FIAT FULLBACK 2017 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2017, Model line: FULLBACK, Model: FIAT FULLBACK 2017Pages: 332, PDF Size: 10.46 MB
Page 231 of 332

OVERVERHITTING
VAN DE MOTOR
Als de motor oververhit raakt, gaatknipperen. Tref de volgende
corrigerende maatregelen als dit
gebeurt:
1. Zet het voertuig op een veilige plek
stil.
2. Controleer of er stoom uit de
motorruimte komt.
Als er geen stoom uit de motorruimte
komt, zet dan met draaiende motor, de
motorkap open om de motorruimte te
ventileren.
Opmerking Druk op voertuigen met het
Start&Stop-systeem op de
uitschakelaar van de Start&Stop om het
Start&Stop-systeem uit te schakelen,
voordat u de motor afzet.
Als er stoom uit de motorruimte komt,
zet dan de motor af, en zet de
motorkap open als er geen stoom meer
uitkomt, om de motorruimte te
ventileren. Herstart de motor.
280) 281) 282)
3. Controleer of de koelventilator (B)
draait.
Als de koelventilator draait: zet de
motor af, als de waarschuwing van de
hoge koelvloeistoftemperatuur is
uitgegaan.
Als de koelventilator niet draait: zet de
motor onmiddellijk af en neem voor
hulp contact op met het Fiat
Servicenetwerk.A. Radiateurdop
B. Koelventilator
C. Reservetank
283)
4. Controleer het koelvloeistofniveau in
de reservetank (C).
5. Vul, indien nodig, de radiateur en/of
de reservetank bij met koelvloeistof
(raadpleeg het hoofdstuk "Onderhoud").
284)
162)
6. Controleer de radiateurslangen op
koelvloeistoflekken en de aandrijfriem
op slapheid of schade. Als er iets aan
het koelsysteem of de aandrijfriem
mankeert, raden we u aan het te laten
nakijken en repareren.
BELANGRIJK
280)Open de motorkap niet als er stoom
uit de motorruimte komt. Hierdoor zou
stoom of heet water naar buiten kunnen
spuiten, wat brandwonden zou kunnen
veroorzaken. Heet water zou zelfs naar
buiten kunnen spuiten als er geen stoom
uit de motorruimte komt, en bepaalde
onderdelen zijn zeer heet. Wees zeer
voorzichtig als u de motorkap opent.
281)Pas op hete stoom, die via de dop
van de reservetank zou kunnen worden
afgeblazen.
282)Verwijder de radiateurdop niet zolang
de motor warm is.
283)Zorg ervoor dat uw handen of kleding
niet in de koelventilator komen.
284)Controleer of de motor is afgekoeld,
voordat u de radiateurdop (A) verwijdert;
anders zou u zich kunnen branden aan
hete stoom of kokend water dat door de
vulopening naar buiten komt.
357AHA102074
358AHA102087
229
Page 232 of 332

BELANGRIJK
162)Vul de koelvloeistof niet bij zolang de
motor warm is. Een plotselinge toevoeging
van koude koelvloeistof zou kunnen leiden
tot schade aan de motor. Wacht tot de
motor is afgekoeld en vul de koelvloeistof
dan in kleine beetjes bij.
HET BRANDSTOF-
SYSTEEM
ONTLUCHTEN
Als tijdens het rijden alle brandstof is
verbruikt, moet het brandstofsysteem
zoals onderstaand beschreven worden
ontlucht. Bedien de handpomp (A) op
het brandstoffilter tot de handpomp stijf
wordt.
Probeer vervolgens de motor nog een
keer te starten. Herhaal de
bovenstaande procedure als de motor
niet start.
285) 286)
BELANGRIJK
285)Rook niet en gebruik geen andere
open vlam in de buurt van het voertuig
terwijl het brandstofsysteem wordt
ontlucht.286)Reinig zorgvuldig eventueel gemorste
brandstof die zou kunnen ontbranden en
brand zou kunnen veroorzaken.
359AHA102090
230
NOODGEVALLEN
Page 233 of 332

GEREEDSCHAP,
KRIK EN
KRIKHANDGREEP
Opbergplaats
Onthoud de opbergplaats voor het
gereedschap, de krik en de
krikhandgreep voor noodgevallen.
Enkele cabine
Type 1
A — Gereedschap (wielmoersleutel)
B — Krikhandgreep
C — KrikType 2
A — Gereedschap
B — Krikhandgreep
C — Krik
Anderhalve cabine
A. Gereedschap
B. Krik
C. KrikhandgreepDubbele cabine
Type 1
A. Gereedschap (wielmoersleutel)
B. Krikhandgreep
C. Krik
Type 2
A. Gereedschap
B. Krikhandgreep
C. Krik
360AHA104052
361AHA104065
362AHA104078
363AHA102120
364AHA104081
231
Page 234 of 332

Gereedschap
Type 1
Enkele cabine, dubbele cabine
1. Wielmoersleutel
Anderhalve cabine
1. Gereedschapstas
2. Wielmoersleutel
Type 2
1. Gereedschapstas2. Wielmoersleutel 3. Tang
4. Bestuurder 5. Spanner
Krik
De krik mag alleen gebruikt worden om
lekke banden te vervangen.
Opmerking De krik is onderhoudsvrij.
Opmerking De krik voldoet aan de
EG-voorschriften, zoals uiteengezet in
de Machinerichtlijn 2006/42/EG.
Opmerking De EG-verklaring van
conformiteit is bijgevoegd in het
hoofdstuk "Conformiteitsverklaring" aan
het eind van dit Instructieboek. De
bedrijfsnaam, het volledige adres van
de fabrikant en van zijn geautoriseerde
vertegenwoordiger, en de bestemming
van de krik worden beschreven in de
EG-verklaring van conformiteit.
Gereedschap, krik en
krikhandgreep verwijderen en
opbergen
Enkele cabine
Het gereedschap, de krik en de
krikhandgreep bevinden zich achter de
stoel.
1. Kantel de rugleuning naar voren
(raadpleeg "Stoelen").
2. Type 1: verwijder de wielmoersleutel
(A) uit de houder (B) en neem de sleutel
uit.
Type 2: verwijder de bevestigingsband
(C) en neem het gereedschap uit (D).3. Verwijder de borgmoer (E) en neem
de krik (F) uit.
4. Verwijder de krikhandgreep (G) uit de
houder (H) en neem de handgreep uit.
365AHA104094
366AHA105873
367AHA104111
368AHA104124
232
NOODGEVALLEN
Page 235 of 332

5. Volg dezelfde procedure in
omgekeerde volgorde om het
gereedschap, de krik en de
krikhandgreep op te bergen.
Lijn bij het opbergen van de
krikhandgreep het zwart gemarkeerde
gedeelte (I) van de krikhandgreep uit
met de houder (H).Anderhalve cabine
Het gereedschap wordt onder de vloer
aan de linkerkant van de achterbank
bewaard. De krik en de krikhandgreep
worden onder de vloer aan de
rechterkant van de achterbank
bewaard.
1. Doe het stoelkussen omhoog.
Raadpleeg "Het stoelkussen opklappen
(anderhalve cabine)". Open het
achterportier. Raadpleeg "Het
achterportier openen of sluiten
(anderhalve cabine)".
2. Open het deksel.
3. Verwijder de bevestigingsband (A) en
neem het gereedschap (B) aan de
linkerkant uit.4. Verwijder de borgmoer (C) en neem
de krik (D) aan de rechterkant uit.
5. Verwijder de krikhandgreep (E) uit de
houder (F), en neem de krikhandgreep
aan de rechterkant uit.
369AHA104140
370AHA104137
371AHA104153
372AHA104166
373AHA104179
233
Page 236 of 332

6. Volg dezelfde procedure in
omgekeerde volgorde om het
gereedschap, de krik en de
krikhandgreep op te bergen.
Opmerking Lijn bij het opbergen van de
krikhandgreep, de gekleurde markering
op de krikhandgreep uit met die op de
houder, en plaats de krik in de houder.
Dubbele cabine
Het gereedschap, de krik en de
krikhandgreep bevinden zich achter de
achterbank.
1. Klap de rugleuning van de
achterbank naar voren. Raadpleeg "De
rugleuning naar voren klappen (dubbele
cabine)".
2. Type 1: verwijder de wielmoersleutel
(A) uit de houder (B) en neem de sleutel
uit. Type 2: verwijder de
bevestigingsband (C) en neem het
gereedschap uit (D).3. Verwijder de borgmoer (E) en neem
de krik (F) uit.
4. Verwijder de krikhandgreep (G) uit de
houder (H) en neem de handgreep uit.5. Volg dezelfde procedure in
omgekeerde volgorde om het
gereedschap, de krik en de
krikhandgreep op te bergen.
Opmerking Lijn bij het opbergen van de
krikhandgreep het zwart gemarkeerde
gedeelte (I) van de krikhandgreep uit
met de houder (H).
374AHA104182375AHA104195
376AHA104209
377AHA104140
378AHA104137
234
NOODGEVALLEN
Page 237 of 332

Gebruik van de krikhandgreep
(anderhalve cabine)
1. Houd de klikbevestiging (A) op het
zwart gemarkeerde gedeelte van de
handgreep ingedrukt, verwijder de
binnenste handgreep (B) en neem de
handgreep uit.
2. Houd de klikbevestiging (C)
ingedrukt, draai de binnenste
handgreep (B) om en plaats hem in de
buitenste handgreep (D) tot hij vastklikt
met de klikbevestiging, zoals
weergegeven.3. Houd de klikbevestiging (F) op de
samengestelde handgreep (E) ingedrukt
en introduceer het wit gemarkeerde
gedeelte van de handgreep (G), zoals
weergegeven, tot die vastklikt met de
klikbevestiging.EEN BAND
VERVANGEN
163) 164)
Zet uw voertuig op een veilige, vlakke
plek stil, voordat u een band vervangt.
1. Zet het voertuig op een vlakke en
stabiele ondergrond, zonder grind, enz.
2. Zet het voertuig stevig op de
parkeerrem.
3. Draai op voertuigen met een
handgeschakelde versnellingsbak de
contactschakelaar naar de stand
"LOCK" of zet de bedieningsmodus op
"OFF", en zet de versnellingspook in de
stand "R" (achteruit). Zet op voertuigen
met een automatische versnellingsbak
de versnellingspook in de stand "P"
(parkeren) en draai de
contactschakelaar naar de stand
"LOCK" of zet de bedieningsmodus op
"OFF".
4. Schakel de alarmknipperlichten in en
zet een gevarendriehoek, zwaailicht,
enz. op een geschikte afstand van het
voertuig en laat al uw passagiers uit het
voertuig stappen.
5. Plaats wielkeggen of blokken (A)
onder het wiel schuin tegenover de te
vervangen band (B), om te voorkomen
dat het voertuig wegrolt terwijl het
wordt opgekrikt.
379AHA104212
380AHA104225
381AHA104238
235
Page 238 of 332

287) 288) 289) 290) 291) 292)
Opmerking De wielkeggen die op de
afbeelding worden weergegeven,
worden niet met uw voertuig
meegeleverd. We raden u aan
wielkeggen in uw voertuig te bewaren,
voor als u die nodig hebt.
Opmerking Als geen wielkeggen
beschikbaar zijn, gebruik dan stenen of
andere objecten die groot genoeg zijn
om het wiel op zijn plaats te houden.
6. Bereid de krik, krikhandgreep en
wielmoersleutel voor. Raadpleeg
"Gereedschap, krik en krikhandgreep".
Informatie over het reservewiel
Het reservewiel is opgeborgen onder de
vloer van het laadbed. Controleer
regelmatig de bandenspanning van het
reservewiel en zorg ervoor dat het te
allen tijde klaar is voor gebruik in
noodgevallen.Als het reservewiel op de hoogst
gespecificeerde bandenspanning wordt
gehouden, kan het altijd en onder alle
omstandigheden worden gebruikt
(stadsverkeer/rijden met hoge
snelheid/rijden met ladingen met
verschillende gewichten, enz.).
Het reservewiel verwijderen
1. Zet de krikhandgreep in elkaar.
(Anderhalve cabine) (Raadpleeg
"Gebruik van de krikhandgreep
(anderhalve cabine)".
2. Introduceer de krikhandgreep (A) in
de opening (B) onder de achterklep.
3. Breng de pen (C) op de
krikhandgreep stevig in de houder (D)
van de reservewielhouder aan.4. Introduceer de wielmoersleutel (E)
door het gat (F) in het uiteinde van de
krikhandgreep en draai hem linksom
om het reservewiel volledig op de grond
te laten zakken en de spanning van de
ketting te halen.
165)
5. Verwijder de wielhouder (G) van het
reservewiel.
382AHA102162
383AHA102263
384AHA102276
385AHA102289
236
NOODGEVALLEN
Page 239 of 332

Opmerking Zet het reservewiel in de
buurt van de lekke band onder de
carrosserie. Dit is veiliger als de krik van
zijn plaats schiet.Een band vervangen
1. Draai de wielmoeren een kwartslag
los met de wielmoersleutel. Verwijder de
wielmoeren nog niet.
2. Zet de krik onder een van de
krikpunten, zoals weergegeven in de
afbeelding. Gebruik het krikpunt het
dichtst in de buurt van de band die
moet worden vervangen.
A — Voorste krikpuntB — Achterste krikpunt
293) 294)
Opmerking Draai voor het opkrikken
van de achterkant van het voertuig, de
punt van de krik zo dat het gegroefde
gedeelte (C) naar behoren samenkomt
met het daarvoor bestemde punt.
3. Draai het ontluchtingsventiel (D) met
de krik rechtsom tot het niet verder kan.
386AHA102292
387AHA102322
388AHA102335
389AHA105730
390AHA105743
C
391AHZ101102
237
Page 240 of 332

4. Steek de krikhandgreep in de beugel
van de krik en haak de nok (E) op het
uiteinde van de krikhandgreep in de
klauw (F) van de beugel.
5. Beweeg de krikhandgreep omhoog
en omlaag om de stang omhoog te
brengen tot net voor het punt waar de
krik contact maakt met het krikpunt van
het voertuig. Zorg ervoor dat de krik
naar behoren contact maakt met het
krikpunt van het voertuig. Beweeg de
krikhandgreep omhoog en omlaag om
het voertuig omhoog te brengen.Opmerking Deze krik is een 2-trapskrik.
295) 296) 297) 298) 299) 300) 301) 302)
6. Verwijder de wielmoeren met de
wielmoersleutel en neem het wiel af.
7. Verwijder eventuele modder, enz. van
het oppervlak van de naaf (G), de
naafbouten (H) of de montagegaten (I)
in het wiel en monteer het reservewiel.
303)
304)
8. Draai de wielmoeren met de hand
rechtsom om ze voorlopig vast te
zetten.
Type 1: Op voertuigen met stalen
wielenHaal de wielmoeren tijdelijk met
de hand aan tot het conische deel van
de wielmoer licht contact maakt met de
gaten in het wiel en het wiel niet meer
los zit.
392AHA105756393AHA105769
394AHA105772
395AHA105785
238
NOODGEVALLEN