Seat Arona 2018 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: SEAT, Model Year: 2018, Model line: Arona, Model: Seat Arona 2018Pages: 332, PDF Size: 6.85 MB
Page 61 of 332

De essentie
MotoroliespecificatiesOnderhoudsintervalMotorsoortSpecificatie
Benzinemotoren met vaste service (tijds- of afstandsaf-
hankelijk)1.0l / 1.0l CNG / 1.5lVW 504 00
1.0l/ 1.6lVW 502 00 a)
Benzinemotoren met variabele service (lange duur)1.0l/ 1.5lVW 508 00
VW 504 00b)
Dieselmotoren met vaste en variabele service c)Met roetfilter (DPF)VW 507 00
a)
Indien de kwaliteit van de brandstof beschikbaar in het land niet voldoet aan de normen EN 228 (voor benzine) en EN 590 (voor diesel).
b) Het gebruik van motorolie volgens specificatie VW 504 00 in plaats van VW 508 00 kan tot iets hogere emissiewaarden leiden.
c) Enkel aanbevolen olie, zo niet kan schade aan de motor optreden.
››› in Motorolie verversen op pag. 290
››› pag. 288 Koelvloeistof
Afb. 67
Motorruimte: vuldop van het koel-
vloei s
t
ofexpansiereservoir. Het reservoir van koelvloeistof bevindt zich in
de mot
orruimt
e ›
›› pag. 287.
Vul de vloeistof bij koude motor bij wanneer
het peil lager is dan . Koelvloeistofspecificatie
Het koel
systeem van de motor bevat van in
de fabriek een mengsel van speciaal behan-
deld water en ten minste 40% additief G13
(TL-VW 774 J), met een lila kleur. Dit mengsel
biedt niet alleen bescherming tegen vries-
temperaturen tot -25°C (-13°F), maar be-
schermt ook de lichtmetalen onderdelen van
het koelsysteem van de motor tegen corrosie.
Bovendien voorkomt dit mengsel kalkaan-
slag en wordt het kookpunt van de koelvloei-
stof beduidend hoger.
Om het koelsysteem te beschermen, moet
het percentage additief altijd minstens 40%
zijn, zelfs bij hoge temperaturen en een
warm klimaat, en er geen antivriesbescher-
ming nodig is.
Indien wegens het klimaat meer bescher-
ming nodig is, kan het aandeel van additief » 59
Page 62 of 332

De essentie
verhoogd worden, maar enkel tot 60%; an-
der s
d
aalt de antivriesbescherming en is de
koeling dus minder goed.
Wanneer u koelvloeistof bijvult, moet er een
mengsel van gedestilleerd water en minstens
40% van het additief G13 of G12 plus-plus
(TL-VW 774 G) worden gebruikt (beide lila)
om een optimale bescherming tegen corrosie
te hebben ››› in Antivries/water bijvullen
op p ag. 292
. Het
mengen van G13 met de
koelvloeistoffen van de motor G12 plus (TL-
VW 774 F), G12 (rood) of G11 (groenblauwe
kleur) zal ervoor zorgen dat er een aanzienlijk
lagere bescherming tegen corrosie is, het-
geen vermeden dient te worden ››› in Anti-
vrie s/w
at
er bijvullen op pag. 292.
››› in Antivries/water bijvullen op
pag. 291
››› pag. 290 Remvloeistof
Afb. 68
Motorruimte: dop van het remvloei-
s t
ofr
eservoir. Het reservoir van remvloeistof bevindt zich in
de mot
orruimt
e ›
›› pag. 287.
Het peil moet tussen de markeringen en
liggen. Als het lager is dan , wendt u
zich tot een technische dienst.
››› in Remvloeistof verversen op
pag. 293
››› pag. 292 Ruitensproeier
Afb. 69
In de motorruimte: dop van het ruiten-
s pr
oeier
vloeistofreservoir. Het reservoir van de ruitensproeiervloeistof
bev
indt
zich in de motorruimte ›››
pag.
287.
Om bij te vullen, mengt u water met een pro-
duct aanbevolen door SEAT.
Bij koude temperaturen dient u antivries voor
glas toe te voegen.
››› in Ruitensproeiervloeistofpeil con-
troleren en sproeiervloeistof bijvullen op
pag. 293
››› pag. 293 60
Page 63 of 332

De essentie
Accu De accu zit in de motorruimte
›››
pag.
287. Er is geen onderhoud voor vereist. De
staat ervan wordt gecontroleerd wanneer de
inspectiebeurt plaatsvindt.
››› in Gebruikte symbolen en waar-
schuwingen met betrekking tot werk-
zaamheden aan de accu van de wagen op
pag. 294
››› pag. 294 61
Page 64 of 332

De essentie
Noodgevallen Z ek
erin
gen
Plaats van de zekeringen Afb. 70
In het dashboard aan bestuurderszij-
de: dek sel
van de zekeringenhouder. Afb. 71
In de motorruimte: deksel van de ze-
k erin
g
enhouder. De zekeringenhouder onder het instrumen-
t
enp aneel
openen en sluiten
● Ontgrendelen: trek de afdekking van de ze-
kering
enhouder in pijlrichting los ››› afb. 70.
● Sluiten: klep sluiten tot deze goed vast-
klikt.
D
e zekeringenhouder in de motorruimte ope-
nen
● Motorkap openen.
● Druk op de vergrendelingsclips voor het
ontgrendel
en van de zekeringenhouder
››› afb. 71
● Verwijder het deksel naar boven toe.
● Om het deksel te monteren
, plaats het op
de zekeringenhouder. Duw de clips omlaag
totdat deze vastklikken.
Onderscheid maken met de kleuren van de
zekeringen onder het dashboard
KleurStroomsterkte
Zwart1
Lila3
Lichtbruin5
Bruin7,5
Rood10
Blauw15
KleurStroomsterkte
Geel20
Wit of transparant25
Groen30
Oranje40
››› in Inleiding tot thema op pag. 106
›››
pag. 106 Een doorgebrande zekering vervangen
Afb. 72
Voorbeeld van een doorgebrande ze-
k erin
g. Voorbereidingen
● Schakel het contact, de lichten en alle elek-
tri s
c
he apparatuur uit. 62
Page 65 of 332

De essentie
● Open de de s
betr
effende zekeringenhouder
››› pag. 106.
Een doorgebrande zekering herkennen
U kunt een doorgebrande zekering herken-
nen aan de gesmolten metalen draad ››› afb.
72.
● Verlicht de zekering met een zaklamp om te
kijken of
ze doorgebrand is.
Een zekering vervangen
● Trek de zekering eruit.
● Vervang de doorgebrande zekering door
een nieuwe
zekering met dezelfde stroom-
sterkte (gelijke kleur en opschrift) en dezelfde
grootte.
● Monteer het deksel weer of sluit het deksel
van de z
ekeringenhouder.
Lampjes Gloeilamp
je (12 V)Waarschuwing: Afh
ank
elijk
van de uitrusting
van de wagen kan de binnen- en/of buiten-
verlichting geheel of gedeeltelijk uit leds be-
staan. De leds gaan gemiddeld langer mee
dan de levensduur van de wagen. Bij schade
aan een ledlampje moet u voor vervanging naar de werkplaats van een officiële dealer
gaan.
Lichtbron gebruikt voor elke functie
HalogeenkoplampType
DimlichtH7 Long Life
GrootlichtH7
Stadslicht / DRL-licht (daglicht)W21W
KnipperlichtPY 21W
Hoofd-halogeenkoplamp met
led-daglichtType
DimlichtH7 Long Life
GrootlichtH7
KnipperlichtPY 21W
Stadslicht / DRL-licht (daglicht)LED
a)
a)
Bij schade aan de led moet u naar de werkplaats van een offi-
ciële dealer gaan voor vervanging.
Full-led koplampType
Hierin kan geen lamp worden vervangen. Alle functies
worden verzorgd door leds. Bij schade aan de led moet
u naar de werkplaats van een officiële dealer gaan voor
vervanging.
Achterlicht met
lampjes a)LinksRechts
Remlicht2 x P21WLL2 x P21WLLStadslicht
MistachterlichtP21 WLL–
Achteruitrijlicht–P21 WLL
KnipperlichtPY 21W NA LLPY 21W NA LL
a)
De tabel geldt voor een wagen met stuur links. Afhankelijk
van de afzetmarkt kan de positie van de lichten verschillen.
Achterlicht met
leds a)LinksRechts
RemlichtLEDLED
StadslichtLEDLED
MistachterlichtLED–
Achteruitrijlicht–P21 WLL
KnipperlichtPY 21W NA LLPY 21W NA LL
a)
De tabel geldt voor een wagen met stuur links. Afhankelijk
van de afzetmarkt kan de positie van de lichten verschillen.
››› pag. 108 63
Page 66 of 332

De essentie
Wat te doen bij lekke band Ger el
at
eerde video Afb. 73
Wielen Voorafgaande stappen
●
Stop de wagen op een horizontaal opper-
vl ak, op een
v
eilige plaats zo ver mogelijk
buiten de verkeersstroom.
● Handrem aantrekken.
● Schakel de alarmlichten in.
● Handgeschakelde versnellingsbak: sch
akel
de 1e versnelling in.
● Automatische versnellingsbak: zet de k
eu-
zehendel in stand P.
● Indien u met aanhangwagen rijdt, deze af-
koppel
en.
● Neem het boordgereedschap* ›››
pag. 65
en het reservewiel ›››
pag. 301 uit de
kofferbak.
● Volg de wettelijke richtlijnen van elk land
op (reflect
erend vest, gevarendriehoek enz.). ●
Laat all
e passagiers uitstappen en op een
veilige plaats gaan staan (bijv. achter de van-
grail). ATTENTIE
● Vo l
g de beschreven richtlijnen op voor uw
eigen veiligheid en die van andere wegge-
bruikers.
● Als u het verwisselen van het wiel op een
helling uit
voert, blokkeert u het tegenoverlig-
gende wiel met een steen of iets dergelijks
om ervoor te zorgen dat de wagen niet weg-
rolt. Een band herstellen met de afdichtset
Afb. 74
Standaardweergave: inhoud van de
b anden
af
dichtset. De bandenafdichtset zit in de bagageruimte
onder de l
aa
dvloer
afdekking.
De band afdichten
● Draai het dopje en het inzetstuk van het
ventiel lo
s. Gebruik het apparaat ››› afb. 74
1 om het inzetstuk te verwijderen. Leg het
op een s c
hoon op
pervlak.
● Schud de fles met afdichtmiddel ›››
afb. 74
10 goed.
● Draai de pompslang ››
›
afb. 74 3 vast op
de fl e
s
met afdichtmiddel. De verzegeling
van de fles wordt automatisch gebroken.
● Verwijder de dop van de vulslang ›››
afb. 74
3 en draai het open einde van de fles op het
b andv
entiel
.
● Houd de fles met de bodem omhoog en vul
de band met de inhoud
van de fles.
● Haal de fles van het ventiel.
● Breng het inzetstuk opnieuw aan op het
bandventiel
met het apparaat ››› afb. 74 1 .
D e b
and op
pompen
● Draai de vulslang van de compressor
›››
afb. 74 8 vast op het bandventiel.
● Controleer of de ontluchtingsbout gesloten
i s
›
›› afb. 74 6 .
● Start de motor en laat hem draaien.
● Sluit de steker ›››
afb. 74 9 aan op het 12
v o
lt
-stopcontact van de wagen ›››
pag.
161. 64
Page 67 of 332

De essentie
● Zet
de luc
htcompressor aan met de
ON/OFF-schakelaar ››› afb. 74 5 .
● Laat de luchtcompressor draaien tot een
druk
v
an 2,0-2,5 bar (29-36 psi/200-250
kPa) wordt bereikt. Maximaal 8 minuten .
● Sluit de luchtcompressor af.
● Indien de aangegeven druk niet wordt be-
reikt, draait
u de vulslang los van het ventiel.
● Beweeg de wagen 10 m zodat het afdicht-
middel w
ordt verdeeld in de band.
● Draai de vulslang van de compressor op-
nieuw op het
ventiel.
● Herhaal het proces voor het oppompen.
● Als ook dan de druk niet wordt bereikt, ver-
keert
de band in slechte staat. Zet de wagen
stil en roep de hulp in van gespecialiseerd
personeel.
● Sluit de luchtcompressor af. Draai de vul-
slan
g los van het bandventiel.
● Wanneer de bandenspanning tussen
2,0-2,5 bar ligt, rijdt
u verder met een snel-
heid onder 80 km/u (50 mph).
● Controleer de bandenspanning opnieuw na
10 minuten ››
› pag. 101.
››› in Bandenafdichtset TMS (Tyre Mo-
bility System)* op pag. 100
››› pag. 100 Een wiel verwisselen
Ger el
at
eerde video Afb. 75
Wielen Wagengereedschap
Afb. 76
Onder de afdekking van de laadvloer
v an de b
ag
ageruimte: wagengereedschap. Adapter voor de wielboutbeveiliging*
Sl
eepoog
W iel
sleutel*
Krikhendel
1 2
3
4 Krik*
Haak
v
oor centrale wieldoppen*
Klem voor de doppen van de wielbouten.
››› in Wagengereedschap op pag. 99
››› pag. 99 Centrale wieldop van de stalen velg*
Afb. 77
Juiste plaatsing van de centrale wiel-
dop v
oor s
talen velgen. Om bij de wielbouten te komen, moeten de
c
entr
al
e wieldoppen verwijderd worden.
Verwijderen
● Zet de draadhaak (wagengereedschap
›››
afb. 76 6 ) in een van de uitsparingen van
de c entr
al
e wieldop. »
5 6
7
65
Page 68 of 332

De essentie
● De w
iel
sleutel plaatsen op de haak, op de
band afsteunen en de wieldop lostrekken.
Aanbrengen
● Plaats de centrale wieldop op de velg. Het
onderst
e deel van het teken "S" van het
SEAT-embleem moet samenvallen met het
opblaasventiel ››› afb. 77 1 .
● Druk stevig op de centrale wieldop tot hij
hoorb aar
v
astklikt. Let op
Aan de achterzijde van de centrale wieldop is
er ook een v
entielmarkering die de juiste uit-
lijning aangeeft. Centrale wieldop van de lichtmetalen
v
el
g* Afb. 78
Centrale wieldop verwijderen. Afb. 79
Centrale wieldop aanbrengen. Verwijderen
● Zet de draadhaak (wagengereedschap)
› ›
›
afb. 76 6 ) in de daarvoor bestemde uit-
s p
arin
g ››› afb. 78.
● Trek eraan om de wieldop te verwijderen
›››
afb. 78.
Aanbrengen ● Zet de centrale wieldop zo op de velg dat
het uitst
ekende deel van de wieldop samen-
valt met de uitsparing in de velg ››› afb. 79
(pijlen).
● Druk stevig op de centrale wieldop tot hij
hoorbaar v
astklikt. Doppen van wielbouten*
Afb. 80
Wiel: wielbouten met doppen. Verwijderen
●
Plaats de kunststof klem (boordgereed-
s c
h
ap) op de dop totdat deze vastklikt ››› afb.
80.
● Verwijder de dop met de kunststof klem. 66
Page 69 of 332

De essentie
Wielbouten Afb. 81
Wiel verwisselen: de wielbouten los-
dr aaien. Afb. 82
Wiel verwisselen: ventiel van de band
1 en montageplaats van de antidiefstalbout
2 of
3 .
Gebruik om de wielbouten los te draaien al-
l
een de w
iel
sleutel die bij de wagen hoort.
Wielbouten ongeveer één slag losdraaien
voordat de wagen wordt opgekrikt. Als een wielbout niet kan worden losge-
draaid, druk d
an voorzichtig met de voet op
het uiteinde van de wielsleutel. Houd u hier-
bij aan de wagen vast en zorg ervoor dat u
stevig staat.
Wielbouten losdraaien
● Schuif de wielsleutel tot de aanslag op de
bout ››
› afb. 81.
● Pak de wielsleutel bij het uiteinde vast en
draai de bout c
a. één slag linksom ››› in
Het w
iel
demonteren en monteren op
pag. 69.
De doppen beschermen de wielbouten en
moeten weer tot aan de aanslag worden aan-
gebracht nadat het wiel verwisseld is.
De antidiefstalbout losdraaien
● Neem de adapter voor de antidiefstalbou-
ten uit het
wagengereedschap.
● Schuif de adapter tot de aanslag op de an-
tidiefst
albout ››› afb. 82.
● Schuif de wielsleutel tot de aanslag op de
adapt
er.
● Pak de wielsleutel bij het uiteinde vast en
draai de bout c
a. één slag linksom ››› in
Het w
iel
demonteren en monteren op
pag. 69.
De antidiefstalbout heeft een dop die anders
is. Deze dop past alleen op antidiefstalbou-
ten en dient niet voor normale wielbouten. Belangrijke informatie over wielbouten
De v
elgen en wielbouten die in de fabriek ge-
monteerd zijn, zijn qua constructie op elkaar
afgestemd. Daarom moeten bij het vervan-
gen van de velgen de bijbehorende wielbou-
ten met de juiste lengte en kop worden ge-
bruikt. De bevestiging van de wielen en de
werking van het remsysteem hangt daarvan
af.
Soms mag u zelfs niet de wielbouten van wa-
gens van dezelfde productieserie gebruiken.
Bij wielen met integrale wieldoppen moet de
antidiefstalbout in positie ››› afb. 82 2 of
3 ten opzichte van het ventiel van de band
1 worden ingedraaid. Anders kan de wieldop
niet
w
or
den gemonteerd. 67
Page 70 of 332

De essentie
Wagen omhoogbrengen op de hefbrug Afb. 83
Steunpunten voor de krik. Afb. 84
Plaatsen van de krik. ●
Plaats de krik* (wagengereedschap) op een
s t
ev
ige ondergrond. Gebruik indien nodig
een stabiele plaat met een groot oppervlak.
Bij een gladde ondergrond, zoals bijv. een te-
gelvloer, een stroeve drager (bijv. een rubber
mat) gebruiken ››› .●
Zoek
het
bevestigingspunt op de langslig-
ger (verzonken gedeelte) dat zich het dicht-
ste bij het te vervangen wiel bevindt ››› afb.
83.
● Draai aan de krik* die u onder het bevesti-
gings
punt op de langsligger hebt geplaatst,
om deze hoog te verplaatsen tot de flens 1 ›››
afb . 84 zich onder de betreffende uitspa-
rin g bev
indt.
● Lijn de krik* zodanig uit dat de flens 1 "ingrijpt" in de uitsparing voor de langsligger
en d
at
de bew
eegbare grondplaat 2 plat op
de gr ond lig
t
. De grondplaat 2 moet zich
v er
tic
aal t.o.v. het steunpunt 1 bevinden.
● Draai de krik* verder omhoog tot het wiel
iets
v
an de grond komt. ATTENTIE
● Let er
op dat de krik* stabiel blijft staan. Als
het oppervlak glad of zacht is, kan de krik*
verschuiven of verzinken - gevaar op verwon-
dingen!
● Breng de wagen uitsluitend omhoog met de
krik* die af f
abriek is meegeleverd. Anders
kan de wagen wegschuiven - gevaar op ver-
wondingen!
● Plaats de krik* uitsluitend onder de daar-
toe bes
temde bevestigingspunten op de
langsligger en lijn de krik uit. Als dit niet ge-
beurt, dan kan de krik* wegschuiven omdat
ze niet voldoende grip op de wagen heeft. ge-
vaar op verwondingen! ●
Door temper at
uurschommelingen of wijzi-
gingen in de belasting kan de hoogte van de
geparkeerde wagen veranderen. VOORZICHTIG
De wagen mag niet omhoog worden gebracht
onder een dw ars
balk. Plaats de krik* uitslui-
tend onder de daartoe bestemde plaatsen op
de langsligger. Anders kan de wagen bescha-
digd worden. Het wiel demonteren en monteren
Nadat u de bouten hebt losgedraaid en de
w
ag
en met
de krik hebt opgekrikt, verwisselt
u het wiel.
Wiel verwijderen
● De wielbouten losdraaien met de wielsleu-
tel en de bout
en aan de kant leggen op een
schoon oppervlak.
● Wiel verwijderen ›››
.
W iel
p
laatsen
Als u banden met verplichte looprichting
monteert, volg dan de richtlijnen in ››› pag.
69.
● Plaats het wiel.
● Wielbouten erin draaien en licht aantrek-
ken. 68