TOYOTA RAV4 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: RAV4, Model: TOYOTA RAV4 2022Pages: 602, PDF Size: 173.22 MB
Page 151 of 602

Wijzigen van de modus
Bedien de hendel om te schakelen tussen
de modus voor de digitale spiegel en de
modus voor de optische spiegel.
1. Modus digitale spiegel
Geeft een beeld weer van het gebied
achter de auto.
gaat branden in deze modus.
2. Modus optische spiegel
Hiermee wordt het display van de
digitale binnenspiegel uitgeschakeld,
waardoor de spiegel kan worden
gebruikt als optische spiegel.
Werkingsvoorwaarde modus digitale
spiegel
Het contact wordt AAN gezet.
Wanneer het contact van AAN naar UIT of
in stand ACC wordt gezet, verdwijnt het
beeld na enkele seconden.
Bij gebruik van de digitale
binnenspiegel in de modus digitale
spiegel
• Als het weergegeven beeld moeilijk te
zien is doordat licht reflecteert op de
digitale binnenspiegel, de camera vuil
is of doordat u last hebt van de lichten
van een achterligger of het
weergegeven beeld, schakel dan over
naar de modus optische spiegel.
• Als de achterklep is geopend, wordt
het beeld van de digitale
binnenspiegel mogelijk niet goed
weergegeven. Controleer voor het
rijden of de achterklep is gesloten.• Als het display moeilijk te zien is door
gereflecteerd licht, sluit dan het
elektrisch bedienbare zonnescherm
van het panoramadak (indien
aanwezig).
• De volgende verschijnselen kunnen
zich voordoen bij het rijden in het
donker, zoals 's nachts. Geen van deze
verschijnselen duidt op een storing.
– De kleuren van de objecten in het
weergegeven beeld verschillen
mogelijk van de daadwerkelijke
kleuren.
– Afhankelijk van de hoogte van de
lichten van de achterligger, wordt
het gebied rondom de auto wit en
wazig weergegeven.
– Automatische aanpassing van het
beeld voor een helder
omgevingsbeeld kan flikkeringen
veroorzaken.
Als het weergegeven beeld moeilijk
te zien is of als u last hebt van
flikkeringen, schakel dan over naar
de modus optische spiegel.
• De digitale binnenspiegel wordt
mogelijk heet wanneer de modus
digitale spiegel is ingeschakeld. Dit
wijst niet op een storing.
• Afhankelijk van uw fysieke conditie of
leeftijd duurt het mogelijk langer dan
gebruikelijk om op het weergegeven
beeld te focussen. Schakel in dit geval
over naar de modus optische spiegel.
• Laat passagiers tijdens het rijden niet
naar het weergegeven beeld staren,
omdat ze anders wagenziek kunnen
worden.
Wanneer een storing in het systeem
optreedt
Als het in de afbeelding weergegeven
symbool wordt weergegeven bij het
gebruik van de digitale binnenspiegel in
de modus digitale spiegel, is er mogelijk
een storing in het systeem aanwezig.
Het symbool verdwijnt na een paar
seconden. Bedien de hendel, schakel
over naar de modus optische spiegel en
laat de auto nakijken door een erkende
3.4 Verstellen van het stuurwiel en de buitenspiegels
149
3
Voordat u gaat rijden
Page 152 of 602

Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Afstellen van de spiegel
Afstellen van de hoogte van de spiegel
De hoogte van de binnenspiegel kan
worden afgestemd op uw houding achter
het stuur.
Schakel de modus optische spiegel in en
stel de hoogte van de binnenspiegel af
door de spiegel omhoog of omlaag te
bewegen.
Display-instellingen (modus digitale
spiegel)
De instellingen van het display in de
modus digitale spiegel, het
aan-/uitzetten van de automatische
antiverblindingsstand, enz. kunnen
worden gewijzigd.
1. Druk op de menutoets.
De iconen worden weergegeven.2. Druk herhaaldelijk op de menutoets
en selecteer het item dat u wilt
instellen.
3. Druk op
ofom de
instelling te wijzigen.
De iconen verdwijnen als gedurende
ten minste 5 seconden geen toets
wordt bediend.
Iconen Instellingen
Hiermee kunt u de helderheid
van het display afstellen.
Hiermee kunt u het weerge-
geven gebied omhoog/omlaag
verplaatsen.
Hiermee kunt u het weerge-
geven gebied naar links/
rechts verplaatsen.
Hiermee kunt u de hoek van
het weergegeven beeld afstel-
len.
Hiermee kunt u op de weerge-
geven afbeelding inzoomen/
uitzoomen.
Hiermee kunt u de automati-
sche antiverblindingsstand
in-/uitschakelen.
*
De hoeveelheid gereflecteerd
licht wordt automatisch aan-
gepast op basis van de helder-
heid van de koplampen van
achteropkomend verkeer.
De automatische antiverblin-
dingsstand wordt iedere keer
wanneer het contact AAN
wordt gezet ingeschakeld.
3.4 Verstellen van het stuurwiel en de buitenspiegels
150
Page 153 of 602

*Dit is een functie voor de modus
optische spiegel. De instelling kan echter
ook worden gewijzigd terwijl de modus
digitale spiegel in gebruik is.
In-/uitschakelen van de automatische
antiverblindingsstand (modus optische
spiegel)
De automatische antiverblindingsstand
in de modus optische spiegel kan worden
in-/uitgeschakeld. De instelling kan
worden gewijzigd in zowel de modus
digitale spiegel als de modus optische
spiegel.
Bij gebruik van de modus digitale spiegel
→Blz. 150
Bij gebruik van de modus optische spiegel
1. Druk op de menutoets.
De iconen worden weergegeven.
2. Druk op
ofom de
automatische antiverblindingsstand
in te schakelen (ON)/uit te schakelen
(OFF).
De iconen verdwijnen als gedurende
ten minste 5 seconden geen toets
wordt bediend.
Instellen van het display (modus
digitale spiegel)
• Als het weergegeven beeld is
ingesteld, lijkt het mogelijk vervormd.
Dit wijst niet op een storing.
• Als de helderheid van de digitale
binnenspiegel te hoog is ingesteld,
kunnen uw ogen vermoeid raken. Stel
de digitale binnenspiegel in op eengeschikte helderheid. Als uw ogen
vermoeid raken, schakel dan over naar
de modus optische spiegel.
• De helderheid van de digitale
binnenspiegel wordt automatisch
aangepast overeenkomstig de
helderheid van het gebied voor uw
auto.
Voorkomen van storingen in de
lichtsensoren
Raak de lichtsensoren niet aan en bedek
ze niet, om te voorkomen dat er
storingen in ontstaan.
WAARSCHUWING!
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
Tijdens het rijden
• Verstel de digitale binnenspiegel
niet tijdens het rijden en pas ook de
display-instellingen niet aan. Breng
de auto tot stilstand en bedien de
bedieningstoetsen van de digitale
binnenspiegel. Als u dat niet doet,
kunt u een stuurfout maken,
waardoor een ongeval kan ontstaan.
• Let altijd op de omgeving van de
auto.
Het formaat van de voertuigen en
andere objecten lijkt mogelijk anders in
de modus digitale spiegel en de modus
optische spiegel. Let bij het
achteruitrijden rechtstreeks op de
3.4 Verstellen van het stuurwiel en de buitenspiegels
151
3
Voordat u gaat rijden
Page 154 of 602

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
veiligheid van het gebied rondom de
auto, met name achter de auto.
Bovendien lijkt de omgeving mogelijk
schemerig wanneer een voertuig in het
donker, zoals 's nachts, van achteren
nadert.
Oorzaken van brand voorkomen
Als de bestuurder de digitale
binnenspiegel blijft gebruiken terwijl er
rook of een brandlucht uit de spiegel
komt, kan dit brand tot gevolg hebben.
Stop onmiddellijk met het gebruik van
het systeem en neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Schoonmaken van de digitale
binnenspiegel
Schoonmaken van het spiegeloppervlak
Als het spiegeloppervlak vuil is, is het
beeld op het display mogelijk moeilijk te
zien. Reinig het spiegeloppervlak
voorzichtig met een zachte, droge doek.
Schoonmaken van de camera
Als de cameralens vuil is, is het
weergegeven beeld mogelijk niet helder.
Reinig in dat geval de lens met een
zachte, vochtige doek of een
wattenstaafje.
De camera
De camera van de digitale binnenspiegel
bevindt zich op de in de afbeelding
aangegeven plaats.De koelventilator
De digitale binnenspiegel is voorzien van
een koelventilator. Tijdens het gebruik
van het systeem kunnen geluiden
hoorbaar zijn die afkomstig zijn van de
koelventilator.
OPMERKING
Voorkomen van storingen in de
digitale binnenspiegel
• Gebruik geen reinigingsmiddelen,
zoals thinner, wasbenzine of alcohol
om de spiegel te reinigen. Deze
kunnen ervoor zorgen dat het
spiegeloppervlak verkleurt, veroudert
of beschadigd raakt.
• Rook niet en gebruik geen lucifers,
aanstekers en open vuur in de buurt
van de spiegel. Anders kan schade aan
de spiegel of brand het gevolg zijn.
• Verwijder, demonteer of wijzig de
spiegel niet.
Voorkomen van storingen in de
camera
• Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht, anders
werkt de digitale binnenspiegel
mogelijk niet goed.
– Sla niet tegen de camera en
onderwerp deze niet aan hevige
schokken, omdat dit de
montagepositie en de hoek van de
camera kan veranderen.
– Verwijder, demonteer of wijzig de
camera niet.
3.4 Verstellen van het stuurwiel en de buitenspiegels
152
Page 155 of 602

OPMERKING(Vervolgd)
– Zorg ervoor dat er geen organische
oplosmiddelen, autowas,
ruitenreiniger en ruitencoating op
de lens terechtkomen. Verwijder
dergelijke stoffen zo snel mogelijk
als dit gebeurt.
– Maak de cameralens schoon met
een vochtige zachte doek. Wrijf niet
te hard over de cameralens, anders
kunnen er krassen op komen en kan
er geen helder beeld meer worden
weergegeven.
– Wanneer u een gekleurde folie
(inclusief doorzichtige folie) op de
achterruit aanbrengt, doe dit dan
niet op het gebied voor de camera.
Als er folie wordt aangebracht op
het gebied voor de camera, wordt
het beeld van de camera mogelijk
niet goed weergegeven.
OPMERKING(Vervolgd)
• Stel de camera niet bloot aan een
krachtige schok, omdat anders een
storing kan optreden. Laat, als dit
gebeurt, de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Voorkom dat de ventilatieopeningen
in de spiegel geblokkeerd raken.
Anders kan de spiegel heet worden,
wat tot een storing of brand kan
leiden.
3.4 Verstellen van het stuurwiel en de buitenspiegels
153
3
Voordat u gaat rijden
Page 156 of 602

Als u bepaalde verschijnselen opmerkt
Als u een van de volgende verschijnselen opmerkt, raadpleeg dan de onderstaande tabel
voor de mogelijke oorzaak en de oplossing.
Is het symptoom door de oplossing nog niet verdwenen, laat dan de auto controleren door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Symptoom Waarschijnlijke oorzaak Oplossing
Het beeld is niet goed
te zien.Het spiegeloppervlak is vuil.Reinig het spiegeloppervlak
voorzichtig met een zachte,
droge doek.
Zonlicht of koplampen van an-
dere auto's schijnt/schijnen
rechtstreeks op de digitale bin-
nenspiegel.Schakel over naar de modus opti-
sche spiegel. (Als het licht door
het panoramadak [indien aanwe-
zig] komt, sluit dan het elektrisch
bedienbare zonnescherm.)
■De auto bevindt zich in een
donkere omgeving.
■Er wordt gereden in de buurt
van een televisiezendmast,
radiozender,
elektriciteitscentrale of
andere locatie waar sterke
radiogolven of
elektromagnetische velden
aanwezig zijn
■De temperatuur rond de
camera is extreem hoog/laag.
■De omgevingstemperatuur is
extreem laag.
■Het regent of is vochtig.
■Zonlicht of koplampen van
andere auto's schijnt/schijnen
rechtstreeks in de
cameralens.
■De auto bevindt zich onder
fluorescerende lampen,
natriumlampen, kwiklampen,
enz.
■Uitlaatgassen hinderen de
camera.Schakel over naar de modus opti-
sche spiegel. (Schakel terug naar
de modus digitale spiegel wan-
neer de omstandigheden zijn ver-
beterd.)
Er zitten verontreinigingen zoals
waterdruppels of stof op de ca-
meralens.Maak de cameralens schoon met
een vochtige zachte doek.
3.4 Verstellen van het stuurwiel en de buitenspiegels
154
Page 157 of 602

Symptoom Waarschijnlijke oorzaak Oplossing
Het beeld is niet goed
te zien.De bagage in de bagageruimte
reflecteert in de achterruit, waar-
door de camera wordt gehinderd.■Schakel over naar de modus
optische spiegel.
■Verplaats de bagage naar een
plek waar deze de camera niet
hindert of leg een zwarte
doek over de bagage om de
reflectie in de achterruit te
beperken.
De achterruit is beslagen.Schakel over naar de modus opti-
sche spiegel. Gebruik na het ont-
wasemen van de achterruit met
behulp van de achterruitverwar-
ming (→blz. 305) de modus digi-
tale spiegel weer.
De buitenzijde van de achterruit
is vuil.Gebruik de achterruitenwisser
om het vuil te verwijderen.
De binnenzijde van de achterruit
is vuil.Veeg de binnenzijde van de ach-
terruit schoon met een vochtige,
zachte doek.
Het beeld is niet recht.De achterklep is niet geheel ge-
sloten.Sluit de achterklep volledig.
De camera of de omgeving ervan
is aan een krachtige schok bloot-
gesteld.Schakel over naar de modus opti-
sche spiegel en laat de auto na-
kijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Het display is scheme-
rig en
wordt
weergegeven.Er is mogelijk een storing in het
systeem aanwezig.Schakel over naar de modus opti-
sche spiegel en laat de auto na-
kijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
dooft.
wordt
weergege-
ven.De digitale binnenspiegel is ex-
treem warm. (Het display wordt
geleidelijk aan schemeriger. Als
de temperatuur blijft stijgen,
wordt de digitale binnenspiegel
uitgeschakeld.)Het wordt aangeraden om de
temperatuur in het interieur te
verlagen om de temperatuur van
de spiegel terug te brengen.
(
verdwijnt wanneer de spie-
gel afkoelt.)
Als
niet verdwijnt, ook al is
de spiegel afgekoeld, laat dan de
auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
3.4 Verstellen van het stuurwiel en de buitenspiegels
155
3
Voordat u gaat rijden
Page 158 of 602

Symptoom Waarschijnlijke oorzaak Oplossing
De hendel kan niet
goed worden bediend.De hendel is mogelijk defect.Schakel over naar de modus opti-
sche spiegel en laat de auto na-
kijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskun-
dige. (Houd de menutoets gedu-
rende ongeveer 10 seconden
ingedrukt om naar de modus op-
tische spiegel over te schakelen.)
3.4.4 Buitenspiegels
De positie van de binnenspiegel kan
worden afgesteld zodat de bestuurder
voldoende zicht naar achteren heeft.
Ontwasemen van de spiegels
De buitenspiegels kunnen worden
ontwasemd met de spiegelverwarming.
Door de achterruitverwarming in te
schakelen wordt de
buitenspiegelverwarming ingeschakeld.
(→Blz. 305)
WAARSCHUWING!
Belangrijke punten tijdens het rijden
Neem tijdens het rijden de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat
niet doet, kunt u de macht over het
stuur verliezen en een ongeval
veroorzaken, met mogelijk dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg.
• Verstel de spiegels niet tijdens het
rijden.
• Rijd niet met de auto als de spiegels
zijn ingeklapt.
• Beide buitenspiegels dienen in de
normale stand te staan en goed te
zijn ingesteld alvorens met de auto
wordt gereden.
Als de spiegelverwarming is
ingeschakeld
Raak het oppervlak van de spiegels niet
aan, omdat dit heet kan worden en
brandwonden kan veroorzaken.Procedure voor het verstellen
1. Druk op de schakelaar om de
buitenspiegel te selecteren die moet
worden versteld.ALinks
BRechts
2. Verstel de buitenspiegel met de
schakelaar.
AOmhoog
BRechts
COmlaag
DLinks
3.4 Verstellen van het stuurwiel en de buitenspiegels
156
Page 159 of 602

De spiegelhoek kan worden versteld
wanneer
Het contact in stand ACC of AAN staat.
Inklappen van de buitenspiegels
1. Inklappen van de spiegels
2. Uitklappen van de spiegels
Auto's met automatische stand: Als de
schakelaar van de inklapbare
buitenspiegels in de middenstand
staat, wordt de automatische stand
ingeschakeld. De automatische stand
maakt het mogelijk om het inklappen
of uitklappen van de spiegels te
koppelen aan het vergrendelen/
ontgrendelen van de portieren.
Gebruik van de automatische stand bij
koud weer (auto's met automatische
stand)
Wanneer de automatische stand wordt
gebruikt bij koud weer, kan de
buitenspiegel bevriezen en wordt de
spiegel mogelijk niet automatisch in- en
uitgeklapt. Verwijder in dit geval sneeuw
en ijs van de spiegel en bedien de spiegel
vervolgens met de handmatige modus of
beweeg de spiegel met de hand.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
(auto's met automatische stand)
Het automatisch in- en uitklappen van de
buitenspiegels kan worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen:
→blz. 451)WAARSCHUWING!
Wanneer een spiegel wordt versteld
Zorg ervoor dat uw hand niet bekneld
raakt tussen de bewegende spiegel en
het spiegelhuis om letsel en storingen
te voorkomen.
3.5 Openen en sluiten van
de ruiten en het schuifdak
3.5.1 Elektrisch bedienbare
ruiten
Openen en sluiten van de elektrisch
bedienbare ruiten
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen
worden geopend en gesloten met behulp
van de schakelaars.
Door de schakelaar te bedienen bewegen
de zijruiten als volgt:
1. Sluiten
2. One-touch sluiten
*
3. Openen
4. One-touch openen*
*
De zijruit stopt in een tussenstand door
de schakelaar in de andere richting te
bewegen.
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen
bediend worden als
Het contact staat AAN.
3.4 Verstellen van het stuurwiel en de buitenspiegels
157
3
Voordat u gaat rijden
Page 160 of 602

Bedienen van de elektrisch bedienbare
ruiten nadat het hybridesysteem is
uitgeschakeld
Ook nadat het contact in stand ACC of UIT
is gezet, kunnen de elektrisch bedienbare
ruiten nog gedurende ongeveer
45 seconden worden bediend. Ze kunnen
echter niet meer worden bediend zodra
een van de voorportieren is geopend.
Klembeveiliging
Als tijdens het sluiten van de zijruit een
object bekneld raakt tussen de zijruit en
het ruitframe, stopt de beweging van de
zijruit en wordt hij weer iets geopend.
Knelbeveiligingsfunctie
Als tijdens het openen van de zijruit een
object bekneld raakt tussen het portier
en de zijruit, stopt de beweging van de
zijruit.
Als de elektrisch bedienbare ruit niet
kan worden geopend of gesloten
Wanneer de klembeveiliging of de
knelbeveiliging niet goed werkt en de
zijruit niet kan worden geopend of
gesloten, voer dan de onderstaande
handelingen uit met de schakelaar van de
ruitbediening van dat portier.
• Breng de auto tot stilstand. Zorg
ervoor dat het contact AAN staat en
bedien de schakelaar van de
ruitbediening continu in de one-touch
sluitpositie of de one-touch
openpositie binnen 4 seconden nadat
de klembeveiliging of knelbeveiliging
werd geactiveerd, zodat de zijruit kan
worden geopend en gesloten.
• Als de zijruit ook na het uitvoeren van
bovenstaande handelingen niet kan
worden geopend of gesloten, voer dan
de onderstaande procedure uit voor
initialisatie van de functie.
1. Zet het contact AAN.
2. Houd de schakelaar voor de
ruitbediening omhoog getrokken in
de one-touch sluitpositie en sluit de
zijruit volledig.3. Laat de schakelaar voor de
ruitbediening even los en houd
vervolgens de schakelaar gedurende
ten minste ongeveer 6 seconden in de
one-touch sluitpositie.
4. Houd de schakelaar van de
ruitbediening ingedrukt in de
one-touch openpositie. Blijf de
schakelaar, nadat de zijruit volledig is
geopend, nog eens ten minste
1 seconde in die positie vasthouden.
5. Laat de schakelaar voor de
ruitbediening even los en houd
vervolgens de schakelaar gedurende
ten minste ongeveer 4 seconden in de
one-touch openpositie.
6. Houd de schakelaar voor de
ruitbediening nogmaals omhoog
getrokken in de one-touch
sluitpositie. Blijf de schakelaar, nadat
de zijruit volledig is gesloten, nog
eens ten minste 1 seconde in die
positie vasthouden.
Herhaal de procedure vanaf het begin als
u de schakelaar hebt losgelaten terwijl de
zijruit nog in beweging was. Als de zijruit
in de tegengestelde richting beweegt en
niet volledig kan worden gesloten of
geopend, laat dan de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Aan portierslot gekoppelde werking
elektrisch bedienbare ruiten
• De elektrisch bedienbare ruiten
kunnen worden geopend en gesloten
met behulp van de mechanische
sleutel.
*(→Blz. 424)
• De elektrisch bedienbare ruiten
kunnen worden geopend en gesloten
met behulp van de
afstandsbediening.
*(→Blz. 115)
• Auto's met een alarm: Het alarm kan
worden geactiveerd als het alarm is
ingeschakeld en een elektrisch
bedienbare ruit wordt gesloten met de
3.5 Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
158