FIAT 500 2018 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2018, Model line: 500, Model: FIAT 500 2018Pages: 224, PDF Size: 3.92 MB
Page 141 of 224

139
Zijkant
BELANGRIJK Deze ingreep moet
verricht worden door alle voorzorgen te
treffen om beschadiging van de
carrosserie te voorkomen (gebruik een
voldoende dik en stevig plastic kaartje).
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒ verwijder het lampenglas door eerst
kracht uit te oefenen van de
voorkant naar de achterkant
(1-fig. 119);
❒ verwijder nu in de
tegenovergestelde richting, door
kracht uit te oefenen vanaf de
achterkant (2-fig. 119) en verwijder
de unit;
119DVDF0S0117c
❒ draai de lamphouder linksom,
verwijder de vastgeklemde lamp en
vervang hem;
❒ plaats de lamphouder weer in het
lampenglas, monteer de unit en
controleer of de borgclip is
vastgeklikt.
MISLAMPEN VOOR
(voor bepaalde versies/markten)
Neem voor het vervangen van de lamp
contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
ACHTERLICHTUNITS
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒ open de achterklep;
❒ draai de twee
bevestigingsschroeven
A afb. 120 los en trek de lichtunit
recht naar achteren weg zonder
hem te draaien;
❒ verwijder de lamphouder uit zijn
zitting door hem los te maken van
de borglipjes B;
❒ verwijder de lampen door ze iets in
te drukken en linksom te draaien.De plaatsing van de lampen is zoals
getoond in fig. 121:
C: achter / remlicht;
D: richtingaanwijzers.
120DVDF0S0199c
121DVDF0S0200c
Page 142 of 224

NOODGEVALLEN
140
ACHTERUITRIJLICHT/MI
STACHTER LICHT
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒ Werk van binnenin de bumper op
de tabs A fig. 122 en verwijder de
vastgeklemde toegangsklep;
❒ maak de stekker A-fig. 123 los;
❒ draai de lamphouder B fig. 123
linksom en verwijder hem;
❒ verwijder de lamp en vervang hem;
❒ herplaats de lamp/lamphouderunit
B door deze rechtsom te draaien
122DVDF0S0207c
❒ plaats de stekker A weer terug;
❒ monteer weer het klepje en
controleer of het goed vastzit.
DERDE REMLICHT
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒ verwijder de twee beschermdoppen
en draai de twee
bevestigingsschroeven A fig. 124
los;
❒ verwijder de unit;
❒ maak de stekker B fig. 125 los;
❒ druk op de borginrichting C en open
de lamphouder;
123DVDF0S0208c
❒ verwijder de vastgeklemde lamp en
vervang hem;
❒ sluit de lamphouder en controleer of
de borginrichting correct
vergrendeld is;
❒ draai de twee
bevestigingsschroeven vast en
monteer de beschermdoppen weer.
124DVDF0S0124c
125DVDF0S0125c
Page 143 of 224

141
KENTEKENVERLICHTING
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen:
❒ oefen druk uit in het door de pijl
aangegeven punt fig. 126 en
verwijder het lampenglas;
❒ maak de lamp los uit de contacten
aan de zijkant en vervang hem;
❒ monteer de nieuwe lamp en
controleer of hij correct tussen de
contacten zit vastgeklemd;
❒ monteer het lampenglas weer.
126DVDF0S0126c
ZEKERINGEN
VERVANGEN 35) 19)
ZEKERINGEN IN HET
DASHBOARD
Deze zekeringen zijn toegankelijk
wanneer de geklemde kap A-fig. 127
wordt verwijderd.
127DVDF0S067c
De zekeringenkast fig. 128 bevindt zich
in het onderste gedeelte naast de
pedalengroep.
De 5A-zekering voor het ontwasemen
van de buitenspiegels bevindt zich in
de zone van de diagnosestekker
fig. 129.
128DVDF0S068c
129DVDF0S069c
Page 144 of 224

NOODGEVALLEN
142
ZekeringAmpèrageBeschrijving
F13 5 •
Voeding linker dimlicht en regeleenheid hoogteregeling koplampen
F36 15 Diagnosestekker, autoradio, klimaatregeling, EOBD
F37 5 Remlichtschakelaar, knooppunt instrumentenpaneel
F38 15 Centrale portiervergrendeling
F43 15 Pomp ruitensproeiers/achterruitsproeier
F47 20 Elektrisch bedienbare ramen bestuurderszijde
F48 20 Elektrisch bedienbare ramen passagierszijde
F49 5 Parkeersensoren, achtergrondverlichting schakelaars, elektrisch
verstelbare spiegels
F51 7.5 Klimaatregeling, remlichten, koppeling, schuifdak, elektrische
spiegels
F53 5 Knooppunt instrumentenpaneel
•
Voor bepaalde versies/markten
MOTORRUIMTE
ZEKERINGENKAST
De zekeringenkast bevindt zich aan de
rechterkant van de motorruimte. Ga als
volgt te werk om een zekering te
vervangen:
❒ Druk schroef A fig. 130 volledig in;
❒ draai tegelijk de schroef langzaam
linksom tot weerstand wordt
ervaren (niet te vast draaien);
❒ draai de schroef langzaam los;
❒ het openen wordt aangegeven als
de kop van de schroef volledig uit
zijn zitting is gekomen;
❒ verwijder deksel B door het op de
zijgeleiders naar boven te schuiven,
zoals aangegeven in de afbeelding.
❒ na het terugplaatsen van de
zekering, herplaats de afdekking, en
zorg ervoor dat deze goed is
afgesloten.
130DVDF0S0201c
Page 145 of 224

143
LPG-versies
De onderdelen van het LPG-systeem
worden beschermd door speciale
zekeringen.
Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk om ze te laten
vervangen.
Op het deksel zijn de
identificatienummers van de elektrische
onderdelen die met de zekeringen
overeenkomen aangegeven
fig. 131.
ZekeringAmpèreBeschrijving
F02 20 Hi-Fi
F08 30 Ventilator klimaatregelsysteem
F09 30 koplampsproeiers
F10 10 Claxons
F14 15 Grootlicht
F15 20 Motor elektrisch schuifdak
F16 7.5 Stroomvoorzieningsregeleenheid van de
Dualogic versnellingsbak (+ ontsteking)
F20 30 Achterruitverwarming
F30 15 Mistlampen
F84 10 Dualogic versnellingsbak regeleenheid
F85 20 Stopcontact voor
(met of zonder aansteker)
131DVDF0S0202c
Page 146 of 224

NOODGEVALLEN
144
ALS DE ACCU
LEEG IS 36)
BELANGRIJK De beschrijving voor het
opladen van de accu geldt slechts ter
informatie. Geadviseerd wordt contact
op te nemen met het Fiat
Servicenetwerk om deze
werkzaamheden te laten uitvoeren.
BELANGRIJK Wacht, nadat de
contactsleutel naar STOP is gedraaid
en het bestuurdersportier is gesloten,
minstens een minuut voordat u de
elektrische voeding van de accu
loskoppelt en vervolgens weer aansluit.
Het verdient aanbeveling de accu
langzaam en met een lage
stroomsterkte ongeveer 24 uur op te
laden. De accu langer opladen, kan de
accu beschadigen.
Versies zonder Start&Stop
(voor bepaalde versies/markten)
Ga als volgt te werk om de accu op te
laden:
❒ koppel de klem los van de minpool
van de accu;
❒ sluit de kabels van de lader aan op
de klemmen van de accu, met
inachtneming van de juiste polariteit;
❒ schakel de acculader in;
❒ schakel na het opladen eerst de
acculader uit alvorens de accu los te
koppelen;
❒ sluit de klem weer op de minpool
van de accu aan.
Versies zonder Start&Stop
(voor bepaalde versies/markten)
Ga als volgt te werk om de accu op te
laden:
❒ koppel de stekker A fig. 132 van de
accusensor C op de minklem D van
de accu los (door op de knop B te
drukken);
132DVDF0S0127c
❒ sluit de pluskabel van de acculader
aan op de plusklem E fig. 133 van
de accu en de minkabel op de klem
van de sensor D zoals aangegeven
in de figuur;
❒ schakel de acculader in; Schakel na
het opladen de acculader uit;
❒ sluit na de acculader te hebben
afgekoppeld de stekker A
weer aan op de sensor C zoals
getoond fig. 132.
133DVDF0S0128c
Page 147 of 224

145
SLEPEN VAN DE
AUTO 37)
Versie met Dualogic
versnellingsbak
Verzeker u ervan dat de versnellingsbak
in de vrijstand staat (N) (door te
controleren of het voertuig door te
duwen verplaatst kan worden) en ga
vervolgens te werk zoals bij een
voertuig met handgeschakelde
versnellingsbak.
Sleep de auto niet als de
versnellingsbak niet in de vrijstand kan
worden gezet en neem contact op met
het Fiat Servicenetwerk.
MONTAGE VAN HET
SLEEPOOG
Het bij de auto geleverde sleepoog
bevindt zich in de gereedschapshouder
onder de bekleding van de
bagageruimte.
Ga als volgt te werk:
❒ verwijder de voorste dop
A-fig. 134 of de achterste dop
fig. 135;
❒ haal de sleephaak B uit de
behuizing in de gereedschapskoffer;
❒ draai het helemaal op de
schroefdraadpen en draai het vast.
134 - voorDVDF0S0203c
135 - achterDVDF0S0204c
Page 148 of 224

Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten
Page 149 of 224

147
ONDERHOUD EN ZORG
GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD
Juist onderhoud is essentieel voor een
lange levensduur van het voertuig
onder optimale omstandigheden.
Daarom heeft Fiat een reeks controles
en onderhoudsbeurten opgesteld die
op vaste afstandsintervallen uitgevoerd
moeten worden en, voor bepaalde
versies/markten, op vaste
tijdsintervallen, zoals beschreven in het
Geprogrammeerd
Onderhoudsschema.
Ongeacht het bovenstaande, is het
altijd noodzakelijk de aanwijzingen in
het Geprogrammeerd
Onderhoudsschema zorgvuldig op te
volgen (bijv. regelmatige controle van
de vloeistofniveaus, bandenspanning,
enz.).
Geprogrammeerde
Onderhoudsbeurten worden door alle
werkplaatsen van het Fiat
Servicenetwerk uitgevoerd op basis
van de vaste intervallen in tijd of
kilometers/mijlen.
Eventuele reparaties die nodig blijken
tijdens het uitvoeren van de diverse
inspecties en controles van het
geprogrammeerd onderhoud, mogen
uitsluitend worden uitgevoerd na
uitdrukkelijke toestemming van de
eigenaar. Als het voertuig dikwijls
gebruikt wordt voor het trekken van
aanhangers, dan moet een korter
interval tussen de onderhoudsbeurten
worden aangehouden. BELANGRIJKE OPMERKINGEN
De onderhoudsbeurten van het
Geprogrammeerde Onderhoud zijn
door de fabrikant voorgeschreven. Het
niet uitvoeren ervan kan het vervallen
van de garantie tot gevolg hebben.
Wij adviseren u het Fiat Servicenetwerk
onmiddellijk te informeren over
eventuele kleine defecten en niet te
wachten tot de volgende
onderhoudsbeurt.
Page 150 of 224

4321
ONDERHOUD EN ZORG
148
5109876
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA39) 21)
Duizenden kilometers7515013512010590
BENZINE-/LPG-VERSIES
BELANGRIJK: Wanneer u de laatste reparatie uit de tabel hebt uitgevoerd, moet u verder gaan met het geprogrammeerde
onderhoud. Volg daarbij de in het schema vermelde termijnen en plaats bij elke reparatie een punt of een opmerking.
Waarschuwing: als het onderhoud gewoon vanaf het begin wordt hervat, kan de voor sommige werkzaamheden geldende
interval verstrijken!
60453015
Jaren
Conditie/slijtage banden controleren en bandenspanning, indien nodig;
de vervaldatum van de “Fix&Go Automatic” reparatiekit kit controleren(voor bepaalde versies/markten
Werking verlichtingssysteem ((koplampen, richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, bagageruimte, interieur,
dashboardkastje, lampjes instrumentenpaneel, enz.)
De vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (1)
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren
Gebruik de diagnoseaansluiting om de werking van het
brandstoftoevoer-/motorbeheersysteem, de emissie en de
verslechtering van de motorolie te controleren
(voor bepaalde versies/markten)
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van
carrosserie, bodemplaatbescherming, slangen en leidingen
(uitlaat, brandstof- en remsysteem) en rubber elementen
(hoezen, balgen, bussen enz.)
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers
voor/achter controleren (voor bepaalde versies/markten)
Werking van ruitenwissers/-sproeiers controleren en zo
nodig de sproeiers afstellen
Sloten van motorkap en achterklep op aanwezigheid van
vuil controleren, mechanismen reinigen en smeren
(1) Het bijvullen moet uitgevoerd worden met de in dit Instructieboek aangegeven vloeistoffen en alleen nadat gecontroleerd is dat het
systeem onbeschadigd is.