TOYOTA RAV4 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: RAV4, Model: TOYOTA RAV4 2022Pages: 602, PDF Size: 173.22 MB
Page 111 of 602

EDe gegevens uit de geschiedenis
resetten
De geschiedenis van het gemiddelde
brandstofverbruik is door middel van
kleuren verdeeld in vorige
gemiddelden en het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de gegevens
de laatste keer zijn bijgewerkt. Het
weergegeven gemiddelde
brandstofverbruik is een globale
waarde.
De gegevens uit de geschiedenis
bijwerken
Werk het recente brandstofverbruik bij
door “Updaten” te selecteren om het
actuele brandstofverbruik opnieuw te
meten.
De gegevens resetten
De verbruiksgegevens kunnen worden
gewist door “Clear” (wissen) te
selecteren.
Actieradius
Geeft de geschatte maximale afstand aan
die nog met de in de tank aanwezige
brandstof kan worden gereden.
Deze afstand wordt berekend op basis
van het gemiddelde brandstofverbruik.
Hierdoor kan de werkelijke afstand die
nog kan worden gereden, afwijken van de
weergegeven afstand.
2.1 Instrumentenpaneel
109
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 112 of 602

2.1 Instrumentenpaneel
110
Page 113 of 602

3.1 Informatie over sleutels.........112
3.1.1 Sleutels..............112
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de
portieren................115
3.2.1 Portieren.............115
3.2.2 Achterklep.............120
3.2.3 Smart entry-systeem met
startknop.............134
3.3 Verstellen van de stoelen........139
3.3.1 Voorstoelen............139
3.3.2 Achterstoelen...........140
3.3.3 Ergonomisch geheugen
*......142
3.3.4 Hoofdsteunen...........144
3.4 Verstellen van het stuurwiel en de
buitenspiegels..............146
3.4.1 Stuurwiel.............146
3.4.2 Binnenspiegel
*..........147
3.4.3 Digitale binnenspiegel*......148
3.4.4 Buitenspiegels...........156
3.5 Openen en sluiten van de ruiten en het
schuifdak................157
3.5.1 Elektrisch bedienbare ruiten. . . .157
3.5.2 Panoramadak
*...........160
Voordat u gaat rijden3
111
Page 114 of 602

3.1 Informatie over sleutels
3.1.1 Sleutels
Soorten sleutels
Bij de auto worden de volgende sleutels
geleverd.
AElektronische sleutels
• Bedienen van het Smart
entry-systeem met startknop
(→blz. 134)
• Gebruik van de
afstandsbedieningsfunctie
(→blz. 114)
BMechanische sleutels
CPlaatje met sleutelnummer
Aan boord van een vliegtuig
Zorg ervoor dat u aan boord van een
vliegtuig niet op de toetsen van de
elektronische sleutel drukt. Zorg ervoor
dat de toetsen niet per ongeluk ingedrukt
kunnen worden als u de elektronische
sleutel in bijvoorbeeld een tas hebt
opgeborgen. Bij het indrukken van de
toetsen kan de elektronische sleutel
radiogolven uitzenden die de bediening
van het vliegtuig kunnen beïnvloeden.
Leegraken batterij elektronische sleutel
• De standaard levensduur van de
batterij is1-2jaar.
• Als de batterij bijna leeg is, klinkt een
waarschuwingssignaal in de auto en
wordt er een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay als het
hybridesysteem wordt uitgeschakeld.• Schakel de energiebespaarmodus van
de elektronische sleutel in om te
voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel leegraakt
wanneer deze gedurende langere tijd
niet wordt gebruikt. (→Blz. 136)
• Omdat de elektronische sleutel altijd
radiogolven ontvangt, raakt de
batterij ook ontladen wanneer de
elektronische sleutel niet wordt
gebruikt. De volgende symptomen
geven aan dat de batterij van de
elektronische sleutel mogelijk
ontladen is. Vervang de batterij indien
nodig.
– Het Smart entry-systeem met
startknop of de afstandsbediening
werkt niet.
– Het detectiegebied wordt kleiner.
– Het ledcontrolelampje in de sleutel
gaat niet branden.
U kunt zelf de batterij vervangen
(→blz. 369). Aangezien echter de
elektronische sleutel beschadigd zou
kunnen raken, raden wij u aan om de
vervanging te laten uitvoeren door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Houd, om de levensduur van de
batterij niet nodeloos te bekorten, de
elektronische sleutel op een afstand
van minimaal 1 m van de volgende
elektrische apparaten met een
magnetisch veld:
– Televisietoestellen
– Computers
– Mobiele telefoons, draadloze
telefoons en batterijladers
– Tafellampen
– Inductiekookplaten
Als er een melding met betrekking tot
de status van de elektronische sleutel
of de stand van het contact, enz. wordt
weergegeven
Om te voorkomen dat de elektronische
sleutel in de auto wordt opgesloten, de
auto wordt achtergelaten terwijl u de
3.1 Informatie over sleutels
112
Page 115 of 602

elektronische sleutel bij u hebt en het
contact niet UIT is gezet, andere
inzittenden per ongeluk de sleutel mee
naar buiten nemen, enz. wordt op het
multi-informatiedisplay mogelijk een
melding weergegeven die de gebruiker
vraagt de status van de elektronische
sleutel of de stand van het contact te
bevestigen. Volg in zo'n geval de
instructies op het display onmiddellijk
op.
Als “Key Battery Low Replace Key
Battery” (Batterij van sleutel zwak.
Vervang batterij.) wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay
De batterij van de elektronische sleutel is
(bijna) leeg. Vervang de batterij van de
elektronische sleutel. (→Blz. 369)
Batterij vervangen
→Blz. 369
Bevestiging van het aantal
geregistreerde sleutels
Het aantal al geregistreerde sleutels kan
worden bevestigd. Neem voor meer
informatie contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Als “A New Key has been Registered
Contact Your Dealer for Details” (Er is
een nieuwe sleutel geregistreerd.
Neem contact op met dealer voor meer
informatie.) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
Deze melding wordt weergegeven elke
keer dat het bestuurdersportier wordt
geopend als de portieren van buitenaf
worden ontgrendeld gedurende
ongeveer 10 dagen nadat er een nieuwe
elektronische sleutel is geregistreerd.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als de melding wordt
weergegeven, maar u geen nieuweelektronische sleutel hebt geregistreerd,
om te controleren of er een onbekende
elektronische sleutel (anders dan de
sleutels die u in uw bezit hebt) is
geregistreerd.
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de
sleutel
• Laat de sleutels niet vallen, stel ze niet
bloot aan sterke schokken en buig ze
niet.
• Stel de sleutels niet langdurig bloot
aan hoge temperaturen.
• Voorkom dat de sleutels nat worden
en reinig ze niet in een ultrasoon
reinigingsbad of iets dergelijks.
• Bevestig geen metaalhoudende of
magnetische voorwerpen aan de
sleutels en houd de sleutels uit de
buurt van dergelijke voorwerpen.
• Haal de sleutels niet uit elkaar.
• Plak geen stickers o.i.d. op het
oppervlak van de elektronische
sleutels.
• Houd de sleutels uit de buurt van
apparaten die magnetische velden
opwekken, bijvoorbeeld
televisietoestellen, audiosystemen en
inductiekookplaten.
• Houd de sleutels uit de buurt van
medische apparatuur, zoals
laagfrequente therapeutische
apparatuur en medische apparatuur
waarbij gebruik wordt gemaakt van
microgolven, en zorg ervoor dat u pas
medische zorg krijgt als u geen
sleutels bij u draagt.
De elektronische sleutel bij u dragen
Houd de elektronische sleutel altijd ten
minste 10 cm uit de buurt van
ingeschakelde elektrische apparaten.
Radiogolven die worden uitgezonden
door elektrische apparaten die zich
minder dan 10 cm van de elektronische
sleutel vandaan bevinden, kunnen de
correcte werking van de sleutel
hinderen.
3.1 Informatie over sleutels
113
3
Voordat u gaat rijden
Page 116 of 602

OPMERKING(Vervolgd)
In geval van storingen in het Smart
entry-systeem met startknop of
andere problemen met de sleutel
→Blz. 424
Wanneer u een elektronische sleutel
verliest
→Blz. 423
Afstandsbediening
De elektronische sleutels zijn voorzien
van de volgende afstandsbediening:
AVergrendelen van alle portieren
(→blz. 115)
BSluiten van de zijruiten*1en het
panoramadak*1, 2(→blz. 115)
COntgrendelen van alle portieren
(→blz. 115)
DOpenen van de zijruiten*1en het
panoramadak*1, 2(→blz. 115)
EOpenen en sluiten van de elektrisch
bedienbare achterklep*2(→blz. 124)
*1Deze instellingen moeten aan de
persoonlijke voorkeur worden aangepast
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
*2Indien aanwezigGebruik van de mechanische sleutel
Schuif het ontgrendelknopje
Aopzij om
de mechanische sleutel uit de
elektronische sleutel te verwijderen.
De mechanische sleutel kan maar in één
richting ingestoken worden, aangezien
slechts één zijde van de sleutel van een
groef is voorzien. Als u de sleutel niet in
de slotcilinder kunt steken, draait u de
sleutel om en probeert u het opnieuw.
Bewaar de mechanische sleutel na
gebruik in de elektronische sleutel. Zorg
dat u de mechanische sleutel en de
elektronische sleutel bij u hebt. Als de
batterij van de elektronische sleutel leeg
is of de instapfunctie niet goed werkt,
bent u op de mechanische sleutel
aangewezen. (→Blz. 424)
Wanneer u de sleutel van de auto moet
achterlaten bij een parkeerwachter
Vergrendel indien nodig het
dashboardkastje. (→Blz. 315) Verwijder
de mechanische sleutel voor eigen
gebruik en geef alleen de elektronische
sleutel aan de parkeerwachter.
Als u uw sleutels verliest
→Blz. 423
Als een verkeerde sleutel wordt
gebruikt
De slotcilinder zal vrij kunnen draaien.
3.1 Informatie over sleutels
114
Page 117 of 602

3.2 Openen, sluiten en
vergrendelen van de
portieren
3.2.1 Portieren
De auto kan worden vergrendeld en
ontgrendeld met behulp van de
instapfunctie, de afstandsbediening of de
schakelaar van de centrale vergrendeling.
Van buitenaf ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren
Gebruik van de instapfunctie (auto's met
Smart entry-systeem, startknop en
instapfunctie)
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u
hebt om deze functie in te kunnen
schakelen.
1. Pak de voorportiergreep vast om de
portieren te ontgrendelen.
Zorg ervoor dat u de sensor aan de
achterzijde van de portiergreep
aanraakt. De portieren en de
achterklep kunnen gedurende
3 seconden na het vergrendelen niet
worden ontgrendeld.
2. Raak de vergrendelsensor (de
inkeping aan de bovenzijde van de
portiergreep) aan om de portieren te
vergrendelen.
Controleer of het portier goed
vergrendeld is.Met de afstandsbediening
1. Vergrendelen van alle portieren
Controleer of het portier goed
vergrendeld is.
Ingedrukt houden om de zijruiten en
het panoramadak (indien aanwezig)
te sluiten.
*
2. Ontgrendelen van alle portieren
Ingedrukt houden om de zijruiten en
het panoramadak (indien aanwezig)
te openen.
*
*
Deze instellingen moeten aan de
persoonlijke voorkeur worden aangepast
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Instellen van de ontgrendelfunctie
(auto's met Smart entry-systeem,
startknop en instapfunctie)
Het is mogelijk om in te stellen welke
portieren met de instapfunctie via de
afstandsbediening worden ontgrendeld.
1. Zet het contact UIT.
2. Schakel de inbraaksensor en de
hellingsensor van het alarmsysteem
uit om tijdens het veranderen van de
instellingen het alarm niet onbedoeld
te activeren. (indien aanwezig)
(→Blz. 76)
3. Houd de toets
ofingedrukt en houd tegelijkertijd de
toetsgedurende ongeveer
5 seconden ingedrukt als het
controlelampje in de sleutel uit is.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
115
3
Voordat u gaat rijden
Page 118 of 602

De instelling verandert telkens wanneer
een handeling wordt uitgevoerd, zoals
hieronder is aangegeven. (Als u de
instelling opnieuw wilt wijzigen, laat u de
toetsen los, wacht u ten minste
5 seconden en herhaalt u vervolgens stap
3.)
Multi-
informatiedisplay/
piepsignaalOntgrendelfunctie
(auto's met linkse
besturing)
(auto's met rechtse
besturing)
Exterieur: drie keer
een piepsignaal In-
terieur: één belsig-
naalAls u de portier-
greep van het be-
stuurdersportier
vasthoudt, wordt
alleen het bestuur-
dersportier ont-
grendeld.
Als u de portier-
greep van het voor-
passagiersportier
vasthoudt of op de
schakelaar achter-
klep openen drukt,
worden alle portie-
ren ontgrendeld.
Exterieur: twee keer
een piepsignaal In-
terieur: één belsig-
naalAls u de portier-
greep van het voor-
passagiersportier of
bestuurdersportier
vasthoudt of op de
schakelaar achter-
klep openen drukt,
worden alle portie-
ren ontgrendeld.
Auto's met een alarm: om te voorkomen
dat het alarm onbedoeld wordt
geactiveerd, moet u de portieren
ontgrendelen met de afstandsbediening
en een portier openen en sluiten als de
instellingen eenmaal zijn gewijzigd. (Als
er binnen 30 seconden nadat op
is
gedrukt geen portier wordt geopend,
worden de portieren weer vergrendeld en
wordt automatisch het alarm
ingeschakeld.) Zet het alarm onmiddellijk
uit wanneer dit geactiveerd wordt.
(→Blz. 75)Systeem voor
crashportierontgrendeling
Als de auto aan een sterke schok wordt
blootgesteld, worden alle portieren
ontgrendeld. Of het systeem in werking
treedt, is afhankelijk van de kracht van de
schok of het type ongeval.
Feedbacksignalen
Portieren: De alarmknipperlichten
knipperen om aan te geven dat de
portieren zijn vergrendeld/ontgrendeld
met behulp van de instapfunctie (indien
aanwezig) of de afstandsbediening.
(Vergrendeld: eenmaal; ontgrendeld:
tweemaal)
Zijruiten en panoramadak (indien
aanwezig): Er klinkt een zoemer om aan
te geven dat de zijruiten en het
panoramadak worden bediend met
behulp van de afstandsbediening.
Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden
na het ontgrendelen van de auto met de
instapfunctie (indien aanwezig) of de
afstandsbediening een portier wordt
geopend, zorgt de beveiligingsfunctie
ervoor dat de auto weer automatisch
wordt vergrendeld. (Afhankelijk van de
locatie van de elektronische sleutel wordt
echter mogelijk vastgesteld dat de sleutel
in de auto is. In dit geval blijft de auto
mogelijk ontgrendeld.)
Wanneer het portier niet kan worden
vergrendeld met de vergrendelsensor
aan de bovenzijde van de portiergreep
(auto's met Smart entry-systeem,
startknop en instapfunctie)
Als het portier niet kan worden
vergrendeld, zelfs niet wanneer het
sensorgebied bovenaan wordt
aangeraakt, kunt u proberen de
sensorgebieden bovenaan en onderaan
tegelijkertijd aan te raken.
Wanneer u handschoenen draagt, trek
deze dan uit.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
116
Page 119 of 602

Zoemer centrale vergrendeling
In de volgende situaties klinkt er
gedurende 5 seconden onafgebroken een
zoemer. Sluit alle portieren volledig en
vergrendel de portieren opnieuw.
• Als geprobeerd wordt de portieren te
vergrendelen met het Smart
entry-systeem met startknop terwijl
een ander portier dan het portier dat
u vergrendelt niet geheel gesloten is.
• Als geprobeerd wordt de portieren te
vergrendelen met de
afstandsbediening wanneer een
portier niet geheel gesloten is.
Het alarm inschakelen (indien
aanwezig)
Wanneer de portieren worden
vergrendeld, wordt het alarmsysteem
ingeschakeld. (→Blz. 74)
Omstandigheden die de werking van
het Smart entry-systeem met
startknop en de afstandsbediening
beïnvloeden
→Blz. 136
Wanneer het Smart entry-systeem
met startknop of de
afstandsbediening niet goed werkt
• Gebruik de mechanische sleutel om de
portieren te vergrendelen en
ontgrendelen. (→Blz. 424)
• Vervang de sleutelbatterij door een
nieuw exemplaar als deze ontladen
raakt. (→Blz. 369)Als de 12V-accu is ontladen
De portieren kunnen niet worden
vergrendeld en ontgrendeld met het
Smart entry-systeem met startknop of
de afstandsbediening. Vergrendel of
ontgrendel de portieren met de
mechanische sleutel. (→Blz. 424)
Herinneringsfunctie achterstoel
• Om u eraan te herinneren bagage e.d.
op de achterstoelen niet te vergeten,
klinkt er wanneer het contact UIT is
gezet en aan een van de volgende
voorwaarden is voldaan, een zoemer
en wordt gedurende ongeveer
6 seconden een melding weergegeven
op het multi-informatiedisplay.
– Het hybridesysteem wordt binnen
10 minuten na het openen en
sluiten van een achterportier
gestart.
– Een achterportier is geopend en
weer gesloten nadat het
hybridesysteem is gestart.
Als echter een achterportier wordt
geopend en vervolgens binnen ongeveer
2 seconden weer wordt gesloten, werkt
de herinneringsfunctie voor de
achterstoel mogelijk niet.
• De herinneringsfunctie voor de
achterstoel stelt op basis van het
openen en sluiten van een
achterportier vast of er bagage e.d. op
de achterstoel is geplaatst. Daardoor
werkt, afhankelijk van de situatie, de
herinneringsfunctie voor de
achterstoel mogelijk niet en vergeet u
mogelijk toch bagage e.d. die zich op
de achterstoel bevindt of geeft de
functie mogelijk onterecht een
melding.
• De herinneringsfunctie voor de
achterstoel kan worden
ingeschakeld/uitgeschakeld.
(→Blz. 446)
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
117
3
Voordat u gaat rijden
Page 120 of 602

Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde instellingen (bijvoorbeeld de
ontgrendelfunctie met behulp van een
sleutel) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen:
→blz. 448)
WAARSCHUWING!
Voorkomen van ongevallen
Neem bij het rijden met de auto de
volgende voorzorgsmaatregelen in
acht. Het niet in acht nemen van deze
voorschriften kan ertoe leiden dat er
per ongeluk een portier wordt geopend
en dat er iemand uit de auto valt, met
mogelijk dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg.
• Controleer of alle portieren volledig
gesloten zijn.
• Trek tijdens het rijden niet aan de
binnenportiergreep. Wees vooral
voorzichtig bij de voorportieren.
Deze portieren kunnen zelfs worden
geopend als de vergrendelknoppen
in de stand vergrendeld staan.
• Activeer de kindersloten op de
achterportieren als er kinderen
achter in de auto vervoerd worden.
Als een portier wordt geopend of
gesloten
Controleer de omgeving van de auto;
let er bijvoorbeeld op of de auto op een
helling staat, of er voldoende ruimte is
om het portier te openen en of het hard
waait. Houd bij het openen of sluiten
van het portier de portiergreep goed
vast, zodat u bent voorbereid op
eventuele onverwachte bewegingen.
Bij het gebruik van de
afstandsbediening of mechanische
sleutel en het bedienen van de
elektrisch bedienbare ruiten of het
panoramadak (indien aanwezig)
Bedien de elektrisch bedienbare ruit of
het panoramadak nadat u hebt
gecontroleerd of er geen risico is dat
een passagier met een lichaamsdeel
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
bekneld kan raken tussen de zijruit of
het panoramadak. Laat tevens de
afstandsbediening of mechanische
sleutel niet bedienen door kinderen.
Het kan gebeuren dat een lichaamsdeel
van een kind of een andere passagier
klem komt te zitten tussen de zijruit of
het panoramadak.
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren
Gebruik van de schakelaar van de
centrale vergrendeling
1. Vergrendelen van alle portieren
2. Ontgrendelen van alle portieren
Gebruik van de vergrendelknoppen aan
de binnenzijde van de portieren
1. Vergrendelen van het portier
2. Ontgrendelen van het portier
De voorportieren kunnen worden
geopend door aan de portiergrepen
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
118