TOYOTA RAV4 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2016, Model line: RAV4, Model: TOYOTA RAV4 2016Pages: 732, PDF Size: 41.98 MB
Page 341 of 732

3414-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)■
Weergave afstand
Sensoren die een obstakel signalere
n, branden continu of knippe-
ren.
Weergave sensorsignalering, afstand tot obstakel
Controle- lampje
*1Display*2Hulpdisplay
Globale afstand tot obstakel
Hoeksensor
voor/binnenste sensor voorHoeksensor
achter/binnen- ste sensor
achter
*1
(langzaam
knipperen)(continu)(langzaam
knipperen)
Middelste
sensor voor:
100 cm - 50 cmBinnenste
sensor achter:
150 cm - 60 cm
(knipperen)(continu)(knipperen)
50 cm - 40 cm
Hoeksensor
achter:
55 cm - 40 cm
Binnenste
sensor achter:
60 cm - 45 cm
(snel
knipperen)(continu)(snel knip- peren)
40 cm - 30 cm
Hoeksensor
achter:
40 cm - 30 cm
Binnenste
sensor achter:
45 cm - 35 cm
(continu)(knippe-
ren
*3 of
continu
*4)
(continu)
Minder dan
30 cm
Hoeksensor
achter:
Minder dan
30 cm
Binnenste
sensor achter:
Minder dan
35 cm
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 341 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
Page 342 of 732

3424-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)
*1: Type met 4 sensoren
*2: De afbeeldingen wijken mogelijk af van de getoonde afbeeldingen.(→ Blz. 339)
*3: Multi-informatiedisplay
*4: Scherm navigatiesysteem of multimediasysteem
■
Werking zoemer en afstand tot een obstakel
Een zoemer klinkt als de sensoren in werking zijn.
● De geluidssignalen volgen elkaar sneller op naarmate de auto
dichter bij het obstakel komt.
Als de auto het obstakel genaderd is tot onderstaande afstanden,
klinkt er een continu geluidssignaal.
• Hoeksensoren voor: ongeveer 30 cm
• Binnenste sensoren voor: ongeveer 30 cm
• Hoeksensoren achter: ongeveer 30 cm
• Binnenste sensoren achter: ongeveer 35 cm
● Als er gelijktijdig 2 of meer obstakels worden gesignaleerd, rea-
geert het zoemersysteem op het dichtstbijzijnde obstakel. Als
een of beide obstakels dichter bij de auto komen dan hierboven
vermeld staat, klinkt er een l angdurig piepsignaal, gevolgd door
elkaar snel opvol gende piepsignalen.
Ongeveer 100 cm
Ongeveer 150 cm
Ongeveer 55 cm
Ongeveer 50 cm
Het schema toont het detectiebe-
reik van de sensoren. Houd er
rekening mee dat de sensoren
obstakels die zich extreem dicht bij
de auto bevinden, mogelijk niet
kunnen signaleren.
Het bereik van de sensoren kan
verschillend zijn, afhankelijk van
bijvoorbeeld de vorm van het
object.
*: Indien aanwezig
Detectiebereik sensoren
1
2
3
4
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 342 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
Page 343 of 732

3434-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)
U kunt het volume van de zoemer en de instellingen van het scherm
wijzigen.
Druk op de toets SETUP.
Kies “Vehicle” (Auto) op het scherm.
Selecteer “TOYOTA Parking Assist Settings” (instellingen Toyota
Parking Assist-systeem) op het scherm.
Kies het gewenste onderwerp.
● Het geluidsvolume van de zoemer kan worden gewijzigd.
● De weergave van de Toyota Parkin g Assist-sensor kan aan en uit
worden gezet.
● De weergave van beeld en geluid voor de sensoren voor en mid-
den achter kan worden ingesteld.
■De Toyota Parking Assist-sensor kan worden gebruikt als
●Hoeksensoren voor:
• Het contact AAN staat.
• De selectiehendel in een andere stand dan P staat.
• De rijsnelheid lager is dan ongeveer 10 km/h.
● Binnenste sensoren voor:
• Het contact AAN staat.
• De selectiehendel in een andere stand dan P of R staat.
• de rijsnelheid lager is dan ongeveer 10 km/h.
● Hoeksensoren en binnenste sensoren achter:
• Het contact AAN staat.
• De selectiehendel in stand R staat.
■ Weergave Toyota Parking Assist-sensor
Wanneer er een obstakel wordt gesignaleerd als de Toyota Parking Assist-
monitor in werking is, verschijnt er een waarschuwingsindicator rechts of links
boven in het scherm, zelfs als de weergave is uitgeschakeld.
Instellen van de Toyota Parking Assist-sensor (auto's met navi-
gatiesysteem of multimediasysteem)
1
2
3
4
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 343 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
Page 344 of 732

3444-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)■
Detectie-informatie sensoren
●Het detectiegebied van de sensoren is beperkt tot het gebied rond de bum-
per van de auto.
● De staat van de auto en de omgeving kunnen van invloed zijn op de capaci-
teit van de sensor om een obstakel correct te signaleren. Specifieke situa-
ties waarin dit voor kan komen ziet u hieronder.
• Er zit vuil, sneeuw of ijs op de sensor. (Het reinigen van de sensoren zal
het probleem oplossen.)
• Wanneer de sensor bevroren is. (Het ontdooien van de sensor zal het
probleem oplossen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het gebeuren dat er ten gevolge
van een bevroren sensor een abnormaal beeld te zien is op het display of
dat obstakels niet worden gesignaleerd.
• De sensor is op een of andere manier afgedekt.
• De auto helt sterk over naar één zijde.
• De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg, op een helling, op grind of op gras.
• Er is veel omgevingslawaai rond de auto van claxons, motorfietsmotoren, luchtremmen van vrachtwagens of andere geluidsbronnen die ultrasone
geluidsgolven produceren.
• Er is een andere auto uitgerust met Parking Assist-sensoren in de nabije omgeving.
• De sensor is bedekt met een laklaag of een overvloedige hoeveelheid
regenwater.
• De auto is uitgerust met een staafantenne of een draadloze antenne.
• Er zijn sleepogen geplaatst.
• Als de bumper of sensor een sterke schok ondergaat.
• De auto nadert een hoge of gebogen stoeprand.
• In fel zonlicht of zeer koud weer.
• Objecten direct onder de bumper worden niet gesignaleerd.
• Als het obstakel zich te dicht bij de sensor bevindt.
• Er zijn niet-originele Toyota-onderdelen voor de wielophanging (verla-
gingsset, enz.) gemonteerd.
• Mogelijk worden mensen die bepaalde soorten kleding dragen niet gesig- naleerd.
Naast bovenstaande voorbeelden zijn er situaties waarin verkeersborden
en andere objecten vanwege hun vorm door de sensor dichterbij worden
gezien dan ze in werkelijkheid zijn.
● De vorm van een obstakel kan ervoor zorgen dat een sensor het obstakel
niet signaleert. Let goed op bij de volgende obstakels:
• Kabels, hekken, touwen, enz.
• Katoen, sneeuw en andere materialen die geluidsgolven absorberen
• Zeer hoekige objecten
• Lage obstakels
• Hoge obstakels waarbij het bovenste deel uitsteekt in de richting van uw
auto
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 344 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
Page 345 of 732

3454-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)●
Tijdens het gebruik kunnen zich de volgende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het obstakel en andere factoren kan de
detectieafstand korter worden of kan detectie onmogelijk zijn.
• Mogelijk worden obstakels niet gesignaleerd als deze zich te dicht bij de
sensor bevinden.
• Tussen het signaleren van een object en de weergave zit een kleine ver- traging. Ook als er met lage snelheid wordt gereden, bestaat de mogelijk-
heid dat het obstakel binnen het detectiegebied van de sensoren komt
voordat het controlelampje gaat branden en het waarschuwingssignaal
hoorbaar is.
• Smalle paaltjes of objecten die lager zijn dan de sensor worden mogelijk niet gesignaleerd wanneer u ze nadert, zelfs als ze eenmaal zijn gesigna-
leerd.
• Het kan moeilijk zijn om de geluidssignalen te horen als de audio-installa- tie hard staat of als de luchtcirculatie van de airconditioning veel geluid
produceert.
■ Wanneer een storing in het systeem optreedt
Type met 4 sensoren
● Als het controlelampje auto blijft branden terwijl de controlelampjes van de
hoek achter en het midden achter knipperen en de storingspieptoon gedu-
rende ongeveer 7 seconden klinkt, laat de auto dan nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Reinig de sensoren met een zachte doek als het controlelampje auto en de
controlelampjes van de hoek achter en het midden achter knipperen en de
storingspieptoon gedurende ongeveer 7 seconden klinkt.
Type met 8 sensoren
Er wordt een melding weergegeven op het multi-informatiedisplay: →Blz. 601
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instelling van het geluidsvolume van de zoemer kan worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
→Blz. 705)
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van de Toyota Parking Assist-sensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kan een ongeval het gevolg zijn.
● Rijd als het systeem is ingeschakeld niet harder dan 10 km/h.
● Het detectiegebied van de sensoren en de reactietijden zijn beperkt. Con-
troleer tijdens rijden of de omgeving (vooral naast de auto) veilig is en rijd
langzaam. Regel de snelheid met het rempedaal.
● Monteer geen accessoires binnen de detectiegebieden van de sensoren.
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 345 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
Page 346 of 732

3464-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)
OPMERKING
■Bij gebruik van de Toyota Parking Assist-sensor
In de volgende gevallen werkt het systeem mogelijk niet goed als gevolg
van een storing in een sensor, enz. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
● Als het gedeelte rond de sensor in aanraking komt met iets of wordt bloot-
gesteld aan een krachtige schok.
● Als de bumper ergens tegenaan komt.
Type met 4 sensoren
● De controlelampjes voor de hoeken achter en midden achter knipperen en
er klinkt een pieptoon terwijl er geen obstakel is gesignaleerd.
● Als de controlelampjes voor de hoeken achter en midden achter continu
branden en er geen piepsignaal klinkt.
● Controleer eerst de sensor als er een signaleringsfout optreedt.
Als de fout zich voordoet terwijl er geen ijs, sneeuw of modder op de sen-
sor zit, is de sensor waarschijnlijk defect.
Type met 8 sensoren
● Het display van de Toyota Parking Assist-sensor knippert en er klinkt een
piepsignaal terwijl er geen obstakel is gesignaleerd.
● Als het display continu te zien is en er geen piepsignaal klinkt.
● Controleer eerst de sensor als er een weergavefout optreedt.
Als de fout zich voordoet terwijl er geen ijs, sneeuw of modder op de sen-
sor zit, is de sensor waarschijnlijk defect.
■ Opmerkingen bij het wassen van de auto
Stel de omgeving van de sensoren niet bloot aan sterke waterstralen of
stoom.
De sensor kan hierdoor defect raken.
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 346 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
Page 347 of 732

347
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)
Schakelaar permanente vierwiel-
aandrijving (AWD-uitvoeringen)
Druk op de schakelaar.
Het motorkoppel wordt, afhankelijk
van de rijomstandigheden, zo veel
mogelijk verdeeld over de achter-
wielen.
Door nogmaals op de schakelaar
te drukken wordt de modus perma-
nente vierwielaandrijving uitge-
schakeld en keert het AWD-
systeem met dynamische koppel-
regeling terug naar de normale
modus. (→Blz. 374)
■De stand permanente vierwielaandr ijving kan worden gebruikt als
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
■ Modus permanente vierwielaandrijving
●De modus permanente vierwielaandrijving wordt uitgeschakeld als het rem-
pedaal wordt ingetrapt om ervoor te zorgen dat het ABS en de VSC correct
werken.
● De modus permanente vierwielaandrijving wordt uitgeschakeld als de rij-
snelheid hoger wordt dan 40 km/h.
De stand permanente vierwielaandrijving kan worden gebruikt
als er veel aandrijfkr acht nodig is op alle wielen, bijvoorbeeld als
de auto vast komt te zitten in de modder en u hem vrij moet krij-
gen.
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 347 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
Page 348 of 732

3484-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)
Stop & Start-systeem∗
■Uitzetten van de motor
Auto's met Multidrive CVT
Trap terwijl u met de selectie-
hendel in stand D of M rijdt het
rempedaal in en breng de auto
tot stilstand.
Auto's met handgescha-
kelde transmissie
Trap het rempedaal in terwijl
het koppelingspedaal geheel
ingetrapt is en breng de auto tot
stilstand. Zet de selectiehendel
in stand N en laat het koppe-
lingspedaal los.
Het controlelampje van het Stop & Start-systeem gaat branden.
■
Opnieuw starten van de motor
Auto's met Multidrive CVT
Laat het rempedaal los.
Het controlelampje van het Stop & Start-systeem dooft.
Auto's met handgeschakelde transmissie
Controleer of de selectiehendel in stand N staat en trap het koppe-
lingspedaal in.
Het controlelampje van het Stop & Start-systeem dooft. (In dit geval
wordt de motor niet uitgezet als het koppelingspedaal wordt losgelaten.)
∗: Indien aanwezig
Het Stop & Start-systeem schakelt de motor uit en start deze
weer overeenkomstig de bedien ing van het rempedaal (auto's
met Multidrive CVT) of het ko ppelingspedaal (auto's met hand-
geschakelde transmissie) om de auto tot stilstand te brengen en
weer te starten.
Werking Stop & Start-systeem
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 348 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
Page 349 of 732

3494-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)
Druk op de uitschakeltoets van
het Stop & Start-systeem om het
Stop & Start-systeem uit te scha-
kelen.Auto's met Multidrive CVT
Auto's met handgeschakelde
transmissie
Het controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem gaat bran-
den.
Als nogmaals op de toets wordt gedrukt, wordt het Stop & Start-systeem
weer ingeschakeld en gaat het controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-
systeem uit.
■
Automatisch opnieuw inschakelen van het Stop & Start-sys-
teem
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Zelfs als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld met de uitscha-
keltoets van het Stop & Start-systeem, zal het systeem automatisch
weer worden ingeschakeld als de motor weer wordt gestart nadat
het contact UIT is gezet.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Zelfs als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld met de uitscha-
keltoets van het Stop & Start-systeem, zal het systeem automatisch
weer worden ingeschakeld als de motor weer wordt gestart nadat
het contact UIT is gezet.
Uitschakelen van het Stop & Start-systeem
1
2
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 349 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
Page 350 of 732

3504-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)■
Als op de uitschakeltoets van
het Stop & Start-systeem wordt
gedrukt terwijl de auto stilstaat
● Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem, kunt u de
motor weer starten door op de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem te drukken. Vanaf de volgende keer dat de auto tot
stilstand wordt gebracht (nadat het Stop & Start-systeem is uitge-
schakeld), zal de motor niet worden uitgezet.
● Als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld en op de uitscha-
keltoets van het Stop & Start-systeem wordt gedrukt, wordt het
systeem weer ingeschakeld, maar zal de motor blijven draaien.
Vanaf de volgende keer dat de auto tot stilstand wordt gebracht
(nadat het Stop & Start-systeem is ingeschakeld), zal de motor
worden uitgezet.
Als de motor wordt uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem wan-
neer de auto op een helling rijdt, worden de remmen nog enige tijd
bekrachtigd om te voorkomen dat de auto achteruitrolt voordat de
motor weer wordt gestart en er aandrijfkracht wordt gegenereerd. Als
er aandrijfkracht wordt gegenereerd, wordt de vastgehouden rem-
kracht automatisch uitgeschakeld.
● Deze functie werkt zowel op vlakke oppervlakken als op steile hel-
lingen.
● De remmen kunnen geluid maken, maar dit duidt niet op een sto-
ring.
● De reactie van het re mpedaal kan veranderen en er kunnen trillin-
gen aanwezig zijn, maar dit duidt niet op een storing.
Hill Start Assist Control (auto's met Multidrive CVT)
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 350 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM