Seat Arona 2018 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: SEAT, Model Year: 2018, Model line: Arona, Model: Seat Arona 2018Pages: 332, PDF Size: 6.85 MB
Page 111 of 332

Zekeringen en lampjes
ATTENTIE
● Als
de motor op bedrijfstemperatuur is,
moet bij werkzaamheden in de motorruimte
bijzonder zorgvuldig te werk worden gegaan -
gevaar voor verbranding!
● Lampen staan onder druk en kunnen explo-
deren al
s ze worden vervangen - gevaar voor
verwondingen!
● Let er bij het vervangen van de lampen op,
dat u
zich niet verwondt aan scherpe delen in
het koplamphuis. VOORZICHTIG
● Voor het w
erken aan het elektrisch systeem
moet de sleutel uit het contact gehaald wor-
den. Gevaar voor kortsluiting!
● Vóór het vervangen van het gloeilampje de
verlichtin
g resp. parkeerlichten uitschakelen. Milieu-aanwijzing
Met betrekking tot de opslag en afvoer van
defect e l
ampjes kunt u informatie verkrijgen
bij de gespecialiseerde winkels. Let op
● Afhank elijk
van de weersomstandigheden
(koude, vocht) kunnen de koplampen, de mis-
tlampen, achterlichten en knipperlichten tij-
delijk beslaan. Dit heeft geen invloed op de
levensduur van het verlichtingssysteem. Bij
het inschakelen van de lichten, ontwasemt de
zone waar de lichtbundel uitstraalt snel. Het is echter mogelijk dat de randen binnenin
aang
e
slagen blijven.
● Controleer regelmatig of de verlichting van
uw wag
en goed werkt, met name de verlich-
ting aan de buitenzijde van de wagen. Dat is
niet alleen in het belang van uw eigen veilig-
heid, maar ook in het belang van de veilig-
heid van andere verkeersdeelnemers.
● Zorg ervoor dat u een nieuw lampje hebt,
voord
at u het kapotte lampje gaat uitbouwen.
● Lampenglas niet met de blote hand aanra-
ken. Gebruik
een stoffen doek of papier. Pak
het glas van het gloeilampje niet met blote
handen vast. Gebruik een schone stoffen
doek of schoon papier. De vetsporen die de
vingers achterlaten zouden anders door de
warmte van het brandende gloeilampje ver-
dampen en op het spiegeloppervlak neer-
slaan met als gevolg dat de reflector dof
wordt.
● Afhankelijk van de uitrusting van de wagen
kan de binnen- en/of
buitenverlichting ge-
heel of gedeeltelijk uit leds bestaan. De leds
gaan gemiddeld langer mee dan de levens-
duur van de wagen. Bij een defect aan een
led-verlichting moet u naar de werkplaats van
een officiële dealer gaan voor vervanging. Gloeilampjes vooraan vervan-
g
en
Lamp j
e van het grootlicht Afb. 110
In de motorruimte: lampje grootlicht. –
Motorkap openen.
– Draai het deksel 1 naar links en verwijder
het
›
›
› afb. 110.
– Verwijder de stekker van het lampje 2 door deze naar buiten te trekken.
– Verwijder het lampje door het los te trekken
en p l
aats
het nieuwe.
– Breng de stekker van het lampje 2 aan.
– Breng het deksel 1 aan en draai het naar
r ec
hts.
– W
erking van het nieuwe lampje controle-
ren.
109
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 112 of 332

Noodgevallen
Lampje dimlicht Afb. 111
In de motorruimte: de afdekking ver-
w ijder
en. Afb. 112
In de motorruimte: lampje dimlicht. –
Motorkap openen. –
De b
and ›
›› afb. 111 1 verplaatsen in pijl-
ric htin
g en de k
ap verwijderen.
– Verwijder de stekker van het lampje ›››
afb.
112 2 .
– De houderveer ››
›
afb. 112 3 loshaken
door de v
eer n
aar binnen en naar rechts te
drukken.
– Verwijder het lampje en plaats het nieuwe,
zodat
het bevestigingsuitsteeksel van de
schotel past in de uitsparing van de reflec-
tor.
– Connector plaatsen.
– Deksel plaatsen en band sluiten. Ervoor
zorg
en dat gedurende deze handeling de
pakking goed vastzit op de afdekking van
de houder.
– Werking van het nieuwe lampje controle-
ren. Knipperlic
ht en DRL-/stadslicht (dag-
rijlicht) 1) Afb. 113
In de motorruimte: Lampje knipper-
lic ht
1 en lampje DRL-licht (daglicht)
2 .
–
Motorkap openen.
– Draai de fitting ››
› afb. 113 1 of
2 naar
link s
en tr
ek eraan.
– Verwijder het lampje door dit naar links te
draaien en te
gelijkertijd op de fitting te
drukken.
– Ga in omgekeerde volgorde te werk voor de
montage. 1)
Bij uitvoeringen met koplampen met led-daglicht
kan dit l
ampje niet worden vervangen. Het is zo ont-
worpen dat het de hele levensduur van de wagen
meegaat. Bij een defect moet u naar de werkplaats
van een officiële dealer gaan voor vervanging.
110
Page 113 of 332

Zekeringen en lampjes
Lamp van mistlicht Afb. 114
Mistlamp: rooster verwijderen Afb. 115
Mistlamp: fitting uitbouwen De handelingen in de aangegeven volgorde
uit
v
oer
en:
Steek een schroevendraaier in de gleuf
››› afb. 114 (pijl). Maak vervolgens de
klemmen rondom het rooster los door
eraan te trekken.
1. Verwijder de 3 bouten
›››
afb. 115 1 en
neem de mi s
tl
amp weg.
Stekkerverbinding 2 van de lamp ver-
w ijder
en.
Dr
aai fitting 3 naar links en trek los.
V er
w
ijder het lampje door het naar links
te draaien en er tegelijkertijd op te druk-
ken.
Vervang het lampje door erop te druk-
ken en het tegelijkertijd naar rechts te
draaien. Let hierbij op de juiste stand
van de bevestigingsgeleiders.
Ga in omgekeerde volgorde te werk voor
de montage.
Werking van het nieuwe lampje controle-
ren.
2.
3.
4.
5.
6.
7
8.
Gloeilampjes achteraan vervan-
gen
Ac
hterlichten (in zijpaneel) Afb. 116
Bagageruimte: toegang tot de be-
v e
s
tigingsbout van het achterlicht. Afb. 117
Bevestigingslippen aan de achterzij-
de van het
achterlicht. De handelingen in de aangegeven volgorde
uit
v
oer
en: »
111
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 114 of 332

Noodgevallen
Controleren welk lampje defect is.
A c
ht
erklep openen.
Afdekking met de platte zijde van de
schroevendraaier bij de uitsparing los-
wippen ››› afb. 116 1 .
St ekk
er
verbinding 2 van de lamp ver-
w ijder
en.
M
et de hand of een schroevendraaier de
bevestigingsbout van de lamp 3 los-
dr aaien.
D e l
amp van de carrosserie weghalen
door ze voorzichtig naar u te trekken en
op een schone en vlakke ondergrond
leggen.
Ontgrendel de bevestigingslippen
››› afb. 117 A .
D ef
ect
e lampje vervangen.
In omgekeerde volgorde te werk gaan
voor de montage en speciaal opletten
bij het plaatsen van de fitting. De beves-
tigingslippen moeten hoorbaar vastklik-
ken. VOORZICHTIG
Ga bij het uitbouwen van het achterlicht voor-
zic htig t
e werk, om te voorkomen dat onder-
delen resp. lak beschadigd raken. 1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Let op
● Een z
achte doek klaarleggen, zodat er geen
krassen op het achterlichtglas komen als dit
wordt neergelegd.
● Bij het achterlicht met leds kan alleen het
lampj
e van het knipperlicht en dat van het
achteruitrijlicht worden vervangen. Achterlichten (in de achterklep)
Afb. 118
Achterklep geopend: de afdekking
v er
w
ijderen. Afb. 119
Fitting uitbouwen. De handelingen in de aangegeven volgorde
uit
v
oer
en:
Controleren welk lampje defect is.
Achterklep openen.
Trek de afdekking van de achterklep in
pijlrichting los ››› afb. 118.
Stekkerverbinding ››› afb. 119 1 van de
l amp
v
erwijderen.
Ontgrendel de bevestigingslippen A .
D ef
ect
e lampje vervangen.
Met een doek eventuele vingerafdruk-
ken op het glas van het lampje verwijde-
ren.
Werking van het nieuwe gloeilampje
controleren.
In omgekeerde volgorde te werk gaan
voor de montage en speciaal opletten
bij het plaatsen van de fitting, daarbij
1.
2.
3.
4.
5.
4.
6.
7.
8.
112
Page 115 of 332

Zekeringen en lampjes
controleren of de bevestigingslippen
g oed
v
astzitten. Let op
● Bij het ac ht
erlicht met leds kan alleen het
lampje van het knipperlicht en dat van het
achteruitrijlicht worden vervangen. Kentekenverlichting
–
Steek een schroevendraaier aan de platte
zijde in de hier t
oe voorziene gleuf en ver-
wijder het licht.
– Verwijder de fitting door te draaien tot deze
losk omt
.
– De gloeilamp vervangen.
– Bouw de fitting in, door te draaien tot deze
vas
tzit.
– Plaats het licht in de overeenkomstige hol-
te en druk t
ot een "klik" hoorbaar is. Zijknipperlichten Afb. 120
Knipperlicht ingebouwd in de bui-
t en
s
piegel De zijknipperlichten zijn van het type led en
z
ijn in
g
ebouwd in de buitenspiegels.
Bij een defect moet u naar de werkplaats van
een officiële dealer gaan voor vervanging.
Derde remlicht Gezien de moeilijkheden betreffende de ver-
v
an
gin
g van dit licht dient dit in een garage
uitgevoerd te worden. Lampjes interieurverlichting
verv
angen
Interieurverlichting en leeslampjes
voorin Afb. 121
Leeslampje voorin. Het glas verwijderen
– De platte kant van een dunne schroeven-
dr aaier t
u
ssen het huis en het glas steken
››› afb. 121.
– Het glas voorzichtig loswippen om bescha-
digingen t
e voorkomen.
Om de lampjes te vervangen
– De lampjes naar buiten trekken.
– Om het middelste lampje te verwijderen,
deze v
asthouden en naar één kant duwen. »
113
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 116 of 332

Noodgevallen
Voor de montage – In omgekeerde volgorde te werk gaan en
zac
htj
es aan de buitenkant van het lampje
drukken.
– Eerst het glas met de kleine bevestigings-
randen op het fr
ame van de schakelaar zet-
ten. Vervolgens op de voorkant drukken tot
de twee lange randen in de houder vallen. Let op
Bij de interieurverlichting met leds kunnen de
lamp j
es niet worden vervangen. Als het licht
niet werkt moet u naar een officiële dealer
gaan. Bagageruimteverlichting*
Afb. 122
Bagageruimteverlichting. Afb. 123
Bagageruimteverlichting. –
De kap verwijderen door op de rand van de
binnen
z
ijde te drukken m.b.v. de vlakke
kant van een schroevendraaier ››› afb. 122.
– Koppel de kabel los.
– Druk zijdelings op het lampje en verwijder
het uit de houder ›
›› afb. 123.
– Lampje vervangen.
– Sluit de kabel opnieuw aan.
– Monteer opnieuw de kap, door te drukken
tot hij
vastklikt.
114
Page 117 of 332

Page 118 of 332

Bedienen
Afb. 124
Dashboard.116
Page 119 of 332

Bestuurdersgedeelte
Bedienen
B e
s
tuurdersgedeelte
Algemeen schema Toetsen voor elektrische ruitbedie-
ning
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 144
Binnen gr
eep van het portier
Schak
elaar voor elektrisch bedien-
de buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . 155
Luchtroosters
Hendel v
oor:
– Knipperlichten/grootlicht . . . . . . .149
– Snelheidsr e
gelsysteem* . . . . . . . .212
Afhankelijk van de uitrusting:
– Hendel v
oor cruise control . . . . . .212
Stuurwiel met claxon en
– Bes
tuurdersairbag . . . . . . . . . . . . . . 87
– Bedienin g
voor boordcomputer .37
– Bediening
stoetsen voor radio, te-
lefoon, navigatiesysteem en
spraakbedieningssysteem ›››
bro-
chure Radio
– Hendels voor tiptronic-bediening
(automatische transmissie) . . . . .196
Instrumentenpaneel en controle-
l amp j
es:
– Instrumenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119
1 2
3
4
5
6
7
8 –
Waar
s
chuwings- en controlelamp-
jes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Hendel voor: – Ruiten
wissers/-sproeiers . . . . . . . .153
– Ruiten
wissers/-sproeier* . . . . . . . .153
– Bediening
van de multifunctie-in-
dicatie* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Infotainmentsysteem
Alarm
lichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151
Afhankelijk van de wagenuitrus-
ting, da
shboardkastje met: . . . . . . .160
– Cd- s
peler* en/of SD-kaart*
››› brochure Radio
Bijrijdersairbag* . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Schakelaar voor uitschakeling van
de bijrijder s
airbag* . . . . . . . . . . . . . . . 91
Schakelaars voor: – Verw
arming en ventilatie . . . . . . . .172
– Airc onditionin
g* . . . . . . . . . . . . . . . . 174
– Climatr
onic* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 176
Bediening stoelverwarming aan bij-
rijders z
ijde* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158
Versnellingshendel
– Schak
elbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 193
– Autom ati
sche versnellingsbak . .194
Afhankelijk van de wagenuitrusting
zijn de v
olgende toetsen beschik-
baar:
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18 –
Centr
al
e vergrendeling* . . . . . . . . .137
– Drukknop voor activ
ering Start-
Stop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 209
– SEAT Driv
e Profile . . . . . . . . . . . . . . . 237
– Inparkeer
systeem . . . . . . . . . . . . . . 241
– Contro
le bandenspanning* . . . . .300
Handremhendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . 184
Startknop (Keyless Access sluit- en
star
tsysteem zonder sleutel) . . . . . .181
Afhankelijk van de wagenuitrus-
ting:
– USB/AUX
-IN-ingang . . . . . . . . . . . . . 131
– Connectiv ity
Box / Wireless Char-
ger* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131
Bediening stoelverwarming aan be-
st uur
derszijde* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158
Contactslot (wagens zonder Keyless
Acc
ess) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 178
Hendel voor de instelling van de
stuurk
olom* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Zekeringhouder . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106
Hendel voor het openen van de mo-
torkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 286
Lic
htbundelhoogteverstelling* . . . .152
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147»
19 20
21
22
23
24
25
26
27
28
117
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 120 of 332

Bedienen
Let op
● Sommige v
an de hier getoonde instrumen-
ten of knoppen horen alleen bij bepaalde
type-uitvoeringen of zijn optioneel.
● Bij wagens met af fabriek ingebouwde ra-
dio, cd-l
ezer, AUX-IN aansluiting of navigatie-
systeem wordt een apart instructieboekje ge-
leverd.
● Bij wagens met rechts stuur* wijkt de rang-
schikk
ing van de bedieningselementen ge-
deeltelijk van de in ››› pag. 117 weergegeven
rangschikking af. De symbolen die de bedie-
ningselementen markeren, zijn echter gelijk. 118