BMW Z4 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: BMW, Model Year: 2016, Model line: Z4, Model: BMW Z4 2016Pages: 292, PDF Size: 7.38 MB
Page 251 of 292

Richtingaanwijzer, voor
Gloeilamp PY24W SV, 24 Watt1.Wiel naar buiten inslaan.2.Beide afsluitingen in de wielkast naar links
draaien en afdekking wegnemen.3.Lamphouder naar links draaien en wegne‐
men.4.Lamp naar rechts draaien, zie pijl, en ver‐
wijderen.5.Lamp vervangen en naar links op lamphou‐
der draaien.6.Lamphouder aanbrengen en naar rechts
draaien.7.Afdekking monteren.Achterlichten▷Mistachterlichten, remlicht: lamp H21W,
21 Watt▷Achteruitrijlamp: lamp W16W, 16 Watt1Buitenste remlicht/mistachterlicht2Achterlicht, LED3Binnenste remlicht4Achteruitrijlamp5Richtingaanwijzer, LED
De verlichting van de lampen 2 en 5 is uitge‐
voerd in LED-techniek.
Aanwijzingen betreffende lampen en verlich‐
tingen in acht nemen, zie pagina 249.
Wendt u bij een defect tot de servicedienst.
Achteruitrijlamp en binnenste remlicht vervangen
Vergrendeling in bagageruimte drukken, zie
pijl, en afdekking wegnemen.
Seite 251Vervangen van onderdelenMobiliteit251
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 252 of 292

Binnenste remlicht
Lamphouder lostrekken en lamp vervangen.
Lamphouder bevestigen en afdekking aan‐
brengen.
Achteruitrijlamp
Lamphouder lostrekken en lamp vervangen.
Lamphouder bevestigen en afdekking aan‐
brengen.
Buitenste remlicht/mistachterlicht
vervangen1.Afdekking in bagageruimte wegnemen.2.Lamphouder lostrekken, zie pijl, en lamp
vervangen.3.Lamphouder bevestigen.4.Afdekking monteren.
Kentekenplaatverlichting, parkeer-/ achterlicht, middelste remlicht en
richtingaanwijzer
Deze zijn van LED-techniek voorzien.
Wendt u bij een defect tot de servicedienst.
Wiel verwisselen Opmerkingen
Uw voertuig is standaard uitgerust met banden
met noodloopeigenschappen, zie pagina 238.
Bij spanningsverlies in het geval van panne, is
het niet noodzakelijk om het wiel dadelijk te
verwisselen.
Voor uw eigen veiligheid bij de montage van
nieuwe banden of het vervangen van zomer-
Seite 252MobiliteitVervangen van onderdelen252
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 253 of 292

door winterbanden of omgekeerd veiligheids‐
banden met noodloopeigenschappen gebrui‐
ken.
Ingeval van pech staat geen reservewiel ter be‐
schikking.
Passend gereedschap voor het verwisselen
van wielen vindt u als toebehoren bij uw servi‐
cedienst.
Kriksteunpunten
De kriksteunpunten bevinden zich achter de
afgebeelde posities.
Wielbouten met slot
1Wielbout voor adapter2Adapter, in het boordgereedschap
Verwijderen
1.Adapter 2 op de wielbout zetten.2.Wielbout 1 afschroeven.
Na het vastschroeven de adapter weer verwij‐
deren.
Accu
Onderhoud
De accu behoeft geen onderhoud, d.w.z. in het
algemeen volstaat de gevulde hoeveelheid
elektrolyt voor de levensduur van de accu.
Met uw vragen over de accu kunt u steeds te‐
recht bij uw servicedienst.
Vervangen van de accu Gebruik voor uw auto goedgekeurde ac‐
cu's.
Alleen accutypen gebruiken die door de fabri‐
kant van uw auto zijn goedgekeurd, anders kan
schade aan de auto optreden en zijn systemen
of functies niet of slechts beperkt beschik‐
baar.◀
De nieuwe auto-accu door uw servicedienst in
de auto laten aanmelden, zodat alle comfort‐
functies onbeperkt beschikbaar zijn.
Accu opladen
Opmerking Laadtoestel niet aansluiten op contact‐
doos
Acculaders niet aansluiten op de door fabriek
gemonteerde contactdozen in het voertuig,
kan dit leiden tot schade aan de auto.◀
Starthulp-steunpunten Uitsluitend met afgezette motor via de start‐
hulp-steunpunten, zie pagina 256, in de mo‐
torruimte laden.
Acculader Het gebruik van een acculader draagt ertoe bij
dat bijv. ook bij het frequent rijden van korte af‐
standen de accu voldoende geladen is. Speci‐
aal voor de auto ontwikkelde en op het boord‐
net afgestemde acculaders zijn bij verkrijgbaar
bij de service.Seite 253Vervangen van onderdelenMobiliteit253
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 254 of 292

Stroomonderbreking
Na een stroomonderbreking van voorbijgaande
aard moeten enkele uitrustingen opnieuw wor‐
den geïnitialiseerd.
Individuele instellingen moeten opnieuw wor‐
den geactualiseerd:▷Stoel- en spiegelgeheugen: posities op‐
nieuw opslaan, zie pagina 49.▷Tijdsaanduiding: actualiseren, zie pa‐
gina 78.▷Datum: actualiseren, zie pagina 79.▷Radio zenders: opnieuw opslaan, zie pa‐
gina 164.▷Navigatiesysteem: wachten tot de naviga‐
tie bedrijfsklaar is.
Oude accu afvoeren
Oude accu's door de servicedienst la‐
ten afvoeren of op een verzamelpunt
afgeven.
Gevulde accu's moeten tijdens het vervoer en
de opslag rechtop staan. Tijdens het transport
tegen kantelen beveiligen.
Zekeringen Opmerkingen Zekeringen vervangen
Doorgebrande zekeringen nooit repare‐
ren of vervangen door een zekering met een
andere kleur of ampèrage, om te voorkomen
dat door overbelaste elektrische bedrading
brand in de auto ontstaat.◀
Een kunststof pincet bevindt zich aan de zeke‐
ring-relaiskast.
Informatie over de zekeringtoewijzing vindt u
op de binnenkant van de afdekking.
Onder het dashboardkastje1.Schroeven 1 met de schroevendraaier uit
het boordgereedschap losdraaien.2.Afdekking 2 verwijderen, evt. kabel naar de
beenruimteverlichting afwikkelen.3.Glanzende afsluiting 3 losmaken.4.Zekering-relaiskast 4 omlaagklappen en
naar voren trekken.
De afdekking wordt in omgekeerde volgorde
ingebouwd.
Seite 254MobiliteitVervangen van onderdelen254
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 255 of 292

Hulp in geval van noodVoertuiguitrustingIn dit hoofdstuk worden alle standaard-, land-
en speciale uitrustingen beschreven, die in de
modelserie worden aangeboden. Er worden
daarom tevens uitvoeringen beschreven, die in
een auto bijv. wegens de gekozen speciale uit‐
voering of de landenvariant niet beschikbaar
zijn. Dit geldt tevens voor functies en syste‐
men die relevant zijn voor de veiligheid.
Bij gebruik van de betreffende functies en sys‐
temen moeten de geldende landspecifieke
voorschriften in acht worden genomen.
Waarschuwingsknipper- lichten
De toets voor de waarschuwingsknipperlichten
bevindt zich in de middenconsole.
Intelligente noodoproep Voorwaarden
▷Stand-by van de radio is ingeschakeld.▷Noodoproepsysteem functioneert.▷De in de auto geïntegreerde SIM-kaart is
geactiveerd.▷ConnectedDrive contract is aanwezig.
SOS-toets uitsluiten indrukken in noodgeval‐
len.
Ook wanneer er geen noodoproep via BMW
mogelijk is, is het mogelijk dat een noodoproep
wordt opgebouwd naar een publiek alarmnum‐
mer. Dit is onder andere afhankelijk van het
mobiele netwerk en de nationale wetgeving.
Noodoproep niet gewaarborgd
De noodoproep kan om technische rede‐
nen onder ongunstige omstandigheden niet
worden gewaarborgd.◀
Noodoproep versturen1.Om te openen de afdekklep aantippen.2.De SOS-toets indrukken tot LED in de
toets licht.▷LED licht: noodoproep geactiveerd.
Als een onderbrekingscontrole op het
Control Display wordt weergegeven, kan
de noodoproep worden afgebroken.
Indien de omstandigheden dit toelaten, in
de auto wachten tot de spraakverbinding
tot stand is gekomen.▷LED knippert, als de verbinding met het
alarmnummer tot stand is gebracht.
Bij een BMW noodoproep worden gege‐
vens die voor het bepalen van de vereiste
reddingsmaatregelen dienen, bv. de ac‐
tuele positie van de auto, indien deze kan
worden bepaald, aan de alarmcentrale
doorgegeven. Als wedervragen van de
noodoproepcentrale onbeantwoord blijvenSeite 255Hulp in geval van noodMobiliteit255
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 256 of 292

worden automatisch reddingsmaatregelen
genomen.▷Als de LED knippert, maar de alarmcen‐
trale niet via de handsfree-installatie te ho‐
ren is, kan bv. de handsfree-installatie bui‐
ten bedrijf zijn. U kunt dan echter voor de
alarmcentrale toch te horen zijn.
Noodoproep automatisch activeren
Als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan,
wordt onmiddellijk na een zwaar ongeval auto‐
matisch een noodoproep verstuurd. Automati‐
sche noodoproep wordt niet belemmerd door
drukken op de SOS-toets.
Gevarendriehoek
De gevarendriehoek is in een houder in het
kofferdeksel ondergebracht. Op de lippen
drukken om hem te verwijderen.
EHBO-doos
De EHBO-doos bevindt zich in het dwarsge‐
plaatste opbergvak achter de stoelen.
De houdbaarheid van sommige artikelen in de
EHBO-tas is beperkt.
Vervaldatum van de inhoud regelmatig contro‐
leren en ev. tijdig vervangen.
Starthulp Opmerkingen
Met ontladen accu kan een motor met de accu
van een ander voertuig met behulp van twee startkabels worden gestart. Gebruik hiervoor
alleen startkabel met volledig geïsoleerde
poolklemmen.
Om lichamelijk letsel of schade aan de beide
auto's te voorkomen, niet van de volgende
handelwijze afwijken.
Geen stroomvoerende delen aanraken
Het aanraken van stroomvoerende delen
bij draaiende motor is levensgevaarlijk.◀
Voorbereiding1.Controleren, of de accu van de andere auto
een spanning van 12 Volt heeft. De gege‐
vens staan ook op de accu.2.Motor van de stroomleverende auto afzet‐
ten.3.Verbruikers in de beide auto's uitschake‐
len.
Carrosseriecontact van de auto's
voorkomen
Erop letten dat beide auto's elkaar niet ra‐
ken, anders bestaat gevaar voor kortslui‐
ting.◀
Starthulp-steunpunten
Volgorde bij het aansluiten
Volgorde bij het aansluiten van de start‐
kabels aanhouden, door het ontstaan van von‐
ken bestaat anders gevaar voor letsel.◀
Seite 256MobiliteitHulp in geval van nood256
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 257 of 292

Het zogenaamde starthulp-aftakpunt in de mo‐
torruimte dient als accu-pluspool.
Als minpool dient de carrosseriemassa of een
speciale moer.
Startkabels aansluiten
1.Afdekkap van het BMW starthulp-aftak‐
punt verwijderen.2.Een poolklem van de plus-startkabel aan‐
sluiten op de pluspool van de accu of op
een overeenkomstig starthulp-aftakpunt
van de stroomleverende auto.3.Tweede poolklem op de pluspool van de
accu of een overeenkomstig starthulp-af‐
takpunt van de te starten auto bevestigen.4.Een poolklem van de min-startkabel aan‐
sluiten op de minpool van de accu of op de
overeenkomstige motor- of carrosserie‐
massa van de stroomleverende auto.5.Tweede poolklem op de minpool van de
accu of op de overeenkomstige motor- of
carrosseriemassa van de te starten auto
bevestigen.Motor starten
Voor het starten van de motor geen starts‐
prays gebruiken.1.Motor van de stroomleverende auto star‐
ten en enkele minuten met hoog stationair
toerental laten draaien.
Bij te starten auto met dieselmotor: motor
van de stroomleverende auto ca. 10 minu‐
ten laten lopen.2.Start de motor van de te starten auto zoals
gewoonlijk.
Als dit niet lukt, de startpoging pas na en‐
kele minuten herhalen, om de ontladen
accu in staat te stellen stroom op te ne‐
men.3.Beide motoren enkele minuten laten
draaien.4.Startkabels in omgekeerde volgorde weer
losmaken.
Zo nodig de accu laten controleren en opladen.
Slepen en wegslepen
Sport-Automatic-versnellingsbak:
transporteren van uw auto
Opmerking Uw auto mag niet worden aangesleepd.
Daarom in geval van nood contact opnemen
met de servicedienst.
Bij een pechgeval in acht nemen
De auto mag alleen op een laadvlak wor‐
den getransporteerd omdat anders beschadi‐
gen kunnen worden veroorzaakt.◀
Seite 257Hulp in geval van noodMobiliteit257
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 258 of 292

Takelwagen
De auto niet opheffen
De auto niet aan het sleepoog of aan de‐
len van de carrosserie of het onderstel optake‐
len, omdat deze anders beschadigd kunnen ra‐
ken.◀
Voor ingeschroefde sleepoog alleen voor het
manoeuvreren gebruiken.
7-traps-sport-automatische
versnellingsbak
Auto met 7–versnelling-Sport-Automatic-ver‐
snellingsbak met dubbele koppeling kunnen
gedurende korte trajecten worden gesleept,
als de volgende aanwijzingen in acht worden
genomen.
Transmissieblokkering handmatig ontgrende‐
len, zie pagina 70.
Transmissieblokkering handmatig ont‐ grendelen
De transmissieblokkering handmatig ontgren‐
delen, ook als geen storing aan de transmissie
is opgetreden. Anders bestaat het gevaar dat
de transmissieblokkering tijdens het wegsle‐
pen automatisch wordt ingeschakeld.◀
Sleepsnelheid en -traject in acht nemen
Een sleepsnelheid van 50 km/h en een
sleeptraject van 50 km niet overschrijden, an‐
ders kan de transmissie beschadigd raken.◀
Bij geblokkeerde parkeerrem
Handmatige ontgrendeling van de par‐
keerrem is niet mogelijk.
Bij geblokkeerde parkeerrrem de auto niet met
opgetilde vooras wegslepen omdat de auto
dan beschadigd kan raken.
Contact opnemen met de servicedienst.◀
Aanwijzingen voor het slepen in acht ne‐
men
Alle aanwijzingen voor het slepen in acht ne‐
men, anders kan schade aan uw auto ontstaan
of kunnen ongevallen worden veroorzaakt.◀▷Zorg ervoor, dat het contact ingeschakeld
is, anders functioneren dimlicht, achterlich‐
ten, richtingaanwijzers en ruitenwissers
niet meer.▷De auto niet met opgeheven achteras weg‐
slepen, daardoor kan de stuurinrichting
gaan draaien.▷Bij niet-draaiende motor is geen rem- en
stuurbekrachtiging beschikbaar. Hierdoor
is voor het remmen en het sturen meer
kracht nodig.▷Grotere stuurbewegingen zijn vereist.▷De trekkende auto mag niet lichter zijn dan
de te slepen auto, anders kunt u de con‐
trole over de auto's verliezen.
De auto beveiligen tegen wegrijden
Na het afslepen de parkeerrem vastzet‐
ten en evt. de auto beveiligen tegen wegrijden.
Werking van de keuzehendelstand P laten con‐
troleren door de service.◀
Handgeschakelde versnellingsbak
Voor het wegslepen van uw auto het
volgende in acht nemen
Versnellingshendel in stationaire stand.
Weggesleept worden Bij geblokkeerde parkeerrem
Handmatige ontgrendeling van de par‐
keerrem is niet mogelijk.
Seite 258MobiliteitHulp in geval van nood258
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 259 of 292

Bij geblokkeerde parkeerrrem de auto niet met
opgetilde vooras wegslepen omdat de auto
dan beschadigd kan raken.
Contact opnemen met de servicedienst.◀
Aanwijzingen voor het slepen in acht ne‐
men
Alle aanwijzingen voor het slepen in acht ne‐
men, anders kan schade aan uw auto ontstaan
of kunnen ongevallen worden veroorzaakt.◀▷Zorg ervoor, dat het contact ingeschakeld
is, anders functioneren dimlicht, achterlich‐
ten, richtingaanwijzers en ruitenwissers
niet meer.▷De auto niet met opgeheven achteras weg‐
slepen, daardoor kan de stuurinrichting
gaan draaien.▷Bij niet-draaiende motor is geen rem- en
stuurbekrachtiging beschikbaar. Hierdoor
is voor het remmen en het sturen meer
kracht nodig.▷Grotere stuurbewegingen zijn vereist.▷De trekkende auto mag niet lichter zijn dan
de te slepen auto, anders kunt u de con‐
trole over de auto's verliezen.
Takelwagen
Uw auto door een bergingswagen met een zo‐
genaamd hefplateau – lepel – of op een laad‐
platform laten vervoeren.
De auto niet opheffen
De auto niet aan het sleepoog of aan de‐
len van de carrosserie of het onderstel optake‐
len, omdat deze anders beschadigd kunnen ra‐
ken.◀
Slepen van andere auto's
Algemeen Licht trekkend voertuig
De trekkende auto mag niet lichter zijn
dan de te slepen auto, anders kunt u de con‐
trole over de auto's verliezen.◀
Sleepstang/wegsleepkabel correct be‐
vestigen
De sleepstang of wegsleepkabel aan de sleep‐
ogen bevestigen, omdat bij bevestiging aan
andere onderdelen van de auto beschadigin‐
gen kunnen optreden.◀▷Afhankelijk van de wettelijke bepalingen de
waarschuwingsknipperlichtinstallatie in‐
schakelen.▷Als de elektrische installatie is uitgevallen,
de weg te slepen auto herkenbaar maken
door bv. een bord of gevarendriehoek ach‐
ter de achterruit te plaatsen.
Sleepstang
De sleepogen moeten bij beide auto's aan de‐
zelfde zijde zitten.
Wanneer de sleepstang alleen schuin kan wor‐
den aangebracht moet op het volgende wor‐
den gelet:
▷Stuurhoek is bij het rijden in de bochten
beperkt.▷Door de schuine stand van de sleepstang
ontstaat zijdelings gerichte kracht.
Wegsleepkabel
Erop letten dat de wegsleepkabel bij het weg‐
rijden van de trekkende auto strak staat.
Seite 259Hulp in geval van noodMobiliteit259
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 260 of 292

Bij het slepen nylonkabels gebruiken, omdat
dit materiaal te abrupte trekbelasting voor‐
komt.
Wegsleepkabel correct bevestigen
De wegsleepkabel uitsluitend aan de
sleepogen bevestigen, omdat bij bevestiging
aan andere onderdelen van de auto beschadi‐
gingen kunnen optreden.◀
Sleepoog Het schroefbare sleepoog steeds meevoeren.
Deze kan aan de voor- of achterzijde van de
BMW worden aangebracht.
Het bevindt zich in het boordgereedschap in
de bagageruimte onder de reservewielafdek‐
king, zie pagina 249.
Sleepoog, aanwijzingen voor gebruik▷Alleen het bij de auto behorende
sleepoog gebruiken en deze tot de
aanslag vastdraaien.▷Het sleepoog alleen gebruiken voor het
slepen over een verharde weg.▷Voorkom dwarsbelastingen van het sleep‐
oog, de auto bv. niet aan het sleepoog op‐
heffen.
Anders kunnen sleepoog en auto worden be‐
schadigd.◀
Schroefdraad
Voorin
Afdekking in de bumper losmaken:
Links onder op de uitsparing in de afdekking
drukken.
Achter
Afdekking in de bumper losmaken:
Midden onder op de uitsparing in de afdekking
drukken.
In gang trekken
Sport-automatische transmissie Auto niet aanslepen.
Door de Sport-Automatic-versnellingsbak is
het starten van de motor door middel van aan‐
slepen niet mogelijk.
Oorzaak van de startproblemen laten onder‐
zoeken.
Handgeschakelde versnellingsbak De auto indien mogelijk niet aanslepen, maar
de motor starten met de starthulp, zie pa‐
gina 256. Met een katalysator de auto alleen
aanslepen bij een koude motor.
1.Alarmknipperlichten inschakelen.2.Contact inschakelen, zie pagina 56.3.De 3e versnelling inschakelen.4.De auto laten aanslepen met ingetrapte
koppeling en de koppeling langzaam losla‐
ten. Na het aanslaan van de motor direct
de koppeling weer indrukken.Seite 260MobiliteitHulp in geval van nood260
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15