CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: BERLINGO MULTISPACE, Model: CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2015Pages: 308, PDF Size: 14.03 MB
Page 21 of 308

19
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
Gebruiksvoorschrift
Houd de afstandsbediening vrij van
vet, stof en vocht.
e
en zwaar voorwerp dat aan de sleutel
hangt terwijl deze in het contactslot
zit (sleutelhanger,...), kan storingen
veroorzaken.
AFSTANDSBEDIENING
Synchroniseren van de
afstandsbediening
na het vervangen van de batterij of
het losnemen van de accukabels kan
het zijn dat de afstandsbediening
gesynchroniseerd moet worden.
W
acht ten minste 1 minuut voordat u
de afstandsbediening gebruikt.
s
teek de sleutel in het contactslot
met de knoppen (hangslot) van de
afstandsbediening naar u toe.
Zet het contact aan.
Druk binnen 10
seconden op de
vergrendelknop (gesloten hangslot)
en houd deze ten minste 5
seconden
ingedrukt.
Zet het contact af.
Wacht ten minste 1
minuut voordat u
de afstandsbediening gebruikt.
De afstandsbediening werkt nu weer.
Gebruik uitsluitend batterijen
van hetzelfde type als de
oorspronkelijke batterijen of de
door het CI
tro
Ë
n
-netwerk
voorgeschreven batterijen.
Gooi de batterij van de
afstandsbediening niet weg: de batterij
bevat metalen die schadelijk zijn voor
het milieu.
Lever de batterij in bij het CI
tro
Ë
n
-
netwerk of een speciaal verzamelpunt.
Uitklappen / inklappen
Batterij vervangen
Batterij: Cr 1620 / 3 V
Als de batterij leeg is, verschijnt een
melding op het display in combinatie
met een geluidssignaal.
Wip dan het huis met een muntstuk bij
het oog los om bij de batterij te komen.
Als de afstandsbediening na het
vervangen van de batterij niet werkt,
moet deze opnieuw gesynchroniseerd
worden.
Als de batterij niet wordt vervangen
door een batterij van hetzelfde type,
kan de afstandsbediening defect
raken. W
anneer u niet op de knop
drukt, kan het mechanisme
van de sleutel beschadigd
raken.
toegang tot de auto
VoorDAt u GAAt rIjDen
3
319.2
Page 22 of 308

20
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
Niet vergeten
Als u de auto verlaat, controleer dan of
de verlichting uitgeschakeld is en laat
geen waardevolle voorwerpen in het
zicht achter.
Haal uit veiligheidsoverwegingen
(kinderen in de auto) de sleutel uit het
contactslot als u de auto verlaat, ook al
is dit voor een korte tijd.
Gebruiksvoorschrift
Breng geen wijzigingen aan in de
elektronische startblokkering.
speel niet met de knop van de
afstandsbediening, om te voorkomen dat de
portieren per ongeluk ontgrendeld worden.
Als zich in de buurt van de
afstandsbediening andere apparaten
bevinden die in hetzelfde frequentiegebied
werken (mobiele telefoons,
alarmsystemen van gebouwen), kan de
werking van de afstandsbediening tijdelijk
verstoord worden.
De afstandsbediening werkt niet als de
sleutel zich in het contact bevindt, ook
al is het contact afgezet.
ELEkTRONISCHE
ST
ARTBLO kk ERING
Bij verlies van uw sleutels
n
eem het kentekenbewijs van uw
auto en een geldig identiteitsbewijs
mee naar een servicepunt van het
CI
tro Ë n -netwerk.
Het CI
tro Ë n -netwerk kan de sleutel-
en transpondercode achterhalen om
nieuwe sleutels te bestellen. Let er bij het aanschaffen van
een tweedehands auto op dat uw
sleutels door het CI
tro Ë n -netwerk
in het elektronische geheugen worden
opgeslagen, zodat u er zeker van kunt
zijn dat de in uw bezit zijnde sleutels
de enige zijn waarmee de auto kan
worden gestart.
ALARMSySTEEM
Het alarmsysteem (volgens uitvoering)
bestaat uit twee soorten beveiliging:
-
de omtrekbeveiliging treedt in werking
als een portier, een achterdeur of de
motorkap wordt geopend.
-
de interieurbeveilig
ing treedt in
werking als er beweging in het
interieur wordt waargenomen
(breken van een ruit, iets of iemand
in het interieur).
Als uw auto is voorzien van
een scheidingswand, werkt de
interieurbeveiliging niet in de laadruimte.
Vergrendelen van de auto met
volledig ingeschakeld alarm
Inschakelen
- Zet het contact uit en verlaat de auto.
- s chakel binnen vijf minuten
na het verlaten van de auto
het alarmsysteem in door
de auto te vergrendelen of
de supervergrendeling in te
schakelen met behulp van de
afstandsbediening. Het rode
lampje op de knop zal één keer per
seconde knipperen.
Alle sleutels zijn voorzien van een chip
voor de elektronische startblokkering.
Dit systeem blokkeert het
brandstofsysteem van de motor en wordt
automatisch ingeschakeld zodra de
sleutel uit het contact wordt verwijderd.
Bij het aanzetten van het contact moet
de code van de sleutel worden herkend
door de startblokkering.
De sleutelbaard moet volledig worden
uitgeklapt om een goede communicatie
van de startblokkering mogelijk te maken.
toegang tot de auto
Page 23 of 308

21
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
VOORPORTIEREN
V
an binnenuit
Gebruik de portiergreep om het
desbetreffende portier te ontgrendelen
en te openen.
Van buitenaf
Gebruik de afstandsbediening om de
auto te vergrendelen/ontgrendelen.
s
teek de sleutelbaard in het slot
van het bestuurdersportier als de
afstandsbediening niet werkt.
Uitschakelen
- ontgrendel de auto met behulp van
de afstandsbediening of zet het
contact aan (het rode lampje gaat uit).
Vergrendelen van de auto met
alleen de omtrekbeveiliging
ingeschakeld
schakel alleen de omtrekbeveiliging in
als u tijdens uw afwezigheid een ruit
een stukje open wilt laten of als er een
huisdier in de auto achterblijft.
-
Zet het contact af. -
Druk binnen tien
seconden op de knop
totdat het rode lampje
continu blijft branden.
-
V
erlaat de auto.
- schakel het alarmsysteem binnen vijf
minuten in door de auto te vergrendelen of
de supervergrendeling in te schakelen met
behulp van de afstandsbediening (het rode
lampje zal één keer per seconde knipperen).
Activering
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in
werking, knipperen de richtingaanwijzers
ongeveer 30
seconden en zal het rode
lampje snel knipperen.
-
Plaats om het alarm uit te
schakelen de sleutel in het
contactslot en zet het contact aan.
Als het alarm tien keer achter elkaar
is afgegaan, wordt het systeem
uitgeschakeld. V
oer dan de procedure
voor het activeren opnieuw uit.
Vergrendelen van de auto
zonder het alarm in te schakelen
- Vergrendel de auto met de sleutel in het slot van het bestuurdersportier.
s
chakel het alarm niet in bij het
wassen van uw auto.
Storing afstandsbediening
Als het alarmsysteem is ingeschakeld en
de afstandsbediening niet meer werkt:
-
o ntgrendel de portieren met de
sleutel en open het portier. Het
alarm zal afgaan.
-
Zet binnen tien seconden het
contact aan. Het alarm stopt.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact het
rode lampje gedurende 10 seconden
blijft branden, duidt dit op een storing in
de verbinding met de sirene.
r
aadpleeg het CI tro Ë n -netwerk om
het systeem te controleren.
Automatisch inschakelen
Volgens land van bestemming wordt het
alarmsysteem ongeveer 2
minuten nadat
een laatste portier, schuifdeur of achterdeur
is gesloten, automatisch ingeschakeld.
om het afgaan van het alarm bij het
openen van een portier , schuifdeur
of achterdeur te voorkomen, moet
nogmaals op de ontgrendelknop op de
afstandsbediening worden gedrukt.
Breng geen wijzigingen aan aan
het alarmsysteem, dit kan leiden
tot storingen.
toegang tot de auto
VoorDAt u GAAt rIjDen
3
319.2
Page 24 of 308

22
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
SCHUIFDEUREN
V
an buitenaf
trek de handgreep naar u toe en
vervolgens naar achteren en schuif de
schuifdeur tot voorbij het zware punt
naar achteren om de deur open te
houden.
e
en mechanisch systeem voorkomt
dat de linker schuifdeur kan worden
geopend als de brandstofvulklep is
geopend.
Van binnenuit
ontgrendel de schuifdeur met deze
handgreep en schuif de deur naar
achteren open tot het zware punt.
o
pen de schuifdeur tot voorbij het
zware punt om hem open te houden.
s
luit de schuifdeur met behulp van de
handgreep om hem voorbij het zware
punt te schuiven. Maak vervolgens
gebruik van de uitsparing aan de
bovenzijde van de portierstijl om de
schuifdeur in de vergrendeling te
trekken.
Beweeg de schuifdeur niet met behulp
van het handvat.
Gebruiksvoorschrift
Controleer of de rail op de vloer vrij
is van voorwerpen die het openen of
sluiten van de schuifdeur in de weg
kunnen staan.
Houd als de auto op een helling
staat de schuifdeur vast bij het
open- en dichtschuiven. Anders
kan de schuifdeur sneller open- of
dichtgaan dan de bedoeling is en letsel
veroorzaken.
Ga om veiligheidsredenen en om
storingen te voorkomen niet rijden met
geopende schuifdeuren.
toegang tot de auto
Page 25 of 308

23
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
Uit te voeren handeling bij een
lege accu
Voorportier passagierszijde en zijdeuren
Gebruik het slot om de portieren
mechanisch te vergrendelen in geval
van een storing in de accu of de
centrale vergrendeling.
- t
rek aan de portiergreep aan
de binnenzijde om het portier te
openen en uit te stappen.
-
s teek, om het portier te
vergrendelen, de sleutel in de
slotplaat in de zijkant van het
portier en draai de sleutel een
achtste omwenteling.
Bestuurdersportier
-
s teek de sleutel in het slot en draai
deze rechtsom om het portier te
vergrendelen en linksom om het
portier te ontgrendelen.
ACHTERkLEP
Van binnenuit
(noodbediening)
Hiermee kan bij een eventuele storing
in de centrale vergrendeling de
achterklep van binnenuit ontgrendeld
worden.
s
teek een kleine schroevendraaier in
de opening tussen de achterklep en
de vloer. Verplaats de nok naar links
om het slot te ontgrendelen en duw de
klep vervolgens open.
Openen
Van buitenaf
De achterklep kan worden
vergrendeld en ontgrendeld met de
afstandsbediening.
Druk om de achterklep te openen op
de knop onder de sierlijst en open de
klep.
u
kunt gebruik maken van een lus om
de geopende achterklep te sluiten.
trek de achterklep omlaag tot aan het
evenwichtspunt en duw de achterklep
vervolgens volledig dicht.
toegang tot de auto
VoorDAt u GAAt rIjDen
3
319.2
Page 26 of 308

24
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
ACHTERDEUREN
V
an buitenaf
trek om de achterdeuren te openen de handgreep naar u toe.
trek aan de hendel om de rechterdeur
te openen.
s
luit om de achterdeuren te sluiten
eerst de rechterdeur en vervolgens de
linkerdeur.
Bij uitvoeringen met achterklep is de
achterbumper versterkt en kan deze
als opstap worden gebruikt.
De twee achterdeuren zijn
asymmetrisch (2/3
- 1/3), met de kleine
deur rechts.
Ze zijn voorzien van een centraal slot.
Ruit van de achterklep
De ruit van de achterklep kunt u openen, zodat
u het achtercompartiment rechtstreeks kunt
bereiken zonder dat u de klep hoeft te openen.
Openen
Druk nadat u de auto met de
afstandsbediening of de sleutel hebt
ontgrendeld op de knop en til de
achterruit op om hem te openen.
Sluiten
s
luit de achterruit door op het midden
van de ruit te drukken totdat deze
volledig gesloten is.
De achterklep en de ruit van
de klep kunnen niet gelijktijdig
worden geopend. De ruit zou
anders beschadigd kunnen raken.
toegang tot de auto
Page 27 of 308

25
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
Praktische informatie
Bij het vervoer van lange voorwerpen
kan met de rechter achterdeur geopend
worden gereden. De linker achterdeur
wordt gesloten gehouden door de
duidelijk zichtbare gele vergrendeling
in de deurstijl. Deze gesloten deur mag
niet worden gebruikt om lading op zijn
plaats te houden.
r
ijd alleen met een geopende deur
als het niet anders kan.
r especteer de
wettelijke veiligheidsvoorschriften om
medeweggebruikers op de uítstekende
belading te attenderen.
Van binnenuit
trek deze handgreep, indien
aanwezig, naar u toe om de linkerdeur
te openen.
Openen tot ongeveer 180°
De deurvangers maken het mogelijk
de achterdeuren met een hoek van
ongeveer 90° tot 180° te openen.
trek als de deur is geopend aan de
gele hendel.
Bij het sluiten van de deur komt
de deurvanger automatisch in zijn
oorspronkelijke stand terug.
Bij het parkeren van de
auto met de achterdeuren
90° geopend,
bedekken de deuren de
achterlichten. Gebruik
een gevarendriehoek of
een andere signalering
die door de regelgeving
en wetten van uw land
voorgeschreven is om
andere weggebruikers, die
in dezelfde richting rijden
en niet opmerken dat u
stilstaat, te waarschuwen.
toegang tot de auto
VoorDAt u GAAt rIjDen
3
319.2
Page 28 of 308

26
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
DAkkLEP
Steunstang
u heeft de beschikking over een
steunstang voor het vervoer van lange
stukken na het openen van de dakklep.
k
lap de steunstang neer door de
hendel omhoog te zetten.
Breng het uiteinde van de stang naar
de achterdeursponning.
Houd de te vervoeren lange
voorwerpen met één hand vast, til
ze op en zet met de andere hand de
steunstang terug.
Controleer of deze goed is vergrendeld
door de handgreep naar beneden te
duwen tot voorbij het zware punt en zet
de lading stevig vast. De achterbumpers zijn versterkt
voor het gebruik als treeplank bij
het instappen in de laadruimte.
De achterdeuren kunnen alleen
worden vergrendeld als de
steunstang is geplaatst.
Let bij het rijden met geopende
girafon op wegen met een beperkte
doorrijhoogte.
Laat geen belading tegen de
achterdeuren rusten.
r
especteer de wettelijke voorschriften
om medeweggebruikers op de
uítstekende belading te attenderen.
Beperk het gebruik van de dakklep tot
korte afstanden. De steunen opzij kunnen worden
gebruikt als bevestigingspunten.
-
laat het zwarte hendeltje zakken
om de dakklep te vergrendelen.
Door de dakklep te vergrendelen, wordt deze
goed op het rubber geplaatst waardoor een juiste
afdichting, zonder bijgeluiden, is gegarandeerd.
Deze dakklep achter is alleen mogelijk
bij uitvoeringen met achterdeuren.
o
penen van de dakklep:
-
til het zwarte hendeltje van de kap
omhoog,
-
duw de dakklep voorzichtig naar
beneden en maak de haak los,
-
trek de dakklep omhoog,
-
open de dakklep tot voorbij het
zware punt om hem te blokkeren
met de steunen.
Ga nooit rijden als de steunen niet
geplaatst zijn.
s
luiten van de dakklep:
-
controleer of de steunstang goed is
vergrendeld,
-
laat de dakklep zakken,
-
pak, terwijl u de dakklep naar
beneden duwt, de twee ringen van
de veer vast en zet de haak op zijn
plaats, Bevestig de belading nooit aan de
dakklep.
Ga nooit rijden als de steunstang niet
op zijn plaats zit.
toegang tot de auto
Page 29 of 308

27
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
CENTRALE VERGRENDELING
Druk één keer op de
schakelaar om de complete
auto te vergrendelen, als alle
portieren zijn gesloten.Verklikkerlampje geopende portieren
Het lampje van de schakelaar:
-
knippert als de portieren zijn
vergrendeld bij stilstaande auto en
afgezette motor
,
-
gaat branden als de portieren zijn
vergrendeld en als het contact
wordt aangezet.
Anti-overvalsysteem
Controleer als dit lampje
brandt of alle deuren van uw
auto goed zijn gesloten.
Vergrendeling tijdens het rijden
Dit systeem vergrendelt alle portieren
zodra sneller wordt gereden dan
ongeveer 10
km/h. u kunt dat horen
aan het kenmerkende geluid van
de centrale vergrendeling. o p het
middenpaneel van het dashboard gaat
het lampje van de schakelaar branden.
Als vervolgens een van de portieren
wordt geopend, worden alle portieren
weer ontgrendeld.
Activeren/deactiveren van de functie
Houd bij aangezet contact
deze knop lang ingedrukt om
de functie te activeren of te
deactiveren.
Het rijden met vergrendelde
portieren kan bij een noodgeval de
toegang tot de auto belemmeren.
Druk nogmaals op de schakelaar om
de complete auto te ontgrendelen.
De schakelaar werkt niet als de auto
van buitenaf is vergrendeld met de
afstandsbediening of met de sleutel in
het portierslot.
De portieren kunnen altijd van
binnenuit worden geopend.
toegang tot de auto
VoorDAt u GAAt rIjDen
3
319.2
Page 30 of 308

Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
28
klokken
1. kilometer-/mijlenteller.
2.
Display
.
3.
Brandstofniveaumeter
,
koelvloeistoftemperatuurmeter.
4.
t
oerenteller
.
5.
n ulstelling dagteller/
onderhoudsindicator.
6.
Dimmer dashboardverlichting. Niveau 1
INSTRUMENTENPANEELDisplays
Displays
De informatie die wordt weergegeven
hangt af van de uitrusting van de auto.
Niveau 2
met touchscreen
Cockpit