CITROEN JUMPER 2012 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2012, Model line: JUMPER, Model: CITROEN JUMPER 2012Pages: 182, PDF Size: 4.8 MB
Page 81 of 182

Achteruitrijcamera
79
4
TECHNOLOGIE AAN BOOR
D
ACHTERUITRIJCAMERA
De achteruitrijcamera (volgens uitvoering)
bevindt zich aan de achterzijde van de
bestelwagen, ter hoogte van het derde
remlicht.
De camerabeelden worden weergegeven
op een scherm in de cabine. Deze
beelden zijn een visueel hulpmiddel bij het
achteruitrijden.
Scherm
De camerabeelden worden weergegeven op een
verstelbaar 4 of 6,5 inch LCD-kleurenscherm dat
in de plaats komt van de binnenspiegel.
Druk de knop in en plaats het scherm op de
gewenste positie.
Inschakelen
Klap bij aangezet contact het scherm uit.
De camera wordt automatisch geactiveerd
zodra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld en blijft actief tot een snelheid
van ongeveer 15 km/h.
Bij een snelheid hoger dan 18 km/h wordt de
camera gedeactiveerd.
Als een vooruitversnelling wordt ingeschakeld,
wordt het laatste beeld nog ongeveer
5 seconden weergegeven en gaat het scherm
vervolgens uit.
Klap het scherm in.
Toetsen
Regeling lichtsterkte.
Regeling achtergrondverlichting.
Met de functie ON/OFF
kunnen de beelden van de
achteruitrijcamera worden
weergegeven zonder dat de
achteruitversnelling wordt
ingeschakeld.
Page 82 of 182

Achteruitrijcamera
80
Initialiseren
Zorg ervoor dat de
achteruitversnelling niet is
ingeschakeld en houd de toets
ON/OFF ongeveer 3 seconden
ingedrukt. Het lampje van de toets knippert
2 keer om het initialiseren te bevestigen.
Waarschuwingsmelding op het scherm
In de stand ON verschijnen bij het
achteruitrijden meldingen op het scherm:
- telkens als de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld, verschijnt een melding
voordat het eerste camerabeeld te zien is,
- als met ingeschakelde
achteruitversnelling een snelheid van
18 km/h wordt bereikt, verdwijnt het
beeld op het scherm en gaat het scherm
stand-by. Zodra de snelheid weer lager
is dan 15 km/h, verschijnt het beeld
weer op het scherm.
Taal wijzigen
Zorg ervoor dat de achteruitversnelling niet is
ingeschakeld en druk gelijktijdig op de toets
ON/OFF en een willekeurige andere toets.
Scroll in de lijst met talen door op ON/OFF
te drukken.
Wacht als de gewenste taal is geselecteerd
3 seconden om deze taal op te slaan.
Gebruiksvoorschrift
Onder optimale omstandigheden van de
auto (stand op het wegdek, belading) is het
bereik van de camera ongeveer 3 meter in
diepte en 5,5 meter in breedte.
Het beeldbereik is afhankelijk van de
(weers)omstandigheden buiten de auto
(lichtsterkte, regen, sneeuw, mist, ...), de
belading van de auto en de stand van de
auto ten opzichte van het wegdek.
Klap het scherm in als u het niet
gebruikt.
Gebruik om de camera en het scherm te
reinigen geen schoonmaakmiddelen die
krassen op het glas kunnen veroorzaken.
Het is raadzaam hiervoor gebruik te maken
van een zachte doek of stoffer.
Als het scherm is beschadigd en
kristalvloeistof lekt, raak dit dan niet aan.
Spoel de huid bij contact met de vloeistof
onmiddellijk goed af met zeepwater.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk om het
scherm te laten repareren.
Page 83 of 182

81
4
TECHNOLOGIE AAN BOOR
D
LUCHTVERING
Als uw auto is voorzien van luchtvering,
kunt u de hoogte van de wagenhoogte
achter wijzigen om het in- en uitladen te
vergemakkelijken.
Het bedieningspaneel bevindt zich op het
dashboard.
Naast de standaard wagenhoogte beschikt u
over 6 standen, omhoog (van +1 tot +3) en
omlaag (van -1 tot -3). De ingestelde stand
wordt aangegeven op het display van het
instrumentenpaneel.
Handmatig wijzigen van de
wagenhoogte achter
Wagenhoogte achter
omhoog
Druk snel op de schakelaar om
een hogere stand te selecteren.
Elke keer dat op de schakelaar
wordt gedrukt (lampje brandt),
wordt de wagenhoogte achter
één stand verhoogd: +1 tot +3.
Door lang op de schakelaar te drukken
wordt de hoogste stand geselecteerd (+3).
Wagenhoogte achter
omlaag
Druk snel op de schakelaar om
een lagere stand te selecteren.
Elke keer dat op de schakelaar
wordt gedrukt (lampje brandt),
wordt de wagenhoogte achter
één stand verlaagd: -1 tot -3.
Door lang op de schakelaar te drukken
wordt de laagste stand geselecteerd (-3).
Page 84 of 182

Luchtvering
82
Uitschakelen
Druk de twee schakelaars gelijktijdig lang in
om het systeem uit te schakelen. De lampjes
blijven branden.
Terugkeren naar de nominale
wagenhoogte achter
Druk op de schakelaar "omhoog" (bij een
lage stand van de vering) of "omlaag" (bij
een hoge stand) tot de optimale stand is
bereikt.
Opnieuw inschakelen
Door de twee schakelaars opnieuw gelijktijdig
lang in te drukken, wordt het systeem weer
ingeschakeld. De lampjes gaan uit.
Automatisch wijzigen van de
wagenhoogte achter
Bij een wagensnelheid hoger dan 20 km/h,
wordt de wagenhoogte achter automatisch
op de nominale stand teruggebracht.
Verklikkerlampje
Raadpleeg in de rubriek 2 het gedeelte
"Cockpit".
Gebruiksvoorschrift
Het rijden met een te lage of te hoge
wagenhoogte kan schade aan de onderzijde
van de auto veroorzaken.
De wagenhoogte kan automatisch worden
bijgesteld afhankelijk van eventuele
wijzigingen in temperatuur of lading.
Gebruik dit systeem niet onder de volgende
omstandigheden:
- werkzaamheden onder de auto,
- het verwisselen van een wiel,
- vervoeren van de auto met een
vrachtauto, trein, ferryboat, veerpont, ...
Bij een wagensnelheid hoger dan
5 km/h, wordt het systeem weer
automatisch ingeschakeld.
Page 85 of 182

Tachograaf
83
4
TECHNOLOGIE AAN BOOR
DTACHOGRAAF
De tachograaf (volgens uitvoering) is
een apparaat waarin een kaart met alle
gegevens met betrekking tot de auto wordt
bijgehouden.
Voorbeeld: aan het begin van een rit of bij
een chauffeurswissel. Als de kaart in de tachograaf is geplaatst,
kunnen alle gegevens:
- worden weergegeven op het scherm van
de tachograaf,
- worden afgedrukt,
- via een interface extern worden
opgeslagen. Raadpleeg voor meer informatie de
documentatie geleverd door de fabrikant van
de tachograaf.
Als uw auto is uitgerust met een tachograaf,
adviseren wij u de minpool van de accu los
te koppelen als u de auto langer dan
5 dagen niet gebruikt (de accu bevindt zich
links onder de vloer in het interieur).
Page 86 of 182

Autoradio
84
Instellen geluidsvolume. Automatisch opslaan van
zenders (autostore).
Selecteren van het golfbereik FM1,
FM2, FMA.
Selecteren van het golfbereik
MW1, MW2.
BASISFUNCTIES
Aan.
Uit.
Uitwerpen van de CD,
als de radio aan staat.
Toegang tot / verlaten van het
menu.
en
selecteren van de
instelling.
en
instellen van de
waarden.
Zie "MENU".
Audioinstellingen: bass (lage
tonen), treble (hoge tonen),
balance (links/rechts), fader
(voor/achter), loudness,
equalizer, persoonlijke
equalizer.
en
selecteren van de
instelling.
en
instellen van de
waarden.
Geluid onderbreken (mute)/
geluid herstellen.
CD / CD MP3 :
en
: afspelen vorige/volgende nummer.
en
: afspelen vorige/volgende lijst.
Druk de toets
lang in.
Radio :
en
: automatisch zoeken naar de vorige/volgende
zender.
en
: handmatig zoeken naar zenders.
en
,
en
: snel vooruit.
en
: snel terug-/vooruitspoelen van het nummer. Opslaan van een zender.
1/2/3/4/5/6: selecteren van een voorkeuzezender.
Selecteren van de geluidsbron:
CD, CD MP3.
Page 87 of 182

Autoradio
85
4
TECHNOLOGIE AAN BOOR
D
STUURKOLOMSCHAKELAARS
Selecteren geluidsbron:
CD/MP3-CD of
radiozender.
Automatisch zoeken naar
zenders in oplopende
volgorde.
Selecteren volgende
nummer CD/MP3-CD.
Automatisch zoeken naar
zenders in aflopende volgorde.
Selecteren vorige nummer
CD/MP3-CD.
Geluid
onderbreken(mute)/
terugkeren naar de
geluidsweergave.
Pauze nummer CD/
MP3-CD.
Volume verhogen.
Volume verlagen.
Page 88 of 182

Autoradio
86
Toegang tot de menu's en menu's verlaten.
Bevestigen en opslaan van de selecties in
het weergegeven menu.
Scrollen in de verschillende menu's.
Selecteren van opties in het weergegeven menu.
MENU
Page 89 of 182

Autoradio
87
4
TECHNOLOGIE AAN BOOR
D
Scrollen
Selecteren
Weergave
Selecteren
Weergave
Selecteren
Weergave
Selecteren
Weergave
Selecteren
Weergave
Functie
AF
Switching
On
AF
Switching
Off Instellen van de gevoeligheid van de automatische
ontvangst van AM radiofrequenties (afstemming):
- On voor het afzoeken van de sterkste zenders.
- Off voor het afzoeken van alle zenders in de
omgeving.
Traffic
information
Off
Traffic
Information
On Ontvangen van verkeersinformatie via de FM1,
FM2, FMA-zender.
TA wordt weergegeven als On is geselecteerd.
Regional
mode Off
Regional
mode On Selecteren van de ontvangst van lokale of regionale
programma's (verschillende programma's per regio):
- Off om de lokale programma's niet te ontvangen.
- On om de lokale programma's te ontvangen.
MP3 display
(als een
MP3-CD is
geplaatst)
Title
Author
Album
Folder
name
File
name
Selecteren van de weergave van het MP3-bestand tijdens
het afspelen (indien ID3-TAG beschikbaar op de CD):
- Title voor de titel van het nummer,
- Author voor de naam van de artiest,
- Album voor de titel van het album,
- Folder name voor de naam van de index (map) van
het huidige nummer,
- File name voor de naam van het bestand.