FIAT TALENTO 2017 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2017, Model line: TALENTO, Model: FIAT TALENTO 2017Pages: 244, PDF Size: 4.6 MB
Page 81 of 244

DISPLAY
82)
Toerenteller 1 fig. 157
(Schaal x1000)
Snelheidsmeter 2 fig. 158
Aangegeven in km of mijlen per uur.Geluidssignaal bij te hoge snelheid
Afhankelijk van de versie van het
voertuig, wordt bij een snelheid hoger
dan 120 km/h iedere 40 seconden
gedurende ongeveer 10 seconden een
geluidssignaal afgegeven.
Rijstijlindicator 4 fig. 158
Raadpleeg het hoofdstuk "Tips voor het
rijden".
Sensorindicator motoroliepeil 3
fig. 158
Bij een laag motoroliepeil wordt daar op
display 3 melding van gemaakt als de
motor wordt gestart. Raadpleeg de
paragraaf "Motoroliepeil".
Brandstofmeter 5 fig. 159Instrumentenpaneel 6 fig. 160
Met aanduidingen in mijlen en de
mogelijkheid om over te schakelen
naar km/h.
Druk als het contact uitstaat op knop
9 of 10 onderaan hendel 7 fig. 161 en
op startknop 8 fig. 160.
De eenheid van de meter knippert
ongeveer tien seconden, waarna de
nieuwe eenheid wordt weergegeven:
laat knop 9 of 10 fig. 161 los zodra de
eenheid niet meer knippert.
157T40396-1
158T40395
159T36504-1
160T36517
79
Page 82 of 244

Ga terug naar de vorige modus en
herhaal dezelfde handeling.
Opmerking Als de accu wordt
ontkoppeld, keert de boordcomputer
automatisch terug naar de originele
meeteenheid.
Tijd en buitentemperatuur
Display A (afhankelijk van de versie
van het voertuig) fig. 162Druk op knop 2 of 3 fig. 164 en wacht
een paar seconden, om de
tijdsinstellingen op display A te openen.
Als de uren en minuten knipperen, kunt
u deze instellen door lang op knop 2 of
3 fig. 164 te drukken en de uren aan te
passen. Druk, zodra de uren knipperen,
kort op knop 2 of 3 fig. 164 of lang om
de uren in te stellen.Druk nadien langdurig op knop 2 of 3
fig. 164 om de ingestelde uren te
bevestigen.
De minuten knipperen: druk kort op
knop 2 of 3 fig. 164 of lang om de uren
in te stellen.
Na de instelling worden de uren en
minuten 2 seconden weergegeven
zonder te knipperen: nu zijn ze
ingesteld.
BELANGRIJK Als de stroomtoevoer
wordt onderbroken (accu ontkoppeld,
stroomdraad onderbroken, enz.), moet
de klok opnieuw worden ingesteld. We
raden u aan dergelijke handelingen niet
tijdens het rijden uit te voeren.
Display
(Voor bepaalde versies/markten indien
voorzien)
Alleen op voertuigen uitgerust met een
multimediadisplay B fig. 165,
navigatiesysteem, telefoon, enz.
161T35570
162T36518-1
163TIMAGE-1
164T35570-5
165T36519
80
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 83 of 244

Voor meer informatie, zie het RADIO /
TOUCH – RADIO NAV supplement.
Buitentemperatuurmeter
Als de buitentemperatuur uiteenloopt
tussen -3°C en +3°C, gaat het symbool
°C branden (om een risico op
ijsvorming aan te duiden).
BELANGRIJK
82)Aangezien de vorming van ijs op het
wegdek door diverse
klimaatomstandigheden, zoals de ligging,
de plaatselijke hygrometrie en de
temperatuur, wordt beïnvloed moet u nooit
enkel op de weergegeven
buitentemperatuur vertrouwen om de
aanwezigheid van ijs te kunnen vaststellen.
CONTROLELAMPJES
83)
18)
Instrumentenpaneel A fig. 166: wordt
ingeschakeld als de starterschakelaar
wordt ingeschakeld. De lichtsterkte kan
worden afgesteld door aan de
kartelknop 1 te draaien.
Daardoor gaan een aantal
controlelampjes branden en wordt een
bericht weergegeven.
De weergave van de volgende
informatie is afhankelijk van de
uitrusting van het voertuig en het land
waar het is verkocht.
Wanneer het waarschuwingslampje
aan gaat, het voertuig zo snel
mogelijk laten controleren door het Fiat
Servicenetwerk envoorzichtig rijden.
Als u dit niet doet, kan dit leiden tot
schade aan het voertuig.
166T36516
81
Page 84 of 244

Controlelampje Wat het betekent
STADSLICHT
GROOTLICHT
DIMLICHT
MISTVOORLICHTEN
MISTACHTERLICHT
LINKER RICHTINGAANWIJZER
RECHTER RICHTINGAANWIJZER
82
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 85 of 244

Controlelampje Wat het betekent
STORING AIRBAG
Het controlelampje gaat aan, als de startinriching wordt geïntroduceerd en gaat na een paar seconden weer uit.
Als het lampje niet aangaat wanneer de startinrichting wordt geïntroduceerd of als het aangaat wanneer de motor
draait, duidt dit op een systeemstoring. Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
BRANDSTOFRESERVE
Het controlelampje gaat aan, als de startinriching wordt geïntroduceerd en gaat na een paar seconden weer uit.
Vul de tank zo snel mogelijk, als het controlelampje aangaat tijdens het rijden. U kunt nog ongeveer 50 km rijden.
18)
DIRECT STOPPEN
Dit controlelampje gaat aan, als de startinriching wordt geïntroduceerd en gaat uit zodra de motor is gestart.
Als het aangaat met andere waarschuwingslampjes en/of berichten vergezeld van een geluidssignaal, stop dan het
voertuig zodra de verkeerstoestanden dit toestaan. Stop de motor onmiddellijk en start hem niet opnieuw.
Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
83)
STORING REMSYSTEEM/INGESCHAKELDE HANDREM
Het controlelampje gaat aan, als de startinriching wordt geïntroduceerd en gaat uit zodra de handrem is
uitgeschakeld.
Als het samen met het controlelampjeSTOPen een geluidssignaal aangaat, betekent dit dat het remvloeistofpeil
laag staat of dat er sprake is van een storing in het remsysteem.
Zet het voertuig stil en neem contact op met het Fiat Servicenetwerk.
LAADSTROOM ACCU ONVOLDOENDE
Het controlelampje gaat aan, als de startinriching wordt geïntroduceerd en gaat na een paar seconden weer uit.
Als het lampje samen met het lampjeSTOPen een geluidssignaal aangaat, is het elektrische circuit overbelast of
uitgeschakeld.
Zet het voertuig stil en neem contact op met het Fiat Servicenetwerk.
83
Page 86 of 244

Controlelampje Wat het betekent
UITGEWERKTE MOTOROLIE
Het controlelampje gaat aan, als de startinriching wordt geïntroduceerd en gaat na een paar seconden weer uit.
Als het lampje tijdens het rijden aangaat in combinatie met het lampjeSTOPen een geluidssignaal, moet u het
voertuig stilzetten en contact opnemen met het Fiat Servicenetwerk.
Controleer het oliepeil. Als het oliepeil normaal is, is er iets anders aan de hand. Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
ALARMLAMPJE
Wanneer de startinrichting op MAR wordt gezet, gaat het lampje branden, maar het moet doven zodra de motor is
gestart. Als het aangaat in combinatie met andere controlelampjes/berichten op het instrumentenpaneel, dient u
voorzichtig te rijden en uit voorzorg zo snel mogelijk naar een Fiat Servicepunt te gaan.
Door niet-naleving van deze regel kan het voertuig schade oplopen.
AdBlue (Ureum) ADDITIEF NIVEUA EN UITLAATGASREDUCTIESYSTEEM WERKINGSFOUTEN
Raadpleeg de infotmatie in de “AdBlue (Ureum) additief tank” paragraaf.
STORING INSPUIT-/EOBD-SYSTEEM
Voor voertuigen die hiermee zijn uitgerust, gaat dit lampje aan als u de motor start en daarna gaat het weer uit:
als het aanblijft, neem dan contact op met het Fiat Servicenetwerk;
als het knippert, verlaag dan de belasting van de motor tot het knipperen stopt. Neem contact op
met het Fiat Servicenetwerk.
Zie de paragraaf "Milieu beschermen” in het hoofdstuk "Kennismaken met uw voertuig”.
DYNAMISCHE STABILITEITSREGELING (ESC)/STORING TRACTION CONTROL
Het controlelampje gaat aan, als de startinriching wordt geïntroduceerd en gaat na een paar seconden weer uit.
Dit lampje gaat aan in verschillende omstandigheden: zie de paragraaf “Actieve veiligheidssystemen” in het
hoofdstuk “Veiligheid”.
STORING ABS
Het controlelampje gaat aan, als de startinriching wordt geïntroduceerd en gaat na een paar seconden weer uit.
Als het tijdens het rijden gaat branden, duidt dit op een storing in het ABS-systeem. In dat geval blijft het
remsysteem normaal werken, maar met uitsluiting van het ABS-systeem. Wend u tot het Fiat Servicenetwerk.
84
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 87 of 244

Controlelampje Wat het betekent
CONTROLELAMPJE TEMPERATUUR MOTORKOELVLOEISTOF
Als de sleutel in het contact zit, gaat dit lampje blauw branden.
Als het rood wordt, moet de auto worden stilgezet en de motor één of twee minuten stationair draaien.
De temperatuur zou moeten dalen en het lampje zou weer blauw moeten worden. Zet anders de motor af. Laat de
koelvloeistof afkoelen voordat u de temperatuur controleert.
Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk.
START&STOP-SYSTEEM INSCHAKELEN
Raadpleeg het hoofdstuk "Start&Stop-systeem".
STORING/UITSCHAKELING START&STOP-SYSTEEM
Raadpleeg het hoofdstuk "Start&Stop-systeem".
CRUISE-CONTROL/SPEED LIMITER
Raadpleeg de paragrafen "Cruise-control" (Snelheidsregelaar) en "Speed Limiter".
STORING TPMS-SYSTEEM/LAGE BANDENSPANNING
Zie paragraaf “TPMS – TYRE PRESSURE MONITORING SYSTEM” in het hoofdstuk “Veiligheid”
GRIPREGELING
Zie paragraaf “TPMS – Actieve veiligheidssystemen” in het hoofdstuk “Veiligheid”.
85
Page 88 of 244

Controlelampje Wat het betekent
VOORGLOEISYSTEEM
Dit waarschuwingslampje gaat branden wanneer de startschakelaar naar stand ON wordt gezet, en het dooft als
de voorgloeibougies de vereiste temperatuur hebben bereikt. De motor kan worden gestart zodra het lampje
gedoofd is.
SCHAKELINDICATOREN
Deze gaan aan om te adviseren om van versnelling te veranderen, om op (pijl omhoog) of terug (pijl omlaag) te
schakelen.
ECOMODUS
Deze gaan aan wanneer de ECOMODUS is geactiveerd.
Raadpleeg het hoofdstuk "Tips voor het rijden".
FRONT SEAT BELTS NOT FASTENED WARNING LIGHT
Als de veiligheidsgordel niet is bevestigd, blijft het lampje aan als de motor is gestart en gaat het knipperen zodra
16 km/h is bereikt. Bovendien klinkt er ongeveer twee minuten een geluidssignaal.
PORTIEREN OPEN
86
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 89 of 244

LAMPJES EN BERICHTEN VOOR AdBlue (Ureum) ADDITIEFTANK
Als deze controlelampjes aangaan, kan dit gepaard gaan met een geluidssignaal.
Lampjes op instrumentenpaneel Bericht Wat te doen
"ZIE SPECIAAL BERICHT OP HET SCHERM"Vul de AdBluetank (bij) (Ureum) of ga naar
een Fiat Servicepunt.
"ZIE SPECIAAL BERICHT OP HET SCHERM"Vul de AdBlue (Ureum) tank, als het
controlelampje aangaat, met ten minste
10 liter additief of ga naar een Fiat
Servicepunt.
"ZIE SPECIAAL BERICHT OP HET SCHERM"De motor start niet. Om de motor weer te
starten, moet de AdBlue (Ureum) tank
worden bijgevuld met ten minste 10 liter
additief.
87
Page 90 of 244

Systeemstoring
De controlelampjes die hieronder worden beschreven, gaan gepaard met een geluidssignaal.
Lampjes op instrumentenpaneel Bericht Betekenis
"ZIE SPECIAAL BERICHT OP HET SCHERM"Duidt op een systeemstoring. Neem zo snel
mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
"ZIE SPECIAAL BERICHT OP HET SCHERM"Geeft aan dat u binnen 1100 km het voertuig
niet meer zult kunnen starten. Deze alarmen
worden iedere 100 km herhaald. Neem zo
snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
"ZIE SPECIAAL BERICHT OP HET SCHERM"Geeft aan dat de motor niet meer kan worden
gestart, als deze eenmaal is afgezet. Neem
contact op met het Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK
83)Het controlelampjeSTOPbetekent dat u uit veiligheidsoverwegingen moet stoppen zodra de verkeersomstandigheden dit toelaten: Zet
de motor af en start de motor niet meer. Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK
18)Als de lampjes of geluidssignalen uitblijven, duidt dit op een storing in het instrumentenpaneel. Als deze lampjes aangaan, dient u te
stoppen zodra de verkeersomstandigheden dit toelaten. Controleer of het voertuig goed stilstaat en neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
88
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL