Peugeot Bipper 2011 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2011, Model line: Bipper, Model: Peugeot Bipper 2011Pages: 180, PDF Size: 5.2 MB
Page 131 of 180

12
9
5
VEILIGHEI
D
Kinderen aan boord
ISOFIX-BEVESTIGINGEN
Sommige kinderzitjes zijn bovendien
voorzien van een bovenste bevestigingsriem
die kan worden vastgemaakt aan de
bevestigingsring achter.
Zet om de bovenste bevestigingsriem vast te
maken de hoofdsteun van de zitplaats omhoog
en steek de haak tussen de hoofdsteun en
de rugleuning door. Bevestig de haak aan de
bevestigingsring achter en trek de riem aan.
Het RÖMER Duo Plus ISOFIX-kinderzitje
(gewichtsgroep B1
)
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Wordt met het gezicht in de rijrichting
geplaatst.
Voorzien van een bovenste riem voor
verankering aan de bovenste ISOFIX
bevestiging, TOP TETHER genoemd.
Drie standen: rechtop, ruststand en
ligstand.
Dit kinderzitje kan ook worden
bevestigd op zitplaatsen die niet zijn
voorzien van ISOFIX bevestigingen.
Het is in dat geval verplicht het kinderzitje
met de normale driepunts veiligheidsgordel
op de zitplaats van de auto te bevestigen.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje
de gebruiksaanwijzing van de fabrikant
van het zitje.
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje kan
het kind bij een aanrijding ernstig letsel
oplopen.
DOOR PEUGEOT EN GOEDGEKEURDVOOR UW AUTO
Uw auto voldoet aan de nieuwe
ISOFIX-normen.
De twee buitenste zitplaatsen van de
achterbank zijn beide voorzien van drie
bevestigingsringen:
- twee bevestigingsringen vóór, die zich
tussen de rugleuning en de zitting van de
zitplaats bevinden,
- één bevestigingsring achter, voor de
bevestiging van de bovenste riem, de
TOP TETHER-bevestiging.
De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een
veilige, degelijke en snelle montage van het
kinderzitje in uw auto.
De ISOFIX-kinderzitjes beschikken over
twee sloten die eenvoudig aan de twee
bevestigingsringen voor kunnen worden
verankerd.
Page 132 of 180

130
Kinderen aan boord
OVERZICHT BEVESTIGING ISOFIX-KINDERZITJES (COMBI)
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een
plaats in de auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een
letter ( A
t/m G
).
IUF:
zitplaats geschikt voor de bevestiging van een u
niverseel gehomologeerd I
SOFIX-kinderzitje met het gezicht in de rijrichting en een
bovenste riem (" T op Tether" bevestiging).
IL-SU:
zitplaats geschikt voor de bevestiging van een s
emi- u
niverseel gehomologeerd I
SOFIX-kinderzitje:
- rug in de rijrichting voorzien van een bovenste riem ("Top Tether" bevestiging) of een steun,
- gezicht in de rijrichting voorzien van een steun.
Raadpleeg het hoofdstuk "ISOFIX-bevestigingen" voor meer informatie over de bevestiging van de bovenste riem
("Top Tether" bevestigingen).
X:
plaats niet geschikt voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje uit de aangegeven gewichtsgroep.
Gewicht van het kind
/ leeftijdsindicatie
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot ca.
6 maanden
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot 13 kg
(groep 0+)
Tot ca. 1 jaar
Van 9 tot 18 kg (groep 1)
Van ca. 1 tot ca. 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje
Reiswieg
*
"rug in de rijrichting"
"rug in de
rijrichting"
"gezicht in de
rijrichting"
ISOFIX-maat
F
G
C
D
E
C
D
A
B
B1
ISOFIX-kinderzitjes universeel en semi-
universeel geschikt voor bevestiging op de
buitenste zitplaatsen achter
X
IL-SU
IL-SU
IUF
*
Op de voorpassagiersstoel kan geen reiswieg of reisbedje worden bevestigd.
Page 133 of 180

131
6
ACCESSOIRE
S
Trekken van een aanhanger
TREKKEN VAN EEN AANHANGER, EEN CARAVAN...
Adviezen
De motorventilateur wordt elektrisch bediend
en is niet afhankelijk van het motortoerental.
Gebruik daarom een zo hoog mogelijke
versnelling om het toerental te beperken en
pas uw snelheid aan. Let in elk geval goed op de aanwijzing van
de koelvloeistoftemperatuurmeter. Bij het slepen van een auto dienen de wielen
van de gesleepte auto vrij rond te draaien; de
versnellingsbak moet in de neutraalstand staan.
Koeling:
het trekken van een aanhanger
op een helling veroorzaakt een hogere
koelvloeistoftemperatuur.
Page 134 of 180

132
Trekken van een aanhanger
Bij zeer zware gebruiksomstandigheden (het
trekken van het maximale aanhangergewicht
op een steile helling bij hoge temperatuur),
kan de airconditioning automatisch worden
uitgeschakeld om de prestaties van de
motor weer te verhogen.
Als het verklikkerlampje van
de koelvloeistoftemperatuur
gaat branden, stop dan zo snel
mogelijk en zet de motor af.
Zie in de rubriek 7 het gedeelte
"Niveaus".
Banden:
controleer de bandenspanning
van de auto (zie rubriek 7 het gedeelte
"Identificatie") en de aanhanger en breng
deze indien nodig op de juiste waarde.
Remmen:
het trekken van een aanhanger
vergroot de remweg. Rijd met matige
snelheid, schakel tijdig terug en rem
geleidelijk.
Zijwind:
de zijwindgevoeligheid van de auto
is groter. Rijd daarom soepel en met matige
snelheid.
ABS:
dit systeem werkt uitsluitend op de
auto en niet op de aanhanger.
Parkeerhulp achter:
bij het gebruik
van een originele PEUGEOT-trekhaak
wordt de parkeerhulp achter automatisch
uitgeschakeld (zie in rubriek 3 het gedeelte
"Parkeerhulp achter").
Trekhaak
Wij raden u aan gebruik te maken van
een originele trekhaak van PEUGEOT
en bijbehorende kabelset, die tijdens de
ontwikkeling van uw auto uitgebreid zijn
getest, en deze te laten monteren door een
servicepunt van het PEUGEOT-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
Wanneer de trekhaak buiten het
PEUGEOT-netwerk wordt gemonteerd, dient
dit volgens de aanwijzingen van de fabrikant
te worden uitgevoerd met behulp van de
daarvoor bestemde elektrische aansluitingen
aan de achterzijde van de auto.
De sensoren van de parkeerhulp achter
worden bij het aankoppelen van een
aanhanger automatisch uitgeschakeld.
Als de stekker van de aanhanger uit de
stekkerdoos op de auto wordt gehaald,
treden de sensoren van de parkeerhulp
achter weer in werking.
Verdeling gewicht
Verdeel het gewicht in de caravan/
aanhanger gelijkmatig met de zwaarste
voorwerpen zo dicht mogelijk bij de as
en houd u aan de toegestane kogeldruk.
Door een geringere luchtdichtheid nemen
de prestaties van de motor af als men
op grotere hoogte boven de zeespiegel
komt. Trek boven de 1000 m 10% van het
maximum aanhangergewicht af en herhaal
dit voor elke volgende 1000 m. Raadpleeg
het hoofdstuk "Technische gegevens" voor
de gewichten en aanhangergewichten die
voor uw auto van toepassing zijn. Zie ook
de documenten van uw auto en caravan/
aanhanger (kentekenbewijs...).
Page 135 of 180

133
6
ACCESSOIRE
S
Uitrusting
IMPERIAAL EN ALLESDRAGERS
Monteer de dwarsdragers of imperiaal op de
daarvoor bestemde bevestigingspunten.
Maximale belasting: 75 kg
OVERIGE ACCESSOIRES
Het PEUGEOT-netwerk biedt u een
ruime keuze aan accessoires en originele
onderdelen.
Al deze accessoires en onderdelen zijn
getest en goedgekeurd ten aanzien van
zowel bedrijfszekerheid als veiligheid.
Deze accessoires en onderdelen zijn
volledig aangepast aan uw auto en voorzien
van een onderdeelnummer en de garantie
van PEUGEOT.
Zorg ervoor dat het maximaal
toelaatbare totaalgewicht van de auto
nooit wordt overschreden.
Gamma professionele uitrusting
De Directie Onderdelen geeft een catalogus
met accessoires uit waarin u uitrustingen en
voorzieningen kunt vinden, zoals:
- houten vloerbeschermingsplaten,
houten vloer met antisliplaag, houten
betimmering, beschermingsrooster voor
de ruiten,
- imperiaal, set dakstangen, laadrol,
- trekhaken, 7/13-, 7/7- en 13-polige
trekhaakkabelsets...
Montage van elektrische uitrusting of
accessoires die niet door PEUGEOT
zijn goedgekeurd, kan leiden tot storingen in
het elektrische systeem van uw auto en een
verhoogd brandstofverbruik.
Houd rekening met deze bijzonderheid en
wij raden u aan contact op te nemen met
een vertegenwoordiger van PEUGEOT om
u te laten informeren over het assortiment
uitrustingen en accessoires voorzien van
een onderdeelnummer.
Afhankelijk van het land van bestemming
is de aanwezigheid van een reflecterend
veiligheidsvest, een gevarendriehoek, een
lampenset en reservezekeringen in de auto
verplicht.
Als u communicatieapparatuur
met een externe antenne laat
inbouwen, kunt u contact opnemen met
het PEUGEOT-netwerk voor informatie
over de eisen waaraan de apparatuur
moet voldoen (frequentiebereik, maximum
uitgangsvermogen, plaatsing van de
antenne, installatie-eisen) volgens de
Europese richtlijn 2004/104/CE. Bij montage van een trekhaak en
de bijbehorende kabelset buiten het
PEUGEOT-netwerk is het verplicht gebruik
te maken van de elektrische voorbereiding
van de auto en de installatievoorschriften
van de fabrikant.
Page 136 of 180

134
Uitrusting
Overige accessoires
Er is ook een ander aanbod van accessoires
beschikbaar in het PEUGEOT-netwerk.
"Comfort":
thermomodule, kleerhanger op hoofdsteun,
leeslamp, parkeerhulp achter...
"Transportmiddelen":
bagagebak, opbergnet op achterdeur, set
dakstangen in dwars- en lengterichting,
dakkoffers...
"Styling":
wieldoppen, beveiligde wieldoppen...
"Veiligheid":
alarminstallatie, graveren van ruiten,
alcoholtester, verbanddoos, veiligheidsvest,
gevarendriehoek, zitverhogingen en zitjes
voor kinderen, sneeuwkettingen...
"Bescherming":
rubber matten, moquette matten, 3D matten,
stoelhoezen geschikt voor zijairbags,
spatlappen voor en achter...
"Multimedia":
autoradio's, handsfree kit, luidsprekers,
portable navigatiesystemen, radarverklikker,
WiFi on Board...
Bij het PEUGEOT-netwerk zijn tevens
reinigings- en onderhoudsmiddelen
(voor interieur en exterieur) verkrijgbaar,
waaronder de milieuvriendelijke producten
van het gamma "TECHNATURE", evenals
producten voor het bijvullen van reservoirs
(ruitensproeiervloeistof...), lakstiften
en spuitbussen voor het bijwerken van
lakschades met de exacte kleur van de
carrosserie van uw auto, vulpatronen voor
de bandenreparatieset, ...
Om te voorkomen dat de werking van de
pedalen wordt gehinderd:
- controleer of de mat goed op zijn plaats
ligt en goed is bevestigd,
- leg nooit meerdere matten boven op
elkaar.
Page 137 of 180

135
7
SNEL WEER OP WE
G
ACCU
Uitvoering zonder Stop & Start-
systeem
A.
Metalen pluspool van uw auto.
B.
Hulpaccu.
C.
Massapunt van uw auto.
D.
Metalen minpool van uw auto.
Laden met behulp van een acculader
Starten met een hulpaccu
- Sluit de rode kabel eerst aan op de
metalen pluspool A
en vervolgens op de
(+) pool van de hulpaccu B
.
- Sluit de groene of zwarte kabel aan op de
(-) pool van de hulpaccu B
.
- Sluit het andere uiteinde van de groene
of zwarte kabel aan op het massapunt
C
van uw auto (nooit op de metalen
minpool D
van uw auto).
- Stel de startmotor in werking en laat de
motor draaien.
- Wacht tot de motor stationair draait en
neem dan de kabels los.
Laad de accu niet op zonder de
accukabels los te nemen.
- Maak de twee accupoolklemmen met
snelkoppeling los van de accu.
- Volg de aanwijzingen van de fabrikant
van de acculader.
- Controleer of de accupolen en de
klemmen schoon zijn. Indien ze
bedekt zijn met een (witte of groene)
oxidatielaag, neem dan de accukabels
los en reinig de polen en de klemmen.
- Sluit de twee accupoolklemmen met
snelkoppeling weer aan, te beginnen
met de minpool (-).
Page 138 of 180

136
Accu
Uitvoering met Stop & Start-systeem
A.
Beschermkap.
B.
Metalen pluspool van uw auto.
C.
Hulpaccu.
D.
Massapunt van uw auto.
E.
Ontgrendelingsknop van de stekker.
F.
Stekker van de controlesensor.
G.
Controlesensor van de laadtoestand.
H.
Metalen minpool van uw auto.
Laden met behulp van een acculader
- Volg de aanwijzingen van de fabrikant van
de acculader.
- Controleer of de accupolen en de klemmen
schoon zijn. Indien ze bedekt zijn met een
(witte of groene) oxidatielaag, neem dan
de accukabels los en reinig de polen en de
klemmen.
- Sluit de stekker F
van de controlesensor G
aan.
- Plaats de beschermkap A
van de metalen
pluspool B
.
Starten met een hulpaccu
- Verwijder de beschermkap A
van de
metalen pluspool B
.
- Sluit de rode kabel aan op de metalen
pluspool B
en vervolgens op de pluspool
(+) van de hulpaccu C
.
- Sluit de groene of zwarte kabel aan de
minpool (-) van de hulpaccu C
.
- Sluit het andere uiteinde van de groene
of zwarte kabel aan op het massapunt
D
van uw auto (nooit op de metalen
minpool H
van uw auto).
- Stel de startmotor in werking en laat de
motor draaien.
- Wacht tot de motor stationair draait en
neem dan de kabels los.
- Plaats de beschermkap A
van de metalen
pluspool B
.
Koppel de accu niet los om deze op te
laden.
- Druk op de ontgrendelingsknop E
om de
stekker F
los te kunnen maken.
- Maak de stekker F
van de controlesensor
G
los.
- Verwijder de beschermkap A
van de
metalen pluspool B
.
- Sluit de kabels van de acculader aan:
(+) op de metalen pluspool B
; (-) op de
metalen minpool H
. Maak de controlesensor G
nooit los
van de metalen minpool H
, behalve
als de accu vervangen wordt.
Page 139 of 180

137
7
SNEL WEER OP WE
G
Accu
Accu's bevatten stoffen die schadelijk
zijn voor de gezondheid, zoals
zwavelzuur en lood. Accu's moeten volgens
de wettelijke voorschriften worden afgevoerd
en mogen in geen geval bij het huisvuil
terechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in bij een
erkend verzamelpunt.
Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan een
maand buiten gebruik is. Dit doet u bij
uitvoeringen met het Stop & Start-
systeem op de volgende manier:
- druk op de ontgrendelingsknop E
om de
stekker F
los te kunnen maken,
- maak de stekker F
van de controlesensor
G
los.
Maak de controlesensor G
nooit los van de
metalen minpool H
, behalve als de accu
vervangen wordt.
Deze sticker hoort bij het Stop &
Start-systeem en geeft aan dat er een
speciale 12V-loodaccu is gebruikt die alleen
losgekoppeld en/of vervangen mag worden
door een dealer van het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Het negeren van deze aanwijzing kan
ertoe leiden dat de accu vroegtijdig aan
vervanging toe is.
Na het monteren van de accu door
het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats duurt het even
voordat het Stop & Start-systeem weer zal
werken, hoe lang dit duurt is afhankelijk
van klimatologische omstandigheden en de
laadtoestand van de accu (kan tot
ongeveer 8 uur duren).
Voordat u de accu gaat opladen
Laad om explosie- en brandgevaar te
voorkomen de accu alleen op in een goed
geventileerde ruimte en uit de buurt van
vonken of open vuur.
Probeer nooit een bevroren accu op te
laden: laat de accu eerst ontdooien om
explosiegevaar te voorkomen. Breng een
accu nadat deze bevroren is geweest bij een
specialist die controleert of de accu inwendig
niet is beschadigd en of er geen scheuren
in de wanden zitten, waardoor het giftige en
bijtende accuzuur kan gaan lekken.
Voordat u de accupoolklemmen losmaakt
Maak de accupoolklemmen niet los bij
draaiende motor.
Wacht 2 minuten na het uitzetten van het
contact alvorens de accu los te koppelen.
Sluit de ruiten en de portieren voordat de
accupoolklemmen worden losgemaakt.
Nadat u de accupoolklemmen hebt
aangesloten
Wacht na het opnieuw aansluiten van de
accupoolklemmen en het aanzetten van
het contact 1 minuut voor u de auto start,
hierdoor kunnen de elektrische systemen
geïnitialiseerd worden. Neem contact op
met het PEUGEOT-netwerk of met een
gekwalificeerde werkplaats wanneer hierna
toch storingen optreden.
Nadat de accu langdurig losgekoppeld is
geweest, moeten de volgende functies
geïnitialiseerd worden:
- de instellingen van het display (datum,
tijd, taal, afstandseenheden en
temperatuur),
- de voorkeuzezenders van de autoradio,
- de centrale vergrendeling.
Bepaalde instellingen van de auto zijn
gewist, raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om deze
opnieuw in te stellen.
Page 140 of 180

138
Wiel verwisselen
WIEL VERWISSELEN
Plaatsen van de auto
Zet de auto voor zover mogelijk op een
horizontale, stabiele en stroeve ondergrond.
Trek de handrem aan, zet het contact af en
schakel de eerste versnelling in (wanneer u
op een helling staat).
Verzeker u ervan dat alle inzittenden de
auto hebben verlaten en zich op een veilige
plaats bevinden.
Plaats indien mogelijk een wielblok
achter het wiel kruislings tegenover het te
verwisselen wiel.
Gereedschap
Het benodigde gereedschap bevindt zich
in een hoes achter de bestuurderszitplaats
(bedrijfswagen) of achter de achterbank
(Combi).
1.
Wielsleutel.
2.
Centreerstuk.
3.
Schroevendraaier.
4.
Krik met slinger.
5.
Afneembaar sleepoog.
De krik en het boordgereedschap zijn
uitsluitend voor uw auto bestemd; gebruik ze
niet voor andere doeleinden.
Ga nooit onder een auto liggen die alleen op
de krik steunt; gebruik een bok.
Reservewiel verwijderen
De bout waarmee het reservewiel is
bevestigd bevindt zich linksachter op de
drempel van de laadruimte.
1.
Draai de bout los met behulp van de
wielsleutel.
2.
Draai de bout los tot aan de aanslag om
de kabel van de haspel uit te rollen.
3.
Neem het reservewiel uit met behulp van
de sleutel.
4.
Beweeg de afdekplaat A
omhoog.
5.
Trek de kabel B
uit de behuizing.
6.
Verwijder het reservewiel en plaats het in
de nabijheid van het te vervangen wiel.