CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: BERLINGO MULTISPACE, Model: CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2015Pages: 308, PDF Size: 14.03 MB
Page 51 of 308

Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
49
STOP & START- S y STEEM
Het stop & start-systeem zet de motor
tijdelijk af ( sto P-stand) als u stopt
(bij rood licht, opstoppingen enz.).
De motor wordt automatisch gestart
(
st
A
rt
-stand) als u weer weg wilt
rijden. Het starten gebeurt direct, snel
en stil.
Het
s top & s tart-systeem zorgt
met name inde stad voor een lager
brandstofverbruik, minder uitstoot van
schadelijke stoffen en een aangename
rust in het interieur tijdens het wachten.
Werking
Overgang naar de STOP-stand van de motor
Het verklikkerlampje "ECO"
op het instrumentenpaneel
gaat branden en de motor
wordt afgezet:
-
bij een handgeschakelde
versnellingsbak,
bij snelheden
beneden 20
km/h, wanneer u de
versnellingsbak in zijn vrij zet en u
de koppeling loslaat,
-
bij een gestuurde
handgeschakelde
6-versnellingsbak,
bij snelheden
beneden 8
km/h, wanneer u op het
rempedaal trapt of wanneer u de
selectiehendel in de stand N zet. Als uw auto is uitgerust met een teller,
wordt de duur van de momenten dat
de motor in de
sto P-stand staat,
opgeteld en weergegeven. e lke keer
als u het contact opnieuw aanzet,
wordt deze teller op 0 gezet.
Is uw auto uitgerust met een
gestuurde handgeschakelde
versnellingsbak en u parkeert
uw auto, dan is - ten behoeve van uw
eigen comfort - de sto P-stand de
eerste seconden na het uitschakelen
van de achteruit niet beschikbaar.
Als de sto P-stand geactiveerd is,
blijven alle andere componenten zoals
de remmen en de stuurbekrachtiging
enz. normaal functioneren.
tank nooit als de motor door het s
top& s tart-systeem is afgezet; zet
in dat geval altijd het contact met
de sleutel af.
Bijzonderheden: STOP-stand niet beschikbaar
De stoP-stand wordt niet geactiveerd
als:
-
het bestuurderportier geopend is,
-
de veilig
heidsgordel van de
bestuurder los is,
-
de auto sinds de laatste start met
de sleutel niet harder dan 10
km/h
heeft gereden,
-
de klimaatregeling in het interieur
dat niet toelaat,
-
de ruitontwaseming is
ingeschakeld,
-
bepaalde bijzondere
omstandigheden (laadtoestand
accu, motortemperatuur
,
rembekrachtiging,
buitentemperatuur enz.) dat niet
toelaten.
In dit geval knippert het
verklikkerlampje "ECO"
enkele seconden om
vervolgens te doven.
Dit is volkomen normaal.
stop & start
VoorDAt u GAAt rIjDen
3
Page 52 of 308

Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
50
Overgang naar de START-stand van
de motorHet verklikkerlampje "ECO"
gaat uit en de motor wordt
gestart:
-
bij een handgeschakelde
versnellingsbak,
trapt u het
koppelingspedaal volledig in,
-
bij een gestuurde
handgeschakelde
6-versnellingsbak
:
●
met de selectiehendel in stand
A
of M, wanneer u het rempedaal
loslaat.
●
of met de selectiehendel in stand
N
en het rempedaal los, wanneer
u de selectiehendel in stand A of
M zet,
●
of wanneer u de
achteruitversnellin
g inschakelt.
Als u bij een auto met een
handgeschakelde versnellingsbak
in de
sto P-stand een versnelling
inschakelt maar daarbij het
koppelingspedaal niet volledig intrapt,
gaat er een verklikkerlampje branden
of wordt er een melding weergegeven
met het verzoek het koppelingspedaal
helemaal in te trappen, omdat anders
de motor niet gestart kan worden. Bijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand
Voor uw veiligheid of comfort wordt de
stA
rt
-stand automatisch geactiveerd
als:
-
u het bestuurderportier opent,
-
de veilig
heidsgordel van de
bestuurder los wordt gemaakt,
-
de snelheid van de auto hoger is dan
25
km/h bij een handgeschakelde
versnellingsbak en hoger dan
11
km/h bij een gestuurde
handgeschakelde 6-versnellingsbak,
-
bepaalde bijzondere
omstandigheden (laadtoestand accu,
motortemperatuur, rembekrachtiging,
buitentemperatuur enz.) dit niet
toelaten.
In dit geval knippert het
lampje "ECO" enkele
seconden om vervolgens te
doven.
Dit is volkomen normaal.Uitschakelen
u kunt deze functie op elk willekeurig
moment uitschakelen door de
schakelaar "ECO OFF" in te drukken.
Het verklikkerlampje in de schakelaar
gaat branden en er verschijnt een
bericht op het display.
Als u het systeem met de motor in de
st
o P-stand uitschakelt, dan wordt de
motor direct weer gestart.
stop & start
Page 53 of 308

Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
51
Opnieuw inschakelen
Druk nogmaals op de schakelaar
"ECO OFF".
Het systeem is dan opnieuw actief; het
verklikkerlampje in de schakelaar gaat
uit en er verschijnt een melding op het
instrumentenpaneel.Het systeem wordt automatisch
opnieuw ingeschakeld zodra u het
contact weer aanzet.
Storingen
Bij een storing in het systeem
gaat het verklikkerlampje in
de schakelaar "ECO OFF"
eerst knipperen en brandt
vervolgens permanent.
Onderhoud
schakel het stop & start-systeem
altijd uit als u handelingen onder
de motorkap wilt verrichten, om
letsel door het automatisch activeren
van de
st
A
rt
-stand te voorkomen.
Dit systeem heeft specifieke
kenmerken en maakt gebruik van een
speciale accu (raadpleeg voor meer
informatie het CI
tro Ë n -netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats).
Het gebruik van een andere dan de
door CI
tro Ë n voorgeschreven accu's
kan leiden tot storingen in het systeem.
Het
s top & s tart-systeem maakt
gebruik van geavanceerde
technologie. Laat eventuele
werkzaamheden aan dit type accu
uitsluitend uitvoeren door een
officiële CITROËN-dealer of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Laat het systeem door het CI
tro
Ë
n
-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats controleren.
Als er in de
sto
P-stand een storing
zou optreden, kan het zijn dat de
motor niet meer wil aanslaan of direct
afslaat. Alle verklikkerlampjes op het
instrumentenpaneel gaan dan branden.
Zet in dat geval het contact af en start
de auto met behulp van de sleutel.
stop & start
VoorDAt u GAAt rIjDen
3
Page 54 of 308

Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
52
Gebruiksvoorschrift: stoppen Gebruiksvoorschrift: starten
Verklikkerlampje
voorgloeien dieselmotor
Als de motor voldoende
op temperatuur is, gaat
het lampje na minder dan
1 seconde uit en kunt u de
motor direct starten.
Wacht bij koud weer tot dit lampje
uitgaat en zet vervolgens de startmotor
in werking (stand "
s tarten") tot de
motor aanslaat.
Verklikkerlampje geopend portierControleer als dit lampje brandt
of de portieren, achterdeuren,
schuifdeuren en de motorkap
goed zijn gesloten!
Ontzien van de motor en de
versnellingsbak
Laat de motor voordat u het contact
afzet enkele seconden draaien om
het toerental van de turbocompressor
(dieselmotor) te laten dalen.
Geef geen gas bij het afzetten van het
contact.
Het inschakelen van alleen een
versnelling bij het parkeren van de
auto is niet afdoende.
STARTEN EN AFZETTEN
Stand "AAN" en "Accessoires".
Verdraai terwijl u de contactsleutel
omdraait het stuurwiel iets (zonder
te forceren) om het stuurslot te
ontgrendelen. In deze stand kunnen
verschillende accessoires functioneren.
Stand "Starten".
De startmotor wordt in werking gezet. Laat de
sleutel los zodra de motor is aangeslagen.
Stand STOP: stuurslot.
Het contact is afgezet. Draai het
stuurwiel tot het stuurslot wordt
vergrendeld. Haal de sleutel uit het
contact.
starten en stoppen
Page 55 of 308

Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
53
HILL START A SSIST
Deze aan de dynamische
stabiliteitscontrole gekoppelde functie
(ook bekend onder de naam HHC (Hill
Holder Control)) vereenvoudigt het
wegrijden op een helling. Het systeem
wordt geactiveerd onder de volgende
omstandigheden:
-
de auto moet stilstaan met draaiende
motor en het rempedaal ingetrapt,
-
de hellin
g moet steiler zijn dan 5%,
-
bij het omhoog rijden op een
hellin
g moet de versnellingsbak
in de neutraalstand staan of
moet een andere versnelling
dan de achteruitversnelling zijn
ingeschakeld,
-
bij het afdalen van een helling moet de
achteruitversnelling zijn ingeschakeld.
De Hill start Assist is een voorziening om het
rijcomfort te vergroten en kan niet gebruikt
worden als elektrisch bediende handrem.
Werking
Als u het rempedaal en het
koppelingspedaal hebt ingetrapt,
hebt u zodra u het rempedaal loslaat
ongeveer 2
seconden de tijd om,
zonder dat de auto de helling af begint
te rollen, gas te geven en weg te rijden.
Bij het wegrijden wordt de functie
automatisch gedeactiveerd door de
remdruk geleidelijk te laten afnemen.
Gedurende deze fase is het mogelijk
dat de remmen hoorbaar zijn, het
teken dat de auto in beweging komt.
Storing
De Hill start Assist wordt
gedeactiveerd onder de volgende
omstandigheden:
-
als u het koppelingspedaal laat
opkomen,
-
als de handrem wordt
aangetrokken,
-
als de motor wordt afgezet,
-
als de motor afslaat. In het geval van een storing
in het systeem gaat dit
verklikkerlampje branden
in combinatie met een
geluidssignaal en een
melding ter bevestiging
op het display. Laat het systeem
controleren door het CI
tro Ë n -netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
starten en stoppen
VoorDAt u GAAt rIjDen
3
Page 56 of 308

Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
54
ENkELE RIJADVIEZEN
Houd u altijd aan de verkeersregels en
let onder alle omstandigheden goed
op.
r
icht uw aandacht op het verkeer en
houd uw handen op het stuurwiel,
zodat u snel kunt reageren op
onverwachte situaties.
Las tijdens een lange rit om de twee
uur een pauze in.
r
ijd bij slecht weer defensief, rem
eerder af en houd meer afstand tot uw
voorligger.
Rijden op een overstroomde weg
Probeer het rijden over overstroomde
wegen zo veel mogelijk te vermijden,
want het water kan de motor,
versnellingsbak en het elektrische
systeem van uw auto ernstig
beschadigen.
Bent u genoodzaakt over een overstroomd
weggedeelte te rijden, doe dan het volgende:
- kijk of het water niet meer dan
15 cm diep is, houd daarbij
rekening met golfen die door
andere weggebruikers kunnen
worden veroorzaakt,
-
schakel het
s top & s tart-systeem
uit,
-
rijd zo langzaam mogelijk zonder
de motor te laten afslaan.
r ijd in
elk geval niet sneller dan 10
km/h,
-
zet de auto niet stil en zet de motor
niet af.
Als u het overstroomde weggedeelte
achter u hebt gelaten, rem dan,
zodra de verkeerssituatie dat toelaat,
meerdere keren licht af om de
remschijven en remblokken te drogen.
Als u twijfels hebt over de staat
van uw auto, neem dan contact op
met het CI
tro Ë n -netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
r
ijd nooit met aangetrokken
handrem - k ans op oververhitting
en beschadiging van het
remsysteem!
Parkeer uw auto niet en zet uw auto
niet met draaiende motor stil op een
plaats waar brandbaar materiaal
(droog gras, afgevallen blad, ...) in
contact kan komen met het warme
uitlaatsysteem - k ans op brand!
Laat de auto nooit onbewaakt
met draaiende motor achter. Als
u uw auto met draaiende motor
moet verlaten, trek dan de handrem
aan en zet de versnellingsbak in
de neutraalstand of in de stand
N of P, afhankelijk van het type
versnellingsbak.
Belangrijk!
starten en stoppen
Page 57 of 308

55
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
RICHTINGAANWIJZERS
Functie "snelweg"
Duw de schakelaar één keer omhoog
of omlaag om de richtingaanwijzer aan
de desbetreffende zijde driemaal te
laten knipperen.
VERLICHTING
Links: omlaag duwen tot
voorbij het zware punt.
Rechts: omhoog duwen tot
voorbij het zware punt.
Verlichting vóór en achter
Lichten uit
Automatische verlichting
ParkeerlichtenDimlicht (groen)
Overschakelen van dim- naar
grootlicht
trek de hendel helemaal naar u toe.
V
ergeten verlichting
Wanneer u het contact afzet en
de follow me home-verlichting is
ingeschakeld, doven alle lichten
behalve de dimlichten.
Zie in rubriek 3
het gedeelte
"Cockpit" voor meer informatie
over de verklikkerlampjes.
knipperlichten
Draai deze ring om de
verlichting in te schakelen. Grootlicht (blauw)
u
bedient de verlichting
door deze ring in de stand
"0" (verlichting uit) te
zetten en vervolgens in de
stand van uw keuze.
Als de verlichting aanstaat en er een
voorportier wordt geopend, klinkt er
een geluidssignaal.
stuurkolomschakelaars
erGonoMIe en CoMFort
4
Page 58 of 308

56
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
LED-DAGRIJVERLICHTING
Mistachterlichten
(amberkleurig, draai de ring
2 standen naar voren).
Mistlampen vóór (groen, draai
de ring 1
stand naar voren).
Deze worden ingeschakeld
door deze ring naar
voren te draaien en
uitgeschakeld door de ring
naar achteren te draaien.
Het branden van de mistlampen
wordt aangegeven door een
verklikkerlampje op het instrumentenpaneel.
Vergeet niet de mistlampen uit te
zetten zodra ze niet meer nodig
zijn.
De automatische verlichting schakelt
het mistachterlicht uit, maar de
mistlampen vóór blijven branden.
Draai de ring twee
standen naar achteren
om achtereenvolgens
het mistachterlicht en de
mistlampen vóór te doven.
Automatisch inschakelen van de verlichting
Bij mist of sneeuwval kan de
lichtsensor voldoende licht
waarnemen, waardoor de lichten
niet automatisch zullen worden
ingeschakeld.
s chakel indien nodig het
dimlicht handmatig in.
Dek de lichtsensor, die zich
achter de binnenspiegel op de voorruit
bevindt, niet af. Deze sensor dient
voor de regeling van de automatische
verlichting en ruitenwissers.
Inschakelen
Draai de ring in de stand AUTO. Bij het
inschakelen van de functie verschijnt
een melding op het display.
Uitschakelen
Draai de ring naar voren of naar
achteren. Bij het uitschakelen van de
functie verschijnt een melding op het
display.
De functie wordt tijdelijk uitgeschakeld
als de verlichting met de
lichtschakelaar wordt bediend.
Het parkeerlicht en
het dimlicht worden
automatisch ingeschakeld
als de lichtsterkte van de
omgeving onvoldoende
is en als de ruitenwissers wissen. De
verlichting wordt uitgeschakeld als
de lichtsterkte van de omgeving weer
voldoende is of het wissen is gestopt.
Deze functie is niet mogelijk in
combinatie met verlichting overdag.
Als de motor wordt gestart, wordt de
dagrijverlichting automatisch ingeschakeld.
Zodra de parkeerlichten of het dim- of
grootlicht handmatig of automatisch
wordt ingeschakeld, gaat de
dagrijverlichting uit.
Programmeren
Voor landen waar het voeren van
verlichting overdag niet wettelijk
verplicht is, kunt u de functie in- of
uitschakelen via het configuratiemenu.
Als in de daarop volgende 30
minuten
niet wordt ingegrepen, treedt de eco-
mode in werking. om te voorkomen
dat de accu leeg raakt. De functies
komen dan in een standby-stand en
het acculampje knippert.
De eco-mode heeft geen effect op het
branden van de parkeerlichten.
Bij helder of regenachtig weer, zowel
overdag als 's nachts, is het mistachterlicht
verblindend voor medeweggebruikers en
daarom niet toegestaan.
Zie in rubriek 8 het gedeelte
"Accu".
Mistlampen vóór/mistachterlicht
Deze branden in combinatie met
parkeer- en dimlicht.
stuurkolomschakelaars
Page 59 of 308

57
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
Bij een storing in de
lichtsensor gaat de
verlichting branden en
wordt het pictogram service
weergegeven in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
op het display.
r
aadpleeg het CI tro Ë n -netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Follow me home-verlichting
Deze functie zorgt ervoor dat bij
afgezet contact de dimlichten even
blijven branden om het uitstappen in
het donker te vergemakkelijken.
kOPLAMPVERSTELLING
Afhankelijk van de belading van de
auto kan het noodzakelijk zijn om de
koplampen in hoogte te verstellen.
0- Geen belading.
1- Gedeeltelijke belading.
2- Gemiddelde belading.
3- Maximaal toegestane belading.
Handmatige bediening
-
Geef binnen 1
minuut na het
afzetten van het contact een
"lichtsignaal".
De follow me home-verlichting wordt
na een bepaalde tijd automatisch
uitgeschakeld.
Automatische werking
r
aadpleeg in rubriek 10
het
gedeelte "Menustructuur display". Stand 0: basisinstelling.
Activeer de functie via het
configuratiemenu van de
auto.
Programmeren
u
kunt de statische bochtverlichting
desgewenst uitschakelen via het
configuratiemenu van de auto.
s
tandaard is de statische
bochtverlichting ingeschakeld. Statische bochtverlichting werkt niet
De verlichting werkt in de volgende
gevallen niet:
-
bij een geringe stuuruitslag,
-
bij snelheden boven 40
km/h,
-
als de achteruit is ingeschakeld.
Statische bochtverlichting ingeschakeld
De bochtverlichting wordt in de
volgende gevallen ingeschakeld:
-
bij het inschakelen van een richtingaanwijzer,
of
-
als het stuurwiel ver genoeg wordt verdraaid.
tijdens het rijden met dim- of grootlicht
wordt de mistlamp vóór ingeschakeld
om de binnenkant van de bocht extra
te verlichten bij snelheden tot 40
km/h
(handig in de stad, op bochtige wegen,
kruispunten, parkeergarages enz.).
STATISCHE BOCHTVERLICHTING
Reizen naar het buitenland
Wanneer u uw auto gaat
gebruiken in een land waarin het
verkeer aan de andere kant van de
weg rijdt, moet de afstelling van de
dimlichten worden gewijzigd om te
voorkomen dat tegemoetkomend
verkeer wordt verblind.
r
aadpleeg het CI tro Ë n -netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
stuurkolomschakelaars
erGonoMIe en CoMFort
4
Page 60 of 308

58
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
2 Hoge snelheid (hevige neerslag).
1 n ormale snelheid (matige
regenval).
I
Interval.
0
u it.
â
e én keer wissen
(omlaag duwen).
In de Intervalstand wordt de snelheid
van de wissers aangepast aan de
rijsnelheid.
RUITENWISSERS
HandbedieningAls het contact langer dan één minuut is
afgezet terwijl de schakelaar in de stand
2, 1
of I stond, dient de schakelaar weer
geactiveerd te worden.
-
Zet de schakelaar in een
wille
keurige stand.
-
Zet de schakelaar vervolgens in de
gewenste stand. Dek de regensensor
, die zich
achter de binnenspiegel op de
voorruit bevindt, niet af. Inschakelen
Duw de hendel omlaag. Bij het
inschakelen van de automatische
ruitenwissers verschijnt een melding
op het display.
Deactiveren/uitschakelen
Zet de schakelaar in de stand I, 1
of 2.
LAls de functie wordt uitgeschakeld,
verschijnt er een melding op het
display.
In het geval van een storing in
de werking van de automatische
ruitenwissers werken de ruitenwissers
in de intervalstand.
r
aadpleeg het CI tro Ë n -netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om het
systeem te laten controleren. De ruitenwissers werken automatisch
in de stand AUTO, waarbij de snelheid
van de wissers aan de hoeveelheid
neerslag wordt aangepast.
De werking van de ruitenwissers in andere
standen dan de stand AUTO komt overeen
met die van de handbediende ruitenwissers.
Als het contact meer dan 1 minuut
afgezet is geweest, moet de automatische
werking van de ruitenwissers opnieuw
worden geactiveerd door de schakelaar
één keer omlaag te bewegen.
Zet het contact uit als de
auto gewassen wordt in een
wasstraat, om te voorkomen dat
de automatische ruitenwissers
worden ingeschakeld.
Wacht 's winters met het inschakelen
van het automatisch wissen tot de
voorruit ontdooid is.Automatisch wissen
stuurkolomschakelaars