TOYOTA MIRAI 2023 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: MIRAI, Model: TOYOTA MIRAI 2023Pages: 530, PDF Size: 103.29 MB
Page 41 of 530

Informatie over controlelampje
PASSENGER AIRBAG
Als een van de onderstaande problemen
optreedt, is er mogelijk een storing in het
systeem aanwezig. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Het controlelampje OFF gaat niet
branden als de aan/uit-schakelaar van
de airbag in stand OFF wordt gezet.
• Het controlelampje reageert niet
wanneer de aan/uit-schakelaar van de
airbag van ON naar OFF wordt gezet.
WAARSCHUWING!
Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Plaats vanwege veiligheidsredenen het
baby- of kinderzitje altijd op een
achterstoel. Als de achterstoel niet kan
worden gebruikt, mag de voorstoel
worden gebruikt zo lang de
aan/uit-schakelaar van de airbag in
stand OFF wordt gezet. Als de
aan/uit-schakelaar van de airbag in
stand ON blijft staan, kan de kracht die
met het activeren (opblazen) van de
airbag gepaard gaat, dodelijk of ernstig
letsel veroorzaken.
Als er geen baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel is geplaatst
Controleer of de aan/uit-schakelaar
van de airbag in stand ON staat. Als de
schakelaar in stand OFF staat, zal de
airbag bij een ongeval niet worden
geactiveerd, wat dodelijk of ernstig
letsel tot gevolg kan hebben.
1.2.2 Rijden met kinderen in de
auto
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht als er kinderen in de auto
aanwezig zijn. Gebruik een passend baby-of kinderzitje tot het kind groot genoeg is
om de veiligheidsgordel van de auto op
de juiste wijze te dragen.
• Het wordt aangeraden om kinderen
op de achterstoelen te vervoeren om
te voorkomen dat ze per ongeluk
tegen onderdelen zoals de
selectiehendel en de
ruitenwisserschakelaar aan komen.
• Gebruik het kinderslot van het
achterportier of de
blokkeerschakelaar van de
ruitbediening om te voorkomen dat
kinderen het portier openen tijdens
het rijden of per ongeluk de elektrisch
bedienbare ruit bedienen. (→Blz. 112,
blz. 141)
• Laat kleine kinderen geen onderdelen
bedienen waarbij lichaamsdelen vast
kunnen komen te zitten of bekneld
kunnen raken, zoals de elektrisch
bedienbare ruiten, de motorkap, de
achterklep en de stoelen.
WAARSCHUWING!
Als er kinderen in de auto aanwezig
zijn
Laat kinderen nooit alleen in de auto
achter en laat ze nooit met de sleutel
spelen.
Kinderen zouden de auto kunnen
starten of de neutraalstand kunnen
inschakelen. Daarnaast kunnen
kinderen zich bezeren als ze met de
ruiten of andere systemen in de auto
spelen. Verder kan de temperatuur in
de auto zo hoog oplopen of zo ver dalen
dat het kinderen fataal kan worden.
1.2.3 Baby- en kinderzitjes
Voordat u een baby- of kinderzitje in de
auto plaatst, zijn er
voorzorgsmaatregelen die u in acht moet
nemen, verschillende soorten baby- en
kinderzitjes en verschillende
plaatsingsmethoden, enz. Deze staan
beschreven in deze handleiding.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
39
1
Veiligheid en beveiliging
Page 42 of 530

• Gebruik een baby- of kinderzitje
wanneer er een klein kind in de auto
meerijdt dat nog niet op de juiste
wijze gebruik kan maken van een
veiligheidsgordel. Plaats voor de
veiligheid van het kind het baby- of
kinderzitje op een achterstoel. Zorg
ervoor dat u de plaatsingsmethode
opvolgt die in de handleiding van het
baby- of kinderzitje staat.
• Wij raden het gebruik van een
origineel baby- of kinderzitje van
Toyota aan, aangezien deze in het
gebruik veiliger is in deze auto. De
originele baby- of kinderzitjes van
Toyota zijn speciaal gemaakt voor
auto's van Toyota. U kunt ze kopen bij
een Toyota-dealer.
Inhoudsopgave
Punten om rekening mee te houden:
blz. 40
Bij gebruik van een baby- of kinderzitje:
blz. 41
Geschiktheid baby- en kinderzitjes voor
elke zitpositie: blz. 43
Plaatsingsmethode baby- of kinderzitje:
blz. 48
• Vastgezet met een veiligheidsgordel:
blz. 49
• Vastgezet met een onderste
ISOfix-bevestigingspunt: blz. 50
• Met een bevestigingspunt voor de
bovenste gordel: blz. 51
Punten om rekening mee te houden
• Geef prioriteit aan de
waarschuwingen en neem deze in
acht. Houd u daarnaast ook aan de
wetgeving en voorschriften met
betrekking tot baby- en kinderzitjes.
• Gebruik een baby- of kinderzitje tot
het kind groot genoeg is om de
standaard gemonteerde
veiligheidsgordel op de juiste wijze te
gebruiken.• Kies een baby- of kinderzitje dat past
bij de leeftijd en de lengte van het
kind.
• Let erop dat niet alle baby- of
kinderzitjes in alle auto's kunnen
worden gemonteerd. Controleer,
voordat u een baby- of kinderzitje
koopt of gebruikt, of het zitje geschikt
is voor de stoelposities. (→Blz. 43)
WAARSCHUWING!
Wanneer er een kind in de auto
meerijdt
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Voor de meest effectieve
bescherming van een kind tijdens
een ongeval of bij hard remmen moet
een kind goed vastzitten met een
veiligheidsgordel of een baby- of
kinderzitje dat op de juiste wijze is
geplaatst. Raadpleeg voor informatie
over het plaatsen de bij het baby- of
kinderzitje bijgesloten handleiding.
In deze handleiding vindt u algemene
aanwijzingen met betrekking tot het
plaatsen.
• Toyota adviseert met klem gebruik te
maken van een geschikt zitje dat past
bij het gewicht en de lengte van het
kind en dat op de achterstoel is
geplaatst. In ongevallenstatistieken
is aangetoond dat kinderen minder
verwondingen oplopen als zij op de
achterstoelen op de juiste wijze
vastzitten dan als zij op de voorstoel
zitten.
• Het vasthouden van een kind in de
armen is geen vervanging voor een
baby- of kinderzitje. Bij een ongeval
kan een kind dan de voorruit raken of
klem komen te zitten tussen degene
die het kind vasthoudt en delen van
het interieur.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
40
Page 43 of 530

WAARSCHUWING!(Vervolg)
Behandelen van baby- en kinderzitjes
Als het baby- of kinderzitje niet goed
wordt vastgezet, kan het kind of een
andere passagier bij plotseling
remmen, een uitwijkmanoeuvre of een
aanrijding ernstig of zelfs dodelijk
letsel oplopen.
• Als de auto een hevige impact te
verduren krijgt, bijvoorbeeld als
gevolg van een ongeval, kan er
schade ontstaan aan het baby- of
kinderzitje die niet direct zichtbaar
is. Gebruik het baby- of kinderzitje in
dergelijke gevallen niet meer.
• Afhankelijk van het baby- of
kinderzitje kan het zijn dat dit
moeilijk of onmogelijk kan worden
geplaatst. Controleer in dergelijke
gevallen of het baby- of kinderzitje
geschikt is voor plaatsing in de auto.
(→Blz. 43) Houdt u zich bij het
plaatsen en gebruik aan de
voorschriften voor het vastzetten
van het zitje in deze handleiding en
de handleiding van het baby- of
kinderzitje. Lees deze voorschriften
zorgvuldig.
• Laat het zitje goed vastzitten op de
stoel, zelfs als het niet wordt
gebruikt. Plaats het baby- of
kinderzitje niet los in het
passagierscompartiment.
• Wanneer u het zitje toch moet
verwijderen, bewaar het dan buiten
de auto of zet het vast in de
bagageruimte.
Bij gebruik van een baby- of kinderzitje
Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst op de voorpassagiersstoel
Plaats voor de veiligheid van het kind een
baby- of kinderzitje op een achterstoel.
Als het plaatsen van een zitje op de
voorpassagiersstoel onvermijdelijk is, stel
dan de stoel als volgt af en plaats het
baby- of kinderzitje:• Schuif de voorstoel helemaal naar
achteren.
• Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop.
Indien er bij het plaatsen van een in de
rijrichting geplaatst kinderzitje een
opening aanwezig is tussen het
kinderzitje en de rugleuning, stel de
rugleuning dan af totdat het zitje en
de rugleuning goed contact maken.
• Verwijder indien mogelijk de
hoofdsteun indien deze de werking
van het baby- of kinderzitje hindert.
Zet anders de hoofdsteun in de
hoogste stand.
WAARSCHUWING!
Bij gebruik van een baby- of
kinderzitje
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Gebruik nooit een tegen de
rijrichting in geplaatst baby- of
kinderzitje op de
voorpassagiersstoel als de
aan/uit-schakelaar voor de airbag in
stand ON staat. (→Blz. 38) Bij een
ongeval kan het kind dodelijk of
ernstig letsel oplopen door de kracht
waarmee de voorpassagiersairbag
wordt geactiveerd.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
41
1
Veiligheid en beveiliging
Page 44 of 530

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Een waarschuwingslabel op de
zonneklep aan passagierszijde geeft
aan dat het niet is toegestaan om
een tegen de rijrichting in geplaatst
baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel te plaatsen. In
onderstaande afbeelding is het label
in detail te zien.
.
WAARSCHUWING!
• Plaats een in de rijrichting geplaatst
baby- of kinderzitje alleen op de
voorstoel als het niet anders kan. Als
er een in de rijrichting geplaatst
baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel wordt
geplaatst, moet de stoel zo ver
mogelijk naar achteren worden
geschoven. Als dat niet gedaan
WAARSCHUWING!(Vervolg)
wordt, kan er dodelijk of ernstig
letsel ontstaan als de airbags
geactiveerd worden.
• Laat een kind niet met het hoofd of
een ander lichaamsdeel tegen het
portier leunen of tegen dat deel van
de stoel, de voor- of achterstijlen of
de dakzijrails leunen waarin de side
airbags of de curtain airbags zijn
ondergebracht, ook niet als het kind
in een baby- of kinderzitje zit.
Anders kan het kind dodelijk of
ernstig letsel oplopen als bij een
aanrijding de side airbags of de
curtain airbags worden geactiveerd.
• Controleer als er een zitkussen
geplaatst is altijd of de
schoudergordel over het midden van
de schouder van het kind loopt. De
gordel mag niet langs de nek van het
kind lopen, maar mag ook niet van
de schouder van het kind vallen.
• Gebruik een baby- of kinderzitje dat
past bij de leeftijd en de grootte van
het kind en plaats dit op de
achterstoel.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
42
Page 45 of 530

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Als het kinderzitje niet goed
gemonteerd kan worden omdat de
bestuurdersstoel in de weg zit, moet
het kinderzitje rechts achterin
(auto's met linkse besturing) of links
achterin (auto's met rechtse
besturing) worden gemonteerd.
(→Blz. 47)
Geschiktheid baby- en kinderzitjes voor
elke zitpositie
Geschiktheid baby- en kinderzitjes voor
elke zitpositie
De geschiktheid voor elke zitpositie bij
een baby- of kinderzitje (→blz. 44) geeft
met symbolen aan welke typen baby- of
kinderzitjes kunnen worden gebruikt en
de mogelijke zitposities bij het plaatsen.
Ook kunt u het aanbevolen baby- of
kinderzitje dat geschikt is voor uw kind
selecteren. Controleer anders [Informatie
aanbevolen baby- en kinderzitjes] voor
de aanbevolen baby- of kinderzitjes.
(→blz. 47) Controleer het geselecteerde
baby- of kinderzitje en het volgende
[Voordat u de geschiktheid van elke
zitpositie bij een baby- of kinderzitje
controleert].
Voordat u de geschiktheid van elke
zitpositie bij een baby- of kinderzitje
controleert
1. Controleren van de normen voor
baby- en kinderzitjes. Gebruik een
baby- of kinderzitje dat voldoet aan
de VN ECE R44
*1- of VN ECE R129*1,
2
-norm. Het onderstaande erkendekeurmerk staat op de baby- en
kinderzitjes. Controleer of het baby-
of kinderzitje is voorzien van het
juiste keurmerk.
Voorbeeld van het weergegeven
nummer van het voorschrift
ATypegoedkeuringsmerk VN ECE
R44*3De gewichtsklasse van
kinderen die in aanmerking
komen voor een zitje met het
typegoedkeuringsmerk VN ECE
R44 wordt weergegeven.
BTypegoedkeuringsmerk VN ECE
R129*3De lengtecategorie en
gewichtsklasse van kinderen die
in aanmerking komen voor een
zitje met het
typegoedkeuringsmerk VN ECE
R129 worden weergegeven.
2. Controleren van de categorie van het
baby- of kinderzitje. Controleer het
typegoedkeuringsmerk van het baby-
of kinderzitje om te zien voor welke
van de onderstaande categorieën het
zitje geschikt is. Indien u twijfelt,
controleer dan de
gebruikershandleiding van het baby-
of kinderzitje of neem contact op met
de verkoper van het zitje.
• “universeel”
• “semi-universeel”
• “beperkt”
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
43
1
Veiligheid en beveiliging
Page 46 of 530

• “voertuigspecifiek”
*1VN ECE R44 en VN ECE R129 zijn
voorschriften van de VN voor baby- en
kinderzitjes.
*2De in de tabel genoemde baby- en
kinderzitjes zijn mogelijk niet verkrijgbaar
buiten de EU.
*3Het weergegeven keurmerk kan per
product verschillend zijn.
Geschiktheid van elke zitpositie bij een
baby- of kinderzitje
Auto's met linkse besturingAuto's met rechtse besturing
Uitschakelen van voorpas-
sagiersairbag.
Inschakelen van voorpassa-
giersairbag. Gebruik nooit
een tegen de rijrichting in
geplaatst baby- of kinder-
zitje op de voorpassagiers-
stoel als de aan/uit-
schakelaar voor de airbag in
stand ON staat.
Geschikt voor een “univer-
seel” baby- of kinderzitje
vastgezet met een veilig-
heidsgordel.
Geschikt voor een in de rij-
richting geplaatst “univer-
seel” baby- of kinderzitje
vastgezet met een veilig-
heidsgordel.
Geschikt voor een baby- of
kinderzitje dat is vermeld in
de informatie m.b.t. aanbe-
volen baby- en kinderzitjes
(→blz. 47).
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
44
Page 47 of 530

Geschikt voor i-Size- en
ISOfix-baby- of kinderzitjes.
Met een bevestigingspunt
voor de bovenste gordel.
*1Schuif de voorstoel helemaal naar
achteren. Als de hoogte van de
passagiersstoel kan worden versteld, dan
moet deze in de hoogste positie staan.
*2Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop. Indien er bij het plaatsen van een
in de rijrichting geplaatst kinderzitje een
opening aanwezig is tussen het
kinderzitje en de rugleuning, stel de
rugleuning dan af totdat het zitje en de
rugleuning goed contact maken.
*3Verwijder indien mogelijk de
hoofdsteun indien deze de werking van
het baby- of kinderzitje hindert. Zet
anders de hoofdsteun in de hoogste
stand.
*4Zet de hoofdsteun in de laagste stand.
*5Niet geschikt voor baby- of kinderzitjes
met steunpoot.
Bij het vastzetten van sommige typen
baby- of kinderzitjes op de achterstoel
kunnen de veiligheidsgordels op de
plaatsen naast het zitje mogelijk niet
goed worden gebruikt en komen ze
mogelijk in aanraking met het zitje. Ook
kan de werking van de veiligheidsgordelnegatief worden beïnvloed. Draag uw
veiligheidsgordel goed aansluitend over
uw schouder en laag over uw heupen.
Wanneer dit niet het geval is of wanneer
hij in aanraking komt met het zitje, ga dan
ergens anders zitten. Het niet in acht
nemen van de voorzorgsmaatregelen kan
dodelijk of ernstig letsel tot gevolg
hebben.
• Verstel bij het plaatsen van een baby-
of kinderzitje op de achterstoelen de
voorstoel zodanig dat deze niet in
aanraking komt met het kind of het
baby- of kinderzitje.
• Indien bij het plaatsen van een
kinderzitje met steunvoet de
rugleuning in de weg zit wanneer u
het zitje op de steunvoet wilt
bevestigen, zet dan de rugleuning
naar achteren tot er voldoende ruimte
is.
• Als het schouderbevestigingspunt van
de veiligheidsgordel zich vóór de
gordelgeleider van het kinderzitje
bevindt, verplaatst u de zitting naar
voren.
• Indien bij het plaatsen van een
zitkussen het kind in het zitje erg
rechtop zit, zet u de rugleuning in een
comfortabelere stand. En als het
schouderbevestigingspunt van de
veiligheidsgordel zich vóór de
gordelgeleider van het kinderzitje
bevindt, verplaatst u de zitting naar
voren.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
45
1
Veiligheid en beveiliging
Page 48 of 530

Meer informatie over het plaatsen van baby- en kinderzitjes
Zitpositie
Stoelpositienummer
Aan/uit-schakelaar air-
bag
AAN UIT
Links Midden Rechts
Zitpositie geschikt
voor universeel zitje
vastgezet met gordel
(Ja/Nee)
*1
Ja
Alleen in de
rijrichtingJa Ja Ja*2Ja
Zitpositie i-Size
(Ja/Nee)Nee Nee Ja Nee Ja
Zitpositie geschikt
voor zijwaarts ge-
plaatst zitje
(L1/L2/Nee)Nee Nee Nee Nee Nee
Geschikte bevestiging
voor tegen de rijrich-
ting in geplaatst zitje
(R1/R2X/R2/R3/Nee)Nee Nee R1, R2X, R2 Nee R1, R2X, R2
Geschikte bevestiging
voor in de rijrichting
geplaatst zitje
(F2X/F2/F3/Nee)Nee Nee F2X, F2, F3 Nee F2X, F2, F3
Geschikte bevestiging
voor zitkussen
(B2/B3/Nee)Nee Nee B2, B3 Nee B2, B3
*1Alle universele categorieën (groep 0, 0+, I, II en III).
*2Niet geschikt voor baby- of kinderzitjes met steunpoot.
Toyota raadt gebruikers aan om gebruik te maken van zitpositie
en. ISOfix-baby- of
kinderzitjes worden onderverdeeld in verschillende “bevestigingen”. Het baby- of
kinderzitje kan worden gebruikt voor de zitposities voor de in de bovenstaande tabel
genoemde “bevestigingen”. Raadpleeg de onderstaande tabel voor het soort
“bevestiging”. Als uw baby- of kinderzitje geen soort “bevestiging” heeft (of wanneer u de
informatie niet in de onderstaande tabel kunt vinden), raadpleeg dan de “voertuiglijst”
van het baby- of kinderzitje voor informatie over de geschiktheid of informeer bij de
verkoper van uw kinderzitje.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
46
Page 49 of 530

Gewichts-
groepenGewicht kindGrootte-
klasseBevesti-
gingBeschrijving
0Minder dan
10 kgER1Tegen de rijrichting in geplaatst ba-
byzitje
F L1 Naar links gericht babyzitje (reiswieg)
G L2 Naar rechts gericht babyzitje (reiswieg)
0+Minder dan
13 kgCR3Tegen de rijrichting in geplaatst baby-
of kinderzitje, volledig formaat
DR2Tegen de rijrichting in geplaatst baby-
of kinderzitje, kleiner formaat
— R2XTegen de rijrichting in geplaatst baby-
of kinderzitje, kleiner formaat
ER1Tegen de rijrichting in geplaatst ba-
byzitje
I 9-18kgAF3In de rijrichting geplaatst baby- of kin-
derzitje, volledige hoogte
BF2In de rijrichting geplaatst baby- of kin-
derzitje, verlaagd
B1 F2XIn de rijrichting geplaatst baby- of kin-
derzitje, verlaagd
CR3Tegen de rijrichting in geplaatst baby-
of kinderzitje, volledig formaat
DR2Tegen de rijrichting in geplaatst baby-
of kinderzitje, kleiner formaat
II 15-25kg
— B2, B3 Zitkussen
III 22-36kg
Informatie aanbevolen baby- en kinderzitjes
Aanbevolen
baby- of kinder-
zitjeMaatPlaatsingsrich-
tingBevestiging
Vastgezet met
een onderste
bevestigings-
puntVastgezet met
een veiligheids-
gordel
MAXI COSI
PEARL 360 &
FAMILYFIX
360 BASE40 - 105 cm
Tegen de rijrich-
ting in
JaNiet van toepas-
sing Minder dan
17,5 kg
>15 maanden en
76 - 105 cm
In de rijrichting
geplaatst
Minder dan
17,5 kg
TOYOTA KIDFIX
i-SIZE
*100 - 150 cm
Alleen in de rij-
richtingJa Nee
15-36kg
*Geleid de veiligheidsgordel door de SecureGuard om hem vast te maken.
De in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes zijn mogelijk niet verkrijgbaar buiten de EU
en het Verenigd Koninkrijk.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
47
1
Veiligheid en beveiliging
Page 50 of 530

• Geleid bij gebruik van een kinderzitje
met SecureGuard het heupgedeelte
van de gordel door de SecureGuardAzoals aangegeven in de
afbeelding.
Plaatsingsmethode baby- of kinderzitje
Controleer aan de hand van de bij het baby-
of kinderzitje bijgesloten handleiding de
plaatsing van het zitje.
Plaatsingsmethode Bladzijde
Bevestiging met vei-
ligheidsgordel
Blz. 49
Bevestiging onderste
ISOfix-
bevestigingspunt
Blz. 50
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
48