YAMAHA TMAX 2012 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2012, Model line: TMAX, Model: YAMAHA TMAX 2012Pages: 96, PDF Size: 2.79 MB
Page 21 of 96

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
234
5
6
7
8
9
Kilometerteller- en rittellermodusDoor indrukken van de linker insteltoets wis-
selt de weergave tussen de kilometerteller-
modus en de rittellermodi, in de
onderstaande volgorde:
Odo Trip 1 Trip 2 V-Belt Trip Oil
Trip Odo
Als nog ca. 3.0 L (0.79 US gal, 0.66 Imp.gal)
brandstof in de brandstoftank aanwezig is,
wisselt het display automatisch naar “Trip
F”, de brandstofreserve-ritteller, en wordt de
afgelegde afstand vanaf dat punt aangege-
ven. Wanneer u nu de linker insteltoets in-
drukt, wisselt de weergave van de ritteller
en kilometerteller in de onderstaande volg-
orde:
Odo Trip 1 Trip 2 Trip F V-Belt
Trip Oil Trip Odo Om een ritteller terug te stellen, selecteert u
de ritteller door de linker insteltoets in te
drukken tot “Trip F”, “Trip 1” of “Trip 2” wordt
weergegeven. Houd terwijl “Trip F”, “Trip 1”
of “Trip 2” wordt weergegeven de rechter in-
steltoets minstens
één seconde ingedrukt.
Wanneer u de brandstofreserve-ritteller niet
zelf met de hand op nul terugstelt, wordt
deze automatisch teruggesteld zodra na het
tanken 5 km (3 mi) is gereden en verschijnt
de vorige weergavemodus weer.
OPMERKINGHet display kan niet worden teruggesteld
naar “Trip F” nadat de rechter insteltoets isingedrukt.
Brandstofniveaumeter
Als de contactsleutel op “ON” staat, geeft de
1. Kilometerteller/rittellers/ritteller brand- stofreserve
1. Olieverversingskilometerteller
1
1
1. Kilometerteller V-snaarvervanging1
1. Ritteller brandstofreserve
1
59C-9-D0.book 6 ページ 2011年9月13日 火曜日 午後4時24分
Page 22 of 96

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
1
23
4
5
6
7
8
9
brandstofniveaumeter de hoeveelheid
brandstof in de brandstoftank aan. De dis-
playsegmenten van de brandstofniveaume-
ter verdwijnen richting “E” (leeg) naarmate
het brandstofniveau verder daalt. Als het
brandstofniveau het onderste segment
vlakbij “E” bereikt, gaan de waarschu-
wingsindicator brandstofniveau, “F”, “E” en
het onderste segment knipperen. Vul zo
snel mogelijk brandstof bij.
Temperatuurmeter koelvloeistof
Met de contactsleutel in de stand “ON” geeft
de temperatuurmeter voor koelvloeistof de
temperatuur van de koelvloeistof aan. De
koelvloeistoftemperatuur is afhankelijk van
de weersomstandigheden en de motorbe-
lasting. Als het bovenste segment, “H”, “C”
en de waarschuwingsindicator voor koel-
vloeistoftemperatuur knipperen, stop de
machine dan en laat de motor afkoelen. (Ziepagina 6-37.)
LET OP
DCA10021
Laat de motor niet draaien terwijl dezeoververhit is.
Indicator olieverversing “Oil”
Deze indicator knippert zodra de eerste1000 km (600 mi) zijn afgelegd en na 5000
km (3000 mi). Vervolgens gaat de indicator
om de 5000 km (3000 mi) knipperen, om zo
aan te geven dat het tijd is om de motorolie
te verversen.
Nadat de motorolie is ververst moet de indi-
cator olieverversing worden teruggesteld.
Om de olieverversingsindicator terug te
stellen, selecteert u deze door op de linker
insteltoets te drukken totdat “Oil Trip” wordt
weergegeven en houdt u vervolgens de lin-
ker insteltoets minstens één seconde inge-
drukt. Als u de linker insteltoets indrukt,
begint “Oil Trip” te knipperen. Houd terwijl
“Oil Trip” knippert de linker insteltoets min-
stens drie seconden ingedrukt.
Als de motorolie wordt ververst voordat de
indicator olieverversing “Oil” knippert (dus
voordat het vervangingsinterval van de olie
is verstreken), moet de indicator “Oil” na de
olieverversing worden teruggesteld zodat
het eerstvolgende tijdstip voor de oliever-
versing weer correct wordt aangegeven.
Het elektrisch circuit van de indicator kan
via de volgende procedure worden getest.
1. Zet de noodstopschakelaar op “ ” en draai de sleutel naar “ON”.
2. Kijk of de indicator olieverversing een
paar seconden oplicht en dan dooft.
3. Als de indicator olieverversing niet gaat branden, vraag dan een1. Indicator olieverversing “Oil”1
59C-9-D0.book 7 ページ 2011年9月13日 火曜日 午後4時24分
Page 23 of 96

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
234
5
6
7
8
9
Yamaha-dealer het elektrisch circuit te
testen.
Indicator V-snaarve rvanging “V-Belt”
Deze indicator knippert om de 20000 km
(12500 mi), wanneer de V-snaar moet wor-
den vervangen.
Stel de indicator voor V-snaarvervanging
terug nadat de V-snaar is vervangen. Om
de indicator voor de V-snaarvervanging te-
rug te stellen, selecteert u deze door op de
linker insteltoets te drukken totdat “V-Belt
Trip” wordt weergegeven en houdt u vervol-
gens de linker instel toets minstens één se-
conde ingedrukt. Als u de linker insteltoets
indrukt, begint “V-Belt Trip” te knipperen.
Houd terwijl “V-Belt Trip” knippert de linker
insteltoets minstens drie seconden inge-
drukt. Als de V-snaar wordt vervangen voordat de
indicator V-snaarvervanging “V-Belt” knip-
pert (dus voordat het
vervangingsinterval
van de V-snaar is bereikt), moet de indicator
“V-Belt” na de V- snaarvervanging worden
teruggesteld, zodat het eerstvolgende tijd-
stip voor V-snaarvervanging weer correct
wordt aangegeven.
Het elektrisch circuit van de indicator kan
via de volgende procedure worden getest. 1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “ ” is gezet.
2. Kijk of de indicator V-snaarvervanging
een paar seconden oplicht en dan
dooft.
3. Als de indicator V-snaarvervanging
niet gaat branden, vraag dan een
Yamaha-dealer het elektrisch circuit te
testen. Weergave omgevingstemperatuur/ge-
middeld brandstofverbruik/huidig
brandstofverbruik
Druk op de rechter insteltoets om de weer-
gave te wisselen tussen omgevingstempe-
ratuur “Air”, gemiddeld brandstofverbruik
“AVE_ _._ km/L” of “A
VE_ _._ L/100 km” en
huidig brandstofverbruik “km/L” of “L/100
km” in de volgende volgorde:
Air AVE_ _._ km/L of AVE_ _._ L/100 km
km/L of L/100 km Air
Alleen Verenigd Koninkrijk:
Druk op de rechter insteltoets om de weer-
gave te wisselen tussen omgevingstempe-
ratuur “Air”, gemiddeld brandstofverbruik
“AVE_ _._ MPG” en hu idig brandstofver-
1. Indicator V-snaarvervanging “V-Belt”1
1. Omgevingstemperatuur/gemiddeld brand-
stofverbruik/huidig brandstofverbruik
1
59C-9-D0.book 8 ページ 2011年9月13日 火曜日 午後4時24分
Page 24 of 96

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
1
23
4
5
6
7
8
9
bruik “MPG” in de volgende volgorde:
Air AVE_ _._ MPG MPG Air
OmgevingstemperatuurweergaveDit display toont de omgevingstemperatuur
van –9 C tot 40 C in stappen van 1 C.
Alleen Verenigd Koninkrijk:
15 F tot 104 F in stappen van 1 F.
De weergegeven temperatuur kan afwijken
van de omgevingstemperatuur. Door in-
drukken van de rechter insteltoets wisselt
de weergave van de omgevingstempera-
tuurmodus naar de modus gemiddeld
brandstofverbruik en de modus huidig
brandstofverbruik. Modus gemiddeld brandstofverbruik
De weergave van het gemiddelde brand-
stofverbruik kan worden ingesteld op “AVE_
_._ km/L” of “AVE_ _._ L/100 km” (behalve
voor het Verenigd Koninkrijk).
Alleen Verenigd Koninkrijk:
Het huidige brandstofverbruik wordt weer-
gegeven als “AVE_ _._ MPG”.
Deze weergave toont het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de weergave op nul
is teruggezet.
Als de weergave is ingesteld op “AVE_
_._ km/L”, wordt de afstand weergege-
ven die kan worden afgelegd op 1.0 L
brandstof.
Als de weergave is ingesteld op “AVE_
_._ L/100 km”, wordt de hoeveelheid
brandstof weergegeven die nodig is
om 100 km af te leggen.
Alleen Verenigd Koninkrijk: Als de
weergave is ingesteld op “AVE_ _._
MPG”, wordt de afstand weergegeven
die kan worden afgelegd op 1.0
Imp.gal brandstof.
Houd de linker insteltoets een seconde in-
gedrukt om te wisselen tussen de weerga-
ven voor het gemiddelde brandstofverbruik
terwijl een van de weergaven wordt ge-
toond (behalve voor het Verenigd Konink-
rijk).
Om de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik terug te stellen selecteert
u deze door op de rechter insteltoets te
drukken en dan de rechter insteltoets min-
stens een seconde lang ingedrukt te hou-
den.
OPMERKINGNa het terugstellen van een weergave van
het gemiddelde brandstofverbruik wordt “_
_._” weergegeven voor die weergave totdatde machine 1 km (0.6 mi) heeft afgelegd.
1. Omgevingstemperatuurweergave1
1. Weergave gemiddeld brandstofverbruik
1
59C-9-D0.book 9 ページ 2011年9月13日 火曜日 午後4時24分
Page 25 of 96

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
234
5
6
7
8
9
Modus huidig brandstofverbruikDe weergave van het huidige brandstofver-
bruik kan worden ingesteld op “km/L” of “L/
100 km” (behalve voor het Verenigd Ko-
ninkrijk).
Alleen Verenigd Koninkrijk:
Het huidige brandstofverbruik wordt weer-
gegeven als “MPG”.
Als de weergave is ingesteld op “km/
L”, wordt de afstand weergegeven die
onder de huidige omstandigheden kan
worden afgelegd op 1.0 L brandstof.
Als de weergave is ingesteld op “L/100
km”, wordt de hoeveelheid brandstof
weergegeven die nodig is om onder de
huidige omstandigheden 100 km af te
leggen.
Alleen Verenigd Koninkrijk: De afstand
die onder de huidige rijomstandighe-
den kan worden afgelegd met 1.0
Imp.gal brandstof wordt weergegeven.
OPMERKINGBij snelheden onder 10 km/h (6.0 mi/h)wordt “_ _._” weergegeven.
Zelfdiagnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor diverse elektrische circuits.
Als in een van deze circuits een storing
wordt gedetecteerd, gaat het waarschu-
wingslampje motorstoring branden en geeft
het display een foutcode weer.
Als het display foutcodes weergeeft, noteer
deze dan en vraag een Yamaha dealer om
het voertuig te controleren. Het zelfdiagnosesysteem detecteert ook
storingen in de circuits van het startblok-
keersysteem.
Als in een van de circuits van het startblok-
keersysteem een storing wordt gedetec-
teerd, knippert het controlelampje
startblokkering en geeft het display een
foutcode weer.
OPMERKINGAls het display foutcode 52 weergeeft, be-
treft dit mogelijk een storing in het transpon-
dersignaal. Als deze fout zich voordoet,probeer dan het volgende.
1. Start de motor met behulp van de co- deersleutel.OPMERKINGHoud andere startblokkeersleutels uit de
buurt van het contactslot en bewaar niet
meer dan één startblokkeersleutel aan de-
zelfde sleutelring! Startblokkeersleutels
kunnen signaalstoring veroorzaken, waar-
door de motor mogelijk niet kan worden ge-start.
2. Als de motor start, zet deze dan weer uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden gestart
met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeersleu-
1. Weergave huidig brandstofverbruik
1
1. Weergave foutcode
1
59C-9-D0.book 10 ページ 2011年9月13日 火曜日 午後4時24分
Page 26 of 96

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
1
23
4
5
6
7
8
9
tel en beide standaardsleutels naar
een Yamaha dealer en laat de stan-
daardsleutels opnieuw coderen.
LET OP
DCA11590
Wanneer het display een foutcode aan-
geeft, moet de machine zo spoedig mo-
gelijk worden gecontroleerd ommotorschade te voorkomen.
DAU12331
Antidiefstal-alarmsysteem
(optie) Dit model kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel antidief-
stal-alarmsysteem. Neem contact op met
een Yamaha dealer voor nadere informatie.
DAU1234A
Stuurschakelaars Links1. Lichtsignaalschakelaar “PASS”
2. Dimlichtschakelaar “ / ”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
4. Claxonschakelaar “ ”
1
2
34
59C-9-D0.book 11 ページ 2011年9月13日 火曜日 午後4時24分
Page 27 of 96

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
234
5
6
7
8
9
Rechts
DAU12360
Lichtsignaalschakelaar “PASS”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU12400
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor grootlicht
en op “ ” voor dimlicht.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar terug naar de middenstand. Om de richtin-
gaanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat
hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12660
Noodstopschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op “ ”. Zet deze schakelaar op “ ” om de
motor direct uit te schakelen in een noodge-
val, zoals wanneer de machine omslaat of
als de gaskabel blijft hangen.
DAU12721
Startknop “ ”
Druk met de zijstandaard omhoog op deze
knop terwijl u de voor- of achterrem be-
krachtigt om de motor te starten met de
startmotor. Zie pagina 5-1 voor startinstruc-
ties voordat u de motor start.
DAU41700
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring gaat branden als de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid en de startknop wordt inge-
drukt. Dit wijst echter niet op een storing.
DAU12733
Schakelaar alarmverlichting “ ”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ” kan
deze schakelaar worden gebruikt voor het
inschakelen van de alarmverlichting (gelijk-
tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP
DCA10061
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ontla-den.
1. Noodstopschakelaar “ / ”
2. Schakelaar alarmverlichting “ ”
3. Startknop “ ”
1
2
3
59C-9-D0.book 12 ページ 2011年9月13日 火曜日 午後4時24分
Page 28 of 96

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
1
23
4
5
6
7
8
9
DAU44910
Voorremhendel De voorremhendel bevindt zich aan de
rechterstuurgreep. Trek deze hendel naar
het stuur toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
De voorremhendel is voorzien van een stel-
wiel voor afstelpositie. Om de afstand tus-
sen de voorremhendel en de stuurgreep af
te stellen, wordt het stelwiel gedraaid terwijl
de voorremhendel van het stuur vandaan
wordt gehouden. Controleer of het correcte
instelpunt op het stelwiel tegenover het
“ ” merkteken op de voorremhendel staat.
DAU44921
Achterremhendel De achterremhendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek deze hendel naar het
stuur toe om de achterrem te bekrachtigen.
De achterremhendel is voorzien van een
stelwiel voor afstelpositie. Om de afstand
tussen de achterremhendel en de stuur-
greep af te stellen, wordt het stelwiel ge-
draaid terwijl de achterremhendel van het
stuur vandaan wordt gehouden. Controleer
of het correcte instelpunt op het stelwiel te-
genover het “ ” merkteken op de achter-
remhendel staat.
DAU12962
Achterremblokkeerhendel Dit voertuig is uitgerust met een achterrem-
blokkeerhendel waarmee het achterwiel
kan worden vergrendeld bij het stilstaan
voor verkeerslichten, spoorwegovergangen
etc.
Blokkeren van het achterwiel
Druk de achterremblokkeerhendel naar
links totdat deze vastklikt.
Deblokkeren van het achterwiel
Druk de achterremblo kkeerhendel terug in
de oorspronkelijke positie.OPMERKING
Zorg ervoor dat het achterwiel niet be-
weegt als de achterremblokkeerhen-
1. Voorremhendel
2. Stelwiel afstelpositie remhendel
3. “ ”-merkteken
4. Afstand tussen remhendel en stuurgreep
1
4
2
3
1. Achterremhendel
2. Stelwiel afstelpositie remhendel
3. “ ”-merkteken
4. Afstand tussen remhendel en stuurgreep
54321
3 2
1
4
1. Achterremblokkeerhendel
1
59C-9-D0.book 13 ページ 2011年9月13日 火曜日 午後4時24分
Page 29 of 96

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
234
5
6
7
8
9
del wordt bekrachtigd.
Bekrachtig voor een veilige blokkering
van het achterwiel eerst de achterrem-
hendel voordat u de achterremblok-keerhendel naar links beweegt.WAARSCHUWING
DWA12361
Beweeg de achterremblokkeerhendel
nooit naar links terwijl het voertuig in be-
weging is, anders zou u de macht over
het stuur kunnen verliezen of een onge-
val kunnen veroorzaken. Zorg ervoor dat
het voertuig tot stilstand is gekomen
voordat u de achterremblokkeerhendelnaar links beweegt.
DAU13175
Tankdop Om de tankdop te verwijderen1. Open het slotpaneel door de greep
omhoog te trekken.
2. Steek de sleutel in het slot en draai hem rechtsom. Het slot wordt ontgren-
deld en de tankdop kan worden verwij-
derd. Om de tankdop aan te brengen
1. Zet de uitlijnmerktekens tegenover el- kaar, steek de tankdop in de tankope-
ning en druk de dop omlaag.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor- spronkelijke positie en neem deze dan1. Openingshendel
2. Deksel
1
2
1. Tankdop
1. Referentiemerkteken
1
1
59C-9-D0.book 14 ページ 2011年9月13日 火曜日 午後4時24分
Page 30 of 96

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
1
23
4
5
6
7
8
9
uit.
3. Sluit het paneel.WAARSCHUWING
DWA11261
Controleer voor u gaat rijden of de
tankdop correct is aangebracht en ver-
grendeld. Door brandstoflekkage ont-staat brandgevaar.
DAU13221
Brandstof Controleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10881
Benzine en benzinedampen zijn zeer
brandbaar. Volg de onderstaande in-
structies om brand en ontploffing te
voorkomen en het letselrisico tijdens hettanken te verlagen.
1. Zet alvorens te tanken de motor af en zorg dat er niemand op de machine zit.
Rook nooit tijdens het tanken en tank
nooit in de nabijheid van vonken, open
vuur of andere ontstekingsbronnen zo-
als de waakvlammen van geisers en
kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Steek bij het tanken het vulpistool
goed in de vulopening van de brand-
stoftank. Stop met vullen zodra de
brandstof de onderkant van de vulhals
heeft bereikt. Omdat brandstof uitzet
als deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zorgen
dat brandstof uit de brandstoftank
stroomt. 3. Veeg uitgestroomde brandstof onmid-
dellijk af. LET OP: Veeg gemorste
brandstof onmiddellijk af met een
schone, droge, zachte doek, aange-
zien de brandstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10071]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15151
Benzine is giftig en kan letsel of overlij-
den veroorzaken. Spring zorgvuldig om
met benzine. Probeer nooit om benzine
via de mond over te hevelen. Roep on-
middellijk medische hulp in nadat u ben-
zine heeft ingeslikt, veel benzinedamp
heeft ingeademd of benzine in uw ogen
heeft gekregen. Als benzine op uw huid1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau2 1
59C-9-D0.book 15 ページ 2011年9月13日 火曜日 午後4時24分