YAMAHA TMAX 2002 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2002, Model line: TMAX, Model: YAMAHA TMAX 2002Pages: 101, PDF Size: 1.65 MB
Page 61 of 101

6-17
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU03850
KoelvloeistofControleren van het koelvloeistofni-
veau
1. Plaats de scooter op een vlakke
ondergrond en houd hem verticaal.OPMERKING:8Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
8Zorg dat de scooter rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistof-
niveau. Wanneer de scooter iets
schuin staat, kan het olieniveau al
foutief worden afgelezen.
3. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.OPMERKING:Het koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maxi-
mumniveau staan.
12
1. Merkstreep maximum niveau
2. Merkstreep minimum niveau
2. Verwijder de afdekkap over het koel-
vloeistofreservoir door de schroef los
te halen.
1
2
1. Koelvloeistofreservoir deksel
2. Schroef
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 60 (1,1)
Page 62 of 101

6-18
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
4. Open de reservoirdop, vul koelvloei-
stof bij tot de merkstreep voor maxi-
mumniveau en sluit de reservoirdop
weer als de koelvloeistof bij of bene-
den de merkstreep voor minimumni-
veau staat.
1
1. Afsluitdop koelvloeistofreservoir
DW000067
X@Verwijder de koelvloeistofradiatorvul-
dop nooit terwijl de motor nog heet is.5. Monteer het koelvloeistofreservoir
door de schroef aan te brengen.OPMERKING:De koelvloeistofradiatorkoelvin schakelt
automatisch aan of uit, afhankelijk van de
temperatuur van de koelvloeistof in de
koelvloeistofradiator. Als de motor over-
verhit raakt, staan op pagina 6-38 nadere
instructies vermeld.
DC000080
<>8
8
Als er geen koelvloeistof voorhan-
den is, gebruik in plaats daarvan
dan gedistilleerd water of zacht
leidingwater. Gebruik geen hard
water of zout water, hierdoor kan
de motor worden beschadigd.
8 8
Wanneer water werd gebruikt in
plaats van koelvloeistof, ververs
dan zo snel mogelijk met koel-
vloeistof, anders wordt de motor
onvoldoende gekoeld en is het
koelsysteem niet beschermd
tegen bevriezing en corrosie.
8 8
Als water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, vraag dan zo snel
mogelijk een Yamaha dealer het
antivries percentage van de koel-
vloeistof te controleren, anders
zal de koelvloeistof minder effec-
tief zijn.
Inhoud koelvloeistofreservoir:
0,6 L
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 61 (1,1)
Page 63 of 101

6-19
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU03877
Reinigen van het
luchtfilterelement
Luchtfilterelement, reinigen
Het luchtfilterelement moet worden gerei-
nigd volgens de intervalperioden vermeld
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema. Reinig het luchtfilterelement
vaker als u in zeer stoffige of vochtige
gebieden rijdt.
1. Verwijder het stroomlijnpaneel A.
(Zie pagina 6-8 voor de werkwijze bij
verwijderen en aanbrengen van het
stroomlijnpaneel.)3. Verwijder het luchtfilterdeksel door
de schroeven los te halen en trek
dan het luchtfilterelement eruit.
1
2
2
1. Luchtfilterdeksel
2. Schroef (×4)
2. Verwijder de kuipruit door de schroe-
ven los te halen.1
1
1. Schroef (×5)
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 62 (1,1)
Page 64 of 101

6-20
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
1
1. Luchtfilterelement
DC000082
<>8
8
Controleer of het luchtfilterele-
ment correct in het luchtfilterhuis
is geplaatst.
8 8
Laat de motor nooit draaien zon-
der dat het luchtfilterelement aan-
wezig is, dat kan leiden tot over-
matige slijtage bij de zuigers en/of
de cilinders.6. Monteer het luchtfilterdeksel door de
schroeven aan te brengen.
7. Breng de kuipruit en het stroomlijn-
paneel aan. 4. Geef een paar tikjes tegen het lucht-
filterelement om het meeste stof en
vuil te verwijderen en blaas dan het
nog achtergebleven vuil weg met
perslucht zoals afgebeeld. Vervang
het luchtfilterelement als dit bescha-
digd is.
5. Steek het luchtfilterelement in het
luchtfilterhuis.
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 63 (1,1)
Page 65 of 101

6-21
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU00630
Afstellen van de carburateurs
Carburateurs, afstellen
De carburateurs vormen een belangrijk
onderdeel van de motor en moeten zeer
precies worden afgesteld. Laat daarom
de meeste carburateurafstellingen over
aan een Yamaha dealer die over de
benodigde vakkennis en ervaring
beschikt. De afstelling die in het volgende
hoofdstuk is beschreven, wordt echter als
onderdeel van het routineonderhoud
beschouwd en kan wel door de eigenaar
worden uitgevoerd.
DC000095
<>De carburateurs zijn afgesteld en uit-
gebreid getest in de fabriek van
Yamaha. Als deze afstellingen worden
gewijzigd zonder dat voldoende tech-
nische kennis aanwezig is, kan de wer-
king van de motor achteruitgaan of
wordt de motor beschadigd.
OPMERKING:De motor is voldoende warm als deze
snel reageert op de gasbediening.4. Controleer het stationair toerental en
stel dit zo nodig volgens de specifi-
catie af door de gasklepstelschroef
te verdraaien. Draai om het statio-
nair toerental te verhogen de schroef
richting a. Draai om het stationair
toerental te verlagen de schroef rich-
ting b.
1a
b
1. Gasklepstelschroef
DAU03821
Afstellen van het stationair
toerental
Stationair motortoerental:
Het stationair toerental moet als volgt
worden gecontroleerd en eventueel afge-
steld volgens de intervalperioden vermeld
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema.OPMERKING:Een diagnosetoerenteller is nodig om
deze afstelling uit te voeren.1. Verwijder het paneel B. (Zie pagina
6-7 voor het verwijderen en aan-
brengen van het paneel.)
2. Bevestig de toerenteller aan de bou-
giekabel.
3. Start de motor en laat een paar
minuten warmdraaien bij
1.000–2.000 tpm, terwijl nu en dan
het gas wordt opengedraaid naar
4.000 tpm–5.000 tpm.
Stationair motortoerental:
1.150–1.200 tpm
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 64 (1,1)
Page 66 of 101

6-22
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
OPMERKING:Als het voorgeschreven stationair toeren-
tal niet haalbaar is volgens de hierboven
beschreven werkwijze, vraag dan een
Yamaha dealer de afstelling uit te voeren.5. Monteer het paneel.
DAU00637
Afstellen van de klepspeling
Klepspeling, afstellen
De klepspeling kan tijdens gebruik gaan
afwijken, waardoor de lucht/brandstof-
verhouding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een
Yamaha dealer worden afgesteld volgens
de intervalperioden vermeld in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema.
DAU00635
Afstellen van de vrije slag van
de gaskabel
Gaskabel, afstellen van vrije slag
De vrije slag van de gaskabel dient
3–5 mm te bedragen bij de gasgreep.
Controleer de vrije slag van de gaskabel
regelmatig en laat zo nodig afstellen door
een Yamaha dealer.
a
a. Vrije slag van de gaskabel
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 65 (1,1)
Page 67 of 101

6-23
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU04403
Banden
Banden
Let ten aanzien van de voorgeschreven
banden op het volgende voor een optima-
le prestatie, levensduur en veilige werking
van uw scooter.
Bandspanning
De bandspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en eventueel worden
bijgesteld.
DW000082
X@8 8
De bandspanning moet worden
gecontroleerd en afgesteld terwijl
de banden koud zijn (wanneer de
temperatuur van de banden gelijk
is aan de omgevingstemperatuur).
8 8
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en
het totale gewicht van rijder, pas-
sagier, bagage en accessoires dat
voor dit model is vastgesteld.
DWA00040
X@De aanwezigheid van bagage is van
grote invloed op het weggedrag, de
rem- en rij-eigenschappen en de veilig-
heid van uw motor, neem dus de vol-
gende voorzorgen in acht.
8 8
DE SCOOTER NOOIT OVERBELA-
DEN! Rijden met een overbeladen
motorfiets kan leiden tot bescha-
diging van de banden, controle-
verlies of ernstig letsel. Zorg dat
het totale gewicht van de motorrij-
der, de passagier, de bagage en
de gemonteerde accessoires
nooit het voorgeschreven maxi-
mumlaadgewicht voor de scooteroverschrijdt.
8 8
Vervoer geen los verpakte spullen
die tijdens de rit kunnen gaan
schuiven.
8 8
Bevestig de zwaarste spullen op
veilige wijze dicht bij het midden
van de scooter en verdeel het
gewicht over beide zijden.
8 8
Pas de luchtdruk in de wielophan-
ging en de bandspanning aan op
het te vervoeren gewicht.
8 8
Controleer vóór iedere rit de con-
ditie en spanning van de banden.
Bandenspanning
(gemeten op koude banden)
Belasting* Voor Achter
Tot 90 kg200 kPa
(2,00 kgf/cm
2,
2,00 bar)
225 kPa(2,25 kgf/cm
2,
2,25 bar)
90 kg–maximale225 kPa
(2,25 kgf/cm
2,
2,25 bar)
250 kPa(2,50 kgf/cm
2,
2,50 bar)
Maximale belasting* 183 kg
* Totaal gewicht van motorrijder, passagier, bagage
en accessoires
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 66 (1,1)
Page 68 of 101

6-24
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
Inspectie van banden
Voor elk rit moeten de banden worden
gecontroleerd. Als de bandprofieldiepte
op het midden van de band de vermelde
limiet heeft bereikt, de band spijkers of
stukjes glas bevat of wanneer de wang
van de band scheurtjes vertoont, moet de
band onmiddellijk door een Yamaha
dealer worden vervangen.OPMERKING:De slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem
altijd de lokale voorschriften in acht.
Bandeninformatie
Deze scooter is uitgerust met gietwielen
en tubeless banden.
DW000078
X@8 8
De banden op de voor- en achter-
wielen horen van hetzelfde merk
en dezelfde constructie te zijn,
anders is het weggedrag van de
motor mogelijk niet normaal.
8 8
Na uitgebreide testen zijn alleen
de hieronder vermelde banden
voor dit model goedgekeurd door
Yamaha Motor Co., Ltd.
DAU00683
X@8 8
Laat sterk versleten banden door
een Yamaha dealer vervangen.
Rijden op een motor met versle-
ten banden is niet alleen verbo-
den, maar dit heeft ook een aver-
echts effect op de rijstabiliteit,
waardoor u de macht over het
stuur zou kunnen verliezen.
8 8
De vervanging van onderdelen
van wielen en remmen, inclusief
banden, dient te worden overgela-
ten aan een Yamaha dealer, die
over de nodige vakkundige kennis
en ervaring beschikt.
1a
1. Bandwang
a. BandprofieldiepteMinimale bandprofiel-
diepte (voor en achter)1,6 mm
VOOR
Merk Maat Model
DUNLOP 120/70-14 M/C 55S D305FABRIDGESTONE
120/70-14 M/C 55S HOOP B03
ACHTER
Merk Maat Model
DUNLOP 150/70-14 M/C 66S D305
BRIDGESTONE
150/70-14 M/C 66S HOOP B02
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 67 (1,1)
Page 69 of 101

6-25
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU03773
Gietwielen
Wielen
Let ten aanzien van de voorgeschreven
banden op het volgende voor een optima-
le prestatie, levensduur en veilige werking
van uw scooter.
8Controleer de velgen voor iedere rit
op scheurtjes, verbuiging of krom-
trekken. Laat ingeval van schade het
wiel door een Yamaha dealer ver-
vangen. Probeer het wiel nooit zelf
te repareren, hoe klein de reparatie
ook is. Vervang een wiel dat ver-
vormd is of haarscheurtjes vertoont.
8Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren,
of kan een slechte wegligging en
een verkorte levensduur van de ban-
den tot gevolg hebben.8Rijd niet te snel direct na het verwis-
selen van een band. Het bandopper-
vlak dient eerst te zijn ingereden
voordat het zijn optimale eigen-
schappen verkrijgt.
DAU03851
Remlichtschakelaars voor- en
achterremAan de uiteinden van de remhendels mag
geen vrije slag aanwezig zijn. Als er toch
een vrije slag is, laat dan een Yamaha
dealer het remsysteem inspecteren.VOOR
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 68 (1,1)
Page 70 of 101

6-26
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU00721
Controleren van de remblokken
voor- en achter
Remblokken, controleren
De remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU03938
Remblokken voorrem
Elk voorremblok is voorzien van slijtage-
indicatorgroeven, zodat het remblok kan
worden gecontroleerd zonder de rem te
hoeven demonteren. Let op de slijtage-
indicatorgroeven om de remblokslijtage te
controleren. Wanneer een remblok zover
is afgesleten dat de slijtage-indicatorgroe-
ven vrijwel zijn verdwenen, vraag dan een
Yamaha dealer de remblokken als set te
vervangen.
1 11 1
1. Slijtage-indicator remblok (slijtgroef) (×3)
ACHTER
VOOR
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 69 (1,1)