CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: BERLINGO MULTISPACE, Model: CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2015Pages: 308, PDF Size: 14.03 MB
Page 71 of 308

69
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
Gebruiksvoorschrift
Om het interieur maximaal te koelen
of te verwarmen kan de temperatuur
lager dan 15 worden ingesteld, door de
knop naar links te draaien tot L
o wordt
weergegeven of hoger dan 27
worden
ingesteld, door de knop naar rechts te
draaien tot HI wordt weergegeven.
Als de temperatuur in de auto bij
het instappen veel lager of hoger
is dan de ingestelde waarde, heeft
het geen zin om voor het gewenste
comfort de ingestelde waarde te
wijzigen. Het systeem compenseert
automatisch en zo snel mogelijk het
temperatuurverschil.
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING
Automatische werking
Automatisch programma "comfort"
Dit is de normale gebruiksstand van de
airconditioning. Ingestelde waarde bestuurders- of
passagierszijde
De op het display weergegeven
waarde heeft betrekking op een
bepaald comfortniveau en niet op
de temperatuur in graden Celsius of
Fahrenheit.
Draai deze knop naar links of
naar rechts om de waarde te
verlagen of te verhogen. Voor
een optimaal comfort wordt
de waarde 21 aanbevolen. n iettemin
is afhankelijk van uw wensen een
afstelling tussen 18 en 24 gebruikelijk.
Zorg ervoor dat de zonnesensor
op het dashboard niet wordt
afgedekt.
Druk op deze toets. Het
symbool AUTO verschijnt.
Afhankelijk van de gekozen
instellingen regelt het
systeem de luchtverdeling, de
luchtopbrengst en de luchttoevoer om
het comfort en de luchtcirculatie in het
interieur optimaal te houden.
u hoeft het
systeem niet meer zelf bij te regelen.
o
m bij koude motor de toevoer van
koude lucht te beperken, wordt de
luchtopbrengst geleidelijk op het
optimale niveau gebracht.
Voor uw comfort worden de instellingen
tussen twee startmomenten
opgeslagen.
De automatische stand wordt
uitgeschakeld zodra u de instellingen
handmatig wijzigt (A uto verdwijnt).
GESCHEIDEN REGELING BESTUURDER EN PASSAGIER
erGonoMIe en CoMFort
4
Ventilatie
Page 72 of 308

70
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
Handmatig verstellen
Al naar gelang uw wensen kunt u
de automatische bediening van het
systeem handmatig aanpassen. De
overige functies worden automatisch
geregeld. Bij het indrukken van de
toets AUTO zal het systeem weer
volledig automatisch functioneren.Regeling luchtverdeling
Druk deze toets herhaalde
malen in om de luchtstroom
te verdelen naar:
-
de voorruit,
-
de voorruit en de beenruimte,
-
de beenruimte,
-
de linker
, rechter en middelste
ventilatieroosters en de beenruimte,
-
de linker
, rechter en middelste
ventilatieroosters. Regeling luchtopbrengst
De luchtopbrengst kan
vergroot of verkleind worden
door respectievelijk de toets
"kleine propeller" of "grote
propeller" in te drukken.
Het symbool van de luchtopbrengst
op het display, de propeller, wordt
afhankelijk van de ingestelde waarde
geleidelijk voller.
Airconditioning AAN/UIT
Druk op deze toets: het symbool
A/C wordt weergegeven
en de airconditioning wordt
geactiveerd.
Uitschakelen van het
systeem
Druk op de toets "kleine
propeller" van de
luchtopbrengstregeling tot het
symbool van de propeller van
het display is verdwenen.
Alle functies van de airconditioning
worden dan uitgeschakeld,
behalve de luchtrecirculatie en de
achterruitverwarming (volgens uitvoering).
Toevoer van buitenlucht/
luchtrecirculatie
Bij het indrukken van deze toets
wordt de lucht in het interieur
gerecirculeerd. Het symbool van de
luchtrecirculatie wordt weergegeven.
Het is raadzaam om niet
langdurig met uitgeschakelde
airconditioning te rijden. Druk
op de toets "grote propeller"
of op de toets AUTO om het
systeem weer met de laatst
ingestelde waarden in te schakelen.
De luchtrecirculatie dient om de toevoer van
buitenlucht bij stank en stofoverlast af te sluiten.
Gebruik de luchtrecirculatie alleen als dit echt
nodig is (om te voorkomen dat de ruiten beslaan
en de luchtkwaliteit in het interieur achteruitgaat).
Druk de toets zodra de luchtrecirculatie niet
meer nodig is nogmaals in om de toevoer van
buitenlucht te hervatten.
Druk nogmaals op deze toets om de
aircondioning uit te schakelen.
De ventilatieopening in het
dashboardkastje verspreidt koele
lucht (als de airconditioning is
ingeschakeld), onafhankelijk van de
ingestelde temperatuur in het interieur
en de buitentemperatuur.
De ingestelde waarde wordt niet meer
geregeld en verdwijnt van het display.
Ventilatie
Page 73 of 308

71
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
Tips voor het instellen van de airconditioning
Gewenste werking Luchtverdeling Temperatuur LuchtopbrengstLuchtrecirculatieA/C
Warm -
k
oud
Ontdooien
Ontwasemen
Bij de automatische airconditioning is het raadzaam de stand AUTO te gebruiken,
ongeacht de gewenste werking.
s
chakel de airconditioning uit zodra de luchtkwaliteit in de auto naar we\
ns is.
erGonoMIe en CoMFort
4
Ventilatie
Page 74 of 308

72
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
ONTDOOIEN EN ONTWASEMEN
Handbediening
Zet de knop van de
temperatuurregeling in deze stand.
Zet de aanjager in de hoogste
stand.
s
chakel de airconditioning in.
schakel zodra de
omstandigheden dit toelaten de
toevoer van buitenlucht weer in
om de lucht in het interieur te
verversen (lampje uit).
Zet de schakelaar van de
luchtverdeling in deze stand.
Achterruitverwarming en/of
verwarming buitenspiegels
Druk bij draaiende motor
op deze toets om de
achterruitverwarming en/of de
verwarming van de elektrisch
verstelbare buitenspiegels in
te schakelen.
Deze functie wordt uitgeschakeld:
-
door op de toets te drukken,
-
door de motor af te zetten,
-
automatisch, om onnodig
stroomverbruik te voorkomen.
Ventilatie
Page 75 of 308

73
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
ONTDOOIEN EN ONTWASEMEN
G
EBRUI k SVOORSCHRIFTEN
V
entilatieroosters
Houd de ventilatieroosters altijd
geopend
Voor een optimale verdeling van
de lucht over het interieur hebt u de
beschikking over ventilatieroosters
in het midden en opzij, die gekanteld
en naar links of rechts en omhoog of
omlaag gedraaid kunnen worden.
s luit
de ventilatieroosters niet, maar richt de
luchtstroom voor een optimaal comfort
tijdens het rijden naar de zijruiten.
u
itstroomopeningen in de beenruimte en
bij de voorruit completeren het geheel.
Dek de uitstroomopeningen bij de
voorruit en de openingen van de
luchtafvoer in de bagageruimte niet af.
Stoffilter/geurfilter (actief
koolstof)
Dit filter beperkt het binnendringen van
stof en stank in het interieur.
Zorg ervoor dat dit filter in goede staat
verkeert en laat de filterelementen
regelmatig vervangen.
Zie in rubriek 7
het gedeelte
"Controles".
Airconditioning
Voor een doeltreffende werking van de
airconditioning moeten de ruiten onder
alle weersomstandigheden gesloten
zijn. Als de auto echter langdurig in de
zon heeft gestaan en de temperatuur
in het interieur zeer hoog blijft, kunnen
de ruiten wel even geopend worden
om de ventilatie te bevorderen.
Het is raadzaam de stand A
uto
zo veel mogelijk te gebruiken: het
systeem regelt de luchtopbrengst, de
comforttemperatuur in het interieur,
de luchtverdeling, de luchttoevoer of
-recirculatie automatisch en optimaal.
Laat de airconditioning minimaal
één keer per maand 5
à 10 minuten
functioneren om het systeem in
perfecte staat te houden.
Gebruik de airconditioning niet als deze
niet koelt en laat het systeem in dat
geval door het CI
tro Ë n -netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats controleren.
Automatische stand: programma
"zicht"
Voor het snel ontwasemen of ontdooien
van de ruiten (bij vocht, veel inzittenden,
vorst) kan het programma "comfort"
(A
uto ) niet toereikend blijken.
k
ies dan het programma "zicht". Het
verklikkerlampje van het programma
"zicht" gaat branden.
Het systeem schakelt de
airconditioning in, regelt de
luchtopbrengst en stuurt de optimale
luchtstroom naar de voorruit en de
zijruiten.
De luchtrecirculatie wordt
uitgeschakeld. Condensvorming in de airconditioning
kan ertoe leiden dat er zich een klein
plasje water onder de stilstaande auto
vormt; dit is een normaal verschijnsel.
erGonoMIe en CoMFort
4
Ventilatie
Page 76 of 308

74
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
VOORSTOELEN
LengterichtingHoogte van de zitting (bestuurdersstoel)
omhoog: trek de hendel omhoog en
verlicht de druk op de stoel.
o
mlaag: trek de hendel omhoog en
laat uw gewicht op de stoel rusten.
Rugleuning
til de beugel op en schuif de stoel naar
voren of naar achteren tot de gewenste
stand is bereikt.
De volgende verstellin
gen zijn
mogelijk:
trek de hendel naar voren en zet
de rugleuning in de gewenste stand
door met uw rug tegen de leuning te
drukken.
stoelen
Page 77 of 308

75
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
rijd nooit zonder hoofdsteunen,
deze dienen te zijn geplaatst en
correct afgesteld.
Verstelbare armsteun
Schakelaars stoelverwarming
vóór
elke voorstoel kan worden uitgerust
met een schakelaar aan de zijkant van
de zitting.
Druk op de schakelaar om de
stoelverwarming in te schakelen.
Druk nogmaals op de schakelaar om
de verwarming uit te schakelen.
Hoogte van de hoofdsteun
omhoog: schuif de hoofdsteun
omhoog in verticale richting.
o
mlaag: druk de knop in en schuif de
hoofdsteun omlaag in verticale richting.
De hoofdsteun is correct afgesteld als
de bovenzijde van het hoofd en de
bovenzijde van de hoofdsteun zich op
dezelfde hoogte bevinden.
Verwijderen: druk op de knop en trek
de hoofdsteun omhoog.
terugplaatsen: steek de stangen van de
hoofdsteunen in de desbetreffende openingen,
onder dezelfde hoek als de rugleuning.
omhoogklappen van de armsteun:
beweeg de armsteun omhoog tot deze
wordt vergrendeld.
k
lap de armsteun omlaag om hem in
de gebruiksstand te zetten.
Verwijderen: zet de armsteun
in verticale positie, druk op de
ontgrendelingsknop en verwijder de
armsteun.
terugplaatsen: klik de armsteun vast in
verticale positie.
o
m de passagiersstoel neer te kunnen
klappen in de tafelstand, moet de
extra console of de armsteun worden
verwijderd.
erGonoMIe en CoMFort
4
stoelen
Page 78 of 308

76
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
ACHTERBANk
elk deel 1/3 - 2/3 is neerklapbaar, en
vervolgens los te verwijderen.
Hoofdsteun
De achterbank 1/3 - 2/3 is voorzien van
hoofdsteunen. Hoogste stand: optille
n en omhoog
trekken.
Laagste stand: druk op de bovenkant
om hem lager te zetten.
o
m hem te verwijderen, na hem
omhoog te hebben gebracht, op de lip
drukken en de hoofdsteun optillen.
o
m hem weer te plaatsen, de stangen
van de hoofdsteun in de openingen
plaatsen, loodrecht ten opzichte van de
rugleuning
stoelen
Page 79 of 308

77
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
Neergeklapte stand
Voorbeeld van handelingen voor het
deel 1/3. Deze zijn identiek voor het
deel 2/3.-
t
il de grijze bedieningsstang aan
de achterzijde van de zitting op.
-
k antel het geheel naar voren.
Terugplaatsen
Controleer de correcte
vergrendeling op de vloer van de
stoel als hij is teruggeklapt.
-
Zet de hoofdsteunen in de laagste
stand.
-
s
chuif, indien nodig, de voorstoelen
naar voren.
-
Druk de grijze knop aan de
bovenzijde van de rugleuning in.
-
k
lap de rugleuning op de zitting.
k
antel het geheel naar achteren tot in
de vergrendeling.
Zet de rugleuning rechtop.
De vergrendeling van de stoel is correct
als de knop (aan de bovenzijde van de
rugleuning) niet meer zichtbaar is.
erGonoMIe en CoMFort
4
stoelen
Page 80 of 308

78
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
Verwijderen van de achterbankTerugplaatsen van de achterbank
Zie hiervoor bij "neergeklapte
stand".o m de achterbank (deel 1/3 en/of
2/3) terug te plaatsen in de stand
"vervoer van passagiers", zie
hiervoor bij "
n eergeklapte stand".
-
k antel het geheel ongeveer 45°
naar achteren.
- t
il de achterbank
in verticale
stand tot de aanslag van de
verankeringen.
- Zet de bank weer rechtop door
deze naar voren te kantelen en
vervolgens op te tille
n.
-
s chuif, indien nodig, de voorstoelen
naar voren.
-
Plaats de bank (deel 1/3
en/of 2/3)
in neergeklapte stand. -
Plaats de achterbank (deel 1/3
en/
of 2/3) in verticale stand.
-
Plaats de haken tussen de twee
stangen.
-
k lap de achterbank naar achteren.
stoelen