BMW MOTORRAD K 1200 R 2008 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: BMW MOTORRAD, Model Year: 2008, Model line: K 1200 R, Model: BMW MOTORRAD K 1200 R 2008Pages: 166, PDF Size: 2.18 MB
Page 61 of 166

BandenBandenspanning contro-
leren
Een verkeerde banden-
spanning verslechtert de
rijeigenschappen en kan tot
ongevallen leiden.
Zorg voor een correcte ban-
denspanning.
Een ventiel heeft de nei-
ging om bij hoge snel-
heden door de centrifugaal-
kracht vanzelf open te gaan.
Om plotseling verlies van de
bandenspanning te voorko-
men, op het achterwiel een
metalen dopje met rubberaf-
dichtring gebruiken en goed
vastdraaien.
Verkeerde bandenspan-
ning vermindert de le-
vensduur van de banden.
Zorg voor een correcte ban-
denspanning. De correcte bandenspan-
ning aan de hand van de
volgende gegevens contro-
leren.
Bandenspanning voorwiel
2,5 bar (In koude toestand)
Bandenspanning achterwiel
2,9 bar (In koude toestand)
Als de bandenspanning te
laag is: Bandenspanning corrigeren.
459zBediening
Page 62 of 166

460zBediening
Page 63 of 166

Rijden
Veiligheidsvoorschriften . . ..... 62
Controlelijst ................... 64
Starten ........................ 64
Wegrijden met BMW Integral
ABS
SU
........................ 67
Inrijden . . . .................... 67
Motorfiets neerzetten . ......... 71
Tanken . . . .................... 78
Remsysteem algemeen ........ 79
Remsysteem met BMW Integral
ABS
SU
........................ 80
561zRijden
Page 64 of 166

Veiligheidsvoorschrif-
tenMotorfietsaccessoiresGeen rit zonder de juiste kle-
ding! Draag altijdHelm
Beschermende kleding
Handschoenen
Laarzen
Dit geldt ook voor korte tra-
jecten en in welk jaargetijde
dan ook. Uw BMW Motor-
rad dealer kan u adviseren en
heeft voor elk gebruiksdoel de
juiste kleding.SnelheidBij het rijden met hoge snel-
heden kunnen verschillende
omstandigheden het rijgedrag
van de motorfiets negatief be-
ïnvloeden: Instelling van het veer- en
dempersysteem
Ongelijkmatig verdeelde ba-
gage
Losse kleding
Te lage bandenspanning
Slecht bandenprofiel
Etc.
Correct beladen
Overbelading en onge-
lijkmatige belading kan
de rijstabiliteit van de motor-
fiets beïnvloeden.
Het maximaal toelaatbaar to-
taalgewicht niet overschrijden
en de aanwijzingen voor het
beladen in acht nemen.
Alcohol en drugs
Reeds kleine hoeveel-
heden alcohol of drugs
kunnen uw waarnemings-,
beoordelings- en beslissings-
vermogen evenals uw reflexen
aanzienlijk beïnvloeden. Het gebruik van medicijnen kan
deze invloeden nog verder
versterken.
Niet rijden als u alcohol,
drugs en/of medicijnen hebt
gebruikt.
Kans op vergiftigingUitlaatgassen bevatten het
kleur- en geurloze maar gifti-
ge koolmonoxide.
Het inademen van uit-
laatgassen is schadelijk
voor de gezondheid en kan
tot bewusteloosheid of zelfs
de dood leiden.
Uitlaatgassen niet inademen.
De motor niet in een afgeslo-
ten ruimte laten draaien.Hoogspanning
Het aanraken van onder
spanning staande delen
van het ontstekingssysteem
562zRijden
Page 65 of 166

bij draaiende motor kan tot
elektrische schokken leiden.
Bij draaiende motor geen on-
derdelen van het ontstekings-
systeem aanraken.KatalysatorAls door overslaan van de
motor onverbrande benzine
in de katalysator terechtkomt,
is er kans op oververhitting en
beschadiging.
Neem daarom de volgende
punten in acht:Benzinetank niet leegrijden
De motor nooit met een los-
getrokken bougiestekker
laten draaien
Als de motor afslaat direct
het contact uitschakelen
Alleen loodvrije benzine tan-
ken
De voorgeschreven onder-
houdsbeurten beslist aan-
houden Onverbrande benzine
beschadigt de katalysa-
tor onherstelbaar.
De aangegeven punten ter
bescherming van de katalysa-
tor in acht nemen.
BrandgevaarDe uitlaat kan zeer heet wor-
den.
Als licht ontvlambare
materialen (bijv. hooi,
bladeren, gras, kleding, ba-
gage enz.) met de hete uitlaat
in aanraking komen, dan kun-
nen deze vlam vatten.
Erop letten dat geen licht ont-
vlambare materialen met de
hete uitlaat in contact ko-
men.
Als de motor langere tijd
stationair draait zonder
dat wordt gereden, is de koe-
ling ontoereikend en kan de
motor oververhit raken. In ex- treme gevallen kan de motor-
fiets in brand vliegen.
De motor niet onnodig sta-
tionair laten draaien. Na het
starten direct wegrijden.
Manipulatie van de
motorelektronica-
regeleenheid
Manipulatie van de
motorelektronica-
regeleenheid kan tot
schade aan de motorfiets
en daardoor tot ongevallen
leiden.
De motorelektronica-
regeleenheid niet
manipuleren.
Manipulatie van de
motorelektronica-
regeleenheid kan
mechanische belastingen
tot gevolg hebben waarop
de onderdelen van de
motorfiets niet berekend
563zRijden
Page 66 of 166

zijn. Bij schades die hierdoor
veroorzaakt zijn, vervalt de
garantie.
De motorelektronica-
regeleenheid niet
manipuleren.ControlelijstGebruikt u de navolgende
controlelijst, om voor elke rit
belangrijke functies, instel-
lingen en slijtagegrenzen te
controleren.Remwerking
Remvloeistofpeil, voor en
achter
Werking van de koppeling
Koppelingsvloeistofpeil
Demperinstelling en veer-
voorspanning
Bandenspanning en profiel-
diepte
Veilige bevestiging van de
koffer en bagage
Met regelmatige tussenpozen: Motoroliepeil (bij iedere
tankstop)
Slijtage remblokken (bij elke
derde tankstop)
StartenZijstandaardBij een uitgeklapte zijstan-
daard en een ingeschakelde
versnelling kan de motor niet
worden gestart. Als de mo-
tor in de neutraalstand wordt
gestart en als vervolgens bij
uitgeklapte zijstandaard een
versnelling wordt ingescha-
keld, slaat de motor af.VersnellingsbakDe motor kan in de neutraal-
stand of met ingeschakelde
versnelling met bediende kop-
peling worden gestart. De
koppeling pas bedienen nadat
het contact is ingeschakeld.
In de neutraalstand brandt de
controlelamp voor de neu-traalstand groen en de ver-
snellingsindicatie geeft 0 aan.
Motor startenNoodstopschakelaar
1in
bedrijfsstand A.
Contact inschakelen
Pre-Ride-Check wordt uit-
gevoerd. ( 65)
met SU BMW Motorrad Inte-
gral ABS: Wordt het contact inge-
schakeld met bediende
rem(men), vervolgens de mo-
tor gestart en direct wegge-
reden, dan bevindt het BMW
564zRijden
Page 67 of 166

Integral ABS zich nog in re-
stremfunctie. De zelfdiagno-
se wordt uitgevoerd, zodra
remhendel en -pedaal onbe-
diend zijn. Gedurende deze
tijd zijn zowel de ABS-functie
als de rembekrachtiging niet
beschikbaar.
Wacht met het starten
van de motor tot de
ABS-zelfdiagnose is
uitgevoerd.Contact inschakelen
Pre-Ride-Check wordt uit-
gevoerd. ( 65)
ABS-zelfdiagnose wordt uit-
gevoerd ( 66) Startknop
1bedienen.
Bij zeer lage buitentem-
peraturen kan het nodig
zijn om de gashendel bij het
starten te bedienen. Bij tem-
peraturen lager dan 0 °C na
het inschakelen van het con-
tact de koppeling bedienen.
Bij onvoldoende accu-
spanning wordt de start-
procedure automatisch afge-
broken. Voor verdere start-
pogingen de accu opladen of
starthulp laten geven.
De motor slaat aan. Als de motor niet aanslaat,
kan de storingstabel uit-
komst bieden. ( 132)
Pre-Ride-CheckNa het inschakelen van het
contact voert het instrumen-
tenpaneel een test uit van de
algemene waarschuwings-
lampjes. Hierbij branden de
waarschuwingslampjes ter
controle eerst geel en aan-
sluitend rood. Deze zoge-
noemde "Pre-Ride-Check"
controle wordt met de mel-
ding
CHECK!
Op het display
weergegeven. Als de motor
tijdens de controle wordt ge-
start, wordt de controle afge-
broken.
Fase 1:
Waarschuwingslamp al-
gemeen brandt geel.
OpmerkingCHECK!
wordt
aangegeven
565zRijden
Page 68 of 166

Fase 2:Waarschuwingslamp al-
gemeen brandt rood.
Opmerking
CHECK!
wordt
aangegeven
Als het algemene waarschu-
wingslampje niet gaat bran-
den:
Als het algemene waar-
schuwingslampje niet
gaat branden, kunnen enkele
functiestoringen niet worden
weergegeven.
Letten op het algemene waar-
schuwingslampje in rood en
geel.
De storing zo snel mogelijk
door een specialist, bij voor-
keur een BMW Motorrad
dealer, laten verhelpen.
Waarschuwingslampen
ABS
SU
De waarschuwingslamp ABS
wordt, afhankelijk van de
landuitvoering, op één van
de volgende twee manieren
weergegeven:
Landenuitvoering 1.
Landenuitvoering 2.
De volgende beschrijving is
aan de hand van landenuit-
voering 1.ABS-zelfdiagnose
SU
De juiste werking van het
BMW Integral ABS wordt
door de zelfdiagnose en de
wegrijtest gecontroleerd.
De zelfdiagnose vindt
automatisch plaats na
het inschakelen van het
contact. Voorwaarde voor de uitvoering van de zelfdiagnose
is dat de remmen niet worden
bediend.
Fase 1:
De zelfdiagnose wordt uitge-
voerd
Waarschuwingslamp al-
gemeen brandt rood.
Waarschuwingslamp
ABS knippert 4x per se-
conde
Fase 2:
Zelfdiagnose beëindigd
Waarschuwingslamp
ABS knippert 1x per se-
conde
Kon de zelfdiagnose niet wor-
den beëindigd:
Zo snel mogelijk de rem-
hendel en het rempedaal
loslaten.
566zRijden
Page 69 of 166

Wordt na afronding van de
zelfdiagnose een storingsme-
ling weergegeven:Lees dan in hoofdstuk "Mel-
dingen" de betekenis van
deze melding.
De waarschuwingslamp
ABS dooft na beëindi-
ging van de wegrijtest.Wegrijden met BMW
Integral ABS
SU
Starten op hellingenEen versnelling inschakelen.
Koppelingshendel en rem-
hendel loslaten.
Contact inschakelen
ABS-zelfdiagnose afwach-
ten.
Rem en koppeling bedie-
nen.
Motor starten
Waarschuwingslampen
ABSDe waarschuwingslamp ABS
wordt, afhankelijk van de
landuitvoering, op één van
de volgende twee manieren
weergegeven:
Landenuitvoering 1.
Landenuitvoering 2.
De volgende beschrijving is
aan de hand van landenuit-
voering 1.ABS-wegrijtestBij het wegrijden controleert
het BMW Integral ABS de
ABS-sensoren. Waarschuwingslamp
ABS knippert 1x per se-
conde De waarschuwingslamp
ABS dooft na beëindiging
van de wegrijtest.
Wordt na afronding van de
wegrijtest een storingsmeling
weergegeven: Lees dan in hoofdstuk "Mel-
dingen" de betekenis van
deze melding.
InrijdenDe eerste 1000 kmTijdens de inrijperiode veel-
vuldig met wisselende be-
lasting en toerentallen rij-
den.
Kies indien mogelijk bochti-
ge en licht geaccidenteerde
wegen, bij voorkeur geen
autosnelwegen.
Het overschrijden van de
inrijtoerentallen verhoogt
de motorslijtage.
De voorgeschreven inrijtoe-
rentallen aanhouden.
567zRijden
Page 70 of 166

Inrijtoerentallen niet over-
schrijden.
Inrijtoerentallen
7000 min
-1
Niet voluit accelereren.
Bij volle belasting lage toe-
rentallen vermijden.
Na 500 - 1200 km de eerste
inspectie laten uitvoeren.RemblokkenNieuwe remblokken moeten
"inlopen" en leveren dan
ook tijdens de eerste
500 km nog niet de optimale
remvertraging. De iets
geringere remvertraging
kan door het krachtiger
aantrekken/indrukken van het
remhendel/-pedaal worden
gecompenseerd.Nieuwe remblokken kun-
nen de remweg aanzien-
lijk verlengen.
Vroeg remmen.
BandenNieuwe banden hebben een
glad oppervlak. Zij moeten
dan ook met een beheerste
rijstijl door het inrijden met
wisselende overhellingshoe-
ken worden ingereden. Pas
na het inrijden is de volledige
grip van het loopvlak bereikt.
Nieuwe banden leveren
nog geen optimale grip,
bij extreem schuin rijden be-
staat gevaar voor ongevallen.
Vermijd extreme hellingshoe-
ken.
568zRijden