CITROEN JUMPER 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
Page 121 of 248
Uitrusting
11 9
6
ACCESSOIRES
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP06_ACCESSOIRES_ED01-2014
OVERIGE ACCESSOIRES
Al deze accessoires en onderdelen zijn,
na getest en goedgekeurd te zijn ten
aanzien van bedrijfszekerheid en veiligheid,
aangepast aan uw auto. U hebt een ruime
keuze aan originele onderdelen.
"Comfort":
Windgeleiders, koelbox, parfumeur,
leeslamp, aansteker, verplaatsbare asbak,
antislipbekleding, parkeerhulp achter...
"Bescherming":
Matten, spatsierstukken, beschermhoes voor
de auto, stoelhoezen, roosters voor de ruiten
in de achterdeuren, dubbele achterdeuren
met veiligheidssloten, lakreparatiestickers... "Veiligheid":
Inbraakalarm, tracking-systeem,
sneeuwkettingen, sneeuwsokken,
kinderzitjes, EHBO-set, gevarendriehoek,
veiligheidsvest, brandblusser,
veiligheidsgordel voor huisdieren,
gordelmes/ruithamer...
"Styling":
Lichtmetalen velgen...
"Multimedia":
CD-speler, Wifi on Board, semi-geïntegreerd
navigatiesysteem, handsfree sets, rij-
assistenten, houder multimediasysteem
achter, DVD-speler, updates voor
kaartgegevens navigatiesysteem, portable
navigatiesystemen, telefoonhouder, digitale
radio, autoradio's, 230V-aansluiting...
"Vervoersoplossingen":
Trekhaken, 7/13-polige, 7/7-polige
en 13-polige trekhaakbedradingen,
beschermsets voor het interieur, vloer
met antisliplaag, wielkastbescherming,
scheidingswanden, dakstangen, imperiaals,
dakladder, laadrol voor imperiaal, loopplaat
voor imperiaal...
Installeren van
radiocommunicatiezenders
Raadpleeg voordat u een
radiocommunicatiezender met
buitenantenne in uw auto laat installeren
een vertegenwoordiger van het merk
CITROËN.
Het CITROËN-netwerk stelt u de technische
gegevens (frequentieband, maximaal
uitgangsvermogen, positie antenne,
specifieke installatievoorschriften) van
de voor montage geschikte zenders
ter beschikking, volgens de Richtlijn
Elektromagnetische Compatibiliteit
(2004/104/EG).
Het monteren van elektrische uitrustingen
of accessoires die niet onder een
artikelnummer in het assortiment van
CITROËN voorkomen, kan storingen in het
elektrische systeem van uw auto veroorzaken.
Houd rekening met deze bijzonderheid en wij
raden u aan contact op te nemen met een
vertegenwoordiger van het merk om u te laten
informeren over het assortiment originele
uitrustingen en accessoires.
Afhankelijk van het land van
bestemming is de aanwezigheid van
een veiligheidsvest, een gevarendriehoek,
een lampenset en een alcoholtester in de
auto verplicht.
Om te voorkomen de bediening van de pedalen
gehinderd wordt:
- controleer of de mat goed op zijn plaats ligt
en goed bevestigd is,
- gebruik nooit meer dan een mat per plaats.
Page 122 of 248
Uitrusting
120
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP06_ACCESSOIRES_ED01-2014
SNEEUWKETTINGEN
Onder winterse omstandigheden verbeteren
sneeuwkettingen de tractie en het
remgedrag van de auto. Uitsluitend de aangedreven wielen
mogen van sneeuwkettingen worden
voorzien. Een noodreservewiel mag niet
worden voorzien van een sneeuwketting.
Houd u altijd aan de ter plekke
geldende regelgeving over het gebruik
van sneeuwkettingen en de maximaal
toegestane snelheid. Montagetips
Als u onderweg sneeuwkettingen moet
monteren, zet de auto dan langs de
kant van de weg stil op een vlakke
ondergrond.
Trek de handrem aan en plaats
eventueel wielblokken voor of achter
de wielen om te voorkomen dat de auto
wegglijdt.
Monteer de sneeuwkettingen, volg
daarbij de aanwijzingen van de
fabrikant.
Rijd langzaam weg en rijd een klein
stukje met een snelheid van maximaal
50 km/h.
Zet de auto stil en controleer of de
kettingen correct gespannen zijn.
Rijd niet met sneeuwkettingen op een
sneeuwvrij gemaakte weg om schade
aan de banden en het wegdek te voorkomen.
Het is raadzaam voor vertrek het monteren
van de sneeuwkettingen te oefenen; doe
dit op een vlakke en droge ondergrond.
Als uw auto is voorzien van lichtmetalen
velgen, controleer dan of de ketting en de
bevestigingen de velg niet raken.
Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt
zijn voor het type velg van uw auto:
Maat van de af
fabriek gemonteerde banden Maximale afmeting
van de schakels
215/70 R15 12 mm
225/75 R15 16 mm
215/75 R16 16 mm
225/75 R16 16 mm
Neem voor meer informatie over
sneeuwkettingen contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Page 123 of 248
Onderhoud met TOTAL
121
7
ONDERHOUD
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP07_VERIFICATIONS_ED01-2014
TOTAL & CITROËN
Partners in prestaties en respect voor het milieu
Innovatie voor nog betere prestaties
Sinds meer dan 40 jaar ontwikkelen de Research
& Development-teams van TOTAL voor CITROËN
smeermiddelen die geschikt zijn voor de nieuwste
technologieën die in auto’s van het merk CITROËN
worden toegepast, zowel voor wedstrijddoeleinden
als gebruik in het dagelijkse leven.
Zo kunt u rekenen op de beste prestaties van de
motor.
Een optimale bescherming van
uw motor
Het gebruik van TOTAL
smeermiddelen bij het onderhoud van
uw CITROËN zorgt voor een langere
levensduur en betere prestaties van
de motor, waarbij tevens het milieu
wordt gerespecteerd.
prefereert
Page 124 of 248
122
Motorruimte
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP07_VERIFICATIONS_ED01-2014
Binnenzijde
Deze handeling mag alleen worden uitgevoerd als de
auto stilstaat en het bestuurdersportier geopend is.
Trek aan de hendel aan de zijkant van het
dashboard.
Buitenzijde
Duw de veiligheidshaak aan de bovenzijde van
de grille naar rechts en til de motorkap op. Plaats de motorkapsteun in de houder
alvorens de motorkap te sluiten.
Laat de motorkap voorzichtig zakken en laat
deze aan het einde van de slag in het slot vallen.
MOTORKAP OPENEN
Open de motorkap niet als het hard
waait.
Wees bij warme motor voorzichtig met het
bedienen van de veiligheidshaak en de
motorkapsteun (kans op brandwonden). Als de motorkap niet goed
is vergrendeld, gaat op
het instrumentenpaneel dit
verklikkerlampje branden.
Zet het contact altijd met de sleutel
af als u handelingen onder de
motorkap wilt uitvoeren om letsel door het
automatisch activeren van de START-stand
te voorkomen.
MOTORKAP SLUITEN
Motorkapsteun
Maak de motorkapsteun los en steek deze
in de eerste en vervolgens de tweede
uitsparing van de motorkap.
In verband met de aanwezigheid
van elektrische uitrustingen in
de motorruimte wordt geadviseerd om
blootstelling aan water (regen, wassen, ...)
te beperken.
Page 125 of 248
123
7
Motorruimte
ONDERHOUD
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP07_VERIFICATIONS_ED01-2014
1. Reservoir ruiten- en koplampsproeiervloeistof.
2. Zekeringkast.
3. Reservoir koelvloeistof.
4. Reservoir rem- en koppelingsvloeistof.
5. Luchtfilter. 6. Motoroliepeilstok.
2,2 l HDi-motor.
7. Motorolie (bij)vullen.
2,2 l HDi-motor.
8. Reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof.
Accu-aansluitingen:
+ Metalen positieve aansluiting.
- Metalen negatieve aansluiting (massa).
ONDER DE MOTORKAP (DIESELMOTOREN)
Page 126 of 248
Niveaus en controles
124
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP07_VERIFICATIONS_ED01-2014
Afgewerkte producten
Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie en andere vloeistoffen.
De meeste van deze vloeistoffen zijn bijtend
en schadelijk voor de gezondheid.
Gooi afgewerkte olie en andere vloeistoffen
niet in het riool, in het water of op de grond.
Deponeer afgewerkte olie in de daarvoor
bestemde containers bij het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
NIVEAUS
Voer de onderstaande controles
regelmatig uit om uw auto in goede
staat te houden. Raadpleeg de voorschriften
in het CITROËN-netwerk of in het
garantie- en onderhoudsboekje dat bij dit
instructieboekje zit.
Voor het behoud van de bedrijfszekerheid van de
motoren en de emissieregelsystemen mogen in geen
geval additieven aan de motorolie worden toegevoegd.
Remvloeistof verversen
De remvloeistof dient volgens de door de
fabrikant voorgeschreven intervallen te
worden ververst.
Gebruik remvloeistof die door de fabrikant
wordt aanbevolen en aan de DOT4-normen
voldoet.
Het niveau dient steeds tussen de
merktekens MINI en MAXI van het reservoir
te staan.
Raadpleeg als het reservoir vaak bijgevuld
moet worden zo snel mogelijk het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Let erop dat u bij het eventueel
verwijderen en monteren van de
afdekkap van de motor, de bevestigingsclips
niet beschadigt. Oliepeilstok
2 merktekens op de
peilstok:
Olie verversen
Dit dient volgens het onderhoudsschema van de
fabrikant te worden uitgevoerd. Raadpleeg de
voorschriften in het CITROËN-netwerk.
Neem voordat u olie bijvult de peilstok uit de houder.
Controleer na het bijvullen het motorolieniveau (het
niveau mag niet boven het bovenste merkteken
uitkomen).
Draai de olievuldop vast alvorens de motorkap te
sluiten.
Keuze van de viscositeitsgraad
De olie die wordt gebruikt voor het bijvullen
of het verversen dient aan de door de
fabrikant voorgeschreven normen te voldoen.
Verklikkerlampjes
Zie de rubriek "Voordat u gaat rijden -
Cockpit" voor meer informatie over de
verklikkerlampjes.
A
= maxi.
Raadpleeg het CITROËN-
netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats als het oliepeil
boven dit merkteken uitkomt.
B = mini.
Laat het oliepeil nooit onder
dit merkteken uitkomen.
Motorolieniveau
Regelmatig controleren en tussen twee
verversingen eventueel olie bijvullen
(maximum olieverbruik: 0,5 liter per
1.000 km). De controle dient bij koude
motor en horizontaal geplaatste auto te
geschieden, met behulp van de oliepeilstok.
Page 127 of 248
Niveaus en controles
125
7
ONDERHOUD
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP07_VERIFICATIONS_ED01-2014
Koelvloeistofniveau
Gebruik om ernstige motorschade te
voorkomen uitsluitend door de fabrikant
aanbevolen koelvloeistof. Als de motor warm
is, wordt de temperatuur van de koelvloeistof
geregeld door de koelventilator. Wacht voor
werkzaamheden aan het koelsysteem ten
minste 1 uur nadat de motor gedraaid heeft,
omdat de koelventilator nog kan (gaan)
werken als de sleutel uit het contactslot is
verwijderd en het koelsysteem onder druk
staat.
Draai de dop eerst een kwart omwenteling
los om de druk te laten dalen en te
voorkomen dat de hete koelvloeistof uit
het koelsysteem spuit. Trek, als de druk
eenmaal gedaald is, de dop los en vul
koelvloeistof bij.
Vloeistofniveau stuurbekrachtiging
Controleer het niveau van de
stuurbekrachtigingsvloeistof als de auto op
een vlakke ondergrond staat en de motor
koud is. Draai de dop met geïntegreerde
peilstok los en controleer of het niveau
tussen de merktekens MINI en MAXI staat.
Om bij de dop van het reservoir te kunnen
komen moet de beschermkap worden
verwijderd door de drie bevestigingsbouten
los te maken. Vervolgens moet een tweede
kap op de dop worden verwijderd. Bijvullen
Het niveau dient steeds tussen de
merktekens MINI en MAXI van het
expansievat te staan. Laat het koelsysteem,
als meer dan 1 liter moet worden bijgevuld,
controleren door het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Vloeistofniveau ruiten- en koplampsproeiers
Inhoud reservoir: ongeveer 5,5 liter.
Trek om bij de dop van het reservoir te
kunnen komen aan de telescoopbuis en
draai de dop een kwart omwenteling los.
Om een optimale reiniging te garanderen en
bevriezing te voorkomen, dient het bijvullen
of vervangen van deze vloeistof niet met
water te worden uitgevoerd.
Gebruik in de winter bij voorkeur vloeistof op
basis van ethanol of methanol.
Om bij de vuldop te kunnen komen moet de
beschermkap worden verwijderd. Doe dit door
de drie bevestigingsbouten los te maken.
Laat het koelsysteem, als vaak koelvloeistof
moet worden bijgevuld, zo snel mogelijk
controleren door het CITROËN-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats.
Page 128 of 248
Niveaus en controles
126
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP07_VERIFICATIONS_ED01-2014
Deze sticker, die hoort bij het Stop & Start-
systeem, geeft aan dat er een speciale
12V-loodaccu is gebruikt die alleen
losgekoppeld en/of vervangen mag worden
door het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats. Voer de onderstaande controles
regelmatig uit om uw auto in goede
staat te houden. Raadpleeg de voorschriften
in het CITROËN-netwerk of in het garantie-
en onderhoudsboekje onderhoudsboekje dat
bij dit instructieboekje zit.
CONTROLES
Accu
Laat uw accu voor de winter controleren
door het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Aftappen van water in het brandstoffilter
Als dit lampje gaat branden, moet
het brandstoffi lter worden afgetapt.
Om te voorkomen dat het lampje
gaat branden kan het fi lter ook op
regelmatige basis worden afgetapt, bijvoorbeeld bij
een onderhoudsbeurt.
Draai de aftapplug of de sensor water in brandstoffi lter
aan de onderzijde van het fi lter los. Ga door met
aftappen tot al het water uit het fi lter is weggelopen.
Draai vervolgens de aftapplug of de sensor weer vast.
Luchtfilter en interieurfilter
Een verstopt interieurfilter vermindert
de prestaties van de airconditioning
en kan stankoverlast in het interieur
veroorzaken. Raadpleeg het garantie- en
onderhoudsboekje voor informatie over het
vervangingsinterval van de filterelementen.
Als de omgeving (veel stof) en de
gebruiksomstandigheden van de auto (veel
stadsverkeer) daartoe aanleiding geven,
moeten de filters twee keer zo vaak worden
vervangen.
Raadpleeg de rubriek "Onderhoud -
Motorruimte".
De HDi-motoren zijn technologisch
geavanceerde motoren. Laat
werkzaamheden aan deze motoren altijd
uitvoeren door gekwalificeerde technici
van het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Page 129 of 248
Niveaus en controles
127
7
ONDERHOUD
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP07_VERIFICATIONS_ED01-2014
Handgeschakelde versnellingsbak
Laat het niveau controleren volgens het
onderhoudsschema van de constructeur.
Gebruiksvoorschrift
Raadpleeg de bladzijden in het garantie- en
onderhoudsboekje, die betrekking hebben
op de motoruitvoering van uw auto, voor
het laten controleren van de belangrijkste
niveaus en bepaalde onderdelen volgens
het onderhoudsschema van de constructeur.
Gebruik uitsluitend door CITROËN
aanbevolen producten of gelijkwaardige
kwaliteitsproducten.
Om de werking van belangrijke organen
zoals het remsysteem te optimaliseren,
worden door CITROËN specifieke producten
geselecteerd en aangeboden.
Oliefilter
Vervang het oliefilterelement regelmatig,
volgens het onderhoudsschema van de
constructeur.
Remblokken
De slijtage van de remblokken is sterk afhankelijk
van de rijstijl, vooral bij stadsverkeer en veel
korte ritten. Hierdoor kan het noodzakelijk
blijken om de remblokken vaker, tussen twee
onderhoudscontroles door, te laten controleren.
Slijtage remschijven/-trommels
Raadpleeg voor meer informatie over de
controle van uw remschijven/-trommels het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Handrem
Als de handrem een te grote slag heeft
of als het systeem minder goed werkt,
moet de handrem zelfs tussen twee
onderhoudscontroles worden afgesteld.
Laat het systeem controleren door
het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Laat als dit verklikkerlampje
gaat branden de staat van de
remblokken controleren door het
CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats. Vanwege de kans op beschadiging
van het elektrisch systeem is het
reinigen van de motorruimte met een
hogedrukreiniger niet toegestaan.
Na het wassen kan er zich een laagje vocht,
of in de winter ijs, vormen op de remschijven
en remblokken: de remwerking kan daardoor
afnemen. Rem een paar keer lichtjes om de
remmen vocht- en ijsvrij te maken.
Page 130 of 248
Niveaus en controles
128
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP07_VERIFICATIONS_ED01-2014
Storing
Als deze waarschuwing aanwezig blijft,
negeer deze dan niet. De waarschuwing
duidt op een storing in het uitlaatsysteem/
roetfilter.
Laat het systeem controleren door
het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Bij het gevaar van verstopping van
het roetfi lter gaat dit lampje branden
in combinatie met een melding op het
display van het instrumentenpaneel.
Verzadiging/regeneratie Vanwege de hoge uitlaattemperatuur
als gevolg van de normale werking van
het roetfilter is het raadzaam de auto uit de
buurt van brandbaar materiaal (gras, dorre
bladeren, dennenaalden, ...) te parkeren om
brandgevaar te voorkomen.
Roetfilter (dieselmotor)
Als aanvulling op de katalysator levert dit
filter een actieve bijdrage aan het verbeteren
van de luchtkwaliteit door het tegenhouden
van onverbrande vuildeeltjes. Ook wordt
zwarte uitlaatrook voorkomen.
Werking
Dit filter, dat is opgenomen in het
uitlaatsysteem, slaat roetdeeltjes op.
De motormanagementcomputer regelt
automatisch en periodiek de verbranding
van de opgeslagen roetdeeltjes
(regeneratie).
De regeneratie vindt plaats als aan
bepaalde voorwaarden met betrekking tot
het aantal opgeslagen roetdeeltjes en de
gebruiksomstandigheden van de auto wordt
voldaan. Als er een regeneratie plaatsvindt,
kunt u dit merken aan enkele verschijnselen
(een hoger stationair toerental, inschakelen
van de koelventilator, meer rook uit de
uitlaat en hogere temperatuur van de uitlaat)
die geen gevolgen hebben voor de werking
van de auto en het milieu. Nadat u langdurig met lage snelheden
hebt gereden of nadat de motor
langdurig stationair heeft gedraaid, kan het
in uitzonderlijke gevallen voorkomen dat
waterdamp bij de uitlaat zichtbaar is bij het
gas geven. Dit is niet van invloed op de
werking van de auto of het milieu. Om het filter te regenereren wordt
aangeraden zo spoedig mogelijk, als de
verkeerssituatie en -regels dit toelaten,
gedurende ongeveer 15 minuten met
een snelheid van meer dan 60 km/h en
een toerental hoger dan 2000 t/min te
gaan rijden (tot het lampje uitgaat en de
waarschuwing verdwijnt).
Zet de motor niet af voordat de regeneratie
voltooid is: als de regeneratie vaak wordt
onderbroken, kan de motorolie voortijdig
vervuild raken. Het wordt afgeraden om het
regeneratieproces te voltooien terwijl de
auto stilstaat.
Deze waarschuwing wijst op een
beginnende verzadiging van het roetfilter
(veelvuldige stadsritten: lage snelheden,
verkeersopstoppingen…).