TOYOTA BZ4X 2023 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: BZ4X, Model: TOYOTA BZ4X 2023Pages: 586, PDF Size: 90.62 MB
Page 371 of 586

6.2 Gebruik van de interieurverlichting
6.2.1 Overzicht interieurverlichting
Plaats van de interieurverlichting
AInstapverlichting spiegelvoet (indien
aanwezig)
BVerlichting binnenportiergrepen
(indien aanwezig)
CInterieurverlichting achter
(→blz. 370)
DVoetenruimteverlichting (indien
aanwezig)
EInterieurverlichting/leeslampjes voor
(→blz. 370, blz. 371)
FSchakeladvieslampjes
GVerlichting extra opbergvak (indien
aanwezig)/verlichting vak draadloze
lader (indien aanwezig)
HVerlichting middenconsole (indien
aanwezig)
ISfeerlampjes portierbekleding (indien
aanwezig)
Automatisch in-/uitschakelen
leeslampjes/interieurverlichting
• Instapverlichting: de verschillende
lampjes in het interieur worden
automatisch in- en uitgeschakeld,
afhankelijk van de stand van het
contact, de aanwezigheid van de
elektronische sleutel, het
vergrendeld/ontgrendeld zijn van de
portieren en het openen/sluiten van
de portieren.• Als de interieurverlichting blijft
branden nadat het contact UIT is
gezet, gaat de verlichting na
20 minuten automatisch uit.
6.2 Gebruik van de interieurverlichting
369
6
Voorzieningen in het interieur
Page 372 of 586

In de volgende situatie gaat de
interieurverlichting automatisch
branden
Als een van de airbags wordt
geactiveerd of bij een harde aanrijding
van achteren wordt de
interieurverlichting automatisch
ingeschakeld. De interieurverlichting
wordt na ongeveer 20 minuten
automatisch uitgeschakeld.
De interieurverlichting kan handmatig
worden uitgeschakeld. Om verdere
aanrijdingen te voorkomen verdient het
echter aanbeveling de verlichting te
laten branden totdat de veiligheid
gegarandeerd is.
(De interieurverlichting wordt mogelijk
niet automatisch ingeschakeld,
afhankelijk van de kracht en de
omstandigheden van de aanrijding.)
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. de tijd die verstrijkt
voordat de verlichting uit gaat) kunnen
worden gewijzigd. (Systemen met
mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen:→blz. 493)
OPMERKING
Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Laat de verlichting niet langer
ingeschakeld dan noodzakelijk als het
EV-systeem niet in werking is.Bedienen van de interieurverlichting
Interieurverlichting voor
1. Schakelt de aan het portier
gekoppelde functie uit
2. Schakelt de aan het portier
gekoppelde functie in (stand DOOR)
De verlichting wordt in-/
uitgeschakeld overeenkomstig het
openen/sluiten van de portieren.
3. Schakelt de verlichting in/uit
Druk op de schakelaar om de
interieurverlichting voor/leeslampjes
en de interieurverlichting achter
in/uit te schakelen.
Interieurverlichting achter
1. Schakelt de verlichting in
2. Schakelt de aan het portier
gekoppelde functie in (stand DOOR)
6.2 Gebruik van de interieurverlichting
370
Page 373 of 586

De verlichting wordt in-/
uitgeschakeld overeenkomstig het
openen/sluiten van de portieren. De
interieurverlichting achter wordt
samen met de interieurverlichting
voor in-/uitgeschakeld.Bedienen van de leeslampjes
In-/uitschakelen van de verlichting
6.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden
6.3.1 Overzicht van opbergmogelijkheden
Plaats van de opbergmogelijkheden
AFleshouders (→blz. 373)
BPasjeshouders (→blz. 374)
CBekerhouders (→blz. 373)
DExtra opbergvak (indien aanwezig)
(→blz. 374)
EConsolevak (→blz. 372)
FOpen opbergvak (→blz. 374)
6.2 Gebruik van de interieurverlichting
371
6
Voorzieningen in het interieur
Page 374 of 586

WAARSCHUWING!
Zaken die niet in de auto moeten
worden achtergelaten
Laat geen brillen, aanstekers of
spuitbussen in de opbergvakken liggen.
Als u dat wel doet, kan dat bij hoge
temperaturen leiden tot het volgende:
• Brillen kunnen vervormen als detemperatuur in de auto te hoog
oploopt of barsten als ze in contact
komen met andere voorwerpen.
• Aanstekers en spuitbussen kunnen exploderen. Als ze in contact komen
met andere voorwerpen, kunnen
aanstekers vlam vatten en kunnen
spuitbussen gas gaan lekken,
waardoor brand kan ontstaan.
Wanneer opbergvakken niet in
gebruik zijn
Houd het dashboardkastje en het
consolevak gesloten tijdens het rijden
of wanneer deze niet in gebruik zijn. Bij
plotseling remmen of uitwijken kan
letsel ontstaan doordat een inzittende
wordt geraakt door de open klep of
door voorwerpen in het opbergvak.
Consolevak
1. Schuif de klep naar achteren.
2. Beweeg de klep omhoog en trek gelijktijdig de hendel omhoog om het
slot te ontgrendelen. Klep consolevak
De klep kan naar voren/achteren worden
geschoven.
Inzetbak in het consolevak
De inzetbak kan worden verwijderd.
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Houd het consolevak gesloten. Anders
kunt u in geval van een ongeval of
plotseling remmen letsel oplopen.
OPMERKING
Voorkomen van beschadigingen aan
het consolevak
Oefen geen overmatige kracht uit op de
armsteun.
6.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden
372
Page 375 of 586

Bekerhouders
Voor
Schuif de klep naar achteren.
Achter
Trek de armsteun naar beneden.
WAARSCHUWING!
Voorwerpen die niet in de
bekerhouders mogen worden
geplaatst
Zet niets anders in de bekerhouders
dan bekers of blikjes. Andere
voorwerpen kunnen bij een ongeval of
plotseling remmen naar buiten worden
geslingerd en letsel veroorzaken. Dek
indien mogelijk warme dranken af om
verbranding te voorkomen.Fleshouders
Voor
Achter
Fleshouders
• Sluit de kap als er een fles wordt
opgeborgen.
• De fles kan mogelijk niet worden opgeborgen als gevolg van de grootte
of vorm ervan.
OPMERKING
Zaken die niet in de fleshouders
mogen worden geplaatst
Plaats geen flessen zonder dop of glazen
of papieren bekers met vloeistof in de
fleshouders. De inhoud kan gemorst
worden en het glas kan breken.
6.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden
373
6
Voorzieningen in het interieur
Page 376 of 586

Pasjeshouders
Klap de zonneklep omlaag.
Extra opbergvak (auto's zonder
draadloze lader)
Druk op de klep om het extra opbergvak
te openen.
Open opbergvakWAARSCHUWING!
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Neem bij het plaatsen van voorwerpen
in het open opbergvak de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dit
niet doet, kunnen voorwerpen uit het
opbergvakje worden geslingerd bij
plotseling remmen of een
uitwijkmanoeuvre. Daarbij kunnen deze
voorwerpen het bedienen van de
pedalen hinderen of de bestuurder
afleiden, wat tot een ongeval kan
leiden.
• Plaats geen voorwerpen in het
opbergvakje die er gemakkelijk uit
kunnen schuiven of rollen.
• Stapel voorwerpen niet zodanig in
het opbergvak dat ze boven de rand
van de inzetbak uitkomen.
• Plaats geen voorwerpen in het
opbergvak die hoger zijn dan de rand
van de inzetbak.
6.3.2 Voorzieningen in de
bagageruimte
Bagagehaken
Klap de haken omhoog om ze te
gebruiken.
In de bagageruimte zijn haken aanwezig
waaraan bagage kan worden vastgezet.
6.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden
374
Page 377 of 586

ABovenste haak (sjoroog)
BBovenste haak (tashaak)
COnderste haak
WAARSCHUWING!
Als de bagagehaken niet in gebruik
zijn
Om letsel te voorkomen, dienen de
haken altijd in de opbergpositie te
worden teruggezet wanneer ze niet
worden gebruikt.
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de
bovenste haak (tashaak)
Hang geen voorwerpen zwaarder dan
4 kg aan de bovenste haak (tashaak).
Afdekplaat
De hoogte van de afdekplaat instellen
De hoogte van de afdekplaat kan worden
gewijzigd door de afdekplaat te verlagen
ten opzichte van de vloer.
AOmhoog
BLaag
1. Trek de afdekplaat met de lus omhoog
en beweeg hem naar u toe om hem te
verwijderen.2. Plaats de afdekplaat in de groef en
schuif hem naar voren.
De afdekplaat rechtop zetten
De afdekplaat kan rechtop worden gezet
om het gereedschap gemakkelijk te
kunnen pakken.
Keer de plaat om wanneer de achterkant
(antislipzijde) van de afdekplaat naar
boven is gericht.
1. Trek de afdekplaat met de lus omhoog
en klap hem naar voren.
2. Plaats de rand, terwijl de afdekplaat
rechtop staat, in de uitsparingen.
6.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden
375
6
Voorzieningen in het interieur
Page 378 of 586

WAARSCHUWING!
Bij handelingen met de afdekplaat
Plaats niets op de afdekplaat wanneer
u de afdekplaat bedient. Anders
kunnen uw vingers bekneld raken of
kan een ongeval ontstaan met letsel als
gevolg.
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Houd de afdekplaat gesloten. Bij
plotseling remmen kan letsel ontstaan
doordat een inzittende wordt geraakt
door de bagageafdekking of door items
die onder de afdekplaat zijn
opgeborgen.
Opbergruimte onder de afdekplaat
Trek de afdekplaat met de lus omhoog en
klap hem naar voren.
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Houd de afdekplaat gesloten. Bij
plotseling remmen kan letsel ontstaan
doordat een inzittende wordt geraakt
door de bagageafdekking of door items
die onder de afdekplaat zijn
opgeborgen.
Gevarendriehoek
Afhankelijk van de afmeting en vorm van
de gevarendriehoekdoos, kan deze
mogelijk niet worden opgeborgen.
Bagageafdekking (indien aanwezig)
Verwijderen van de
bagageafdekkingunit
1. Trek de afdekplaat met de lus omhoog
en klap hem naar voren. (→Blz. 375)
2. Verwijder de bagageafdekkingunit.
Plaatsen van de bagageafdekking
1. Duw beide uiteinden van de
bagageafdekking in en steek deze in
de uitsparingen om de
bagageafdekking te plaatsen.
6.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden
376
Page 379 of 586

2. Trek de afdekking uit de houder en
bevestig hem aan de haakjes.
Verwijderen van de bagageafdekking
1. Maak de afdekking los van de linker en
rechter bevestigingspunten en laat
hem terugkomen.
2. Druk het uiteinde van de
bagageafdekking in en beweeg de
bagageafdekking omhoog.
Opbergen van de bagageafdekkingunit
1. Trek de afdekplaat met de lus omhoog
en klap hem naar voren. (→Blz. 375)2. Druk, om de bagageafdekkingunit op
te bergen, beide uiteinden samen
totdat ze vergrendeld worden.
1. Steek het linker uiteinde van de
bagageafdekkingunit in de uitsparing
aan de linkerzijde van de
bagageruimte.
2. Steek het rechter uiteinde van de
bagageafdekkingunit in de uitsparing
aan de rechterzijde van de
bagageruimte.
WAARSCHUWING!
Bagageafdekking
• Controleer bij het plaatsen/opbergen
van de bagageafdekking of de
bagageafdekking veilig
geplaatst/opgeborgen is. Anders
kunnen de inzittenden bij plotseling
remmen of een aanrijding dodelijk of
ernstig letsel oplopen.
• Plaats geen voorwerpen op de
bagageafdekking. Bij plotseling
remmen of het maken van een bocht
vliegt het voorwerp mogelijk rond en
kan het een inzittende raken. Dit kan
leiden tot een onverwacht ongeval
met dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg.
• Laat kinderen niet op de
bagageafdekking klimmen. Klimmen
op de bagageafdekking kan leiden
tot beschadiging van de
bagageafdekking waardoor het kind
dodelijk of ernstig letsel kan
oplopen.
6.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden
377
6
Voorzieningen in het interieur
Page 380 of 586

6.4 Gebruik van de overige
voorzieningen in het
interieur
6.4.1 Elektrisch bedienbaar
zonnescherm*
*Indien aanwezig
Gebruik de schakelaars in de dakconsole
voor het bedienen van het elektrisch
bedienbare zonnescherm.
Bedienen van het elektrisch bedienbare
zonnescherm
1. Openen
*
2. Sluiten*
*
Druk lichtjes op één van de schakelaars
om het elektrisch bedienbare
zonnescherm in een tussenstand te
stoppen.
Het elektrisch bedienbare zonnescherm
kan worden gebruikt wanneer:
Het contact AAN staat.
Klembeveiliging voor het elektrisch
bedienbare zonnescherm
• Als tijdens het sluiten van het
elektrisch bedienbare zonnescherm
een object bekneld raakt tussen het
zonnescherm en het frame, stopt de
beweging van het zonnescherm en
wordt het zonnescherm weer iets
geopend.• Wanneer de klembeveiliging heeft
gewerkt, zal het elektrisch bedienbare
zonnescherm niet in de sluitrichting
bewegen, zelfs niet als de zijde CLOSE
van de schakelaar nogmaals wordt
ingedrukt, totdat het zonnescherm
volledig de andere richting op is
bewogen.
• Het elektrisch bedienbare
zonnescherm beweegt mogelijk in de
andere richting als het zonnescherm
aan schokken wordt blootgesteld als
gevolg van de omgevings- of
rijomstandigheden.
Als het elektrisch bedienbare
zonnescherm niet normaal sluit
Voer de onderstaande
initialisatieprocedure uit.
1. Zet het contact AAN.
2. Houd de zijde CLOSE van de
schakelaar ingedrukt.
Het schuifdak sluit totdat het bijna
volledig is gesloten en stopt dan.
Vervolgens beweegt het in de
openingsrichting en sluit het daarna
volledig.
Als de schakelaar niet op het juiste
moment wordt losgelaten, moet de
procedure helemaal opnieuw worden
uitgevoerd.
Als het automatisch openen en sluiten
ook na het uitvoeren van bovenstaande
procedures niet normaal werkt, laat dan
uw auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING!
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
6.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
378