YAMAHA TDM 900 2003 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2003, Model line: TDM 900, Model: YAMAHA TDM 900 2003Pages: 110, PDF Size: 7.67 MB
Page 81 of 110

6-35
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met
de voorgeschreven ampèrewaarde
aan.
DC000103
<>
Gebruik geen zekering met een hoger
ampèrage dan is voorgeschreven, om
ernstige schade aan het elektrisch
systeem en mogelijk brandgevaar te
vermijden.
DAU04503
Koplampgloeilamp vervangenKoplampgloeilamp, vervangenDe koplampen op deze motorfiets hebben
halogeen gloeilampen. Vervang een kop-
lampgloeilamp als volgt als deze is door-
gebrand.
1. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.
1. Gloeilamphouder
2. Koplampstekker
3. Draai de contactsleutel in “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch systeem te con-
troleren. Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering: 40 A
Koplampzekering: 15 A
Zekering
signaleringssysteem: 10 A
Zekering radiatorkoelvin: 20 A
Zekering
ontstekingssysteem: 10 A
Circuitzekering kilometerteller/
klok (reservezekering): 5 A
Zekering richtingaanwijzer/
alarmverlichting: 10 A
Zekering elektronisch
brandstofinjectiesysteem: 10 A
5PS-28199-D1 9/9/02 4:55 PM Page 80
Page 82 of 110

6-36
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
2. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
DW000119
X@
Koplampgloeilampen worden zeer
heet. Houd daarom brandbare produc-
ten uit de buurt van een koplampgloei-
lamp en raak het lampglas niet aan
zolang dit niet is afgekoeld.
3. Breng een nieuwe koplampgloei-
lamp aan en zet deze dan vast met
de gloeilamphouder.
1
1. Gloeilamphouder
8Koplamplens
9Plak geen kleurfolie of stickers
op de koplamplens.
9Gebruik geen koplampgloei-
lamp met een hoger wattage
dan is voorgeschreven.
4. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de koplampstekker aan.
5. Vraag zo nodig een Yamaha dealer
de koplamplichtbundel af te stellen.
DC000104
<>
Pas op en zorg dat de volgende onder-
delen niet worden beschadigd:
8Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van het
glas, de lichtintensiteit en de levens-
duur nadelig worden beïnvloed. Wrijf
eventuele verontreinigingen en vinger-
afdrukken op het gloeilampglas weg
met een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
a
a. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
5PS-28199-D1 9/9/02 4:55 PM Page 81
Page 83 of 110

6-37
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU04411
Gloeilamp in remlicht/achter-
licht vervangen
Gloeilamp remlicht/achterlicht, vervangen1. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-13
voor instructies over verwijderen en
aanbrengen van het zadel.)
2. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze linksom te
draaien.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
4. Breng een nieuwe gloeilamp aan in
de fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.
1. Lampfitting
DAU03497
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen
Gloeilamp richtingaanwijzer, vervangen1. Verwijder de lamplens van de rich-
tingaanwijzer door de schroeven los
te halen.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
1. Schroef
2. Lamplens richtingaanwijzer
5. Breng de lampfitting aan (samen
met de gloeilamp) door deze recht-
som te draaien.
6. Breng het zadel aan.
5PS-28199-D1 9/9/02 4:55 PM Page 82
Page 84 of 110

6-38
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan in
de fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de
schroef aan te brengen.
DCA00065
<>
Zet de schroef niet overdreven strak
vast, anders kan de lamplens breken.
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
Verwijderen van het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond
met een motorfietsstandaard of, als deze
niet voorhanden is, door een krik te plaat-
sen onder beide zijden van het frame aan
de voorzijde van het achterwiel, of onder
beide uiteinden van de swingarm.DAU01579
Ondersteunen van de
motorfiets
Ondersteunen van de motorfietsDit model is niet voorzien van een mid-
denbok, neem daarom de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht bij het verwijde-
ren van het voor- en achterwiel of bij het
uitvoeren van ander onderhoud waarbij
de motorfiets rechtop moet staan.
Controleer of de motorfiets stabiel en
horizontaal staat alvorens onderhoud te
verrichten. Onder het motorblok kan een
stevige houten kist gezet worden voor
extra stabiliteit.
Onderhoud aan het voorwiel
1. Stabiliseer de achterzijde van de
motorfiets met een motorstandaard
of, als geen andere standaard voor-
handen is, door een krik te plaatsen
onder het frame aan de voorzijde
van het achterwiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond
met gebruik van een motorfietsstan-
daard.
5PS-28199-D1 9/9/02 4:55 PM Page 83
Page 85 of 110

6-39
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU01617
VoorwielWiel (voor)
Verwijderen van het voorwielVerwijderenDW000122
X@
8Het is aan te bevelen om onder-
houd aan het wiel uit te laten voe-
ren door een Yamaha dealer.
8Zorg dat de motorfiets veilig
wordt ondersteund, zodat er geen
risico is op omvallen.
1. Draai de klembout op de voorwielas
los en verwijder dan de remklauw-
bouten.
1. Wielas
2. Klembout voorwielas
DCA00046
<>
Bekrachtig de rem niet terwijl de rem-
klauwen zijn losgehaald, anders wor-
den de remblokken tegen elkaar vast-
geklemd.
2. Draai de wielas los met een 19-mm
zeskantsleutel.
3. Licht het voorwiel van de grond vol-
gens de werkwijze op pagina 6-38.
4. Verwijder de remslanghouders door
de bouten los te halen.
5. Verwijder de remklauwen door de
bouten los te halen.
6. Trek de wielas uit en verwijder dan
het wiel.
1
3
2
1. Remslanghouder
2. Bout (×2)
3. Remklauw
5PS-28199-D1 9/9/02 4:55 PM Page 84
Page 86 of 110

6-40
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU04376
Aanbrengen van het voorwielAanbrengen1. Breng het wiel omhoog tussen de
vorkpoten.
2. Steek de wielas naar binnen.
3. Laat het voorwiel zakken zodat dit
op de grond rust.
4. Monteer de remklauwen door de
bouten aan te brengen.
OPMERKING:
Kijk of er voldoende afstand tussen de
remblokken is voordat de remklauwen
over de remschijven worden gemonteerd.
5. Monteer de remslanghouders door
de bouten aan te brengen.
6. Zet de wielas, de voorwielasklem-
bout en de remklauwbouten vast
met de voorgeschreven aanhaalmo-
menten.
DAU04455
AchterwielWiel (achter)
Verwijderen van het achterwielVerwijderenDW000122
X@
8Het is aan te bevelen om onder-
houd aan het wiel uit te laten voe-
ren door een Yamaha dealer.
8Zorg dat de motorfiets veilig
wordt ondersteund, zodat er geen
risico is op omvallen.
1. Bout (×2)
2. Drukclip (×3)
7. Duw het stuur enkele malen stevig
op en neer om te controleren of de
voorvork correct werkt. Aanhaalmomenten:
Wielas:
72 Nm (7,2 m·kgf)
Klembout voorwielas:
20 Nm (2,0 m·kgf)
Remklauwbout:
40 Nm (4,0 m·kgf)
5PS-28199-D1 9/9/02 4:55 PM Page 85
Page 87 of 110

6-41
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
1. Verwijder de afdekkap over de aan-
drijfketting door de bouten en de
drukclips los te halen.
4. Verwijder de wielasmoer.
5. Draai de borgmoer los aan beide zij-
den van de swingarm.
6. Draai de stelbouten voor de aandrijf-
ketting helemaal richting a.
7. Druk het wiel naar voren, zet de
remklauwbout vast en en haal dan
de aandrijfketting los van het achter-
tandwiel.
OPMERKING:
De aandrijfketting hoeft niet te worden
gedemonteerd om het achterwiel te ver-
wijderen en aan te brengen.
1. Bout
2. Remklauwsteun
2. Draai de wielasmoer en de bout in
de remklauwsteun los.
3. Licht het achterwiel van de grond
volgens de werkwijze op pagina
6-38.
1. Wielasmoer
2. Stelbout van de aandrijfketting
3. Borgmoer
4. Uitlijnmerktekens
5PS-28199-D1 9/9/02 4:55 PM Page 86
Page 88 of 110

6-42
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
8. Trek de wielas uit en verwijder dan
het wiel.
DCA00119
<>
Bekrachtig de rem niet terwijl het wiel
samen met de remschijf is verwijderd,
anders worden de remklauwzuigers
tegen elkaar gedrukt.
7. Monteer de afdekkap over de aan-
drijfketting door de bouten en de
drukclips aan te brengen.
OPMERKING:
Om een drukclip aan te brengen wordt de
pen teruggedrukt zodat deze uit de kop
van de drukclip steekt; breng dan de clip
op zijn plaats en druk de uitstekende pen
naar binnen tot deze gelijk ligt met de kop
van de clip.
DAU04456
Aanbrengen van het achterwielAanbrengen1. Monteer het wiel door de wielas
vanaf de rechterzijde in te steken.
OPMERKING:
Kijk of er voldoende afstand tussen de
remblokken is voordat u het wiel aan-
brengt.
2. Breng de aandrijfketting aan op het
achtertandwiel.
3. Draai de bout in de remklauwsteun
los.
4. Stel de spanning van de aandrijfket-
ting af. (Zie pagina 6-27 voor de
werkwijze bij spannen van de aan-
drijfketting.)
5. Breng de wielasmoer aan en laat het
achterwiel dan zakken zodat dit op
de grond rust.
6. Zet de wielasmoer vast en zet dan
de remklauwsteunbout vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.Aanhaalmomenten:
Wielasmoer:
150 Nm (15,0 m·kgf)
Bout remklauwsteun:
40 Nm (4,0 m·kgf)1. Drukclip
2. Pin
Na het verwijderen Voor het installeren
5PS-28199-D1 9/9/02 4:55 PM Page 87
Page 89 of 110

6-43
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU03087
StoringzoekenStoringzoekenYamaha motorfietsen ondergaan een
grondige inspectie voordat ze vanaf de
fabriek op transport gaan, maar tijdens
gebruik kunnen toch storingen optreden.
Problemen in de brandstof-, compressie-
of ontstekingssystemen kunnen bijvoor-
beeld de oorzaak zijn van slecht starten
of een afname in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is
een snelle en gemakkelijke werkwijze
weergegeven om deze vitale systemen
zelf te kunnen controleren. Ga met uw
motorfiets echter wel naar een Yamaha
dealer als reparaties nodig zijn, hier zijn
vakkundige monteurs aanwezig die
beschikken over het benodigde gereed-
schap en de ervaring en vakkennis om
het nodige onderhoud aan de machine
correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele
onderdelen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van min-
dere kwaliteit en hebben een kortere
levensduur, zodat dan later mogelijk toch
dure reparaties nodig zijn.
5PS-28199-D1 9/9/02 4:55 PM Page 88
Page 90 of 110

6-44
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU02990
Storingzoekschema’sStoringzoekschema’sStartproblemen of slechte werking van de motorDW000125
X@
Houd open vuur uit de buurt en rook niet terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hieraan wordt gewerkt.
2. Compressie
3. Ontsteking
4. Accu1. Brandstof
Controleer het
brandstofniveau
in de brandstoftank.Er is voldoende
brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof
aanwezig.Controleer de compressie.
Vul brandstof bij. De motor start niet. Controleer de compressie.
Bedien de elektrische
startknop.Er is compressie.
Er is geen compressie.Controleer de ontsteking.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
Verwijder de bougies en
controleer de elektroden.Nat
DroogSchoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougie af of vervang de bougie.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.Draai de gasgreep tot
halverwege open en bedien
de elektrische startknop.
De motor start niet.
Controleer de accu.
Bedien de elektrische
startknop.De motor draait snel rond.
De motor draait
langzaam rond.De accu is in orde.
Controleer de aansluitingen
van de accukabels en laad
de accu als dat nodig is.
De motor start niet.
Vraag een Yamaha dealer
de machine te controleren.
5PS-28199-D1 9/9/02 4:55 PM Page 89