CITROEN C5 AIRCROSS 2022 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2022, Model line: C5 AIRCROSS, Model: CITROEN C5 AIRCROSS 2022Pages: 276, PDF Size: 7.91 MB
Page 61 of 276

59
Ergonomie en comfort
3► Druk op toets 8 om de airconditioning in of uit
te schakelen.
Als het lampje brandt, is de airconditioning
ingeschakeld.
De airconditioning werkt niet als de
aanjager is uitgeschakeld.
Om het interieur sneller te verkoelen kunt
u korte tijd de recirculatiestand gebruiken.
Schakel daarna de toevoer van buitenlucht
weer in.
Het uitschakelen van de airconditioning kan
negatieve effecten hebben (vocht, condens).
Centrale regeling /
gescheiden regeling
De temperatuurinstelling aan
voorpassagierszijde kan worden afgestemd
op de instelling aan bestuurderszijde (functie
centrale regeling).
U kunt deze functie inschakelen op de
secundaire pagina die u kunt openen via de
toets 11 "OPTIES ".
►
Druk op de toets
14 om de functie "MONO"
(centrale regeling) in te schakelen; de functie
krijgt de status "ON".
De functie wordt automatisch uitgeschakeld
als de passagier de toetsen voor de
temperatuurregeling aan zijn zijde bedient
(functie gescheiden regeling).
Ventilatie bij aangezet
contact
Bij aangezet contact kunt u het ventilatiesysteem
gebruiken om de luchtopbrengst 5 en de
luchtverdeling 7 in het interieur te regelen
afhankelijk van de laadtoestand van de accu.
Bij deze functie wordt de airconditioning niet
ingeschakeld.
Luchtrecirculatie in het
interieur
De toevoer van buitenlucht voorkomt dat de
voorruit en zijruiten beslaan.
Wanneer de interieurlucht wordt gerecirculeerd,
wordt het interieur beschermd tegen luchtjes
en vervuilende stoffen van buitenaf en kan de
gewenste binnentemperatuur sneller worden
bereikt.
► Druk op deze toets om de functie in of
uit te schakelen (bevestigd door branden/
doven van het lampje).
De functie wordt automatisch
ingeschakeld wanneer de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
Maximale stand van de
airconditioning
Deze functie stelt automatisch de temperatuur
op de laagste stand in, stuurt de luchtstroom
naar de middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters, stelt de luchtopbrengst
op maximaal in en schakelt, indien nodig, de
luchtrecirculatie in het interieur in.
► Druk op deze toets om de functie in of
uit te schakelen (bevestigd door branden/
doven van het lampje).
Als de functie wordt uitgeschakeld, keert het
systeem terug naar de instellingen van vóór de
inschakeling.
Systeem uitschakelen
► Druk op deze toets.
Het controlelampje gaat branden en alle andere
controlelampjes van het systeem gaan uit.
Alle functies van het airconditioningssysteem zijn
nu uitgeschakeld.
De temperatuur wordt niet meer geregeld. Door
de rijwind stroomt er nog wel wat lucht in de
auto.
Page 62 of 276

60
Ergonomie en comfort
Extra verwarmings-/
ventilatiesysteem
Verwarming
Dit is een aanvullend en afzonderlijk systeem dat
het interieur voorverwarmt en de ruiten sneller
ontdooit.
Dit lampje brandt permanent als het
systeem is geprogrammeerd of met de
afstandsbediening in werking is gesteld.
Het lampje knippert tijdens de
verwarmingscyclus en gaat uit aan het
einde ervan of als de verwarming met de
afstandsbediening wordt uitgeschakeld.
Ventilatie
Dit systeem ventileert het interieur
met buitenlucht, zodat onder zomerse
omstandigheden bij het instappen een
aangenamere temperatuur in het interieur
heerst.
Ontwasemen - ontdooien
voorruit
Automatisch programma "zicht"
Selecteer dit programma om de voorruit en de
zijruiten snel te ontwasemen of te ontdooien.
► Druk op deze toets om de functie in of uit te
schakelen.
Als het lampje brandt, is de functie ingeschakeld.
Het systeem regelt automatisch de
airconditioning (volgens uitvoering), de
luchtopbrengst en de luchttoevoer en stelt de
luchtverdeling zodanig in dat de voorruit en de
zijruiten zo snel mogelijk schoon worden.
De luchtopbrengst kan handmatig worden
gewijzigd zonder dat het automatische
programma "zicht" wordt uitgeschakeld.
Bij auto's met een Stop & Start-systeem
geldt dat zolang de voorruitontwaseming
in werking is, de STOP-functie niet
beschikbaar is.
Verwijder in winterse omstandigheden
alle sneeuw of ijs van de camera op de
voorruit voordat u wegrijdt.
Anders kan de werking van de apparatuur
van het camerasysteem worden aangetast.
Voorruitverwarming
Bij koud weer verwarmt dit systeem de
onderzijde van de voorruit en het gedeelte langs
de voorruitstijl links.
Zonder dat u daarvoor de instellingen van de
airconditioning hoeft te wijzigen, zorgt deze
functie ervoor dat de ruitenwisserbladen
sneller loskomen van de voorruit als ze
zijn vastgevroren en helpt de functie een
opeenhoping van sneeuw door de werking van
de ruitenwissers te voorkomen.
Inschakelen/uitschakelen
► Druk met draaiende motor op deze toets om
de functie in of uit te schakelen (bevestigd door
een controlelampje).
De functie wordt geactiveerd als de
buitentemperatuur daalt tot minder dan 0 °C en
automatisch uitgeschakeld wanneer de motor
wordt afgezet.
Ontwasemen - ontdooien
achterruit
Aan/uit
► Druk op deze knop om de achterruit en de
buitenspiegels (afhankelijk van de uitvoering)
te ontwasemen/ontdooien (bevestigd door het
branden/doven van het verklikkerlampje).
De achterruitverwarming wordt automatisch
uitgeschakeld om onnodig stroomverbruik te
voorkomen.
Schakel zo snel mogelijk de achterruit-
en buitenspiegelverwarming uit, omdat
een geringer stroomverbruik leidt tot een
verlaging van het brandstofverbruik.
De achterruitverwarming werkt uitsluitend
bij draaiende motor.
Page 63 of 276

61
Ergonomie en comfort
3Extra verwarmings-/
ventilatiesysteem
Verwarming
Dit is een aanvullend en afzonderlijk systeem dat
het interieur voorverwarmt en de ruiten sneller
ontdooit.
Dit lampje brandt permanent als het
systeem is geprogrammeerd of met de
afstandsbediening in werking is gesteld.
Het lampje knippert tijdens de
verwarmingscyclus en gaat uit aan het
einde ervan of als de verwarming met de
afstandsbediening wordt uitgeschakeld.
Ventilatie
Dit systeem ventileert het interieur
met buitenlucht, zodat onder zomerse
omstandigheden bij het instappen een
aangenamere temperatuur in het interieur
heerst.
Programmeren
U kunt het inschakelen van de verwarming
of ventilatie programmeren op de secundaire
pagina van het menu " Airconditioning" van het
touchscreen.
In het menu Airconditioning > OPTIES :
► Selecteer “Programmering AIRCO.
►
Druk op het tabblad “ Status
” om het systeem
in/uit te schakelen.
►
Druk op het tabblad " Instellingen" voor het
kiezen van " V
erwarming" om de motor en het
interieur te verwarmen of " Ventilatie" om het
interieur te ventileren.
►
Programmeer/bewaar vervolgens de
activeringstijd voor elke selectie.
►
Druk op
OK om te bevestigen.
Wanneer u meerdere functies gaat
programmeren, moet u telkens 60
minuten tussen elke functie wachten.
Afhankelijk van de buitentemperatuur is er een bepaalde voorverwarmingstijd
nodig om de geprogrammeerde temperatuur
te bereiken op de opgeslagen activeringstijd.
Deze voorverwarming duurt tot 45 minuten
bij een dieselmotor en tot 30
minuten bij een
benzinemotor.
Afstandsbediening met ver bereik
Op deze manier kunt u de verwarming in het
interieur op afstand in- of uitschakelen.
De afstandsbediening heeft een bereik van
ongeveer 1 kilometer op open terrein.
Inschakelen
► Door dez e knop ingedrukt te houden,
wordt de verwarming onmiddellijk gestart
(bevestigd door het tijdelijk branden van het
groene lampje).
Uitschakelen
► Door dez e knop ingedrukt te houden,
wordt de verwarming onmiddellijk gestopt
(bevestigd door het tijdelijk branden van het rode
lampje).
Het lampje van de afstandsbediening knippert
gedurende ongeveer 2 seconden als de auto het
signaal niet heeft ontvangen.
Herhaal het commando nadat u naar een andere
plaats bent gegaan.
Page 64 of 276

62
Ergonomie en comfort
Vervangen van de batterij
Als het lampje van de afstandsbediening oranje
gaat branden, is de batterij bijna leeg.
Als het lampje niet meer brandt, is de batterij
leeg.
► Draai de knop met een muntstuk los en
vervang de batterij.
Gooi batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze
bevatten metalen die schadelijk zijn voor het
milieu. Lever ze in bij een speciaal
inzamelpunt.
Als het systeem wordt ingeschakeld met de afstandsbediening met groot bereik,
dan is de maximale verwarmingsduur
ongeveer 45 minuten bij een dieselmotor, en
ongeveer 30
minuten bij een benzinemotor.
De ventilatie wordt alleen geactiveerd als
de laadtoestand van de accu dat toelaat.
De verwarming wordt geactiveerd als:
–
de accu voldoende is opgeladen en het
brandstofpeil voldoende is,
–
de motor na het vorige gebruik van de
programmeerbare verwarming een keer is
gestart,
–
er 60 minuten zijn verstreken tussen twee
verwarmingsverzoeken.
De programmeerbare verwarming werkt
op brandstof uit de brandstoftank van de
auto. Controleer of er voldoende brandstof is
voordat u deze functie gebruikt. Het wordt
sterk afgeraden om de verwarming te
programmeren wanneer het minimumniveau
van de brandstofvoorraad is bereikt.
Zorg ervoor dat de extra verwarming altijd
is uitgeschakeld tijdens het tanken van
brandstof, om brand- en explosiegevaar te
voorkomen.
Om het risico van vergiftiging of
verstikking te vermijden, mag de
programmeerbare verwarming niet worden
gebruikt, ook niet voor korte perioden, in
afgesloten ruimten zoals een garage of een
werkplaats zonder een
uitlaatgasafvoersysteem.
Parkeer de auto niet op een brandbare
ondergrond (dor gras, dode bladeren, papier
enz.). - Brandgevaar!
Glazen oppervlakken zoals de achterruit
en voorruit kunnen plaatselijk zeer warm
worden.
Plaats nooit voorwerpen op deze
oppervlakken; raak deze oppervlakken nooit
aan - Kans op brandwonden!
Voorverwarming/-koeling
(plug-in hybride)
Met deze functie kunt u de temperatuur in
het interieur zo programmeren dat een vooraf
bepaalde temperatuur die niet kan worden
gewijzigd (ongeveer 21 °C) is bereikt voordat
u in de auto stapt. U kunt de dagen en tijden
hiervoor instellen.
Deze functie is ook beschikbaar als de auto niet
is aangesloten.
Programmeren
(Met CITROËN Connect Nav)
In het menu Airconditioning > OPTIES:
Selecteer Temperatuur conditionering .
Page 65 of 276

63
Ergonomie en comfort
3► Druk op + om een programmering toe te
voegen.
►
Selecteer het tijdstip waarop u in de auto
stapt en de gewenste dagen. Druk op OK
.
►
Druk op
ON om dit programma te activeren.
De voorverwarming/-koeling begint ongeveer 45
minuten vóór de geprogrammeerde tijd terwijl de
auto is aangesloten (20 minuten wanneer deze
niet is aangesloten) en wordt 10 minuten daarna
gehandhaafd.
Dit controlelampje gaat permanent branden
als er een cyclus voor voorverwarming/-
koeling is geprogrammeerd. Het knippert als de
voorverwarming/-koeling bezig is.
U kunt meerdere programma's instellen.
Elk programma wordt in het systeem
opgeslagen.
Wij raden u aan om deze functie alleen te
programmeren als de auto op een laadpunt
is aangesloten, om de levensduur van de
tractiebatterij optimaliseren.
Het programmeren kan ook met een
smartphone worden uitgevoerd, met de
app MyCitroën.
Bij een auto met de CITROËN Connect Radio
kan de functie alleen worden geprogrammeerd
met een smartphone, via de app.
Raadpleeg het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de externe functies.
Het is normaal dat de ventilator tijdens
het voorverwarmen/-koelen geluid maakt.
Werkingsvoorwaarden
– De functie kan alleen worden geactiveerd met
het contact afgezet.
–
Als de auto niet is aangesloten, dan wordt de
functie alleen geactiveerd als de laadtoestand
van de tractiebatterij meer dan 20% is.
–
Als de auto niet is aangesloten, er een
herhaald
programma is geactiveerd (bijvoorbeeld
van maandag tot en met vrijdag) en er twee cycli
voor voorverwarmen/-koelen zijn uitgevoerd
zonder dat de auto is gebruikt, dan wordt het
programma gestopt.
Voorzieningen vóór
1. Handgreep
2. Zonneklep
3. Opbergruimte onder het stuurwiel
Kaarthouder
4. Dashboardkastje met verlichting
5. Portiervakken
6. USB-aansluiting
Aansteker / 12V-aansluiting (120 W).
7. Opbergruimte
8. Opbergruimte of draadloze lader
9. Bekerhouder
10. Armsteun vóór met opbergvak
11 . Aansluiting voor USB-lader
Page 66 of 276

64
Ergonomie en comfort
Draadloze smartphonelader
Hiermee kunt u apparaten zoals een smartphone
draadloos opladen volgens het principe van
magnetische inductie, in overeenstemming met
de norm Qi 1.1.
Het op te laden apparaat moet zelf compatibel
zijn met de Qi-norm of moet zijn voorzien van
een compatibele hoes of houder.
Het laadgedeelte is te herkennen aan het
symbool Qi.
De lader werkt terwijl de motor draait en het Stop
& Start-systeem in de STOP-stand staat.
Het opladen wordt aangestuurd door de
smartphone.
Bij het Keyless entry and start-systeem kan de
werking van de lader kort worden onderbroken
als er een deur wordt geopend of als het contact
wordt uitgeschakeld.
Laden bezig
► Als het laadgedeelte leeg is, kunt u een
apparaat in het midden plaatsen.
Zonneklep
► Open als het contact aan is het klepje.
De verlichting van de make-upspiegel gaat
automatisch branden.
De zonneklep bevat tevens een mogelijkheid
voor het opbergen van pasjes.
Dashboardkastje
► Beweeg de handgreep omhoog om het
dashboardkastje te openen.
Als het contact aan is, is het dashboardkastje
verlicht wanneer het geopend is.
In het dashboardkastje bevindt zich ook de
schakelaar voor het uitschakelen van de airbag
vóór aan passagierszijde.
Rijd nooit met een geopend
dashboardkastje als er iemand op de
voorpassagiersstoel zit. Bij hard remmen kan
dit letsel tot gevolg hebben.
Aansteker / 12V-aansluiting(en)
► Aansteker gebruiken: druk de aansteker in
en wacht enkele seconden tot de aansteker uit
zichzelf naar buiten springt.
►
V
erwijder de aansteker en sluit een geschikte
adapter aan als u een 12
V-accessoire
(maximaal vermogen: 120
W) wilt gebruiken.
U kunt bijvoorbeeld een telefoonlader of een
flessenwarmer op deze aansluiting aansluiten.
Plaats na het gebruik de aansteker direct terug.
Het aansluiten van elektrische
apparatuur die niet door CITROËN is
goedgekeurd, zoals een lader met USB-
aansluitingen, kan leiden tot storingen in de
werking van de elektrische systemen van de
auto, zoals een slechte radio-ontvangst of
storingen in de weergave van de displays.
USB-aansluitingen
Hierop kunt u draagbare apparatuur aansluiten
om deze op te laden.
De USB-aansluiting voorin kan
ook worden gebruikt om een
smartphone via Android Auto
® of CarPlay® te
verbinden, zodat u bepaalde apps van uw
smartphone via het touchscreen kunt gebruiken.
Gebruik voor de beste resultaten een kabel die is
gemaakt of goedgekeurd door de fabrikant van
het apparaat.
Deze apps kunnen met de schakelaars op en
rondom het stuurwiel of de bedieningselementen
van het audiosysteem worden beheerd.
Tijdens het gebruik van de USB- aansluiting wordt het draagbare apparaat
automatisch opgeladen.
Tijdens het laden wordt een melding
weergegeven als het stroomverbruik van het
draagbare apparaat hoger is dan de door de
auto geleverde stroomsterkte.
Raadpleeg voor meer informatie over het
gebruik van deze voorziening de rubriek
Audio en telematica.
Page 67 of 276

65
Ergonomie en comfort
3Draadloze smartphonelader
Hiermee kunt u apparaten zoals een smartphone
draadloos opladen volgens het principe van
magnetische inductie, in overeenstemming met
de norm Qi 1.1.
Het op te laden apparaat moet zelf compatibel
zijn met de Qi-norm of moet zijn voorzien van
een compatibele hoes of houder.
Het laadgedeelte is te herkennen aan het
symbool Qi.
De lader werkt terwijl de motor draait en het Stop
& Start-systeem in de STOP-stand staat.
Het opladen wordt aangestuurd door de
smartphone.
Bij het Keyless entry and start-systeem kan de
werking van de lader kort worden onderbroken
als er een deur wordt geopend of als het contact
wordt uitgeschakeld.
Laden bezig
► Als het laadgedeelte leeg is, kunt u een
apparaat in het midden plaatsen.
Als het apparaat wordt waargenomen, gaat het
controlelampje van de lader groen branden.
Het lampje blijft branden terwijl de batterij wordt
opgeladen.
Het systeem is niet bedoeld om
meerdere apparaten tegelijkertijd op te
laden.
Laat geen metalen voorwerpen zoals
munten, sleutels of de
afstandsbediening. in het laadgedeelte liggen,
omdat er dan kans op oververhitting of
onderbreking van het laadproces bestaat.
Controle van de werking
De status van het controlelampje geeft de
werking van de lader aan.
Status van
controlelampje Betekenis
Uit Motor afgezet.
Geen geschikt apparaat
gevonden.
Laden voltooid.
Groen,
permanent Geschikt apparaat
gevonden.
Laden bezig.
Status van
controlelampjeBetekenis
Knipperend
oranje Detectie van een
vreemd voorwerp in het
oplaadgedeelte.
Apparaat niet goed
gecentreerd in het
oplaadgedeelte.
Permanent
oranje Storing in de laadindicator
van het apparaat.
Temperatuur van batterij
apparaat te hoog.
Storing in de lader.
Als het controlelampje oranje brandt:
–
V erwijder het apparaat en plaats het opnieuw
in het midden van het oplaadgedeelte.
of
–
V
erwijder het apparaat en probeer het een
kwartier later nog eens.
Als het probleem blijft bestaan, neem dan
contact op met een CITROËN-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Armleuning vóór
De armleuning bevat een gekoeld opbergvak
(afhankelijk van de uitvoering), waarvan de
verlichting in werking treedt zodra het wordt
geopend.
Page 68 of 276

66
Ergonomie en comfort
Plafonnier
1.Plafonnier vóór
2. Leeslampjes vóór
3.Plafonnier achter
4. Leeslampjes achter
Plafonniers voor en achter
In deze stand gaat de plafonnier
geleidelijk branden:
– als de auto wordt ontgrendeld.
– als de sleutel uit het contact wordt verwijderd.
– als een van de portieren wordt geopend.
Openen
► Til de hendel onder het deksel op.
Het deksel opent in twee delen.
Opbergvak
Het kleine afneembare blad kan voor of achter
het opbergvak worden aangebracht.
Een ventilatieopening zorgt voor frisse lucht.
Sluiten
► Klap de twee delen van het deksel terug.
Matten
Bevestigen
Gebruik bij het monteren aan de
bestuurderszijde alleen de bevestigingen
aanwezig op de mat (een klik betekent een
goede vergrendeling).
De overige matten worden gewoon op de
vloerbedekking gelegd.
Verwijderen/terugplaatsen
► Om deze aan de bestuurderszijde te
verwijderen: schuif de bestuurdersstoel naar
achteren en maak de bevestigingen los.
►
Om de mat terug te plaatsen: plaats de mat
en druk deze omlaag om hem te bevestigen.
►
Controleer of de mat goed vastzit.
Om te voorkomen dat de pedalen blijven
hangen:
–
Gebruik uitsluitend matten die op de
bevestigingen van de auto passen; het
gebruik van deze bevestigingen is verplicht.
–
Leg nooit meerdere matten boven op
elkaar
.
Bij gebruik van niet door CITROËN
goedgekeurde matten kunnen de bediening
van de pedalen en de werking van de
snelheidsregelaar/-begrenzer worden
gehinderd.
De goedgekeurde matten zijn voorzien van
twee bevestigingen onder de stoel.
Page 69 of 276

67
Ergonomie en comfort
3Plafonnier
1.Plafonnier vóór
2. Leeslampjes vóór
3.Plafonnier achter
4. Leeslampjes achter
Plafonniers voor en achter
In deze stand gaat de plafonnier
geleidelijk branden:
–
als de auto wordt ontgrendeld.
–
als de sleutel uit het contact wordt verwijderd.
–
als een van de portieren wordt geopend.
– als er op de vergrendelknop van de
afstandsbediening wordt gedrukt om de auto te
lokaliseren.
De plafonnier gaat geleidelijk uit:
–
als de auto wordt vergrendeld.
–
als het contact wordt aangezet.
–
30 seconden na het sluiten van het laatste
portier
.
Permanent uit.
Permanent aan.
In de stand "Permanent aan" blijft de plafonnier
gedurende een bepaalde tijd branden:
–
Bij afgezet contact: ongeveer 10 minuten.
–
In de eco-mode: ongeveer 30 seconden.
–
Bij draaiende motor: onbeperkt.
Als de plafonnier vóór in de stand "Permanent aan" staat, gaat de
plafonnier achter ook branden tenzij deze in
de stand "Permanent uit" staat.
Zet de plafonnier achter in de stand
"Permanent uit" als u deze wilt uitschakelen.
Leeslampjes
► Bedien d e betreffende schakelaar
terwijl het contact is aangezet.
Zorg ervoor dat niets tegen de
plafonniers aankomt.
Sfeerverlichting interieur
De gedempte interieurverlichting verbetert het
zicht in de auto als deze zich in een donkere
omgeving bevindt.
Als het buiten donker is, gaat de sfeerverlichting
automatisch branden/wordt deze uitgeschakeld
als de parkeerlichten worden in-/uitgeschakeld.
Het inschakelen/uitschakelen, en het
aanpassen van de helderheid en de kleur,
gebeurt via het menu Rijverlichting/Auto van
het touchscreen.
Voorzieningen
bagageruimte
1. Bagageafdekking
2. 12V-aansluiting (120 W)
3. Verlichting bagageruimte
4. Verwijderbare dwarsbalk achterbank (om de
bagageruimte te vergroten).
Page 70 of 276

68
Ergonomie en comfort
5.Sjorogen
6. Verplaatsbare vloerplaat bagageruimte (twee
posities)
Opvouwbare vloerbedekking bagageruimte
(plug-in hybride)
7. Opbergvakken / Gereedschapskist onder de
vloer
Aan de sjorogen kunt u verschillende
soorten bagagenetten bevestigen om
bagage op zijn plaats te houden.
Neem voor meer informatie contact op met
een CITROËN-dealer.
Bagageafdekking
De bagageafdekking bestaat uit twee delen:
– een vast gedeelte met een open opbergvak,
–
een bewegend gedeelte met een open
opbergvak dat bij het openen van de achterklep
mee omhoog gaat.
Verwijderen van de bagageafdekking:
► maak de twee koorden los 1
,
►
verwijder voorzichtig het bewegende
gedeelte 2
en maak vervolgens de klem aan
beide zijden los 3,
►
neem het vaste gedeelte aan beide zijden uit
de klemmen 4
en verwijder de bagageafdekking.
Bij een noodstop of een aanrijding
kunnen op de hoedenplank geplaatste
voorwerpen veranderen in gevaarlijke
projectielen.
12 V-aansluiting
► Verwijder als u een 12V-accessoire (max.
vermogen: 120 W) wilt aansluiten de dop en sluit
een geschikte adapter aan.
►
Zet het contact aan.
Het aansluiten van elektrische
apparatuur die niet door CITROËN is
goedgekeurd, zoals een lader met USB-
aansluitingen, kan leiden tot storingen in de
werking van de elektrische componenten van
de auto, zoals een slechte radio-ontvangst of
storingen in de weergave van de displays.
Bagagenet voor hoge
belading