotbout vast met de wielsleutel 1
en de dop 4 .
F
D
raai de overige wielbouten vast met
alleen de wielsleutel 1 .
F
B
evestig de sierdoppen op de wielbouten
(volgens uitvoering).
F
B
erg het gereedschap op in de houder.
8
Storingen verhelpen
Page 244 of 364

242
508_nl_Chap08_en-cas-de-pannes_ed01-2016
Een lamp vervangen
Verlichting vóór
Uitvoering met "Full LED"-
verlichting
1. Aanvullende verlichting.
2. Dimlicht.
3.
G
rootlicht.
4.
D
agrijverlichting.
5.
R
ichtingaanwijzers / parkeerlicht.
6.
M
istlampen. Onder bepaalde weersomstandigheden
(lage temperatuur, vochtigheid) kan zich
een laagje condens aan de binnenzijde
van de koplampen en de achterlichten
vormen; dit verdwijnt enkele minuten na
het ontsteken van de koplampen. Neem voor het vervangen van de LED-
lampen contact op met het PEUGEOT-
netwerk of met een gekwalificeerde
werkplaats.
Alle verlichtingsfuncties worden door
LED's (Light-emitting Diodes) verzorgd.
Uitvoering met halogeenlampen
1. Dimlicht (H7-55W).
2. G rootlicht (H7-55W).
3.
D
agrijverlichting (LED's).
4.
R
ichtingaanwijzers / parkeerlicht
(LED's).
5.
M
istlampen (LED's).
Let er bij het monteren van H7-lampen met nokjes
op dat deze nokjes goed in de uitsparingen
komen, zodat het licht in de juiste richting schijnt.
Storingen verhelpen
Page 245 of 364

243
508_nl_Chap08_en-cas-de-pannes_ed01-2016
RXH met uitsluitend
verbrandingsmotor (onderste
gedeelte)
1. Dagrijverlichting/parkeerlicht (LED's).
2. Richtingaanwijzers (LED's).
De koplampunits zijn voorzien van glas van
polycarbonaat met een speciale vernislaag:
F reinig de koplampen nooit met een
droge of schurende doek en gebruik
geen oplosmiddelen,
F gebruik een spons met zeepwater of
een pH-neutraal product,
F wanneer u met een hogedrukreiniger
hardnekkig vuil probeert te
ver wijderen, houd de straal dan
nooit langdurig op de koplampen,
de achterlichten en de randen ervan
gericht, om beschadiging van de
vernislaag en de afdichtrubbers te
voorkomen.
Bij het vervangen van lampen moet de
verlichting minstens enkele minuten
uitgeschakeld zijn (risico van ernstige
verbranding).
F
R
aak de lamp niet met de vingers
aan, maar gebruik een niet-
pluizende doek.
In verband met het behoud van de
kwaliteit van de koplampen mogen
uitsluitend anti-UV-lampen worden
gebruikt.
Vervang een kapotte lamp altijd
door een nieuwe lamp met dezelfde
specificaties.
8
Storingen verhelpen
Page 246 of 364

244
508_nl_Chap08_en-cas-de-pannes_ed01-2016
Grootlicht
F
T
rek aan de borglip om de plastic
beschermkap te verwijderen.
F
M
aak de lamphouder los.
F
T
rek de lamp uit de lamphouder en vervang
de lamp.
Geïntegreerde
zijknipperlichten Instapverlichting in de
buitenspiegels
Voor het vervangen van de LED dient u het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats te raadplegen.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Dimlicht
Uitvoering met halogeenlampen
F Trek aan de borglip om de plastic
beschermkap te verwijderen.
F
M
aak de lamphouder los.
F
T
rek de lamp uit de lamphouder en vervang
de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Voor het vervangen van de lamp van
de linker koplamp moet eerst de accu
worden verwijderd.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek. Voor het vervangen van deze lampen dient u
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats te raadplegen.
Storingen verhelpen
Page 247 of 364

245
508_nl_Chap08_en-cas-de-pannes_ed01-2016
1. Remlicht
(LED's).
2.
P
arkeerlicht
(LED's).
3.
R
ichtingaanwijzers
(
PY21W amberkleurig).
4.
Mi
stachterlichtlicht
(
LED's) /
A
chteruitrijlicht (W16W).
Achterlichten (Berline)
Richtingaanwijzers en achteruitrijlicht
Richtingaanwijzers Achteruitrijlicht
Leds
Neem voor het vervangen van leds
contact op met het PEUGEOT-netwerk
of met een gekwalificeerde werkplaats.F
Open het kofferdeksel/de achterklep en vervolgens
de kunststof klep.
F Ver wijder de twee bevestigingsschroeven van de
lichtunit.
F Verwijder voorzichtig de lichtunit via de buitenzijde.F Neem de stekker van de lichtunit los.F Beweeg de borglippen opzij en ver wijder de
lamphouder.
F Draai de lamp een kwartslag en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde. -
V
er wijder de lamphouder van de
richtingaanwijzer, zoals hierboven
beschreven.
-
D
raai de lamp een kwartslag en vervang
de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
8
Storingen verhelpen
Page 248 of 364

246
508_nl_Chap08_en-cas-de-pannes_ed01-2016
1. Remlicht (LED's).
2. Achteruitrijlicht (W19W).
3.
R
ichtingaanwijzers (PY21W
amberkleurig).
4.
P
arkeerlicht (LED's).
5.
Mi
stachterlichten (LED's).
Achterlichten (SW en RXH BlueHDi)
F Open de achterklep en verwijder vervolgens het afdekplaatje.
F
V
erwijder het afdichtschuim.
F
N
eem de stekker van de lamp los.
F
V
er wijder de bevestigingsmoer van de
lamp.
Richtingaanwijzers
(op de schermen)
F Ver wijder de lamp voorzichtig via de buitenzijde van de auto.
F
V
erwijder het afdichtschuim.
F
M
aak de lamphouder los.
F
D
raai de lamp een kwart omwenteling en
vervang deze.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Leds
Neem voor het vervangen van leds
contact op met het PEUGEOT-netwerk
of met een gekwalificeerde werkplaats.
Storingen verhelpen
Page 249 of 364

247
508_nl_Chap08_en-cas-de-pannes_ed01-2016
Achteruitrijlicht (achterklep)
F Open de achterklep en verwijder vervolgens het afdekplaatje.
F
N
eem de stekker van de lamp los.
F
V
er wijder de bevestigingsmoer van de
lamp. F
V er wijder de lamp voorzichtig via de
buitenzijde van de auto.
F
V
erwijder het afdichtschuim.F
D raai de lamphouder een kwart
omwenteling en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
8
Storingen verhelpen
Page 250 of 364

248
508_nl_Chap08_en-cas-de-pannes_ed01-2016
Derde remlicht (LED's)
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Kentekenplaatverlichting
F Steek een kleine schroevendraaier in een van de buitenste gaten van het lampglas.
F
D
uw de schroevendraaier naar buiten om
het lampglas los te maken.
F
N
eem de stekker van de lamp los.
F
V
erwijder het lampglas.
F
T
rek de lamp uit de lamphouder en vervang
de lamp.
Storingen verhelpen