Hyundai Terracan 2005 Handleiding (in Dutch)
Page 121 of 245
1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
109
B750A02L B750A03L
B750A01L
STEREO
GELUIDSINSTALLATIE
SR010A1-FX (Indien gemonteerd) De werking van een autoradio uitzending over een grotere afstand dan een FM uitzending worden ontvangen.
Ionosfeer
FM-ontvangst
AM-ontvangstBergen
FM radiostation
AM en FM radiosignalen worden door het radiostation uitgezonden. Deze signalen worden ontvangen door de radioantenne op het spatscherm vanuw wagen. Dit signaal wordt dan ontvangen door de radio en doorgestuurd naar de luidsprekers.Als een krachtig radiosignaal uw wagen bereikt zorgt de moderne techniek van uw geluidsinstallatie voor een hogekwaliteit van de geluidsweergave. In sommige gevallen is het ontvangen signaal echter niet krachtig en helder.Dit kan worden veroorzaakt door bijvoorbeeld de afstand tot het radiostation, andere krachtige stations of de aanwezigheid van gebouwen,bruggen of grotere obstakels in het desbetreffende gebied. In het algemeen is de ontvangst van AM signalen beter dan van FM signalen. Dit komt doordat AMradiogolven met een lage frequentie worden uitgezonden. Deze lange golven met een lage frequentie volgenhet aardoppervlak en verplaatsen zich niet recht in de atmosfeer. Bovendien ontwijken ze obstakels zodat over hetalgemeen een betere signaalweergave het gevolg is. Daarom kan een AM
FM signalen worden met een hoge frequentie uitgezonden en volgen hierbij niet het aardoppervlak. Daarom ontstaat bij FM uitzendingen op eenrelatief korte afstand van het radiostation vervorming. Bovendien ondervinden FM signalen nadeligeinvloeden door gebouwen, bergen of andere obstakels. Dit kan een geluidsweergave tot gevolg hebbenwaardoor u veronderstelt dat uw geluidsinstallatie niet in orde is. De volgende condities zijn normaal enduiden niet op een storing:
Ionosfeer
Onbelemmerd gebied
Gebouwen
Belemmerd gebied ijzeren bruggen
Page 122 of 245
1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
110
!
B750B03Y-GXT Gebruik van een mobiele telefoon of radiozender Bij gebruik van een mobiele telefoon in de auto kan de audioapparatuurstorende geluiden voortbrengen. Dit betekent niet dat er iets verkeerd is met de audioapparatuur. In dat gevalmoet de mobiele telefoon op een zo groot mogelijke afstand van de audio- apparatuur worden gebruikt.
LET OP:
Bij gebruik van een mobiele telefoonof een radiozender in de auto, moet een afzonderlijke antenne worden gemonteerd. Door het gebruik vaneen mobiele telefoon of radiozender met een interne antenne, kunnen storingen aan de elektrischeinstallatie van de auto worden veroorzaakt en kan de veilige werking van de auto in gevaarkomen.
o Vervorming. Tijdens het rijden kan
de afstand ten opzichte van het radiostation gewijzigd worden, het signaal wordt zwakker en er treedt vervorming op. In een dergelijk geval adviseren wij u op een ander enkrachtiger station af te stemmen.
o "Flutter" - Zwakke FM signalen of
grote obstakels tussen de zendenen de radio vervormen het signaal waardoor er flutter ontstaat. Deze storing kan iets worden onderdruktdoor de hoge tonen te verminderen. o Bij het zwakker worden van het FM
signaal is het mogelijk dat het signaal
van een nabij gelegen, krachtige zender op dezelfde frequentie wordt ontvangen. Dit komt omdat uw radio is ontworpen om op het sterkste signaalaf te stemmen. In dit geval adviseren wij u een andere zender op te zoeken.
o Als radiosignalen vanuit diverse richtingen worden ontvangen heeftdit vervorming tot gevolg. Dit kan worden veroorzaakt door een directen een gereflecteerd signaal van hetzelfde station of door signalen van twee stations met dicht bij elkaarliggende frequenties. In dit geval adviseren wij u op een andere zender af te stemmen.
B750A04L B750A05L
Page 123 of 245
1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
111BEHANDELING VAN DE CD'S
!WAARSCHUWING:
Gebruik geen mobiele telefoon tijdens het besturen van de auto. Hierdoor kan de controle over hetstuur worden verloren, waardoor een ongeluk kan worden veroorzaakt met de dood, ernstigeverwondingen of beschadigingen als gevolg. Stop op een veilige plaats voordat van de mobiele telefoongebruik wordt gemaakt. B850A01F-AXT Juiste behandeling
Behandel de CD zoals aangegeven. Laat de CD niet vallen. Houd de CD zodanig vast dat geen vingerafdrukken op het oppervlak komen. Als de CDbekrast is kan de CD overslaan bij het afspelen. Plak geen stickers, papier of plakband op de CD. Schrijf niet op deCD. Beschadigde CD Speel geen beschadigde, vervormde of gebroken CD's af. Hierdoor kan ernstige beschadiging van hetafspeelmechanisme optreden. Opslaan Berg de CD's, als ze niet gebruikt worden, op in hun originele doosjes enleg ze op een koele, stofvrije plaats uit de zon. Pak de CD niet met de hand vast terwijlde lade in het apparaat wordt getrokken. Trek de speler niet uit het dashboardvlak nadat een CD is aangebracht of de uitwerptoets is ingedrukt. Als de speler wordt verwijder voordat eenhandeling volledig is uitgevoerd kan de CD beschadigd raken. Probeer geen CD aan te brengen alsde speler uit het dashboard is verwijderd of de voedingsspanning is uitgeschakeld.
B850A01L
Page 124 of 245
1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
112ONDERHOUD VAN DE CASSETTETAPES
B860A01HP
B860A01L Wij adviseren dringend het gebruik van C-60 cassettes (60 minutenspeelduur). De C-120 of C-180 cassettetape is extreem dun waardoor deze in het mechanisme kan vastlopen.
o Het label op de cassette mag niet los zitten, omdat dit het uitwerpenvan de cassette bemoeilijkt.
o Raak de tape niet aan en let er tevens op dat de tape niet vochtigwordt.
o Houd alle magnetische voorwerpen zoals elektromotoren, luidsprekersof transformators uit de buurt vanuw cassettetapes en cassettespeler.
Houd uw CD's schoon
SR040B1-FX Een juiste behandeling van de cassettetapes verlengt de levensduuren verhoogt uw luisterplezier. Stel uw tapes niet bloot aan direct zonlicht, extreme koude of stoffigeomstandigheden. Bewaar de cassettes altijd in hun doosjes. Onder extreem hoge of lagetemperaturen moet worden gewacht tot het interieur tot een normale waarde is opgewarmd resp. Afgekoeld voordatu een tape afspeelt. Neem de cassette uit het toestel als hij niet wordt gebruikt. Dit voorkomt beschadigingen aan decassettespeler en de cassettetape.
Vingerafdrukken, stof en vuil op hetoppervlak van de CD's kunnen overslaan tijdens het afspelen veroorzaken. Veeg het oppervlakschoon met een schone zachte doek. Als het oppervlak ernstig vervuild is, kan het worden schoongemaakt meteen schone zachte doek die is bevochtigd met een mild, neutraal oplosmiddel. Zie de afbeelding.
B850A02L
Page 125 of 245
1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
113
o Na verloop van tijd zet zich op de weergavekop, de capstan en de geleidingen vuil af hetgeen van invloed is op de geluidskwaliteit. Hierdoor kan bijvoorbeeld een"zwevend" geluid ontstaan. Maak daarom éénmaal per maand gebruik van een reinigingscassette of vanspeciaal daarvoor verkrijgbare producten. Volg hierbij de gebruiksaanwijzing van de fabrikantstrikt op. De onderdelen van de cassettespeler mogen niet worden gesmeerd.
o Controleer altijd of de tape strak ligt voordat hij in de cassettespeler wordtaangebracht. Is dit niet het gevalsteek dan een potlood in de spoelopening en draai de cassettetape strak.
o Bewaar de cassettes op een koele
en droge plaats met de open zijdenaar beneden gekeerd zodat wordt voorkomen dat stof binnendringt.
o Voorkom het herhaald snel terugspoelen voor het opnieuwweergeven van een bepaald muziekgedeelte. Dit kan op den duurhet slecht opspoelen van de cas- sette tot gevolg hebben en ook van invloed zijn op de geluidsweergave.Soms kan dit worden gecorrigeerd door de tape enkele malen geheel op- en af te spoelen. Als dit niet hetgewenste resultaat oplevert, mag de cassette niet meer worden gebruikt.
B860A03L
Weergavekop B860A02L
N.B.: Controleer alvorens de cassette aan te brengen of de band strak op de spoelen zit.Als dit niet zo is, trek hem dan strak door een van de spoelen met een potlood of een vinger te verdraaien.Breng de cassette niet aan als het label loszit, omdat het mogelijk is dat dit het aandrijfmechanismeblokkeert als wordt geprobeerd de cassette te verwijderen. Zorg ervoor dat cassettes nietworden blootgesteld aan hoge temperaturen of een hoge vochtigheid, bijv. bovenop hetdashboard of in het toestel.
Wattenstaafje
Page 126 of 245
1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
114
HHP2184
ANTENNE
B870C01HP
B870A01A-GXT Vaste staafantenne Uw auto is voorzien van een staafantenne voor het ontvangen van zowel AM als FM radiosignalen. Deze antenne kan worden verwijderd.Draai de antenne linksom om hem te verwijderen is. Draai de antenne rechtsom om hem weer aan te brengen.
LET OP:
Verwijder de antenne voordat deauto in een wasinstallatie wordt gewassen, anders kan de antenne worden beschadigd. B880C02B-GXT Ruitantenne (Indien gemonteerd) Als de radio is ingeschakeld en de contactschakelaar staat in de stand "ON" of "ACC", ontvangt de radio zowelhet AM- als het FM-signaal via de antenne in de achterste zijruit.
Wanneer een cassette erg koud of warm is, moet worden gewacht totdeze weer de normale temperatuur heeft bereikt alvorens hem in het toestel aan te brengen.
!
Page 127 of 245
1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
115
LET OP:
o Reinig de binnenzijde van de achterste zijruit niet met een schurende glasreiniger engebruik geen schraper om vuil van de binnenzijde van de ruit te verwijderen; hierdoor kunnen deantenne-elementen worden beschadigd.
o Voorkom het gebruik van metalen
als Ni, Cd, etc. Deze kunnen deontvangst van de AM- en FM- signalen verstoren.
!
Page 128 of 245
2
Uitlaatgassen kunnen gevaarlijk zijn! ........................... 2-2
Voor het starten van de motor ..................................... 2-3Sleutelstanden............................................................. 2-4
Het starten van de motor ............................................. 2-5
Handgeschakelde versnellingsbak .............................. 2-7
Automatische transmissie .......................................... 2-10
Vierwielaandrijving(4WD) ........................................... 2-15
Antiblokkeersysteem (ABS) ....................................... 2-23
Sperdiffrentieel (LSD) ................................................. 2-24
Opmerkingen met betrekking tot de remmen ............ 2-24
Economisch rijden ...................................................... 2-25
Rijden onder winterse omstandigheden .................... 2-27
Rijden met aanhanger of slepen ................................ 2-30
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
2
Page 129 of 245
2HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
2
C010A01HP-AXT WAARSCHUWING : UITLAATGASSEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN!
Uitlaatgassen kunnen bijzonder gevaarlijk zijn. Ruikt u uitlaatgas in het interieur, open dan direct de ruiten.
o Niet inademen. Uitlaatgassen bevatten koolmonoxide: een kleur-en reukloos gas dat bewusteloosheid of dood door verstikking tot gevolg kan hebben.
o Let erop dat het uitlaatsysteem niet lekt. Het uitlaatsysteem moet regelmatig worden gecontroleerd. Laat de wagen zo snel mogelijk controleren wanneer u een verandering in geluid van de uitlaat waar neemt of een hard voorwerp de onderzijde van de wagen heeft geraakt.
o Laat de motor niet draaien in een afgesloten ruimte. Het is gevaarlijk de motor te laten draaien in uw garage; zelfs als de deuren openstaan. Laat de motor nooit langer in de garage draaien dan nodig is om de motor te starten en de wagen naar buiten te rijden.
o Vermijd langdurig stationair draaien van de motor met passagiers in de wagen. Indien het nodig is de motor langdurig te laten draaien met passagiers in de wagen, zorg er dan voor dat de wagen in een open omgeving staat met de luchttoevoer in de stand voor frisse lucht. Laat bovendien de aanjager met eenhoge snelheid draaien zodat verse lucht in het interieur wordt aangezogen. Indien vanwege te vervoeren objecten met geopende achterklep moet worden gereden, moet als volgt worden gehandeld:
1. Alle ruiten worden gesloten
2. De zijventilatieroosters open staan
3. De luchttoevoer in de stand voor frisse lucht staat, de zijventilatieroosters in de stand "Floor" of "Face" staat en dat de aanjager met een hoge snelheid draait.
Voor het waarborgen van een goede werking van het ventilatiesysteem moet er op worden gelet dat de roosters voor de voorruit vrij zijn van sneeuw, ijs, bladeren etc.
!
Page 130 of 245
2
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
3
!
DE MOTOR STARTENVOOR HET STARTEN VAN DE MOTOR
ZC030A1-AX Controleer voor het starten van de motor de onderstaande punten:
1. Controleer de wagen op lekke
banden, olie-of waterlekkage of andere tekenen van beschadiging.
2. Controleer na het instappen of de
handrem is aangetrokken.
3. Controleer of de stoel, rugleuning
en hoofdsteun in de juiste stand staan.
4. Controleer de stand van de
achteruitkijkspiegel en debuitenspiegels.
5. Controleer of alle portieren gesloten
zijn.
6. Gesp uw veiligheidsgordel om en controleer of alle inzittendeneveneens de veiligheidsgordelhebben omgegespt.
7. Schakel verlichting en accessoires
uit die niet nodig zijn.
8. Controleer met de contactsleutel in de stand "ON" of alle controlelampenwerken en of u voldoende brandstofheeft. C030A01HP-GXT Start-/contactslot met stuurslot
o Zet bij de handgeschakelde
versnellingsbak de versnellingshandel in neutraal en druk het koppelingspedaal volledig in.
o Zet bij een automatische transmissie de keuzehandel in de stand "P"(parkeerstand).
o Draai de contactsleutel in de stand "START" en laat hem los zodra demotor aanslaat. Bedien destartmotor niet langer dan 15 seconden achtereen.
N.B.: Om veiligheidsredenen kan de mo- tor alleen worden gestart als de keuzehandel in de stand "P" of "N"staat (automatische transmissie).
WAARSCHUWING:
Uw auto is uitgerust met banden die zijn ontworpen voor een veilig weggedrag en goedebestuurbaarheid. Geen velgen en banden gebruiken die anders zijn dan de velgen enbanden die origineel op uw auto zijn gemonteerd. Montage van onjuiste banden op uw auto kan hetweggedrag nadelig beïnvloeden, waardoor u de controle over de auto kunt verliezen en zelfs over dekop kunt slaan, met ernstig letsel tot gevolg. Let er bij het vervangen van bandenop, dat alle vier de wielen het zelfde formaat, type, profiel, merk en draagvermogen hebben. Als u tochbanden en/of velgen op uw auto monteert die niet door Hyundai zijn aanbevolen, ga dan hiermee niet deopenbare weg op.