FIAT FULLBACK 2017 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2017, Model line: FULLBACK, Model: FIAT FULLBACK 2017Pages: 332, PDF Size: 10.46 MB
Page 131 of 332

Geschiktheid voor verschillende zitplaatsen
ENKELE CABINE
GewichtsklasseZitplaats
Voorste
passagiersstoelAanbevolen kinderzitjes Goedkeuringsnummer UN-R44
0 — tot 10 kg X — —
0+ — tot 13 kg X — E1-04301146
1 — 9 tot 18 kg UF, LG 0/1 S ISOFIX (Kinderzitje voor oostelijk
gebied): MZ314390E
G 0/1 S ISOFIX (Kinderzitje voor
centraal.zuidelijk gebied): MZ314390CS
G 0/1 S ISOFIX (Kinderzitje voor noordelijk
gebied): MZ314390N
DUO plus: MZ313045E4-03443416
E1-04301133
II en III — 15 tot 36 kg UF, LKID plus: MZ314250
KIDFIX: MZ314804E1-04301169
E1-04301198
154)
74)
Definitie van de in bovenstaande tabel gebruikte tekens:
U — Geschikt voor "universele" kinderzitjes goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse.
UF — Geschikt voor "universele" in de rijrichting geplaatste kinderzitjes goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse.
X — Zitplaats niet geschikt voor kinderzitjes in deze gewichtsklasse.
Belangrijke opmerking:
De voorste passagiersstoel is NIET geschikt voor een kinderzitje tegen de rijrichting als de passagiersairbag actief is. Het is
geschikt voor een universeel kinderzitje als de airbag is uitgeschakeld (zie "Aanvullend veiligheidssysteem (SRS) — Airbag").
129
Page 132 of 332

Geschiktheid voor verschillende zitplaatsen
ANDERHALVE CABINE
GewichtsklasseZitplaats
Voorste passagiersstoelAanbevolen kinderzitjes Goedkeuringsnummer UN-R44
Ingeschakelde
airbagUitgeschakelde
airbag
0 — tot 10 kg X U — —
0+ — tot 13 kg X U, L BABY-SAFE plus: MZ314393 E1-04301146
1 — 9 tot 18 kg X U, LG 0/1 S ISOFIX (Kinderzitje voor
oostelijk gebied): MZ314390E
G 0/1 S ISOFIX (Kinderzitje voor
centraal.zuidelijk gebied):
MZ314390CS
G 0/1 S ISOFIX (Kinderzitje voor
noordelijk gebied): MZ314390N
DUO plus: MZ313045E4-03443416
E1-04301133
II en III — 15 tot
36 kgXU,LKID plus: MZ314250
KIDFIX: MZ314804E1-04301169
E1-04301198
130
VEILIGHEID
Page 133 of 332

GewichtsklasseZitplaats:
Buitenkant
achterbankAanbevolen kinderzitjes Goedkeuringsnummer UN-R44
0 — tot 10 kg X — —
0+ — tot 13 kg X BABY-SAFE plus: MZ314393 E1-04301146
1 — 9 tot 18 kg XG 0/1 S ISOFIX (Kinderzitje voor oostelijk
gebied): MZ314390E
G 0/1 S ISOFIX (Kinderzitje voor
centraal.zuidelijk gebied): MZ314390CS
G 0/1 S ISOFIX (Kinderzitje voor noordelijk
gebied): MZ314390N
DUO plus: MZ313045E4-03443416
E1-04301133
II en III — 15 tot 36 kg XKID plus: MZ314250
KIDFIX: MZ314804E1-04301169
E1-04301198
154)
74)
Definitie van de in bovenstaande tabel gebruikte tekens:
U — Geschikt voor "universele" kinderzitjes goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse.
UF — Geschikt voor "universele" in de rijrichting geplaatste kinderzitjes goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse.
X — Zitplaats niet geschikt voor kinderzitjes in deze gewichtsklasse.
Belangrijke opmerking:
De voorste passagiersstoel is NIET geschikt voor een kinderzitje tegen de rijrichting als de passagiersairbag actief is. Het is
geschikt voor een universeel kinderzitje als de airbag is uitgeschakeld (zie "Aanvullend veiligheidssysteem (SRS) — Airbag").
131
Page 134 of 332

Geschiktheid voor verschillende zitplaatsen
DUBBELE CABINE
GewichtsklasseZitplaats
Voorste passagiersstoelAanbevolen kinderzitjes Goedkeuringsnummer UN-R44
Ingeschakelde
airbagUitgeschakelde
airbag
0 — tot 10 kg X U — —
0+ — tot 13 kg X U, L BABY-SAFE plus: MZ314393 E1-04301146
1 — 9 tot 18 kg X U, LG 0/1 S ISOFIX (Kinderzitje voor
oostelijk gebied): MZ314390E
G 0/1 S ISOFIX (Kinderzitje voor
centraal.zuidelijk gebied):
MZ314390CS
G 0/1 S ISOFIX (Kinderzitje voor
noordelijk gebied): MZ314390N
DUO plus: MZ313045E4-03443416
E1-04301133
II en III — 15 tot
36 kgXU,LKID plus: MZ314250
KIDFIX: MZ314804E1-04301169
E1-04301198
132
VEILIGHEID
Page 135 of 332

Zitplaats:
GewichtsklasseBuitenkant
achterbankMiddenachter Aanbevolen kinderzitjes Goedkeuringsnummer UN-R44
0 — tot 10 kg U U — —
0+ — tot 13 kg U, L U, L BABY-SAFE plus: MZ314393 E1-04301146
1 — 9 tot 18 kg U, L U, LG 0/1 S ISOFIX (Kinderzitje voor
oostelijk gebied): MZ314390E
G 0/1 S ISOFIX (Kinderzitje voor
centraal.zuidelijk gebied):
MZ314390CS
G 0/1 S ISOFIX (Kinderzitje voor
noordelijk gebied): MZ314390N
DUO plus: MZ313045E4-03443416
E1-04301133
II en III — 15 tot
36 kgU, L XKID plus: MZ314250
KIDFIX: MZ314804E1-04301169
E1-04301198
154)
73) 74) 75) 76)
Definitie van de in bovenstaande tabel gebruikte tekens:
U — Geschikt voor "universele" kinderzitjes goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse.
UF — Geschikt voor "universele" in de rijrichting geplaatste kinderzitjes goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse.
X — Zitplaats niet geschikt voor kinderzitjes in deze gewichtsklasse.
Belangrijke opmerking:
De voorste passagiersstoel is NIET geschikt voor een kinderzitje tegen de rijrichting als de passagiersairbag actief is. Het is
geschikt voor een universeel kinderzitje als de airbag is uitgeschakeld (zie "Aanvullend veiligheidssysteem (SRS) — Airbag").
133
Page 136 of 332

Installatie van een
kinderzitje aan de
onderste verankering
(kinderzitje met
ISOFIX-bevestiging) en
bevestigingsverankering
(dubbele cabine)
Locatie van de onderste
verankering
De achterbank van uw voertuig is
voorzien van verankeringen onderin om
een kinderzitje met ISOFIX-
bevestigingen aan vast te zetten.
Locatie van de
bevestigingsverankering
Op het verticale paneel achter de
achterbank zitten twee
verankeringspunten voor kinderzitjes.
Deze zijn bedoeld om de
bevestigingsgordels van kinderzitjes op
de twee achterste zitplaatsen van uw
voertuig te bevestigen.
155)
Kinderzitjes met
ISOFIX-bevestiging
(dubbele cabine)
Het veiligheidssysteem is ontworpen
voor kinderzitjes met verankeringen aan
de onderkant. Zet het kinderzitje vast
aan de onderste verankering.
Het kinderzitje hoeft niet te worden
vastgezet met de veiligheidsgordels van
het voertuig.
A. Aansluitingen kinderzitje
Monteren
1. Verwijder vreemde delen in of om de
aansluitingen en controleer of de
veiligheidsgordel van het voertuig naar
behoren is ingerold.
2. Verwijder de hoofdsteun van de
plaats waarop u het kinderzitje wilt
installeren. Raadpleeg "Hoofdsteunen".
207AHA106607
208AHA106229
209AHA104759
210AA0014302
134
VEILIGHEID
Page 137 of 332

3. Druk de aansluitingen (A) van het
kinderzitje volgens de instructies van de
fabrikant van het kinderzitje in de
onderste verankeringen (B).
A. Aansluiting
B. Onderste verankering
Als uw kinderzitje een steunpoot heeft,
zorg er dan voor dat de steunpoot een
stabiele plaats op de vloer heeft.
Voer de stappen 4 t/m 8 uit als het
kinderzitje een bevestigingsgordel heeft.
Voer stap 8 uit als het kinderzitje geen
bevestigingsgordel heeft.
4. Laat de bevestigingsgordel (C) van
het kinderzitje door de opening tussende rugleuning van de achterbank en het
achterste paneel naar beneden zakken.
5. Klap de armleuning naar voren. Open
de twee bevestigingen (D) in de ruimte
waar de armleuning was opgeborgen.6. Open het binnenste deksel.
7. Steek uw hand in de opening van de
twee bevestigingen, bevestig de haak
(E) van de bevestigingsgordel aan de
verankering (F) van de bevestiging, en
trek de bevestigingsgordel goed strak.
Draai de haak opzij als het moeilijk is de
haak van de bevestigingsgordel vast te
haken.
211AHA106434
212AHA106610
213AHA106623
214AHA106636
215AHA106649
135
Page 138 of 332

8. Duw en trek het kinderzitje in alle
richtingen om te controleren of het
stevig vastzit.
Verwijderen
Verwijder het kinderzitje volgens de
instructies van de fabrikant van het
kinderzitje.
Installatie van een kinderzitje met
een driepuntsgordel (met
noodblokkering)
Installatie
1. Zet een kinderzitje op de plaats waar
het geïnstalleerd moet worden en
verwijder de hoofdsteun van de stoel.
Raadpleeg "Hoofdsteunen".
2. Als een kinderzitje op de voorste
passagiersstoel geïnstalleerd moet
worden, schuif de stoel dan zo ver
mogelijk naar achteren.
3. Geleid de gordel volgens de
instructies van de fabrikant van het
kinderzitje, door het kinderzitje en doe
de gesp in de sluiting.
4. Elimineer alle speling met gebruik van
de bevestigingsklem (A).
5. Als uw kinderzitje een steunpoot
heeft, zorg er dan voor dat de
steunpoot een stabiele plaats op de
vloer heeft.
6. Duw en trek het kinderzitje in alle
richtingen om te controleren dat het
stevig vastzit, voordat u het kind in het
kinderzitje plaatst. Doe dit voor ieder
gebruik.
156)
BELANGRIJK
154)Verwijder voor de installatie van een
kinderzitje, de hoofdsteun van de stoel.
155)Verankeringen van kinderzitjes zijn
ontworpen om uitsluitend de krachten van
correct geïnstalleerde kinderzitjes te
weerstaan. Ze mogen onder geen beding
voor veiligheidsgordels voor volwassenen,
zespuntsveiligheidsgordels of voor de
bevestiging van andere voorwerpen of
bagage aan het voertuig worden gebruikt.
156)Voor bepaalde kinderzitjes, moet de
bevestigingsklem (A) worden gebruikt om
persoonlijk letsel tijdens een botsing of een
plotselinge manoeuvre te helpen
voorkomen. De klem moet worden
bevestigd en gebruikt volgens de
instructies van de fabrikant van het
kinderzitje. De bevestigingsklem moet
worden verwijderd als het kinderzitje wordt
verwijderd.
BELANGRIJK
73)Stel de voorstoel bij de installatie van
een kinderzitje op de achterbank, dusdanig
af dat de rugleuning van de voorstoelen de
kindervoetjes en het kinderzitje niet raken.
74)Zet bij installatie van een kinderzitje
(gewichtsklasse II en III) op de voorste
passagiersstoel, de rugleuning twee
standen naar achteren vanaf de volledig
rechte stand.
75)Kinderzitjes met steunpoot zijn niet
geschikt voor de middenstoel van de
achterbank.
76)Als u "KID-FIX" of "KID PLUS" op de
achterstoel gebruikt, trek dan de
hoofdsteun van het kinderzitje omlaag als
het kind is uitgestapt, om te voorkomen dat
de hoofdsteun van het kinderzitje de
achterruit raakt. Zorg er bovendien voor dat
de hoofdsteun is versteld en fatsoenlijk is
geplaatst als er een kind in het kinderzitje
zit.
216AA0008772
136
VEILIGHEID
Page 139 of 332

AIRBAG
AANVULLEND
VEILIGHEIDS-
SYSTEEM (SRS)
De informatie van de SRS-airbags
bevat belangrijke informatie over de
frontairbags aan bestuurders- en
passagierszijde, de knie-airbag aan de
bestuurderszijde, de zijairbags en de
gordijnairbags.
De SRS-frontairbags aan
bestuurderszijde en passagierszijde zijn
ontworpen ter aanvulling van de
primaire bescherming van de
bestuurder en de voorpassagier in de
vorm van de veiligheidsgordel, door de
inzittenden in geval van middelmatige
tot ernstige frontale botsingen te
beschermen tegen hoofd- en
borstletsel.
Voor de SRS-bestuurdersairbag is een
tweefasig airbagsysteem gebruikt
(indien aanwezig). De SRS-frontairbags
aan bestuurderszijde en passagierszijde
worden geregeld door botssensoren
(aan de voorkant van het voertuig) en
de regeleenheid (ongeveer in het
midden van het voertuig op
vloerniveau).
De SRS-knie-airbag aan
bestuurderszijde (indien aanwezig) is
ontworpen ter aanvulling van de
primaire bescherming in de vorm van
de veiligheidsgordel aan
bestuurderszijde.Bij bepaalde middelmatige tot ernstige
frontale botsingen verkleint de airbag de
voorwaartse beweging van de
onderbenen van de bestuurder en biedt
een betere bescherming van het hele
lichaam.
De SRS-zijairbags (indien aanwezig) zijn
ontworpen ter aanvulling van de naar
behoren gedragen veiligheidsgordels en
beschermen de bestuurder en de
voorste passagier in bepaalde
middelmatige tot ernstige
flankbotsingen tegen borstletsel.
De SRS-gordijnairbags (indien
aanwezig) zijn ontworpen ter aanvulling
van de naar behoren gedragen
veiligheidsgordels en beschermen de
bestuurder en de passagier op de
voorstoel en buitenste achterstoel in
bepaalde middelmatige tot ernstige
flankbotsingen tegen hoofdletsel, door
het open gaan van de gordijnairbag aan
de zijkant.
Het SRS is GEEN vervanging voor de
veiligheidsgordels. Voor een maximale
bescherming tijdens allerlei soorten
botsingen en ongevallen, moeten alle
inzittenden, zowel de passagiers als de
bestuurder, hun veiligheidsgordels
dragen.
Opmerking De ERA-GLONASS (indien
aanwezig )is ontworpen om te werken
wanneer een van de airbags open
gaan. Zie “ERA-GLONASS”.Werking van het aanvullende
veiligheidssysteem
Het SRS bevat de volgende
componenten:
1. Airbagmodule (bestuurder)
2. Indicatielampje frontairbag aan
passagierszijde (anderhalve cabine en
dubbele cabine) 3. Airbagmodule
(passagier) 4. Knie-airbagmodule
bestuurderszijde* 5. Aan-/uitschakelaar
frontairbag aan passagierszijde
(anderhalve cabine en dubbele cabine)
217AHA106232
218AHA104876
137
Page 140 of 332

6. Zijairbagmodules*
7. Gordijnairbagmodules*
* - Indien aanwezig
De airbags werken alleen als de
contactschakelaar of de
bedieningsmodus in de volgende stand
staat.
Behalve voor voertuigen uitgerust met
het Keyless Operation-systeem: de
contactschakelaar staat op de stand
"ON" of "START".
Voertuigen uitgerust met het Keyless
Operation-systeem: de
bedieningsmodus staat op "ON".
Wanneer de airbagcontrole-unit
detecteert dat het voertuig omrolt,
zullen de gordijnairbags ook open gaan
(indien aanwezig).
Het opengaan van de airbags gaat
gepaard met een plotseling, hard geluid
en vrijkomende rook en poeder, maar
deze omstandigheden zijn niet
schadelijk en duiden niet op brand in
het voertuig. Mensen met
ademhalingsproblemen zouden tijdelijk
irritatie kunnen voelen van de
chemicaliën die voor het opengaan van
de airbag worden gebruikt; open na het
opengaan van de airbags de ruiten, als
het veilig is om dat te doen.
De airbags lopen na het opengaan zeer
snel weer leeg, waardoor er geen
gevaar van belemmerd zicht bestaat.
157) 158) 159) 160) 161) 162) 163) 164) 165) 166) 167) 168)
169)
Waarschuwing voor de installatie
van kinderzitjes in voertuigen met
frontairbag passagierszijde
Het etiket dat hier wordt weergegeven
is aangebracht in voertuigen met een
frontairbag aan passagierszijde.
170)
Opmerking De etiketten kunnen op
verschillende plaatsen zitten, afhankelijk
van het voertuigmodel.
Aan-/uitschakelaar frontairbag aan
passagierszijde (anderhalve cabine
en dubbele cabine)
De aan-/uitschakelaar van de
frontairbag aan passagierszijde kan
worden gebruikt om de frontairbag aan
passagierszijde uit te schakelen. Als u
een kinderzitje hebt dat niet op een
andere stoel dan de voorste
passagiersstoel kan worden
geïnstalleerd, schakel dan de
frontairbag aan passagierszijde uit met
de aan-/uitschakelaar, voordat u het
kinderzitje gebruikt. Raadpleeg "Een
airbag uitschakelen".
De aan-/uitschakelaar van de
frontairbag aan passagierszijde zit op
de plaats die in de afbeelding wordt
weergegeven.
219AF0009484
220AHA100605
221AHA105668
138
VEILIGHEID