dashboard Peugeot Bipper 2015 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2015, Model line: Bipper, Model: Peugeot Bipper 2015Pages: 193, PDF Size: 8.33 MB
Page 4 of 193
2
Bipper_nl_Chap00a_sommaire_ed02-2014
ERGONOMIE en
COMFORT
4. 64-82 VEILIGHEID
6.
111-136
Voorstoelen 64
W egklapbare
passagiersstoel
66
Achterbank
67
Ontdooien en ontwasemen
71
Airconditioning
73
V
oorzieningen voorin
76
V
oorzieningen laadruimte
78
Indeling achtercompartiment
80
Interieurverlichting - plafonniers
82
e
xterieur
4
Interieur
6
Bestuurdersplaats
12
T
echnische gegevens - Onderhoud
16
Dashboard en middenconsole
18
OVERZICHT
1.
4-21
Handrem 1 11
Alarmknipperlichten 1 11
Claxon
1
12
Hulpsystemen bij het remmen
112
Stabiliteitscontrolesystemen 11 3Bandenspanningscontrolesysteem 11 6
V
eiligheidsgordels
1 18
Airbags
120k
inderzitjes
124
Uitschakelen van de airbag vóór aan
passagierszijde
127
ISOFIX-bevestigingen
134
TECHNOLOGIE aan
BOORD
5. 83-110
Boordcomputer 83
Configuratie van
de auto
84
Parkeerhulp achter
88
Autoradio
89Stuurkolomschakelaars 90
Bluetooth handsfree systeem
93
VOORDAT u GAAT
RIJDEN
3.
25-63
Instrumentenpanelen 25
V erklikkerlampjes 26
Brandstofniveaumeter
34koelvloeistoftemperatuur 34
Onderhoudsindicator en waarschuwingslampje
motorolie
35
Afstandsbediening
36
Sleutel
38
Alarm
40
Openen
41
Sluiten
44l
ichtschakelaar
46
Ruitenwisserschakelaar
48
Snelheidsregelaar
49
V
aste snelheidsbegrenzer
50
Spiegels
51
Ruitbediening
52
Stuurwiel verstellen
53
Handgeschakelde versnellingsbak
53e
lektronisch gestuurde
versnellingsbak
54
Schakelindicator
58
Starten en stoppen
59
Hill
Start Assist
60
Stop & Start-systeem
61
ECO-RIJDEN
2.
22-24
Milieu 22e
co-rijden 23
Inhoud
Page 14 of 193
12
Bipper_nl_Chap01_vue-ensemble_ed02-2014
BESTUURDERSPLAATS
Instrumentenpaneel, displays, tellers ....25
V
erklikkerlampjes........................26-33
Meters.........................................34-35 Stuurwiel, verstellen
........................
53
Claxon ........................................... 11 2
Dashboard/ middenconsole
........................18-19
l
ichtschakelaar...........................46-47
Follow me home verlichting
............. 47
Parkeerlichten.................................. 46
Snelheidsregelaar.......................49-50
Configuratie/persoonlijke
instellingen
............................... 84-87
Tijd instellen
................................ 84-85
k
oplampverstelling
.......................... 47
Dimmer dashboardverlichting
.......... 35
Antispinregeling / Intelligent Traction Control
.......
............ 113-115
Bandenspanningscontrolesysteem resetten
....................................... 11 7
Mistlampen vóór/mistachterlicht
...... 47
Zekeringen..............................167-169
Motorkap openen........................... 144 Starten, contactslot
....................39, 59
Ruitenwissers voor/achter
...............48
Ruitensproeiers
...............................48
Boordcomputer
................................83
Ruitbediening................................... 52
Buitenspiegels
.................................51
Lokalisatie
Page 15 of 193
13
Bipper_nl_Chap01_vue-ensemble_ed02-2014
Voorzieningen voorin ..................76-77
●
dashboardkastje,
●
rokersset,
●
12V
-aansluiting,
●
schrijftafel,
●
brillenva
kje,
●
zonneklep.
Autoradio, CD/MP3.....................89-92
Bediening aan het stuurwiel van de
autoradio / handsfree set
.....
90, 93-1
10
Schakelindicator
..............................
58
Versnellingsbakken...............53, 54-57
Parkeerhulp achter
..........................
88
Verwarming, ventilatie, airconditioning
.........................72-75 Ontdooien, ontwasemen.................. 71
Vergrendeling laadruimte
................................
43-44
Stop & Start-systeem..................61-63
Alarmknipperlichten
.......................
111
1
OVERZICHT
Lokalisatie
Page 16 of 193
14
Bipper_nl_Chap01_vue-ensemble_ed02-2014
BESTUURDERSPLAATS
Stuurwiel, verstellen ........................53
Claxon
........................................... 11 2
Dashboard/ middenconsolet
.......................20-21
l
ichtschakelaar...........................46-47
Follow me home verlichting
............. 47
Parkeerlichten.................................. 46
Snelheidsregelaar.......................49-50Instrumentenpaneel, displays, tellers .... 25
V
erklikkerlampjes........................26-33
Meters.........................................34-35
Schakelindicator
.............................. 58
Bediening aan het stuurwiel van de autoradio / handsfree set
...90, 93-110
Ruitenwissers voor/achter
...............48
Ruitensproeiers
............................... 48
Boordcomputer
................................ 83
Starten, contactslot
....................39, 59
Configuratie - persoonlijke
instellingen
............................... 84-87
Tijd instellen
................................ 84-85
k
oplampverstelling
..........................47
Dimmer dashboardverlichting
..........35
Antispinregeling / Intelligent Traction Control
.......
............113-115
Bandenspanningscontrolesysteem resetten
....................................... 11 7
Mistlampen vóór/ mistachterlicht
............................... 47
Zekeringen..............................167-169
Ruitbediening................................... 52
Buitenspiegels
................................. 51
Lokalisatie
Page 17 of 193
15
Bipper_nl_Chap01_vue-ensemble_ed02-2014
Stop & Start ................................61-63
Alarmknipperlichten
.......................111
Ontdooien, ontwasemen.................. 71
Vergrendeling laadruimte
................................ 43-44
Motorkap openen........................... 144 Voorzieningen voorin
..................
76-77
●
dashboardkastje,
●
rokersset,
●
12V
-aansluiting,
●
schrijftafel,
●
brillenva
kje,
●
zonneklep. Autoradio, CD/MP3.....................89-92
V
ersnellingsbakken...............53, 54-57
Parkeerhulp achter
..........................88
Verwarming, ventilatie,
airconditioning
.........................72-75
1
OVERZICHT
Lokalisatie
Page 20 of 193
18
Bipper_nl_Chap01_vue-ensemble_ed02-2014
Dashboard/middenconsole
1. Buitenspiegelverstelling.
2. Zijruitontwaseming.
3.
V
erstelbaar en afsluitbaar
zijventilatierooster.
4.
Schakelaars verlichting en
richtingaanwijzers.
5.
Instrumentenpaneel.
6.
Stuurkolomschakelaars van de autoradio.
Bluetooth handsfree systeem.
7.
Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/
boordcomputer
.
8.
V
erstelbare en afsluitbare middelste
ventilatieroosters.
9.
Autoradio.
10.
Voorruitontwasemig.
11 .
Airbag vóór aan passagierszijde.
12.
Ruitbediening.
13.
Dashboardkastje.
14.
Bedieningspaneel verwarming/
airconditioning.
15.
Versnellingshendel.
16.
Asbak.
17.
Aansteker.
18.
12V-aansluiting.
19.
Parkeerrem.
20.
Contactslot.
21.
Airbag vóór aan bestuurderszijde.
Claxon.
22.
Stuurwielverstelling.
23.
Motorkapontgrendeling.
24.
Zekeringkast.
25.
Bediening snelheidsregelaar
.
Presentatie
Page 22 of 193
20
Bipper_nl_Chap01_vue-ensemble_ed02-2014
Dashboard/middenconsole
1. Zijruitontwaseming.
2.
V
erstelbaar en afsluitbaar
zijventilatierooster.
3.
Airbag vóór aan passagierszijde.
4.
V
erstelbare en afsluitbare middelste
ventilatieroosters.
5.
Autoradio.
6.
Voorruitontwaseming.
7.
Schakelaar verlichting en
richtingaanwijzers.
8.
Instrumentenpaneel.
9.
Stuurkolomschakelaars van de autoradio.
Bluetooth handsfree systeem.
10.
Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/
boordcomputer
.
11 .
Buitenspiegelverstelling.
12.
Ruitbediening.
13.
Zekeringkast.
14.
Contactslot.
15.
Airbag vóór aan bestuurderszijde.
Claxon.
16.
Stuurwielverstelling.
17.
Bediening snelheidsregelaar
.
18.
Bedieningspaneel verwarming/
airconditioning.
19.
Versnellingshendel.
20.
Asbak.
21.
Aansteker.
22.
12V-aansluiting.
23.
Parkeerrem.
24.
Dashboardkastje.
25.
Motorkapontgrendeling.
Presentatie
Page 33 of 193
31
Bipper_nl_Chap03_pret-a-partir_ed02-2014
Verklikkerlampjestatussignaleert Wat te doen
Parkeerlichten brandt.dat deze stand handmatig is
geselecteerd. Draai de ring van de lichtschakelaar in de eerste stand.
Dimlicht brandt.dat deze stand handmatig is
geselecteerd.
Draai de ring van de lichtschakelaar in de tweede
stand.
Grootlicht dat de lichtschakelaar naar de
bestuurder toe is getrokken.Trek de lichtschakelaar nogmaals naar u toe om weer
van grootlicht naar dimlicht over te schakelen.
Richtingaanwijzers knippert met
geluidssignaal.een verandering van richting,
via de bedieningshendel. Naar rechts: hendel omhoog bewegen.
Naar links: hendel omlaag bewegen.
Alarmknipperlichten knippert met
geluidssignaal.
dat de schakelaar van de
alarmknipperlichten is ingedrukt.
Deze schakelaar bevindt zich
centraal op het dashboard.De richtingaanwijzers links en rechts knipperen
gelijktijdig, samen met de bijbehorende
controlelampjes.
Mistlampen vóór brandt.dat de knop op het dashboard
is ingedrukt. Handmatige bediening.
De mistlampen werken alleen als de parkeerlichten of
het dimlicht is ingeschakeld.
Mistachterlichten brandt.dat de knop op het dashboard
is ingedrukt. Handmatige bediening.
De mistachterlichten werken alleen als het dimlicht
is ingeschakeld. Bij normaal zicht mogen de
mistachterlichten niet zijn ingeschakeld.
3
VOORDAT u GAAT RIJDEN
Cockpit
Page 37 of 193
35
Bipper_nl_Chap03_pret-a-partir_ed02-2014
ONDERHOUDSINDICATORWAARSCHUWINGSLAMPJE MOTOROLIE
DIMMER DASHBOARDVERLICHTING
De lichtsterkte van de dashboardverlichting kan
worden ingesteld als de parkeerverlichting is
ingeschakeld.
Raadpleeg het overzicht van de
onderhoudsbeurten in het garantie-
en onderhoudsboekje dat u bij de
aflevering van de auto is overhandigd.
Na enkele seconden schakelt het display
weer over naar de normale weergave.
Stel de lichtsterkte van de
dashboardverlichting en van
het bedieningspaneel van de
autoradio in met deze toetsen.
Het display van het instrumentenpaneel
geeft de afstand tot de volgende
onderhoudsbeurt aan volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant
dat staat vermeld in het garantie- en
onderhoudsboekje. Deze afstand wordt
bepaald op basis van de afgelegde afstand
sinds de vorige onderhoudsbeurt.
Te lage motoroliedruk
Motorolie verouderd/vervuild
(uitsluitend 1.3
HDi 75
pk)
Het waarschuwingslampje blijft
branden in combinatie met een
melding op het display van het
instrumentenpaneel als het
systeem een te lage motoroliedruk
signaleert.
Het waarschuwingslampje knippert in
combinatie met een melding op het
instrumentenpaneel als het systeem
signaleert dat de motorolie verouderd
of vervuild is. Het knipperen van dit lampje
duidt niet op een storing, maar is voor de
bestuurder het signaal dat zo snel mogelijk een
onderhoudsbeurt moet worden uitgevoerd.
Als de onderhoudsbeurt niet is
uitgevoerd en de veroudering/vervuiling
van de olie een tweede stadium heeft
bereikt, gaat op het instrumentenpaneel
het waarschuwingslampje van de emissieregeling
van de motor branden en wordt het motortoerental
beperkt tot 3000
t/min. Om het ontstaan van motorschade
te voorkomen is het raadzaam de
onderhoudsbeurt zodra het waarschuwingslampje
motorolie begint te knipperen, zo spoedig mogelijk
te laten uitvoeren.
Stop onmiddellijk: parkeer de auto, zet het contact
af en neem contact op met het PEUGEOT -netwerk
of met een gekwalificeerde werkplaats.
Als de onderhoudsbeurt nog niet uitgevoerd is en
de motorolie de kans krijgt om het derde stadium
van vervuiling/veroudering te bereiken, wordt het
motortoerental beperkt tot 1500
t/min, zodat er
geen motorschade kan ontstaan.
3
VOORDAT u GAAT RIJDEN
Cockpit
Page 49 of 193
47
Bipper_nl_Chap03_pret-a-partir_ed02-2014
Koplampen verstellen
Pas de stand van de koplampen aan de
belading van de auto aan.
De koplampen kunnen uitsluitend worden
versteld als het grootlicht of dimlicht is
ingeschakeld.Druk herhaaldelijk op deze
schakelaars op het dashboard om
de koplampen te verstellen.
Mistlampen
De bediening bevindt zich op het paneel op
het dashboard.
Mistlampen voor en achter
De mistlampen mogen uitsluitend
worden gebruikt bij dichte mist of zware
sneeuwval.
Bij helder of regenachtig weer, zowel
overdag als 's nachts, is het mistachterlicht
verblindend voor medeweggebruikers en
daarom niet toegestaan.
Vergeet niet de mistlampen uit te schakelen
zodra ze niet meer nodig zijn.
"Follow me home"-verlichting
Doordat het dimlicht tijdelijk blijft branden
na het afzetten van het contact, blijft de
omgeving vóór de auto verlicht en wordt het
uitstappen bij weinig licht vergemakkelijkt.
Inschakelen
Verwijder de contactsleutel of zet deze in de
positie STOP en trek binnen 2
minuten na
het afzetten van de motor de lichtschakelaar
naar u toe.
Telkens als u aan de lichtschakelaar trekt,
wordt de ingeschakelde verlichtingsduur met
30
seconden verlengd, tot een maximum
van 210
seconden. Als deze ingeschakelde
verlichtingsduur is verstreken, dooft de
verlichting automatisch.
Uitschakelen
Trek de lichtschakelaar naar u toe en houd
deze minimaal 2
seconden vast.
De mistlampen vóór werken
in combinatie met de
parkeerverlichting en het dimlicht.
De mistachterlichten werken in
combinatie met het dimlicht.
Druk op een van deze schakelaars om de
gewenste verlichting in te schakelen. Als de hendel de eerste
keer wordt bediend, gaat het
verklikkerlampje branden en
verschijnt er een melding op het
display. Dit controlelampje blijft
branden totdat de functie automatisch wordt
uitgeschakeld.
e
en verklikkerlampje op het
display geeft de geselecteerde
stand aan (0, 1, 2, 3).
3
VOORDAT u GAAT RIJDEN
Stuurkolomschakelaars