CITROEN JUMPER SPACETOURER 2017 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2017, Model line: JUMPER SPACETOURER, Model: CITROEN JUMPER SPACETOURER 2017Pages: 774, PDF Size: 77.73 MB
Page 11 of 774
9
Spacetourer-VP_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Onderhoud - Gegevens
Afmetingen 323
Identificatie 327
Brandstoftank leeg
(handopvoerpomp)
322
Niveaus controleren
2
73-275
-
olie
-
remvloeistof
-
stuurbekrachtigingsvloeistof
-
koelvloeistof
-
ruitensproeiervloeistof, koplampsproeiers- brandstofadditief (diesel met roetfilter)
Controle van onderdelen
2
76-277
-
accu
-
luchtfilter/interieurfilter
-
oliefilter
-
roetfilter
-
remblokken/-schijven
Lampen vervangen
2
98-310
-
voor
-
achter 12V-accu
3
16-320
Motorkapontgrendeling
2
71
Onder de motorkap
2
72
Motoren
324-326
AdBlue
® 278 -281 G ewichten
32
4-326
Spaar fase accu, eco-mode
2
66
Zekeringen motor r uimte
31
1- 312, 315
.
Overzicht
Page 12 of 774
10
80
109 176
102-103
109
190 183
124 139 318 271
Spacetourer-VP_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Stickers
Overzicht
Page 13 of 774
11
Spacetourer-VP_nl_Chap00c_eco-conduite_ed01-2016
Door in de dagelijkse praktijk een aantal
aanwijzingen op te volgen kunt u het
brandstofverbruik en de CO
2-uitstoot van uw
auto verminderen.
Eco-rijden
Maak optimaal gebruik van
de versnellingsbak
Als uw auto is voorzien van een handgeschakelde
versnellingsbak, rijd dan rustig weg, schakel zo snel mogelijk
de tweede versnelling in en schakel bij het accelereren bij
voorkeur relatief snel over naar een hogere versnelling.
Als uw auto is voorzien van een automatische transmissie
of een elektronisch gestuurde versnellingsbak, gebruik dan
bij voorkeur de automatische stand en trap het gaspedaal
niet bruusk of diep in.
De schakelindicator adviseert u de versnelling
in te schakelen die het best geschikt is
voor de rijomstandigheden: volg het op
het instrumentenpaneel weergegeven
schakeladvies zo snel mogelijk op.
Bij auto's met een elektronisch gestuurde
versnellingsbak of een automatische
transmissie wordt de schakelindicator
uitsluitend in de handmatige stand
weergegeven.
Kies voor een soepele rijstijl
Houd afstand van de auto's voor u, rem bij
voorkeur af op de motor in plaats van het
rempedaal te gebruiken en trap het gaspedaal
geleidelijk in. Als u deze aanwijzingen naleeft,
neemt het brandstofverbruik en de CO
2-uitstoot
af en wordt de geluidsoverlast door het verkeer
beperkt.
Als het verkeer goed doorstroomt, gebruik dan
vanaf een snelheid van ongeveer 40 km/h de
snelheidsregelaar (indien aanwezig).
Gebruik op slimme wijze de
elektrische voorzieningen
Schakel de achterruitver warming en de
ontwaseming uit zodra deze niet meer nodig zijn
als deze niet automatisch worden aangestuurd.
Schakel de stoelver warming zo snel mogelijk uit.
Schakel de verlichting en de mistlampen uit als
het zicht voldoende is.
Laat de motor vooral 's winters na het starten
niet stationair warmdraaien, maar rijd zo snel
mogelijk weg: uw auto warmt sneller op als
u rijdt.
Sluit als passagier zo min mogelijk multimedia-
apparatuur (DVD-speler,
MP3 -speler, spelcomputer, enz.) op de auto
aan om het elektriciteitsverbruik, en dus het
brandstofverbruik, te beperken.
Koppel externe apparatuur los als u de auto
verlaat.
Als bij het instappen blijkt dat de temperatuur in de auto hoog
is opgelopen, open dan alle ruiten en de ventilatieroosters
alvorens de airconditioning in te schakelen.
Sluit vanaf een snelheid van 50 km/h de ruiten, maar laat de
ventilatieroosters geopend.
Gebruik de voorzieningen in het interieur die de
temperatuurstijging kunnen beperken (blinderingspaneel van
het panoramadak, zonneschermen, enz.).
Schakel de airconditioning uit zodra de gewenste temperatuur
is bereikt (behalve bij auto's met een automatische
airconditioning).
.
Eco-rijden
Page 14 of 774
12
Spacetourer-VP_nl_Chap00c_eco-conduite_ed01-2016
Beperk de oorzaken van een
hoger brandstofverbruik
Verdeel het gewicht evenwichtig over de
auto: plaats de zwaarste voor werpen in
de bagageruimte, zo dicht mogelijk bij de
achterbank.
Beperk de belading en de luchtweerstand
(dakdragers, imperiaal, fietsendrager,
aanhanger, enz.) van uw auto. Gebruik liever
een dakkoffer.
Ver wijder na gebruik de dakdragers en het
imperiaal.
Vervang na de winter zo snel mogelijk de
winterbanden door zomerbanden.
Houd u aan de
onderhoudsvoorschriften
Controleer regelmatig de bandenspanning
(bij koude banden), houd u daarbij aan de
bandenspanning die staat vermeld op de sticker
op de portiersponning aan bestuurderszijde.
Controleer de bandenspanning met name:
-
v
oor een lange rit,
-
b
ij de wisseling van de seizoenen,
-
a
ls de auto gedurende langere tijd niet is
gebruikt.
Vergeet niet de bandenspanning van het
reservewiel en van de wielen van de aanhanger
of de caravan te controleren.
Laat uw auto regelmatig onderhouden (olie
verversen, oliefilter, luchtfilter en interieurfilter
vervangen, enz.) en houd u daarbij aan het aan
uw situatie aangepaste onderhoudsschema van
de fabrikant.
Uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor:
bij een storing in het SCR-systeem stoot de
auto schadelijke stoffen uit. Ga zo spoedig
mogelijk naar het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om de uitstoot van
stikstofoxiden terug te brengen tot onder de
wettelijke normen. Laat bij het tanken het vulpistool niet meer dan
drie keer afslaan; zo voorkomt u dat brandstof
uit de tank stroomt.
U zult bij een nieuwe auto merken dat pas na
3000 km het gemiddelde brandstofverbruik zich
stabiliseert.
Eco-rijden
Page 15 of 774
13
Spacetourer-VP_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
1. Analoge snelheidsmeter (km/h of mph).
2. Brandstofniveaumeter.
3.
Koelvloeistoftemperatuurmeter.
4.
A
anwijzingen van de snelheidsregelaar of
de snelheidsbegrenzer.
5.
D
igitale snelheidsmeter (km/h of mph). A. R
esetten van de onderhoudsindicator. T
ijdelijk weergegeven informatie:
-
onderhoud,
-
a
ctieradius vloeistof emissieregeling
(AdBlue
®).
B. D
immer verlichting.
C.
R
esetten dagteller en tripmeter.
6.
Opschakelindicator.
I
ngeschakelde versnelling automatische
transmissie of elektronisch gestuurde
versnellingsbak.
7. O
nderhoudsindicator en vervolgens
kilometerteller (km of miles), dagteller
(km
of miles), weergave van meldingen, ...
8.
T
oerenteller (x 1000 t /min of rpm).
Meters en displays Bedieningstoetsen
Instrumentenpaneel met LCD Tekst-display
1
Instrumentenpaneel
Page 16 of 774
14
Instrumentenpaneel met matrixdisplay
1. Analoge snelheidsmeter (km/h of mph).
2. Brandstofniveaumeter.
3.
Koelvloeistoftemperatuurmeter.
4.
A
anwijzingen van de snelheidsregelaar of
de snelheidsbegrenzer.
5.
Opschakelindicator.
I
ngeschakelde versnelling automatische
transmissie of elektronisch gestuurde
versnellingsbak. A. R
esetten van de onderhoudsindicator. W
eergave logboek
waarschuwingsmeldingen.
W
eergave van de volgende informatie:
-
onderhoud,
-
a
ctieradius vloeistof emissieregeling
(AdBlue
®).
B. D
immer verlichting.
C.
R
esetten van de dagteller.
6.
Z
one voor het weergeven van:
waarschuwingsmeldingen of
meldingen over de status van functies,
boordcomputer, digitale snelheidsmeter
(km/h of mph), ...
7.
O
nderhoudsindicator en vervolgens
kilometerteller (km of miles). D
eze functies worden achtereenvolgend
weergegeven na het aanzetten van het
contact.
8.
D
agteller (km of miles).
9.
T
oerenteller (x 1000 t /min of rpm).
Meters en displays Bedieningstoetsen
Instrumentenpaneel
Page 17 of 774
15
Spacetourer-VP_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Verklikkerlampjes
De verklikkerlampjes geven de bestuurder informatie
over de werking van een systeem (ingeschakeld of
uitgeschakeld) of waarschuwen de bestuurder in het
geval van een storing (waarschuwingslampje).
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde
waarschuwingslampjes enkele seconden
branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze
lampjes weer uitgaan.
Als een lampje blijft branden, controleer dan
voordat u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Een aantal verklikkerlampjes kan op twee
manieren oplichten: permanent of knipperend.
Aan de manier van oplichten in combinatie met
het functioneren van de auto valt af te lezen of
er sprake is van een normale situatie of een
storing. Bij een storing kan het lampje gaan
branden in combinatie met een geluidssignaal
en/of een melding.
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende
verklikkerlampjes gaat branden, wijst dit op een storing in
het desbetreffende systeem en moet de bestuurder actie
ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een
waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie,
die via een bijbehorende melding wordt weergegeven.
Raadpleeg indien nodig het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Verklikkerlampjes ingeschakelde
functies
De volgende verklikkerlampjes op het instrumentenpaneel
en/of op het display van het instrumentenpaneel geven aan
dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan
dat de desbetreffende functie handmatig is
uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal en
verschijnt er een melding.
1
Instrumentenpaneel
Page 18 of 774
16
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
STOP permanent,
in combinatie
met een ander
waarschuwingslampje,
een geluidssignaal en
een melding. Dit waarschuwingslampje gaat
branden in het geval van een
ernstige storing van de motor, het
remsysteem, de stuurbekrachtiging
enz. of een ernstige elektrische
storing. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Zet het contact af en raadpleeg het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Parkeerrem permanent. De parkeerrem is aangetrokken of
niet goed vrijgezet. Zet de parkeerrem vrij zodat het verklikkerlampje
uitgaat; trap het rempedaal in.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de parkeerrem
.
Remsysteem permanent. Het remvloeistofniveau is te laag. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Vul het niveau bij met een vloeistof voorzien van een
artikelnummer van CITROËN.
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem
dan controleren door het CITROËN-netwerk of door
een gekwalificeerde werkplaats.
+ permanent, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
ABS.Er is een storing in de elektronische
remdrukregelaar (REF).
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Instrumentenpaneel
Page 19 of 774
17
Spacetourer-VP_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Autogordel(s)
niet vastgemaakt
of weer
losgemaakt permanent
of knippert in
combinatie met een
geluidssignaal. Een van de autogordels is niet
vastgemaakt of weer losgemaakt.
Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de
gesphouder.
* Volgens land van bestemming. Laadstroom
accu
* permanent.
Er is een storing in het laadstroomcircuit
van de accu (vervuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo niet
correct gespannen of gebroken...). Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Motoroliedruk permanent. Er is een storing in de motorsmering. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Te h o g e
koelvloeistoftemperatuurpermanent, met de
wijzer in het rode
gebied.De temperatuur van de koelvloeistof
is te hoog.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof
tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg
dan het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
Page 20 of 774
18
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Een of meer
portier en
geopend
permanent, in combinatie
met een melding die het
desbetreffende carrosseriedeel
aangeeft, bij een snelheid lager
dan 10 km/h.Een voorportier, een schuifdeur of de
linker achterdeur/de achterklep is niet
goed gesloten.
De ruit van de achterklep (indien
aanwezig) is niet goed gesloten. Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
Dit verklikkerlampje gaat niet branden als de rechter
achterdeur (indien aanwezig) niet goed is gesloten.
permanent, in combinatie
met een melding die
het desbetreffende
carrosseriedeel aangeeft
en een geluidssignaal, bij
een snelheid hoger dan
10 km/h.
Laag
brandstofniveau
permanent, met de
naald in het rode
gebied. Als het lampje gaat branden zit er
nog minder dan 8 liter brandstof
in
de tank. Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u
met een lege tank strandt.
Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten
van het contact branden zolang er niet voldoende
brandstof getankt is.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 69 liter
.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
Instrumentenpaneel