YAMAHA TRACER 900 GT 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2021, Model line: TRACER 900 GT, Model: YAMAHA TRACER 900 GT 2021Pages: 116, PDF Size: 4.3 MB
Page 31 of 116
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-9
4
Als een storing wordt gedetecteerd,
gaat dit lampje branden en gaat het
waarschuwingspictogram oliedruk
knipperen.LET OP
DCA22441
Als het waarschuwin gslampje olie druk
en koelvloeistoftemperatuur niet uit gaat
na dat de motor is gestart of gaat bran-
d en terwijl de motor d raait, moet u on-
mi ddellijk de motor afzetten en de
machine stoppen. Als de motor oververhit raakt,
wor dt het waarschuwin gspicto-
g ram koelvloeistoftemperatuur
weer geg even. Laat de motor afkoe-
len. Controleer het koelvloeistofni-
veau (zie pa gina 7-36).
Als de motorolie druk laa g is, wor dt
het waarschuwin gspicto gram olie-
d ruk weer geg even. Controleer het
olieniveau (zie pa gina 7-10).
Als het waarschuwin gslampje blijft
b ran den nad at de motor is af ge-
koel d en het olieniveau in or de is
b evon den , laat
dan e
en Yamaha
d ealer de machine controleren. Rij d
niet ver der met de machine!
DAU92731
Waarschuwin gslampje hulpsystemen
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een probleem wordt gedetecteerd in een
niet-motorgerelateerd systeem.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Laat als dit niet het geval is de
machine nakijken door een Yamaha dealer.
DAU92575
Weer gavenDeze machine is uitgerust met twee dis-
plays: een hoofddisplay en een subdisplay.
Op de displays zijn de volgende items te
vinden:1. Snelheidsmeter
2. Toerenteller
3. Indicator snelschakelen “QS”
4. Aanduiding ingeschakelde versnelling
5. Voertuiginformatiedisplays
6. Instellingen MENU-pictogram “ ”
7. Indicator handvatverwarming
8. Indicator zadelverwarming (indien aanwezig)
9. Pictogram remregelsysteem “BC”
10.Klok
11.Weergave MODE
4
7
6
1011
12
9
35
8
UBAPD0D0.book Page 9 Thursday, December 24, 2020 11:07 AM
Page 32 of 116
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-10
4
OPMERKING Dit model is voorzien van TFT-LCD’s
(thin film transistor liquid crystal dis-
play) voor een goede contrastwerking
en leesbaarheid onder uiteenlopende
omstandigheden. Door de aard van
deze technologie is het normaal dat
een klein aantal pixels inactief is.
U kunt de weergave-eenheden wisse-
len tussen kilometers/mijlen en Celsi-
us/Fahrenheit. Zie “Unit” op pagina
4-20.
WAARSCHUWING
DWA18210
Zet de machine stil alvorens instellin gen
te wijzi gen. Het aan bren gen van wijzi-
g in gen tij dens het rij den kan u aflei den
en ver groot het risico op een on geval.Snelhei dsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.
Toerenteller
De toerenteller geeft het motortoerental
aan op basis van meting van de draaisnel-
heid van de krukas in omwentelingen per
minuut (tpm).
LET OP
DCA10032
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de ro de zone wijst.
Ro de zone: 10600 tpm en ho gerVoertui ginformatie displays
1. Rondetimer
2. Waarschuwingslampje oliedruk “ ”
3. Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
4. Waarschuwing hulpsysteem “ ”
5. Waarschuwingspictogram SCU-storing “”
6. Waarschuwing foutmodus “Err” (vervangt klok indien geactiveerd)
1. Voertuiginformatiedisplays
LAP
02
LATEST
00:12.3 4
00:01.23
1
4 3
2
6
5
1
1. Voertuiginformatiedisplays
1. Voertuiginformatiedisplays
11
UBAPD0D0.book Page 10 Thursday, December 24, 2020 11:07 AM
Page 33 of 116
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-11
4
De zes voertuiginformatiedisplays kunnen
afzonderlijk worden ingesteld voor weerga-
ve van de volgende items:
ODO: kilometerteller
F-TRIP: brandstofreserve-ritteller (al-
leen hoofddisplay (bovenste))
TRIP1: ritteller
TRIP2: ritteller
F.AVE: gemiddelde brandstofverbruik
F.CRNT: huidige brandstofverbruik
A.TEMP: luchttemperatuur
C.TEMP: koelvloeistoftemperatuur
Brandstofniveaumeter
FUEL CON: hoeveelheid verbruikte
brandstof
TRIP TIME: rijtijd
: snelheidsinstelling cruise control
De voertuiginformatiedisplays worden als
volgt bediend:
Draai de wielschakelaar om de cursor op
een informatiedisplay te plaatsen.
Druk de wielschakelaar naar binnen om de
geselecteerde weergave grijs te markeren.
Draai de wielschakelaar om een ander dis-
play-item te kiezen.
Druk de wielschakelaar naar binnen om het
nieuwe display-item te bevestigen.
OPMERKING In de modus LAP TIME worden de
twee voertuiginformatiedisplays op
het hoofddisplay vervangen door ron-
de-informatie.
De items TRIP1, TRIP2, F-TRIP,
F.AVE, FUEL CON en TRIP TIME kun-
nen afzonderlijk worden teruggesteld.Kilometerteller:De kilometerteller toont de totale afstand
die door de machine is afgelegd.OPMERKINGDe kilometerteller wordt vergrendeld bij
999999 en kan niet worden teruggesteld.Brandstofreserve-ritteller:Wanneer het reservepeil in de brandstof-
tank wordt bereikt, wordt automatisch F-
TRIP weergegeven en wordt de afgelegde
afstand vanaf dat punt geregistreerd. Na het tanken en een bepaalde afstand te
hebben gereden, zal F-TRIP weer automa-
tisch verdwijnen.
Rittellers:
TRIP1 en TRIP2 tonen de afgelegde af-
stand sinds de tellers voor het laatst wer-
den teruggesteld naar nul.OPMERKINGTRIP1 en TRIP2 worden teruggesteld naar
0 nadat 9999.9 is bereikt en gaan vervol-
gens opnieuw tellen.Gemiddeld brandstofverbruik:De weergave van het gemiddelde brand-
stofverbruik kan worden ingesteld op
UBAPD0D0.book Page 11 Thursday, December 24, 2020 11:07 AM
Page 34 of 116
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-12
4
OPMERKINGNadat u de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik hebt teruggesteld, wordt
“--.-” weergegeven totdat 1 km met de ma-
chine is afgelegd.Huidig brandstofverbruik:De weergave van het huidige brandstofver-
bruik kan worden ingesteld op “km/L” of
“L/100km”. Zie pagina 4-20.OPMERKING
weergegeven.Luchttemperatuur:De luchttemperatuur wordt getoond van …9
°C (16 °F) tot 50 °C (122 °F) in stappen van
1 °C (1 °F). De weergegeven temperatuur
kan afwijken van de werkelijke omgevings-
temperatuur.
OPMERKING Als de gedetecteerde temperatuur la-
ger is, wordt “--” weergegeven.
Als de gedetecteerde temperatuur ho-
ger is, wordt “--” weergegeven.Koelvloeistoftemperatuur:De koelvloeistoftemperatuur wordt ge-
toond van 40 °C (104 °F) tot 124 °C (255 °F)
in stappen van 1 °C (1 °F).OPMERKINGAls de koelvloeistoftemperatuur lager
is dan 40 °C (104 °F), geeft de weerga-
ve koelvloeistoftemperatuur “Lo” weer
Als de koelvloeistoftemperatuur hoger
is dan 124 °C (255 °F), geeft de weer-
gave koelvloeistoftemperatuur “Hi”
weerBrandstofniveaumeter:
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de brandstoftank aanwe-
zig is. De displaysegmenten van de
brandstofniveaumeter verdwijnen van “F”
(vol) naar “E” (leeg) naarmate het brand-
stofniveau verder daalt. Als het laatste seg-
ment begint te knipperen, dient u zo snel
mogelijk te tanken.
Ritteller brandstofverbruik:Geeft aan hoeveel brandstof is verbruikt
sinds de ritteller voor het laatst werd terug-
gesteld.OPMERKINGHet huidige verbruik dient alleen gebruikt te
worden als algemene referentie. Gebruik
dit getal niet om de afstand te schatten die
met de huidige brandstoftank kan worden
afgelegd.Rittijd:Geeft de draaitijd van de motor aan.
UBAPD0D0.book Page 12 Thursday, December 24, 2020 11:07 AM
Page 35 of 116
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-13
4
Snelheidsinstelling cruise control:Geeft de geselecteerde snelheidsinstelling
voor de cruise control aan. Zie voor aan-
passing van deze snelheidsinstelling pagi-
na 3-1 voor uitleg over de werking van de
cruise control.
Om items op informatiedisplays terug testellen (indien mogelijk):1. Draai de wielschakelaar om een van
de zes voertuiginformatiedisplays te
markeren.
2. Druk de wielschakelaar naar binnen
om het informatiedisplay te selecte-
ren.
3. Draai de wielschakelaar om het ge-
wenste display-item te selecteren.
4. Houd de wielschakelaar ingedrukt tot- dat het display-item wordt terugge-
steld.
Aan dui din g in geschakel de versnellin g
Geeft weer welke versnelling is ingescha-
keld. Dit model heeft 6 versnellingen en een
vrijstand. De vrijstand wordt aangegeven door het vrijstandcontrolelampje “ ” en
door de aanduiding voor de ingeschakelde
versnelling “ ”.
Weer
gave MODE
Deze weergave toont de huidige instellin-
gen voor “D-MODE”, “SUS-MODE” en
“TCS-MODE”. De modus die vergroot aan
de rechterzijde wordt weergegeven kan
worden bijgesteld met de schakelaars
MODE omhoog/omlaag. Gebruik de scha-
kelaar “MODE” om linksom te wisselen tus-
sen “TCS-MODE”, “SUS-MODE” en “D-
MODE”. Zie pagina 3-3 voor informatie over instel-
lingen voor “D-MODE”, “TCS-MODE” en
“SUS-MODE”.
OPMERKING
Als het storingsindicatielampje “ ”,
de waarschuwing hulpsysteem “ ”
of de waarschuwing
koelvloeistoftemperatuur “ ” op-
licht, kunnen “D-MODE”, “SUS-MO-
DE” en “TCS-MODE” niet worden
bijgesteld.
Als het waarschuwingspictogram
SCU-storing “ ” oplicht, kan “SUS-
MODE” niet worden bijgesteld.
De eerder geselecteerde modi worden
weergegeven als de machinevoeding
wordt ingeschakeld.Selecteer om de tractieregeling uit te scha-
kelen “TCS-MODE” met de schakelaar
“MODE” en houd vervolgens de schakelaar
MODE omhoog ingedrukt totdat “OFF”
wordt weergegeven. Druk om TCS weer in
te schakelen op de schakelaar MODE om-
laag (“TCS-MODE” zal terugkeren naar de
eerdere instelling).OPMERKINGAls “TCS-MODE” op “OFF” wordt ge-
zet, worden TCS, SCS en LIF ook uit-
geschakeld.
UBAPD0D0.book Page 13 Thursday, December 24, 2020 11:07 AM
Page 36 of 116
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-14
4
De instellingen “TCS-MODE OFF” en
“TCS-MODE M” kunnen alleen wor-
den geselecteerd als de machine stil-
staat.Klok
De klok maakt gebruik van een 12-uursy-
steem.
Zie pagina 4-20 voor het instellen van de
klok.
Indicator snelschakelen “QS”
Als er kan worden geschakeld, wordt de
respectievelijke QS of groen.
Als er niet kan worden geschakeld, is de
QS wit.
Als de QS-functie is uitgeschakeld, wordt
de QS zelf niet weergegeven.
De QS-functies kunnen worden in- of uitge-
schakeld via het instellingen MENU. Zie pa-
gina 4-18.OPMERKINGDe functies voor op- en terugschakelen zijn
onafhankelijk en kunnen afzonderlijk van el-
kaar worden geactiveerd.
Zie voor meer informatie over het QS-sy-
Picto gram instellin genmenu “ ”
Selecteer dit pictogram en druk op de wiel-
schakelaar om instellingen te wijzigen via
het instellingenmenu. (Zie pagina 4-17.)
In dicator han dvatverwarmin g
De handvatverwarming kan worden ge-
bruikt wanneer de motor draait. Er zijn 10
temperatuurniveaus. Indien geactiveerd
geeft de indicator het temperatuurniveau
van 1 (laagste) tot 10 (hoogste) aan.
Gebruik om de handvatverwarming te acti-
veren de wielschakelaar om de handvatver-
warmingsweergave te markeren met de
cursor.
Druk de wielschakelaar naar binnen om de
handvatverwarmingsfunctie te selecteren.
Draai na de selectie de wielschakelaar om-
hoog of omlaag om het temperatuurniveau
in te stellen.
Druk de wielschakelaar naar binnen om het
temperatuurniveau te bevestigen en de
handvatverwarmingsfunctie af te sluiten.LET OP
DCA17932
Draa g hand schoenen wanneer u de
hand vatverwarmin g g eb ruikt.
Gebruik de han dvatverwarmin g niet
b ij warm weer.
Als het stuurhan dvat of d e gashen-
d el versleten of beschad igd is, ge-
b ruik de han dvatverwarmin g dan
niet meer en vervan g han dvat en
hend el.
Indicator za delverwarmin g (in dien aan-
wezi g)
De zadelverwarming kan worden gebruikt
wanneer de motor draait. Er zijn 10 tempe-
ratuurniveaus. Indien geactiveerd geeft de
indicator het temperatuurniveau van 1
(laagste) tot 10 (hoogste) aan.
Gebruik om de zadelverwarming te active-
ren de wielschakelaar om de handvatver-
warmingsweergave te markeren met de
cursor.
Druk de wielschakelaar naar binnen om de
zadelverwarmingsfunctie te selecteren.
Draai na de selectie de wielschakelaar om-
hoog of omlaag om het temperatuurniveau
in te stellen.
Druk de wielschakelaar naar binnen om het
temperatuurniveau te bevestigen en de za-
delverwarmingsfunctie af te sluiten.LET OP
DCA25721
Zor g d at u beschermen de kled ing
d raa gt die uw heupen en benen be-
d ekt wanneer u d e zadelverwar-
min g g eb ruikt.
UBAPD0D0.book Page 14 Thursday, December 24, 2020 11:07 AM
Page 37 of 116
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-15
4
Gebruik de za delverwarmin g niet
b ij warm weer.
Als het za del versleten of b escha-
d igd is, geb ruik de za delverwar-
min g d an niet meer en vervan g het
za del.De functie van de wielschakelaar kan in de
handvat-/zadelverwarmingsmodus worden
vergrendeld door de wielschakelaar lang
ingedrukt te houden terwijl de indicator
handvatverwarming of de indicator zadel-
verwarming door de cursor is gemarkeerd.
In deze modus kunnen de temperatuurni-
veaus direct worden bijgesteld door de
wielschakelaar omhoog of omlaag te draai-
en.
Druk in deze modus de wielschakelaar naar
binnen om te wisselen tussen de functies
voor de handvatverwarming en zadelver-
warming.
Houd de wielschakelaar ingedrukt om deze
modus af te sluiten en de normale werking
van de wielschakelaar te herstellen.OPMERKINGDe huidige instellingen voor de handvatver-
warming/zadelverwarming worden opge-
slagen wanneer de machine wordt
uitgeschakeld.
Ron detimer
Deze stopwatchfunctie kan worden geacti-
veerd via het instellingenmenu. (Zie pagina
4-17.)
Na activering worden de twee voertuigin-
formatiedisplays op het hoofddisplay ver-
vangen door:
Druk om de timer te starten de dimlicht-
schakelaar/lichtsignaalschakelaar omlaag
naar “PASS”.
Telkens als op de dimlichtschakelaar/licht-
signaalschakelaar wordt gedrukt, wordt het
aantal ronden met 1 verhoogd en wordt de
huidige rondetijd teruggesteld.
Druk om de rondetimer te pauzeren de
wielschakelaar naar binnen. Druk om de pauze op te heffen de dimlicht-
schakelaar/lichtsignaalschakelaar omlaag
naar “PASS”. De werking van de timer
wordt hervat zonder dat een nieuwe ronde
wordt geteld.
Om de rondetijdmodus af te sluiten, scha-
kelt u deze uit in het instellingen MENU. (Zie
pagina 4-17.)
OPMERKING
De rondetimer kan alleen worden ge-
start als de motor draait.
Als op de dimlichtschakelaar/lichtsig-
naalschakelaar wordt gedrukt, knip-
pert de koplamp.
Telkens als de rondetimer is gepau-
zeerd, kan de werking worden hervat
door op de dimlichtschakelaar/licht-
signaalschakelaar te drukken.Picto gram remre gelsysteem “BC”
Dit pictogram wordt vervangen door de
waarschuwing hulpsysteem en de waar-
schuwing koelvloeistoftemperatuur als
deze worden geactiveerd.
Zie voor meer informatie over het BC-sy-
steem “BC” op pagina 3-6.
1. Rondeteller
2. Huidige rondetijd
3. Tijd laatste/vorige ronde
LAP
02
LATEST
00:12.3 4
00:3 0.23
2
1
3
UBAPD0D0.book Page 15 Thursday, December 24, 2020 11:07 AM
Page 38 of 116
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-16
4
Waarschuwin g foutmod us “Err”
Als zich een interne fout voordoet (bijv. uit-
val van de communicatie met een systeem-
regelaar), verschijnt de waarschuwing
foutmodus als volgt.
“Err” en waarschuwingslampje “ ” dui-
den op een ECU-fout.
“Err” en het waarschuwingspictogram
SCU-storing “ ” duiden op een SCU-
fout.
Alleen “Err” duidt op een ABS ECU-fout.OPMERKINGAfhankelijk van de aard van de fout werkt
het display mogelijk niet goed, waardoor
het onmogelijk kan zijn om de TCS-instel-
lingen te wijzigen. Daarnaast werkt het
ABS-systeem mogelijk niet goed. Wees ex-
tra voorzichtig bij het remmen en vraag on-
middellijk een Yamaha-dealer om de
machine na te kijken.Waarschuwin gspicto gram SCU-storin g
“ ”
Dit pictogram verschijnt als er een pro-
bleem wordt gedetecteerd in de voor- of
achtervering. Waarschuwin
g hulpsysteem “ ”
Dit pictogram verschijnt als er een pro-
bleem wordt gedetecteerd in een niet-
motorgerelateerd systeem.
Waarschuwin gslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit pictogram verschijnt als de koelvloei-
stoftemperatuur oploopt tot 116 °C (241 °F)
of hoger. Stop de machine en schakel de
motor uit. Laat de motor afkoelen.
LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.Waarschuwin gslampje olie druk “ ”
Dit pictogram verschijnt als de motorolie-
druk laag is. Als de machine voor het eerst
wordt ingeschakeld, moet nog oliedruk
worden opgebouwd. Daarom wordt dit pic-
togram weergegeven totdat de motor is ge-
start.OPMERKINGAls een storing wordt gedetecteerd, zal het
waarschuwingspictogram oliedruk doorlo-
pend knipperen.
LET OP
DCA26410
Laat de motor niet draaien als d e olie-
d ruk laa g is.
UBAPD0D0.book Page 16 Thursday, December 24, 2020 11:07 AM
Page 39 of 116
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-17
4
DAU92793
Instellin gen MENUHet scherm MENU bevat de volgende in-
stellingenmodules. Selecteer een module
om gerelateerde instellingen te wijzigen. Toe
gan g en geb ruik van het instellin gen
MENU
Het instellingen MENU wordt als volgt ge-
bruikt:
Draai de wielschakelaar omhoog of omlaag
om items te markeren of waarden te verho-
gen of verlagen en druk de wielschakelaar
kort naar binnen om de selectie te bevesti-
gen.
Houd de wielschakelaar ingedrukt totdat
het scherm terugkeert naar de hoofdweer-
gave om het MENU op enig moment te ver-
laten.
OPMERKING Sommige schermen van het instellin-
genmenu bevatten een naar boven
wijzend driehoeksymbool. Selecteer
het driehoeksymbool om aangebrach-
te wijzigingen op te slaan en het huidi-
ge scherm af te sluiten.
Als er machinebeweging wordt gede-
tecteerd, zal het systeem automatisch
het instellingen MENU afsluiten en te-
rugkeren naar het hoofdscherm.
Sluit elk menu af met het drie-
hoeksymbool (indien weergegeven)
om te verzekeren dat de gewenste
wijzigingen worden opgeslagen. Als u
het instellingenmenu afsluit door de
wielschakelaar ingedrukt te houden,
worden wijzigingen mogelijk niet op-
geslagen.
“Display Settin g”
Met deze module kunt u de rondetijdmo-
dus en de toerentellerkleurmodus in- of uit-
schakelen.
Als de rondetijdmodus is geactiveerd, ge-
ven de twee voertuiginformatiedisplays op
het hoofddisplay een rondetimer en een
Mo dule Beschrijvin g
“Exit” MENU afsluiten en terug-
keren naar het hoofd-
scherm
“Display Set-
ting” Rondetijdmodus in- of uit-
schakelen en toerenteller-
kleur aanpassen
“Manual TCS
Setting” TCS/SCS/LIF-instellingen
voor “TCS-MODE M” aan-
passen
“Vehicle Set-
ting” BC/QS-instellingen aan-
passen
“Shift Indica-
tor” Schakelindicator in- of uit-
schakelen en instellingen
van de toerenteller aan-
passen
“Maintenance” Onderhoudsintervallen be-
kijken en terugstellen
Display S
etting
Exit
Manual TCS S ettingVehicle S ettingShift Indicator
km/h
MENU
Brandstofverbruik en
maateenheden instellen
Helderheid van het scherm
aanpassen
Klok aanpassen
CalibrationŽ Een sensorkalibratie uit-
voeren
Alle instellingen terugzet-
ten naar fabrieksinstellin-
gen
Lap Time OFFTacho Color OFF
km/h
Display Setting
UBAPD0D0.book Page 17 Thursday, December 24, 2020 11:07 AM
Page 40 of 116
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-18
4
rondeteller weer. Schakel om de rondetijd-
modus af te sluiten de rondetimer uit in de
display-instelmodule.
Selecteer ON om de toerenteller te wisse-
len naar de kleurmodus.
“Manual TCS Settin g”
Met deze module kunt u de “TCS-MODE
M” aanpassen. Deze modus is toegankelijk
via het hoofdscherm door middel van de
schakelaars MODE.
TCSDit model gebruikt een variabel tractiecon-
trolesysteem. Voor elk instelllingsniveau
geldt dat hoe meer de machine helt, hoe
meer tractiecontrole (systeeminterventie) er
wordt toegepast.
Er zijn 3 instellingsniveaus beschikbaar
voor de “TCS-MODE M”. Instellingsniveau 1 oefent de minste alge-
hele systeeminterventie uit, terwijl instel-
lingsniveau 3 de meeste algehele
tractiecontrole uitoefent.
OPMERKING
TCS kan alleen worden in- of uitge-
schakeld via het hoofddisplay met be-
hulp van de schakelaars MODE.
SCS en LIF kunnen onafhankelijk van
TCS worden uitgeschakeld voor
“TCS-MODE M”.
Als “TCS-MODE” op “OFF” wordt ge-
zet op het hoofddisplay: worden TCS,
SCS en LIF ook uitgeschakeld.SCSSCS kan worden ingesteld op OFF, 1, 2 en
3.
OFF schakelt de anti-uitbreekregeling uit,
instellingsniveau 1 oefent de minste sy-
steeminterventie uit en instellingsniveau 3
oefent de meeste systeeminterventie uit.
LIFLIF kan worden ingesteld op OFF, 1, 2 en 3.
Instellingsniveau 1 oefent de minste sy-
steeminterventie uit en instellingsniveau 3
reduceert het loskomen van het voorwiel
het meest.
OFF schakelt LIF uit. “Vehicle Settin
g”
Via de voertuiginstelmodule kunt u de in-
stellingen van het BC- en QS-systeem aan-
passen.
BC
Het remregelsysteem heeft twee instellin-
gen, BC1 en BC2. Selecteer BC1 als u al-
leen het standaard ABS wilt gebruiken.
TCS 1SC S 1LIF 1
km/h
Manual TCS Setting
BC SettingQS S etting
km/h
Vehicle Setting
km/h
BC Setting
BC
2
UBAPD0D0.book Page 18 Thursday, December 24, 2020 11:07 AM