BMW MOTORRAD K 1200 R 2008 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: BMW MOTORRAD, Model Year: 2008, Model line: K 1200 R, Model: BMW MOTORRAD K 1200 R 2008Pages: 166, PDF Size: 2.18 MB
Page 51 of 166

koppelingshendel naar voren
drukt.Afstand tussen handvat en
koppelingshendel wordt
groter.
Stelbout 1linksom draaien.
Afstand tussen handvat en
koppelingshendel wordt
kleiner.RemRemhendel instellen
Als de stand van het
remvloeistofreservoir
wordt veranderd, kan er lucht
in het remsysteem komen.
Zowel de stuurhendel als het
stuur niet verdraaien.
Het instellen van de rem-
hendel tijdens het rijden
kan tot ongevallen leiden.
De remhendel alleen instellen
als de motorfiets stilstaat. Stelbout
1rechtsom draai-
en.
De stelschroef heeft een
arretering en kan gemak-
kelijker worden verdraaid,
wanneer u tegelijkertijd de
remhendel naar voren drukt.
Afstand tussen handvat en
remhendel wordt groter.
Stelbout 1linksom draaien.
Afstand tussen handvat en
remhendel wordt kleiner.
VerlichtingParkeerlicht inschakelenHet parkeerlicht wordt auto-
matisch tegelijk met het con-
tact ingeschakeld.
Het stadslicht belast
de accu. Het contact
slechts voor een beperkte
tijdsduur inschakelen.Dimlicht inschakelenHet dimlicht wordt automa-
tisch ingeschakeld na het
starten van de motor.
U kunt bij een afgezette
motor het licht inscha-
kelen, door bij ingeschakeld
contact het grootlicht in te
schakelen of het lichtsignaal
te bedienen.
449zBediening
Page 52 of 166

Grootlicht inschakelenSchakelaar grootlicht1bo-
ven bedienen.
Grootlicht ingeschakeld.
Schakelaar grootlicht 1in
middenstand zetten.
Grootlicht uitgeschakeld.
Schakelaar grootlicht 1on-
der bedienen.
Zolang de schakelaar wordt
bediend, is het grootlicht
ingeschakeld (lichtsignaal).Parkeerlicht inschakelenContact uitschakelen. Het parkeerlicht kan al-
leen direct na het afzet-
ten van het contact worden
ingeschakeld.
Toets richtingaanwijzers
links 1ingedrukt houden,
tot het parkeerlicht is inge-
schakeld.
Parkeerlicht uitschake-
lenContact inschakelen
Parkeerlicht uitgeschakeld
KoplampKoplampinstelling
rechts-/linksrijdend
verkeerBij het rijden in landen waar
aan de andere zijde van de
weg wordt gereden dan in het
land waar het kenteken van
de motorfiets is afgegeven,
verblindt het asymmetrische
dimlicht het tegemoetkomen-
de verkeer.
Gaat u naar een specialist, bij
voorkeur een BMW Motorrad
dealer, om de koplamp aan
de betreffende omstandighe-
den aan te laten passen.
Universeel plakband be-
schadigt het kunststof-
glas.
Gebruik alleen speciale zwar-
te folie voor carrosserietoe-
passingen die geleverd wordt
door de vakhandel.
450zBediening
Page 53 of 166

RichtingaanwijzersRichtingaanwijzers links
inschakelenContact inschakelen
Toets richtingaanwijzers
links1bedienen.
Na circa 10 seconden
rijden of een afstand van
circa 200 m worden de rich-
tingaanwijzers automatisch
uitgeschakeld.
Richtingaanwijzers links in-
geschakeld. Controlelamp richtingaan-
wijzers links knippert.
Richtingaanwijzers
rechts inschakelenContact inschakelen
Toets richtingaanwijzers
rechts
2bedienen.
Na circa 10 seconden
rijden of een afstand van
circa 200 m worden de rich-
tingaanwijzers automatisch
uitgeschakeld.
Richtingaanwijzers rechts
ingeschakeld. Controlelamp richtingaan-
wijzers rechts knippert.
Richtingaanwijzers uit-
schakelenToets richtingaanwijzers
uit
3bedienen.
Richtingaanwijzers uitge-
schakeld
Controlelampen richtingaan-
wijzers uit.
451zBediening
Page 54 of 166

BuddyseatBuddyseat verwijderen.De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Sleutel in het buddyseatslot
linksom draaien.Buddyseat daarbij als on-
dersteuning naar beneden
drukken.
Buddyseat achter oplichten. Als de buddyseat op
een ruw oppervlak wordt
neergelegd, kunnen de ran-
den ervan beschadigd wor-
den.
De buddyseat met de beklede
zijde op een gladde en scho-
ne ondergrond leggen, bijv.
op de tank.
De sleutel loslaten en de
buddyseat naar achteren uit
de houder trekken.
Buddyseat aanbrengenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
452zBediening
Page 55 of 166

Als de motorfiets te sterk
naar voren wordt ge-
duwd, bestaat het gevaar dat
hij van de standaard wordt
gedrukt.
Erop letten dat de motorfiets
stevig staat.
Buddyseat naar voren in de
houders 1drukken. Buddyseat door de vergren-
deling krachtig naar bene-
den duwen.
Buddyseat vergrendelt
hoorbaar.
HelmhaakHelmhouder onder de
buddyseatOnder de buddyseat bevindt
zich de helmhouder
1. Hier-
aan kan een motorhelm wor-
den gehangen.Helmhaak gebruikenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Buddyseat verwijderen.
( 52)
453zBediening
Page 56 of 166

De kinbandsluiting kan
de bekleding beschadi-
gen.
Bij het inhangen op de positie
van het helmslot letten.
Aan de rechterzijde van
de motorfiets kan de
helm worden beschadigd
door de hitte van de uitlaat-
demper.
De helm alleen aan de linker-
zijde van de motorfiets beves-
tigen.
De helm met de als acces-
soire verkrijgbare staalkabel aan de helmhouder
1be-
vestigen.
BagagelussenBagagelussen onder de
buddyseatAan de onderzijde van de
buddyseat bevinden zich de
lussen 1ter bevestiging van
bagagebanden.Bagagelussen gebruikenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is. Buddyseat verwijderen.
( 52)
Buddyseat omdraaien.
Lussen
1uit bevestigin-
gen 2trekken.
454zBediening
Page 57 of 166

SpiegelsSpiegel verstellenSpiegel door licht drukken
op de betreffende hoek in
de gewenste stand bren-
gen.Verstelbare spiegelarmAls de verstelmogelijkheid van
de spiegels onvoldoende is,
kan ook de spiegelarm wor-
den versteld:
Spiegelarm verstellenBeschermkap 1 over de
boutbevestiging op de spie-
gelarm omhoog schuiven.
Wartelmoer 2losdraaien.
Spiegelarm in de gewenste
stand draaien.
Wartelmoer vastdraaien.
Beschermkap over de
boutverbinding trekken.
VeervoorspanningVeervoorspanning instel-
lenDe veervoorspanning moet
aan de belading van de mo-
torfiets worden aangepast.
Een verhoging van de bela-
ding vereist een verhoging
van de veervoorspanning,
minder gewicht een over-
eenkomstige lagere veervoor-
spanning.Veervoorspanning ach-
terwiel instellen
Niet optimale instellingen
van de veervoorspanning
en demping verslechteren het
rijgedrag van uw motorfiets.
Demping van de veervoor-
spanning aanpassen.
Het instellen van de
veervoorspanning tijdens
het rijden kan tot ongevallen
leiden.
455zBediening
Page 58 of 166

De veervoorspanning alleen
instellen als de motorfiets stil-
staat.De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Om de veervoorspanning
te verhogen, handwiel 1in
de richting van de pijl HIGH
draaien.
Om de veervoorspanning
te verlagen, handwiel 1in
de richting van de pijl LOW
draaien. Één klik komt overeen
met een halve omwente-
ling van de draaiknop. Het
instelbereik omvat 15 hele
omwentelingen.
Basisinstelling veervoor-
spanning achterwiel
Sologebruik met een per-
soon van 85 kg.
Het handwiel tot de aanslag
in de richting van pijl LOW
draaien, vervolgens 15 klik-
ken in de richting van pijl
HIGH draaien.
SchokdemperDemping instellenDe demping moet aan de
veervoorspanning worden
aangepast. Een verhoging
van de veervoorspanning ver-
eist een stuggere demping,
een verlaging van de veer-
voorspanning een zachtere
demping.
Schokdemper van het
achterwiel instellen
Niet optimale instellingen
van de veervoorspanning
en demping verslechteren het
rijgedrag van uw motorfiets.
Demping van de veervoor-
spanning aanpassen.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Schokdemper achter instel-
len door de stelschroef 1
met een schroevendraaier
te verdraaien.
456zBediening
Page 59 of 166

Om de demping te verzwa-
ren, stelschroef in de rich-
ting van de pijlHdraaien.
Om de demping lichter te
maken, stelschroef in de
richting van de pijl Sdraai-
en.
Het instelbereik omvat
drieëneenhalve omwen-
telingen van de stelschroef.
Basisinstelling demping
achterwiel
Sologebruik met een per-
soon van 85 kg.
De stelschroef tot de aan-
slag in de richting van pijl H draaien, vervolgens an-
derhalve omwenteling in de
richting van pijl S draaien.
Elektronische demper-
instelling ESA
SU
InstellingenMet behulp van de elektro-
nische demperinstelling ESA
kunt u uw motorfiets op com-
fortabele wijze aanpassen aan
de verschillende rijomstandig-
heden. Drie veervoorspan-
ningen kunnen met drie dem-
perinstellingen worden ge-
combineerd, om de motorfietsoptimaal aan de belading en
de ondergrond aan te passen.
De demperinstelling wordt op
het multifunctioneel display
bij
1aangegeven, de veer-
voorspanning bij 2.
Gedurende de ESA-weergave
verdwijnt de weergave van de
Tripmaster.
Instelling oproepenContact inschakelen
Toets 1bedienen.
De actuele instelling wordt
weergegeven.
457zBediening
Page 60 of 166

De melding verdwijnt na en-
kele seconden automatisch.Demping instellenContact inschakelen
Toets1bedienen.
Actuele instelling wordt
weergegeven.
Toets 1steeds éénmaal
kort bedienen.
Uitgaande van de actuele
stand worden achtereenvol-
gens aangegeven:COMF
comfortabele dem-
ping
NORM
normale demping
SPORT
sportieve demping
Wordt de toets 1langere
tijd niet meer bediend, dan
wordt de demping zoals
aangegeven ingesteld. Tij-
dens het instellen knippert
de weergave.
Veervoorspanning instel-
lenMotor starten.
Toets 1bedienen.
Actuele instelling wordt
weergegeven. Toets
1steeds éénmaal
lang bedienen.
De veervoorspanning
kan niet tijdens het rijden
worden ingesteld.
Uitgaande van de actuele
stand worden achtereenvol-
gens aangegeven:
Solo
Solo met bagage
Met passagier (en baga-
ge)
Wordt de toets 1langere
tijd niet meer bediend, dan
wordt de veervoorspanning
zoals aangegeven ingesteld.
Tijdens het instellen knip-
pert de weergave.
458zBediening