CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: BERLINGO MULTISPACE, Model: CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2015Pages: 308, PDF Size: 14.03 MB
Page 61 of 308

 59
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
Ruiten- en koplampsproeiers
trek de hendel naar u toe, de ruitensproeiers 
treden in werking in combinatie met het 
tijdelijk inschakelen van de ruitenwissers.
De koplampsproeiers treden gelijktijdig 
met de ruitensproeiers in werking als 
de dimlichten zijn ingeschakeld.
Draai de ring voorbij de 
eerste stand, zodat de 
ruitensproeier in werking 
treedt en vervolgens de 
ruitenwisser enige tijd wordt 
ingeschakeld.
Wacht 's winters, als de ruit 
met sneeuw of ijs bedekt is, 
met het inschakelen van de 
ruitenwisser achter. Zet eerst de 
achterruitverwarming aan, wacht tot de 
sneeuw of het ijs begint te smelten en 
veeg de ruitenwisser achter schoon. 
Zet dan pas de ruitenwisser achter 
aan.
r
aadpleeg voor het bijvullen 
van het reservoir in rubriek 7
  het 
gedeelte "
n iveaus".
Onderhoudsstand ruitenwissers 
vóór
Als de ruitenwisserschakelaar binnen 
één minuut nadat het contact is 
afgezet wordt bediend, bewegen de 
ruitenwissers naar de voorruitstijlen.
Deze stand moet worden gebruikt voor 
's winters parkeren en het vervangen 
of reinigen van de ruitenwisserbladen.Zie in rubriek 8
  het gedeelte 
"
r uitenwisserbladen vervangen".
Zet het contact aan en bedien 
de ruitenwisserschakelaar om de 
ruitenwissers na de werkzaamheden 
weer in de ruststand te zetten. Draai de ring tot de eerste 
stand.
Ruitenwisser achter
Ruitensproeier achter 
stuurkolomschakelaars
erGonoMIe en CoMFort
4  
Page 62 of 308

60
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
BOORDCOMPUTER
Enkele definities
Actieradius: in deze stand geeft de 
computer aan hoeveel kilometer u 
nog met de resterende hoeveelheid 
brandstof kunt rijden, berekend op 
basis van het gemiddelde verbruik over 
de laatste afgelegde kilometers.
De weergegeven waarde kan sterk 
variëren door een verandering in de 
wagensnelheid of het landschap.Momenteel verbruik: dit verbruik 
wordt berekend en weergegeven vanaf 
30
  km/h.
Gemiddeld verbruik: dit is het 
gemiddelde verbruik sinds de laatste 
nulstelling van de boordcomputer.
Afgelegde afstand: deze afstand 
wordt berekend sinds de laatste 
nulstelling van de boordcomputer.
Nog af te leggen afstand: dit is 
de afstand tot de door de gebruiker 
ingevoerde eindbestemming. Als het 
navigatiesysteem in gebruik is, wordt 
deze afstand op elk moment tijdens het 
rijden opnieuw berekend.
Gemiddelde snelheid: dit is de 
gemiddelde snelheid sinds de laatste 
nulstelling van de boordcomputer 
(contact aan).
Als de knop op het uiteinde van 
de ruitenwisserschakelaar 
meermaals wordt ingedrukt, worden 
de verschillende functies van de 
boordcomputer achtereenvolgend 
weergegeven op het display.
Druk de knop langer dan twee 
seconden in zodra het gewenste traject 
wordt aangegeven.Als de actieradius minder dan 30   km 
bedraagt, verschijnen streepjes op het 
display.  n a het tanken van minimaal 
10   liter brandstof wordt de actieradius 
opnieuw berekend en weergegeven 
zodra deze meer dan 100   km bedraagt.
raadpleeg het CItroËn-netwerk als 
tijdens het rijden voortdurend streepjes  
worden weergegeven in plaats van cijfers.
Het tabblad "auto" met de actieradius, 
het huidige verbruik en de nog af te 
leggen afstand.
Het tabblad "1" (traject 1) met de 
gemiddelde snelheid, het gemiddelde 
verbruik en de afgelegde afstand 
berekend over het traject "1".
Het tabblad "2" (traject 2) met dezelfde 
gegevens voor een tweede traject.
Op nul zetten 
stuurkolomschakelaars  
Page 63 of 308

 61
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
SNELHEIDSREGELAAR
"CRUISE"
Voor het instellen van de gewenste 
wagensnelheid.
Met dit systeem kan de bestuurder - bij 
normaal doorstromend verkeer - met 
een constante, zelf ingestelde snelheid 
rijden, behalve op steile hellingen.
Deze voorziening werkt alleen bij 
snelheden boven 40  km/h, vanaf de 4
e 
versnelling.
o
 p het controledisplay wordt 
aangegeven of de functie is 
geselecteerd.  o ok de ingestelde 
snelheid wordt hier weergegeven.
Functie geselecteerd,
weergave van 
het symbool 
" s nelheidsregelaar".
Functie 
uitgeschakeld,
 OFF
Functie ingeschakeld,
Wagensnelheid 
hoger dan ingestelde 
snelheid,
de weergegeven 
ingestelde snelheid 
knippert.s toring in de werking 
van het systeem,
 OFF - de streepjes 
knipperen.
1.
  s
electeren / uitschakelen van de 
snelheidsregelaar.
2.
 
V
erlagen van de ingestelde 
snelheid.
3.
 
Verhogen van de ingestelde snelheid.
4.  onderbreken / hervatten van de 
snelheidsregeling. 
stuurkolomschakelaars
erGonoMIe en CoMFort
4  
Page 64 of 308

62
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
Selecteren van de functieEerste keer 
activeren/instellen 
van een snelheid Tijdelijk overschrijden van de 
ingestelde snelheid
Uitschakelen (OFF)
- Druk op deze 
toets of trap 
op het rem- of 
koppelingspedaal.
Opnieuw activeren
- Druk na het onderbreken van de 
snelheidsregelaar op deze toets.
De auto neemt de laatst ingestelde 
snelheid weer aan.
u
 kunt ook de procedure "eerste keer 
activeren" herhalen.
Het is mogelijk gas te geven en 
tijdelijk met een hogere snelheid dan 
de ingestelde snelheid te rijden.
De ingestelde snelheid zal dan 
knipperen. Als het gaspedaal wordt 
losgelaten, wordt de ingestelde 
snelheid weer aangenomen.
-
 
Breng uw auto met het gaspedaal 
op de gewenste snelheid.
-
 
Druk op de toets 
SET- of SET+.
De snelheid is nu in het geheugen 
opgeslagen/geactiveerd en deze 
snelheid wordt door de auto 
gehandhaafd. -
 
Zet de draaiknop in de stand 
CRUISE
. De snelheidsregelaar 
is geselecteerd, maar nog niet 
geactiveerd en er is nog geen 
snelheid ingesteld. 
stuurkolomschakelaars  
Page 65 of 308

 63
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
Ingestelde snelheid 
wijzigenUitschakelen van de functie
Storing Ingestelde snelheid annuleren
Als bij stilstaande auto het contact 
wordt afgezet, wordt de ingestelde 
snelheid uit het geheugen gewist.
De ingestelde snelheid kunt u op twee 
manieren verhogen:
- 
Draai de knop in de stand 
 0   of 
zet het contact af om het systeem 
volledig uit te schakelen.
Gebruiksvoorschrift
Zonder het gaspedaal
-
 Druk op de toets  SET +.
Druk de toets kort in om de snelheid 
met 1
  km/h te verhogen.
Houd de toets ingedrukt om de snelheid 
in stappen van 5
  km/h te verhogen.
Met het gaspedaal
-
  t
rap het gaspedaal in tot de 
gewenste snelheid is bereikt.
-
 
Druk op de toets 
 SET + of SET -.
Verlagen van de ingestelde snelheid:
-
 
Druk op de toets 
 SET -.
Druk de toets kort in om de snelheid 
met 1
  km/h te verlagen.
Houd de toets ingedrukt om de snelheid 
in stappen van 5
  km/h te verlagen. De ingestelde snelheid wordt gewist 
en in plaats daarvan verschijnen drie 
streepjes op het display. 
r aadpleeg 
het CI
tro Ë n -netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats om het 
systeem te laten controleren. Let bij het wijzigen van de ingestelde 
snelheid door het ingedrukt houden 
van de toets goed op omdat de 
snelheid zeer snel kan worden 
verhoogd of verlaagd.
Gebruik de snelheidsregelaar niet op 
gladde wegen of bij zeer druk verkeer.
Bij een steile afdaling kan de 
snelheidsregelaar niet voorkomen 
dat de ingestelde snelheid wordt 
overschreden. Bij het gebruik van de 
snelheidsregelaar moet de bestuurder 
te allen tijde de snelheidslimiet in acht 
nemen en zijn aandacht op het verkeer 
blijven vestigen.
Houd uw voeten bij de pedalen.o
m te voorkomen dat de werking van 
de pedalen wordt gehinderd:
-
 
controleer of de mat goed op 
zijn plaats ligt en vast aan de 
bevestigingen op de vloer
,
-
 
leg nooit meerdere matten boven 
op elkaar
. 
stuurkolomschakelaars
erGonoMIe en CoMFort
4  
Page 66 of 308

64
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
De snelheid wordt verhoogd naarmate 
het gaspedaal dieper wordt ingetrapt 
tot aan het zware punt van het 
gaspedaal, waarbij de ingestelde 
snelheid is bereikt.
Als het gaspedaal tot voorbij het zware 
punt wordt ingetrapt, wordt de ingestelde 
snelheid echter overschreden. Als het 
gaspedaal vervolgens geleidelijk weer 
wordt losgelaten en de wagensnelheid 
onder de ingestelde maximumsnelheid 
komt, wordt de snelheidsbegrenzer weer 
geactiveerd.
Het systeem kan worden bediend 
bij stilstaande auto met draaiende 
motor, of tijdens het rijden.
o
p het controledisplay wordt 
aangegeven of de functie is 
geselecteerd.  o ok de ingestelde 
snelheid wordt hier weergegeven:SNELHEIDSBEGRENZER
"LIMIT"
Functie geselecteerd,
weergave van 
het symbool 
"
s nelheidsbegrenzer".
Functie uitgeschakeld,
laatst ingestelde 
snelheid - OFF.
Functie ingeschakeld.
Wagensnelheid hoger dan 
de ingestelde snelheid,
de weergegeven 
ingestelde snelheid 
knippert.
storing in de werking 
van het systeem,
OFF
 - de streepjes 
knipperen.
1.
  s
electeren / uitschakelen van de 
snelheidsbegrenzer.
2.
 
Verlagen van de ingestelde snelheid.
3. Verhogen van de ingestelde snelheid.
4. Inschakelen / onderbreken van de 
snelheidsbegrenzing.
"Dit is de gekozen snelheid die de 
bestuurder niet wil overschrijden".
Het instellen van de maximumsnelheid 
is mogelijk bij stilstaande auto met 
draaiende motor
, of tijdens het rijden. 
De ingestelde snelheid dient minimaal 
30
  km/h te bedragen. 
stuurkolomschakelaars  
Page 67 of 308

 65
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
Selecteren van de functieInstellen van een snelheidInschakelen/uitschakelen
- Draai de knop in de stand LIMIT. 
De begrenzer is dan geselecteerd, 
maar nog niet actief. Het display 
geeft de laatst ingestelde snelheid 
weer.
e
r kan, bij draaiende motor, een 
snelheid worden ingesteld zonder de 
begrenzer in te schakelen.
Verhogen van de ingestelde snelheid.
-
 
Druk op de toets 
 SET +.
Druk de toets kort in om de snelheid 
met 1
  km/h te verhogen.
Houd de toets ingedrukt om de snelheid 
in stappen van 5
  km/h te verhogen.
Verlagen van de ingestelde snelheid.
-
 
Druk op de toets 
 SET -.
Druk de toets kort in om de snelheid 
met 1
  km/h te verlagen.
Houd de toets ingedrukt om de snelheid 
in stappen van 5
  km/h te verlagen.Druk één keer op deze toets om 
de begrenzer in te schakelen. Druk 
nogmaals op de toets om de begrenzer 
uit te schakelen (OFF). 
stuurkolomschakelaars
erGonoMIe en CoMFort
4  
Page 68 of 308

66
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
Overschrijden van de ingestelde 
snelheidUitschakelen van de functieStoring
De ingestelde snelheid wordt gewist 
en in plaats daarvan verschijnen drie 
streepjes op het display.
r
aadpleeg het CI tro Ë n -netwerk of 
een gekwalificeerde werkplaats om het 
systeem te laten controleren.
knipperen van de snelheidsweergave
Gebruiksvoorschrift
Bij het gebruik van de snelheidsbegrenzer 
moet de bestuurder te allen tijde de 
snelheidslimiet in acht nemen en zijn 
aandacht op het verkeer blijven vestigen.
Let op uw snelheid als deze door 
het profiel van de weg of door snel 
accelereren kan worden overschreden, 
zodat u optimaal de controle over uw 
auto kunt bewaren.
o
m te voorkomen dat de werking van 
de pedalen wordt gehinderd:
-
 controleer of de mat goed op zijn
 
plaats ligt en op de vloer is bevestigd,
-
 
leg nooit meerdere matten boven 
op elkaar
.
Als het gaspedaal geleidelijk dieper 
wordt ingetrapt, wordt de snelheid niet 
verhoogd. Als het gaspedaal echter 
met kracht wordt ingetrapt, tot voorbij 
het zware punt, wordt de begrenzer 
tijdelijk uitgeschakeld, knippert de 
ingestelde snelheid op het display en 
klinkt een geluidssignaal.
Laat om de begrenzer weer in te 
schakelen de snelheid zakken tot een 
snelheid lager dan de ingestelde snelheid.
De snelheid knippert:
-
 
als het gaspedaal tot voorbij het 
zware punt wordt ingetrapt,
-
 
als de begrenzer door het profiel 
van de weg of bij een steile 
afdaling niet kan voorkomen dat 
de ingestelde snelheid wordt 
overschreden,
-
 
tijdens snel accelereren. -
 
Draai de knop in de stand 
 0   of zet 
het contact af om het systeem uit te 
schakelen.
De laatst ingestelde snelheid blijft in 
het geheugen opgeslagen. 
stuurkolomschakelaars  
Page 69 of 308

 67
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
VENTILATIE
de zijventilatieroosters en 
middelste ventilatieroosters,
Luchtopbrengst
de beenruimte,
de voorruit en de beenruimte,
de voorruit.
De luchtverdeling kan worden 
gevarieerd door de knop in 
een tussenstand te zetten, 
aangegeven door "●".
Luchtverdeling
De bediening van de luchtverdeling wordt aangegeven 
door middel van de volgende pictogrammen:
naar rood, toevoer van 
warme lucht. van blauw, toevoer van koude 
lucht,De kracht van de luchttoevoer 
via de uitstroomopeningen 
varieert van 1   tot 4. In de stand 
0   is er geen luchttoevoer.
Zet de knop in de gewenste 
stand voor een optimaal 
comfort.
Verwarming
Handbediende airconditioning
Temperatuur
Zet de knop in de gewenste stand: 
erGonoMIe en CoMFort
4 
Ventilatie  
Page 70 of 308

68
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
Toevoer van buitenlucht
Luchtrecirculatie in het interieurAirconditioning A/C
Het lampje van de toets is uit. 
Gebruik deze stand zo veel 
mogelijk.
Druk op de toets om de 
airconditioning in te schakelen; 
het lampje gaat branden. Druk 
nogmaals op de toets om de 
airconditioning uit te schakelen; 
het lampje gaat uit.
De airconditioning werkt niet als de knop 
van de aanjager in de stand 0  staat.
De airconditioning werkt uitsluitend bij 
draaiende motor.
Het lampje van de toets 
brandt. Deze stand dient om 
de toevoer van buitenlucht 
bij stank en rookoverlast af te 
sluiten.
Als deze stand gebruikt wordt 
en de aanjager (stand 1
 
t/m 
4) is ingeschakeld, wordt de 
capaciteit van de verwarming 
(knop temperatuurregeling naar 
rood) of de airconditioning (knop 
temperatuurregeling naar blauw) 
sneller vergroot.
Gebruik de luchtrecirculatie niet 
langer dan nodig is. 
s
chakel zodra 
de omstandigheden dit toelaten de 
toevoer van buitenlucht weer in om 
de lucht in het interieur te verversen 
en het beslaan van de ruiten te 
voorkomen. Gebruik deze stand zo 
veel mogelijk. 
Ventilatie