FIAT 500 2018 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2018, Model line: 500, Model: FIAT 500 2018Pages: 224, PDF Size: 3.92 MB
Page 181 of 224

179
Leeggewicht (met alle vloeistoffen,
brandstoftank 90% gevuld en
zonder opties): 980 1020 865
Nuttig laadvermogen
inclusief de bestuurder: 440 415 480
Maximum toelaatbare belastingen
– vooras: 830 830 770
– achteras: 640 640 640
– totaal: 1420 1435 1345
Trekgewichten
met geremde aanhanger: 800 800 –
aanhanger zonder remmen: 400 400 –
Maximum belasting op de trekhaak
met geremde aanhanger: 60 60 60
Gewichten (kg)1.3 16V 78 pk / 95 pk EURO 61.2 8V
69 pk LPG
Indien speciale uitrusting wordt geplaatst (schuifdak, sleepverbinding, etc.) neemt het gewicht van de ongeladen auto toe, en wordt het
nuttige laadvermogen gereduceerd.
Belastingen die niet overschreden mogen worden. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder dat goederen zodanig over de
bagageruimte en/of laadvloer worden verdeeld, dat de maximum toelaatbare belastingen niet worden overschreden.
Dualogic versies.
* voor bepaalde versies/markten
Page 182 of 224

TECHNISCHE GEGEVENS
180
INHOUDEN21) 39) 11) 22) 3)
Brandstoftank (liter): 35 35 35 35
Inclusief een reserve van (liter): 5 5 5
Motorkoelsysteem 4.85/
(liter): 5.2 5.3 5.2 4.4
Carterpan (liter): 2.8 2.8 2.5 2.75
Carterpan en filter (liter): 3.2 3.2 2.8 2.90
Versnellingsbak-/differentieelhuis (liter): 1,65 1,65 1,65 1,65
Dualogic versnellingsbak hydraulisch
bedieningssysteem (liter/kg): – 0.7/0.59 0.7/0.59 0.7/0.59
Hydraulisch remsysteem (kg): 0,55 0,55 0,55 0,55
Hydraulische koppelingsbediening
(versies met stuur rechts): – – 0,100 0,100
Vloeistofreservoir ruitensproeiers/
achterruitsproeier (liter): 2,5 2,5 2,5 2,5
* voor bepaalde versies/markten
** Wanneer de auto onder bijzonder extreme klimaatomstandigheden wordt gebruikt, adviseren wij een 60% mengsel van PARAFLUUPen
40% gedemineraliseerd water.
LPG versies
Benzineversies
0.9
TwinAir
60 pk
*65 pk
0.9
TwinAir
80 pk
*85 pk
105 pk
1.2 8V
69 pk1.4 16V
100 pk*Voorgeschreven brandstoffen en
originele smeermiddelen
Loodvrije benzine met R.O.N.
niet lager dan 95 (EN 228 specificaties)
Mengsel van 50% gedestilleerd water en 50%
PARAFLU
UP(**)
SELENIA K P.E.
SELENIA DIGITEK P.E. SELENIA MULTIPOWER GAS 5W-40
TUTELA GEAR FORCE
TUTELA CAR CS SPEED
Speciale olie met
“ATF DEXRON III” type additief
TUTELA TOP 4 of TUTELA TOP 4/S
Mengsel van water en
PETRONAS DURANCE SC35
Page 183 of 224

181
Brandstoftank (liter): 35 35
Inclusief een reserve van (liter): 5 5
Motorkoelsysteem
(liter): 6,3 6,3
Carterpan (liter): 2,8 3,7
Carterpan en filter (liter): 3,0 3,9
Versnellingsbak
differentieelhuis: 1.55 (kg) 1.55 (kg)
Hydraulisch remsysteem (kg): 0,55 0,55
Hydraulische koppelingsbediening
(versies met stuur rechts): – –
Hydraulische koppelingsbediening
(versies met stuur rechts): 2,5 2,5
Wanneer de auto onder bijzonder extreme klimaatomstandigheden wordt gebruikt, adviseren wij een 60% mengsel van PARAFLUUPen
40% gedemineraliseerd water.
Diesel versies1.3 16V Multijet
95 pk EURO 51.3 16V 78 pk / 95 pk
EURO 6Voorgeschreven brandstoffen en
originele smeermiddelen
Diesel voor motorvoertuigen (EN590-
specificatie)
Mengsel van gedestilleerd water en 50%
PARAFLU
UP
SELENIA WR P.E.
TUTELA TRANSMISSION GEARFORCE
TUTELA TOP 4 of TUTELA TOP 4/S
Mengsel van water en
PETRONAS DURANCE SC35
Maximale vulcapaciteit (inclusief reserve): 30.5 liter LPG
Er is bij de waarde reeds rekening gehouden met de 80% vullimiet van de tank en de resthoeveelheid die nodig is voor de opvoering;
deze waarde vertegenwoordigt de maximum toelaatbare vulinhoud.
Er kunnen wat kleine variaties op deze waarde zijn, door: verschillen tussen de leveringsdrukken van de netwerkpomp, pompen met
verschillende leverings/sluitingskenmerken, tank niet volledig leeg.
LPG versies
Page 184 of 224

TECHNISCHE GEGEVENS
182
Vervanging
frequentie
VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN39) 22) 3)
Het voertuig is voorzien van een motorolie die grondig ontwikkeld en getest is om aan de vereisten van het Geprogrammeerd
Onderhoudsschema te kunnen voldoen. Constant gebruik van de voorgeschreven smeermiddelen garandeert de specificatie van
brandstofverbruik en emissies. De kwaliteit van het smeermiddel is cruciaal voor de werking en de levensduur van de motor.
Als er geen smeermiddelen beschikbaar zijn die voldoen aan het specifieke verzoek, kunnen voor het bijvullen producten gebruikt worden
die voldoen aan de aangegeven specificatie; in dat geval wordt de optimale prestatie van de motor niet gegarandeerd.
PRODUCTSPECIFICATIES
Smeermiddelen voor
benzine motoren
(1.2 8v en 1.4 16V versies)
Smeermiddel voor
benzinemotoren
(alleen TwinAir versies)
Smeermiddelen voor
Euro 5 dieselmotoren
Smeermiddelen voor
Euro 6 dieselmotoren
Smeermiddel voor
benzine-/LPG-motoren
Beschermend middel
voor radiatoren
9.55535-S2
9.55535-GS1
9.55535-S1
9.55535-DSI of
MS.90047
9.55535-T2
9.55523 of MS.90032SELENIA K P.E.
Contractual Technical
Reference No. F603.C07
SELENIA DIGITEK P.E.
Contractual Technical
Reference No. F020.B12
SELENIA WR P.E.
Contractual Technical
Reference No. F510.D07
SELENIA WR FORWARD
Contractual Technical
Reference No. F842.F13
SELENIA MULTIPOWER
GAS 5W-40
Contractual Technical
Reference No. F922.E09
PARAFLU
UPContractual Technical
Reference No. F101.M01Volgens het
Geprogrammeerde
Onderhoudsschema
Volgens het
Geprogrammeerde
Onderhoudsschema
Volgens het
Geprogrammeerde
Onderhoudsschema
Volgens het
Geprogrammeerde
Onderhoudsschema
Volgens het
Geprogrammeerde
Onderhoudsschema
Gebruiksverhoudingen
koelcircuits: 50%
gedemineraliseerdwater
50%PARAFLU
UP
GebruikKenmerkenSpecificatiesOriginele vloeistoffen
en smeermiddelen
SAE 5W-40
ACEA C3 / API SN.
SAE 0W-30
ACEA C2 / API SN.
SAE 5W-30 ACEA C2.
SAE 0W-30 ACEA C2.
SAE 5W-40
ACEA C3 / API SN.
Beschermingsmiddel met
antivrieswerking en organische
formule. CUNA
NC 956-16, ASTM D 3306.
BELANGRIJK Niet bijvullen of mengen met andere vloeistoffen die andere specificaties hebben dan de beschreven vloeistoffen.Wanneer de auto onder bijzonder extreme klimaatomstandigheden wordt gebruikt, adviseren wij een 60% mengsel van PARAFLUUP
en 40%
gedemineraliseerd water.
Page 185 of 224

183
Rem
vloeistof
Additief voor
diesel
Vloeistof voor
ruitensproeiers/
achterruitsproeier
Toepassingen
TUTELA TRANSMISSION
GEARFORCE
Contractual Technical
Reference Nr. F002.F10
TUTELA CS SPEED
Contractual Technical
Reference Nr. F005.F98
TUTELA ALL STAR
Contractual Technical
Reference Nr. F702.G07
TUTELA STAR 700
Contractual Technical
Reference Nr. F701.C07
TUTELA STAR 325
Contractual Technical
Reference Nr. F301.D03
TUTELA TOP 4
Contractuele Technische
Referentie Nr. F001.A93 of
TUTELA TOP 4/S
Contractuele Technische
Referentie Nr. F005.F15
TUTELA DIESEL ART
Contractual Technical
Reference No. F601.L06
PETRONAS DURANCE SC 35
Contractual Technical
Reference No. F001.D16Mechanische versnellingsbak
en differentiële
Hydraulisch smeermiddel
bedieningssyteem
Dualogic versnellingsbak
Homokinetische koppelingen
aan wielzijde
Homokinetische koppelingen
aan differentieelzijde (behalve
1.4 16V 100 HP versies)
Homokinetische koppelingen
aan differentieelzijde (behalve
1.4 16V 100 HP versies)
Hydraulisch remsysteem en
hydraulische
koppelingsbediening
Te mengen met diesel
25 cc per 10 liter
Verdund of onverdund
gebruiken voor ruitenwissers/
ruitensproeiers
GebruikKenmerkenSpecificatiesOriginele vloeistoffen en
smeermiddelen
Oliën en
vetten voor de
overbrenging van
de bewegingSAE 75W API GL4
synthetisch smeermiddel.
Specifieke vloeistof voor
elektrohydraulische actuatoren
“ATF DEXRON III” type olie
Vet met molybdeendisulfide, voor
gebruik op hoge temperaturen.
NL.G.I. 1-2 consistentie
FIAT 1-kwalificatie
Vet met een lage wrijvingscoëfficiënt
voor homokinetische koppelingen.
N.L.G.I. 0-1 co nsistentie
Synthetisch vet op basis van polyureum
voor hoge temperaturen.
NL.G.I. Consistentie 2
Synthetische vloeistof voor rem- en
koppelingssystemen. Overtreft de
specificaties FMVSS nr. 116 DOT 4,
ISO 4925 SAE J1704.
Additief voor dieselolie met antivries
en beschermende werking voor
dieselmotoren
Mengsel van alcohol, water en
tensioactieve stoffen CUNA NC 956-II9.55550-MZ6
9.55550-SA1
9.55580-GRAS II
9.55580-GRAS II
9.55580-GRAS II
9.55597
of
MS.90039
–
9.55522
of
MS.90043
Page 186 of 224

TECHNISCHE GEGEVENS
184
BRANDSTOFVERBRUIK - CO2 EMISSIES
De gegevens over het brandstofverbruik die vermeld zijn in de tabel zijn bepaald op basis van de typegoedkeuringstests in
overeenstemming met specifieke Europese Richtlijnen.
CO
2 S-EMISSIE EN VERBRUIK VOLGENS DE HUIDIGE EUROPESE RICHTLIJN
0.9 TwinAir 60 HP Start&Stop* 4.6 3.4 3.8 88
0.9 TwinAir 65 HP Start&Stop 5.2 3.5 4.1 96
0.9 TwinAir 80 HP Start&Stop* 4.5 3.4 3.8 88
0.9 TwinAir 80 HP Dualogic 4.4 3.4 3.8 88
0.9 TwinAir 85 HP Start&Stop 4.6 3.4 3.8 90
0.9 TwinAir 85 HP Dualogic 4.3 3.5 3.8 88
0.9 TwinAir 105 HP Start&Stop 5.5 3.5 4.2 99
1.2 8V 69 HP 6.2 4.2 4.9 115
1.2 8V 69 HP Start&Stop 5.5 4.3 4.7 110
1.2 8V 69 HP Dualogic 6.0 4.1 4.8 111
1.2 8V 69 HP Dualogic Start&Stop 5.4 4.0 4.5 105
1.2 8V 69 HP LPG 6.3 (**) / 8.1 (***) 4.3 (**) / 5.5 (***) 5.0 (**) / 6.5 (***) 117 (**) / 104 (***)
1.2 8V 69 HP EVO2 S&S 4.8 4.0 4.3 99
1.4 16V 100 HP* 7.7 5.1 6.1 140
1.4 16V 100 HP Dualogic* 7.1 5.0 5.8 135
1.4 16V 100 HP Dualogic Start&Stop* 6.7 5.0 5.6 130
1.3 16V Multijet 95 HP Start&Stop EURO 5 4.6 3.0 3.6 95
1.3 16V 78 HP / 95 HP EURO 6 4.1 3.0 3.4 89
VersiesStad
liter/100 kmBuitenwegen
liter/100 kmGecombineerd
liter/100 kmCO2 -emissies
g/km
*Voor bepaalde versies/markten (**) Benzine (***) LPG
De verbruikscijfers in de tabel hebben betrekking op de AUTO-ECO-werkingslogica van de 1.2 8V Dualogic en de AUTO-werkingslogica van
de 1.4 16V Dualogic. De CO
2-emissiegegevens hebben betrekking op het gecombineerde gebruik.
Page 187 of 224

185
RICHTLIJNEN VOOR DE BEHANDELING VAN HET VOERTUIG AAN
HET EINDE VAN DE LEVENSDUUR
Al jaren zet FCA zich volledig in voor de bescherming van het milieu via de continue verbetering van de productieprocessen
en de realisatie van producten die steeds “eco-compatibeler” zijn. Om de klanten de best mogelijke service te garanderen in
overeenstemming met de milieuwetgeving en conform de Europese richtlijn 2000/53/EG inzake de behandeling van
voertuigen aan het einde van hun levensduur, biedt FCA haar klanten de mogelijkheid hun auto aan het einde van zijn
levensduur zonder extra kosten in te leveren. De Europese richtlijn bepaalt namelijk dat het voertuig kan worden ingeleverd
zonder kosten voor de laatste houder of eigenaar als het voertuig geen of een negatieve marktwaarde heeft.
Voor de kosteloze inlevering van het voertuig aan het einde van zijn levensduur kunt u als u een andere auto gaat
aanschaffen, zich tot een van onze dealers of tot een door FCA goedgekeurd inzamelings- en verwerkingsbedrijf wenden.
Deze bedrijven zijn zorgvuldig geselecteerd en bieden kwaliteitsservice voor de inzameling, verwerking en recycling van
afgedankte auto’s met respect voor het milieu.
Voor meer informatie over deze inzamelings- en verwerkingsbedrijven kunt u zich wenden tot een FCA Servicepunt, het
telefoonnummer in het garantieboekje bellen of naar de websites van de verschillende merken van FCA gaan.
Page 188 of 224

Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten
Page 189 of 224

PERSOONLIJKE VEILIGHEID
187
BELANGRIJKE INFORMATIE EN
AANBEVELINGEN
3) INSTELLINGEN
Het verstellen van stoelen, hoofdsteunen, stuurwiel of
achteruitkijkspiegels mag uitsluitend plaatsvinden bij
stilstaande auto en afgezette motor.
4) STOELEN
•Als er een zijairbag is geïnstalleerd, is het gevaarlijk
stoelhoezen te gebruiken die niet geleverd zijn door Lineaccessori
MOPAR
®.
•Controleer na het loslaten van de hendel altijd of de
stoel goed geblokkeerd is door te proberen hem naar voren en
naar achteren te schuiven.
Als de stoel niet geblokkeerd is, kan hij plotseling verschuiven met
mogelijk controleverlies over de auto tot gevolg.
5) HOOFDSTEUNEN
• De verstelling mag alleen bij stilstaande auto en uitgeschakelde
motor gebeuren. De hoofdsteunen moeten zodanig versteld
worden dat ze de achterkant van het hoofd en niet de nek
ondersteunen. Alleen in die stand oefenen ze hun beschermende
werking uit.
• Voor een optimale bescherming van de hoofdsteun, moet de
rugleuning zo zijn ingesteld dat men rechtop zit en het hoofd zich
zo dicht mogelijk bij de hoofdsteun bevindt.
6) ACHTERUITKIJKSPIEGELS
Omdat de buitenspiegels gebogen zijn, kunnen zij uw perceptie
van de afstand enigszins wijzigen. Tijdens het rijden moeten deze
spiegels altijd in geopende stand staan.
U wordt verzocht de volgende waarschuwingen aandachtig door te lezen.
Wij adviseren om in een noodsituatie het gratis telefoonnummer te bellen dat in het garantieboekje is vermeld.
Ga naar de website www.fiat500.com om het dichtstbijzijnde Fiat Servicenetwerk te vinden.
(GAAT DOOR)
1) DE SLEUTELS
Druk knop B fig. 9 alleen in wanneer de sleutel ver genoeg van
het lichaam, vooral de ogen, en van voorwerpen die snel
beschadigen (bijvoorbeeld kleding) is verwijderd.
Laat de sleutel nooit onbewaakt achter om te voorkomen dat
iemand (in het bijzonder kinderen) per ongeluk op de knop drukt.
2) STARTINRICHTING
• Verwijder de sleutel nooit terwijl de auto rijdt. Het stuurwiel zal
automatisch vergrendeld worden zodra eraan gedraaid wordt.
Dit geldt ook voor auto’s die gesleept worden.
• After-market werkzaamheden waarbij wijzigingen van de
stuurinrichting of de stuurkolom betrokken zijn
(bijv. bij montage van een alarmsysteem) zijn ten strengste
verboden. Dergelijke werkzaamheden kunnen de prestaties van
het systeem, de garantie en de veiligheid in gevaar brengen
waardoor het voertuig niet meer aan de typegoedkeuring voldoet.
•Als er geknoeid is aan het contactslot
(bijv. een poging tot diefstal), dan moet dit gecontroleerd worden
bij het Fiat Servicenetwerk voordat er verder gereden wordt.
•Verwijder altijd de sleutel uit het contactslot als de auto wordt
verlaten, om te voorkomen dat iemand per ongeluk de
bedieningselementen gebruikt.
Vergeet niet de handrem aan te trekken.
Als het voertuig hellingopwaarts geparkeerd wordt, schakel dan
de eerste versnelling in, als het voertuig hellingafwaarts staat,
schakel dan de achteruitversnelling in. Laat kinderen nooit zonder
toezicht in de auto achter.
Page 190 of 224

BELANGRIJKE INFORMATIE EN AANBEVELINGEN
188(GAAT DOOR)
PERSOONLIJKE VEILIGHEID
(DOORGEGAAN)
7) DAGRIJLICHTEN (DRL)
•De dagrijlichten zijn een alternatief voor het dimlicht in landen
waar dit tijdens het rijden overdag verplicht is, en is tevens
toegestaan in landen waar dit niet verplicht is.
•De dagverlichting mag het dimlicht niet vervangen tijdens het
rijden in het donker en in tunnels.
•Het gebruik van de dagrijlichten wordt geregeld door de
wegenverkeerswetgeving van het land waar u rijdt. Neem de
wettelijke voorschriften in acht.
8) AFSLUITER VAN DE BRANDSTOFTOEVOER
Als na een botsing een brandstoflucht wordt geroken of
brandstoflekkage wordt geconstateerd, dan mag het systeem
niet opnieuw ingeschakeld worden om brand te voorkomen.
9) INTERIEURUITRUSTING
•De aansteker wordt zeer heet. Hanteer hem voorzichtig en sta
het gebruik niet aan kinderen toe om het risico van brand of
brandwonden te voorkomen. Controleer na gebruik altijd of de
aansteker is uitgeschakeld.
•Het stopcontact is geschikt voor accessoires met een
maximum vermogen van 180 W (maximum stroomverbruik 15 A).
•Rijd nooit met open dashboardkastje: het kan de passagier in
geval van een botsing verwonden.
•Aan beide zijden van de zonneklep aan passagierszijde is een
etiket aangebracht dat eraan herinnert dat de airbags verplicht
uitgeschakeld moeten worden als een naar achteren gericht
kinderzitje op de voorstoel wordt gemonteerd.
Neem altijd de aanwijzingen op het etiket in acht.
10) SCHUIFDAK – ELEKTRISCH VOUWDAK
ELEKTRISCHE RUITBEDIENING
Verwijder altijd de sleutel uit het contactslot als de auto wordt
verlaten om te voorkomen dat onverwachtse inschakeling vandeze voorzieningen gevaar oplevert voor de achtergebleven
passagiers: oneigenlijk gebruik kan gevaarlijk zijn. Controleer voor
en tijdens het bedienen altijd of de passagiers niet kunnen
worden verwond door de bewegende ruiten of door voorwerpen
die door de ruit worden meegesleept of geraakt.
11) CABRIODAK
•Houd tijdens het openen en sluiten van het dak of wanneer het
dak stopt in een bepaalde stand voordat de cyclus is voltooid, de
handen uit de buurt van het dakmechanisme om schade en letsel
te voorkomen.
•Houd kinderen uit de buurt van de bewegingszone van het
cabriodak tijdens het openen en sluiten.
12) PORTIEREN
Controleer, voordat er een portier geopend wordt, of dit op een
veilige manier kan gebeuren. Open de portieren uitsluitend bij
stilstaand voertuig.
13) BAGAGERUIMTE
•Overschrijd nooit de maximaal toegestane belading van de
bagageruimte, zie hoofdstuk “Technische gegevens”. Zorg er
tevens voor dat voorwerpen die in de bagageruimte zijn
geplaatst, goed vastgezet zijn om te voorkomen dat deze na
plotseling remmen naar voren komen, waardoor passagiers
gewond zouden kunnen raken.
•Rijd niet met een open achterklep: de uitlaatgassen kunnen in
het interieur komen.
•Als in een gebied wordt gereden waar weinig tankstations
aanwezig zijn en men benzine in een tankje wil meenemen, moet
dit overeenkomstig de geldende voorschriften en in een
goedgekeurd tankje gebeuren dat op passende wijze is
vastgezet. In geval van een botsing is het risico op brand toch
altijd groter.